Return to Video

Zien we de realiteit zoals ze is?

  • 0:01 - 0:03
    Ik hou van een groot mysterie,
  • 0:03 - 0:07
    en ik ben gefascineerd door het grootste
    onopgeloste mysterie in de wetenschap,
  • 0:07 - 0:09
    misschien omdat het persoonlijk is.
  • 0:10 - 0:12
    Het gaat over wie we zijn,
  • 0:12 - 0:14
    en ik kan het niet helpen
    nieuwsgierig te zijn.
  • 0:14 - 0:16
    Het mysterie is dit:
  • 0:16 - 0:20
    Wat is de relatie tussen je hersenen
  • 0:20 - 0:21
    en je bewuste ervaringen,
  • 0:21 - 0:24
    zoals je ervaring van de smaak
    van chocolade
  • 0:24 - 0:26
    of het gevoel van fluweel?
  • 0:27 - 0:28
    Dit mysterie is niet nieuw.
  • 0:29 - 0:33
    In 1868 schreef Thomas Huxley:
  • 0:33 - 0:38
    "Dat iets zo opmerkelijks
    als een staat van bewustzijn ontstaat
  • 0:38 - 0:41
    als gevolg van geprikkeld zenuwweefsel
  • 0:41 - 0:43
    is net zo onverklaarbaar
  • 0:43 - 0:47
    als het verschijnen van de geest
    als Aladdin over zijn lamp wrijft."
  • 0:49 - 0:52
    Huxley wist dat hersenactiviteit
  • 0:52 - 0:55
    en bewuste ervaringen gecorreleerd zijn,
  • 0:55 - 0:57
    maar hij wist niet waarom.
  • 0:57 - 1:00
    Voor de wetenschap van zijn tijd
    was het een mysterie.
  • 1:00 - 1:02
    In de jaren sinds Huxley,
  • 1:02 - 1:06
    heeft de wetenschap veel
    over hersenactiviteit geleerd,
  • 1:06 - 1:08
    maar de relatie tussen hersenactiviteit
  • 1:08 - 1:11
    en bewuste ervaringen
    is nog steeds een mysterie.
  • 1:11 - 1:15
    Waarom?
    Waarom is er zo weinig vooruitgang?
  • 1:15 - 1:19
    Sommige deskundigen denken dat we
    dit probleem niet kunnen oplossen
  • 1:19 - 1:23
    omdat we niet over de nodige concepten
    en intelligentie beschikken.
  • 1:24 - 1:28
    We verwachten niet dat apen problemen
    in de kwantummechanica kunnen oplossen,
  • 1:28 - 1:32
    en zo verwachten we ook niet
    dat onze soort dit probleem kan oplossen.
  • 1:33 - 1:36
    Ik ben het daarmee oneens.
    Ik ben optimistischer.
  • 1:36 - 1:39
    Ik denk dat we gewoon
    een verkeerde veronderstelling maakten.
  • 1:39 - 1:42
    Als we die kunnen repareren,
    kunnen we dit probleem misschien oplossen.
  • 1:42 - 1:45
    Vandaag wil ik jullie vertellen
    wat die veronderstelling is,
  • 1:45 - 1:48
    waarom ze fout is,
    en hoe we ze in orde krijgen.
  • 1:48 - 1:50
    Laten we beginnen met een vraag:
  • 1:50 - 1:53
    zien we de werkelijkheid zoals ze is?
  • 1:53 - 1:55
    Ik open mijn ogen
  • 1:55 - 1:57
    en ik heb een ervaring die ik omschrijf
  • 1:57 - 2:01
    als ‘een rode tomaat
    op één meter afstand’.
  • 2:01 - 2:04
    Hierdoor ga ik geloven
    dat in werkelijkheid
  • 2:04 - 2:06
    er zich een rode tomaat
    op één meter afstand bevindt.
  • 2:07 - 2:12
    Ik sluit mijn ogen, en mijn ervaring
    verandert in ‘een grijs veld’,
  • 2:12 - 2:15
    maar is het nog steeds zo
    dat in werkelijkheid
  • 2:15 - 2:18
    er een rode tomaat is
    op één meter afstand?
  • 2:18 - 2:22
    Ik denk het, maar kan ik verkeerd zijn?
  • 2:22 - 2:27
    Kan ik de aard van mijn perceptie
    verkeerd inschatten?
  • 2:27 - 2:31
    We hebben al eerder onze
    waarnemingen verkeerd geïnterpreteerd.
  • 2:31 - 2:34
    We dachten dat de Aarde plat was,
    want zo ziet ze eruit.
  • 2:35 - 2:38
    Pythagoras ontdekte dat
    we hadden het mis hadden.
  • 2:38 - 2:42
    Toen dachten we dat de Aarde
    het onbewogen centrum van het heelal was,
  • 2:42 - 2:44
    opnieuw omdat het zo lijkt.
  • 2:44 - 2:49
    Copernicus en Galileo ontdekten ook weer
    dat we fout zaten.
  • 2:49 - 2:53
    Galileo vroeg zich toen af dan
    af of we onze ervaringen
  • 2:53 - 2:56
    misschien ook op andere manieren
    verkeerd interpreteerden.
  • 2:56 - 3:00
    Hij schreef: "Ik denk dat smaken,
    geuren, kleuren en ga zo maar door
  • 3:00 - 3:02
    in het bewustzijn verblijven.
  • 3:02 - 3:06
    Dus als het levend wezen verwijderd werd,
  • 3:06 - 3:09
    hielden al deze kwaliteiten op
    te bestaan."
  • 3:09 - 3:11
    Dat is een stoute bewering.
  • 3:11 - 3:13
    Kon Galileo gelijk hebben?
  • 3:13 - 3:18
    Kunnen we onze ervaringen
    echt zo verkeerd interpreteren?
  • 3:18 - 3:20
    Wat zegt de moderne wetenschap hierover?
  • 3:21 - 3:25
    Neurowetenschappers vertellen ons
    dat ongeveer een derde
  • 3:25 - 3:27
    van de cortex van de hersenen
    dient om te zien.
  • 3:27 - 3:31
    Als je gewoon je ogen opent en rondkijkt,
  • 3:31 - 3:36
    dan zijn miljarden neuronen
    en biljoenen synapsen er mee bezig.
  • 3:36 - 3:37
    Nu is dit een beetje verrassend,
  • 3:37 - 3:40
    omdat we over zien denken
  • 3:40 - 3:43
    als over een camera.
  • 3:43 - 3:47
    We nemen een beeld op
    van de objectieve realiteit zoals ze is.
  • 3:47 - 3:50
    Nu is er wel een deel van het zien
    dat werkt als een camera:
  • 3:50 - 3:55
    het oog bevat een lens die een beeld
    projecteert op de achterkant van het oog
  • 3:55 - 3:58
    waar 130 miljoen fotoreceptoren zitten.
  • 3:58 - 4:02
    Het oog is dus
    als een 130-megapixel camera.
  • 4:02 - 4:06
    Maar dat verklaart de miljarden neuronen
  • 4:06 - 4:09
    en biljoenen synapsen niet
    die betrokken zijn bij het zien.
  • 4:09 - 4:11
    Wat doen deze neuronen?
  • 4:11 - 4:13
    Neurowetenschappers vertellen ons dat ze
  • 4:13 - 4:16
    alle vormen, voorwerpen,
    kleuren en bewegingen
  • 4:16 - 4:19
    die we zien, in real time creëren.
  • 4:19 - 4:22
    Het voelt alsof we gewoon
    een snapshot maken
  • 4:22 - 4:24
    van deze ruimte zoals ze is,
  • 4:24 - 4:27
    maar in feite construeren we
    alles wat we zien.
  • 4:27 - 4:30
    En niet alles ineens.
  • 4:30 - 4:33
    Wij construeren wat we
    momenteel nodig hebben.
  • 4:34 - 4:37
    Er bestaan vele demonstraties
    die heel overtuigend aantonen
  • 4:37 - 4:39
    dat we construeren wat we zien.
  • 4:39 - 4:41
    Ik toon er twee.
  • 4:41 - 4:47
    In dit voorbeeld zie je
    wat rode schijven met stukjes uit,
  • 4:47 - 4:49
    maar als ik ze even laat draaien,
  • 4:49 - 4:54
    zie je plotseling
    een 3D-kubus verschijnen.
  • 4:54 - 4:57
    Het scherm is natuurlijk vlak,
  • 4:57 - 5:00
    zodat de driedimensionale kubus
    die je ervaart
  • 5:00 - 5:03
    je eigen constructie moet zijn.
  • 5:03 - 5:05
    In het volgende voorbeeld
  • 5:05 - 5:10
    zie je oplichtende blauwe balken
    met mooie scherpe randen
  • 5:10 - 5:13
    over een veld van stippen bewegen.
  • 5:14 - 5:17
    Maar de punten bewegen helemaal niet.
  • 5:17 - 5:21
    Alleen de kleuren van de punten veranderen
  • 5:21 - 5:24
    van blauw naar zwart
    of van zwart naar blauw.
  • 5:24 - 5:26
    Maar als ik dit snel doe,
  • 5:26 - 5:29
    creëert je visuele systeem
    die oplichtende blauwe balken
  • 5:29 - 5:32
    met de scherpe randen en de beweging.
  • 5:32 - 5:35
    Er zijn veel meer voorbeelden,
    maar dit zijn er al twee
  • 5:35 - 5:38
    waarbij je construeert wat je ziet.
  • 5:38 - 5:40
    Maar neurowetenschappers gaan verder.
  • 5:41 - 5:46
    Ze zeggen
    dat we werkelijkheid 'reconstrueren'.
  • 5:46 - 5:51
    Als ik een ervaring heb
    die ik beschrijf als een rode tomaat,
  • 5:51 - 5:55
    dan is die ervaring eigenlijk
    een nauwkeurige reconstructie
  • 5:55 - 5:57
    van de eigenschappen van een rode tomaat
  • 5:57 - 6:00
    die zelfs als ik niet keek, zou bestaan.
  • 6:01 - 6:05
    Waarom zeggen neurowetenschappers
    dat we niet alleen maar construeren,
  • 6:05 - 6:07
    maar reconstrueren?
  • 6:07 - 6:12
    He standaard argument
    is meestal evolutionair van aard.
  • 6:13 - 6:15
    Onze voorouders
    die nauwkeuriger konden zien
  • 6:15 - 6:17
    hadden een competitief voordeel
  • 6:17 - 6:20
    ten opzichte van degenen
    die minder nauwkeurig zagen.
  • 6:20 - 6:23
    Ze hadden daardoor meer kans
    om hun genen door te geven.
  • 6:23 - 6:26
    Wij zijn de nakomelingen van degenen
    die nauwkeuriger zagen,
  • 6:26 - 6:29
    en zo kunnen we er zeker van zijn
  • 6:29 - 6:32
    dat onze waarnemingen
    meestal accuraat zijn.
  • 6:32 - 6:35
    Je ziet dit in de standaard leerboeken.
  • 6:35 - 6:37
    Een leerboek zegt, bijvoorbeeld,
  • 6:37 - 6:39
    "Evolutionair gesproken,
  • 6:39 - 6:43
    is zien nuttig,
    juist omdat het zo nauwkeurig is."
  • 6:43 - 6:48
    Het idee is dat nauwkeuriger waarnemingen
    ‘fittere’ waarnemingen zijn.
  • 6:48 - 6:50
    Ze geven je een overlevingsvoordeel.
  • 6:50 - 6:52
    Klopt dat?
  • 6:52 - 6:55
    Is dit de juiste interpretatie
    van de evolutietheorie?
  • 6:55 - 6:58
    Laten we eerst eens kijken
    naar een paar voorbeelden in de natuur.
  • 6:59 - 7:01
    De Australische juweelkever
  • 7:01 - 7:04
    is rimpelig, glanzend en bruin.
  • 7:04 - 7:07
    Het vrouwtje kan niet vliegen.
  • 7:07 - 7:11
    De mannetjes vliegen wel, op zoek,
    natuurlijk, naar een willig vrouwtje.
  • 7:11 - 7:15
    Als hij er een vindt,
    strijkt hij neer en paart hij.
  • 7:15 - 7:17
    Maar in de outback
    vind je ook een andere soort,
  • 7:17 - 7:18
    Homo sapiens.
  • 7:18 - 7:22
    Het mannetje van deze soort
    heeft een enorm brein
  • 7:22 - 7:25
    dat hij gebruikt bij de jacht
    op een koud biertje.
  • 7:26 - 7:27
    (Gelach)
  • 7:27 - 7:30
    Als hij het vindt,
    drinkt hij het leeg
  • 7:30 - 7:33
    en gooit de fles wel eens in de outback.
  • 7:33 - 7:37
    Nu zijn deze flessen
    ook rimpelig en glanzend,
  • 7:37 - 7:40
    en hebben precies de juiste tint bruin
  • 7:40 - 7:43
    om de verbeelding
    van deze kevers te prikkelen.
  • 7:43 - 7:46
    De mannetjes zwermen over de flessen
    en proberen er mee te paren.
  • 7:48 - 7:50
    Ze verliezen alle interesse
    in echte wijfjes.
  • 7:50 - 7:55
    Klassiek geval van mannetje dat
    vrouwtje in de steek laat voor de fles.
  • 7:55 - 7:58
    (Gelach)
    (Applaus)
  • 7:59 - 8:02
    De soort stierf er bijna door uit.
  • 8:02 - 8:07
    Australia moest zijn flessen veranderen
    om de kevers te redden.
  • 8:07 - 8:10
    (Gelach)
  • 8:10 - 8:12
    De mannetjes
    hadden de vrouwtjes
  • 8:12 - 8:16
    duizenden, misschien wel miljoenen
    jaren lang met succes gevonden.
  • 8:16 - 8:21
    Het leek alsof ze de werkelijkheid zagen
    zoals ze is, maar blijkbaar niet.
  • 8:21 - 8:24
    Evolutie gaf ze een vuistregel mee:
  • 8:24 - 8:28
    alles wat rimpelig, glanzend en bruin is,
    is een vrouwtje.
  • 8:28 - 8:31
    Hoe groter, hoe beter.
  • 8:31 - 8:33
    (Gelach)
  • 8:33 - 8:37
    Zelfs terwijl ze over de fles kropen,
    konden de mannetjes hun fout niet inzien.
  • 8:38 - 8:42
    Nu kan je zeggen dat kevers
    maar zeer eenvoudige wezens zijn,
  • 8:42 - 8:43
    maar zoogdieren zeker niet.
  • 8:43 - 8:46
    Zoogdieren zijn
    niet afhankelijk van trucs.
  • 8:46 - 8:52
    Ik ga het niet uitwerken,
    maar je snapt het. (Gelach)
  • 8:52 - 8:55
    Nu een belangrijke technische vraag:
  • 8:55 - 9:01
    “Begunstigt natuurlijke selectie echt
    het zien van de werkelijkheid zoals ze is?
  • 9:02 - 9:05
    Gelukkig hoeven we er niet
    met onze pet naar te gooien:
  • 9:05 - 9:08
    evolutie is
    een wiskundig precieze theorie.
  • 9:08 - 9:11
    We kunnen de vergelijkingen
    van de evolutie
  • 9:11 - 9:12
    gebruiken om dit na te gaan.
  • 9:12 - 9:16
    We kunnen verschillende organismen
    in kunstmatige werelden laten concurreren,
  • 9:16 - 9:18
    zien welke overleven en gedijen,
  • 9:18 - 9:22
    welke sensorische systemen ‘fitter’ zijn.
  • 9:22 - 9:26
    Een belangrijke component
    in die vergelijkingen is ‘fitness’.
  • 9:26 - 9:29
    Bekijk deze biefstuk:
  • 9:30 - 9:33
    wat betekent deze biefstuk
    voor de fitness van een dier?
  • 9:33 - 9:37
    Voor een hongerige leeuw,
    op zoek naar eten,
  • 9:37 - 9:40
    bevordert hij de fitness.
  • 9:40 - 9:43
    Voor een goed gevoede leeuw
    op zoek naar paring,
  • 9:43 - 9:46
    verbetert hij de fitness niet.
  • 9:46 - 9:50
    En voor een konijn in welke toestand ook,
    zal hij de fitness niet verbeteren.
  • 9:50 - 9:54
    Fitness is dus wel afhankelijk
    van de werkelijkheid zoals ze is,
  • 9:54 - 9:58
    maar ook van het organisme,
    zijn toestand en gedrag.
  • 9:58 - 10:02
    Fitness is niet hetzelfde
    als de werkelijkheid zoals die is.
  • 10:02 - 10:05
    En het is fitness,
    en niet de werkelijkheid zoals die is,
  • 10:05 - 10:09
    die centraal staat
    in de vergelijkingen van de evolutie.
  • 10:09 - 10:13
    In mijn lab laten we honderdduizenden
  • 10:13 - 10:16
    evolutionaire spelsimulaties uitvoeren
  • 10:16 - 10:19
    met veel verschillende
    willekeurig gekozen werelden
  • 10:19 - 10:24
    en organismen die concurreren
    om de middelen in die werelden.
  • 10:24 - 10:28
    Sommige organismen
    zien de hele werkelijkheid,
  • 10:28 - 10:30
    anderen slechts een deel ervan,
  • 10:30 - 10:32
    en sommigen zien geen werkelijkheid,
  • 10:32 - 10:34
    alleen fitness.
  • 10:34 - 10:36
    Wie wint?
  • 10:36 - 10:39
    Nou, ik zeg het niet graag,
  • 10:39 - 10:42
    maar de perceptie
    van de werkelijkheid sterft uit.
  • 10:42 - 10:44
    In bijna alle simulaties
  • 10:44 - 10:46
    drijven organismen die geen werkelijkheid,
  • 10:46 - 10:48
    maar wel fitness zien,
  • 10:48 - 10:54
    de organismen die de werkelijkheid zien,
    tot uitsterven.
  • 10:54 - 10:57
    Waar het op neerkomt,
    is dat de evolutie geen feitelijke
  • 10:57 - 11:00
    of nauwkeurige waarnemingen begunstigt.
  • 11:00 - 11:04
    Die percepties van de realiteit
    sterven uit.
  • 11:04 - 11:06
    Dat is toch nogal verrassend.
  • 11:06 - 11:09
    Hoe kan het niet nauwkeurig
    zien van de wereld
  • 11:09 - 11:11
    ons een voordeel
    om te overleven opleveren?
  • 11:11 - 11:13
    Dat is een beetje contra-intuïtief.
  • 11:13 - 11:15
    Maar denk aan de juweelkever.
  • 11:15 - 11:19
    De juweelkever overleefde duizenden,
    misschien wel miljoenen jaren,
  • 11:19 - 11:22
    met eenvoudige trucs en vuistregels.
  • 11:22 - 11:25
    De vergelijkingen van de evolutie
    vertellen ons
  • 11:25 - 11:27
    dat alle organismen,
    wij inclusief
  • 11:27 - 11:30
    in hetzelfde schuitje zitten
    als de juweelkever.
  • 11:30 - 11:33
    We zien de werkelijkheid niet zoals ze is.
  • 11:33 - 11:37
    We zijn gevormd met trucs en vuistregels
    die ons in leven houden.
  • 11:37 - 11:41
    Toch hebben we
    wat hulp nodig bij onze intuïties.
  • 11:41 - 11:42
    Hoe kan het niet waarnemen
  • 11:42 - 11:45
    van de werkelijkheid zoals ze is,
    nuttig zijn?
  • 11:45 - 11:49
    Gelukkig hebben we
    een zeer behulpzame metafoor:
  • 11:49 - 11:52
    de desktop-interface
    van je computer.
  • 11:52 - 11:54
    Neem die blauwe icoon
    voor een TED-talk
  • 11:54 - 11:56
    die je aan het schrijven bent.
  • 11:56 - 12:00
    Het pictogram
    is blauw en rechthoekig
  • 12:00 - 12:03
    en staat in de rechterbenedenhoek
    van het bureaublad.
  • 12:03 - 12:05
    Betekent dit
    dat het tekstbestand
  • 12:05 - 12:08
    in de computer
    blauw en rechthoekig is,
  • 12:08 - 12:12
    en zich in de rechterbovenhoek
    van de computer bevindt?
  • 12:12 - 12:13
    Natuurlijk niet.
  • 12:13 - 12:17
    Iedereen die zo denkt, interpreteert
    het doel van de interface fout.
  • 12:17 - 12:21
    Het is er niet om de realiteit
    van de computer te laten zien.
  • 12:21 - 12:24
    In feite is het er
    om de werkelijkheid te verbergen.
  • 12:24 - 12:25
    Je wil niets weten over de diodes,
  • 12:25 - 12:28
    de weerstanden
    en al die megabytes aan software.
  • 12:28 - 12:31
    Als je daarmee rekening moest houden,
    kwam je nooit aan tekstschrijven
  • 12:31 - 12:32
    of foto’s bewerken toe.
  • 12:32 - 12:37
    Het idee is dat de evolutie
    ons een interface heeft gegeven
  • 12:37 - 12:41
    die de werkelijkheid verbergt
    en adaptief gedrag stuurt.
  • 12:41 - 12:44
    Ruimte en tijd, zoals je ze nu ziet,
  • 12:44 - 12:47
    zijn jouw bureaublad.
  • 12:47 - 12:51
    Fysieke objecten zijn gewoon iconen
    in dat bureaublad.
  • 12:52 - 12:54
    Er is een voor de hand liggend bezwaar.
  • 12:54 - 12:58
    Hoffman, als je denkt dat die trein
    die aan 300 km/h op je af komt
  • 12:58 - 13:01
    gewoon een icoon van je bureaublad is,
  • 13:01 - 13:03
    waarom ga je er dan niet voor staan?
  • 13:03 - 13:05
    Als je dan weg bent,
    en je theorie samen met jou,
  • 13:05 - 13:09
    weten we dat die trein
    meer is dan een icoon.
  • 13:09 - 13:12
    Nou, ik ga niet voor die trein staan
    om dezelfde reden als
  • 13:12 - 13:16
    dat ik die icoon niet achteloos
    naar de prullenbak zou slepen:
  • 13:16 - 13:20
    niet omdat ik de icoon letterlijk neem -
  • 13:20 - 13:23
    het bestand is niet letterlijk
    blauw of rechthoekig -
  • 13:23 - 13:25
    maar ik neem het serieus.
  • 13:25 - 13:27
    Ik kon weken werk kwijtraken.
  • 13:27 - 13:30
    Zo heeft de evolutie ons gevormd
  • 13:30 - 13:34
    met perceptuele symbolen bedoeld
    om ons in leven te houden.
  • 13:35 - 13:37
    We kunnen ze beter serieus nemen.
  • 13:37 - 13:39
    Als je een slang ziet, laat ze.
  • 13:40 - 13:43
    Als je een klif ziet, niet springen.
  • 13:43 - 13:46
    Ze zijn ontworpen
    om ons veilig te houden.
  • 13:46 - 13:47
    We moeten ze serieus nemen.
  • 13:47 - 13:49
    Dat betekent niet dat
    we ze letterlijk moet nemen.
  • 13:49 - 13:52
    Dat is een denkfout.
  • 13:52 - 13:55
    Een ander bezwaar:
    er is niets echt nieuw hier.
  • 13:55 - 13:56
    Van natuurkundigen weten we
  • 13:56 - 13:59
    dat het metaal van die trein
    er solide uitziet,
  • 13:59 - 14:01
    maar in feite is het vooral lege ruimte
  • 14:01 - 14:04
    met microscopische deeltjes
    die er in rondzwieren.
  • 14:04 - 14:06
    Dus niets nieuws.
  • 14:06 - 14:07
    Toch wel.
  • 14:07 - 14:11
    Het is hetzelfde als zeggen: “Ik weet dat
    die blauwe icoon op het bureaublad
  • 14:11 - 14:13
    niet de realiteit van de computer is,
  • 14:13 - 14:17
    maar als ik mijn trouwe vergrootglas
    erbij haal en echt nauw kijk,
  • 14:17 - 14:18
    dan zie ik kleine pixels,
  • 14:18 - 14:21
    en dat is de realiteit van de computer.
  • 14:21 - 14:25
    Niet echt - je bent nog steeds
    op het bureaublad. Dat is het punt.
  • 14:25 - 14:28
    Die microscopische deeltjes
    zijn nog steeds in ruimte en tijd:
  • 14:28 - 14:30
    ze zijn nog steeds
    in de gebruikersinterface.
  • 14:30 - 14:34
    Dus zeg ik iets nog veel radicalers
    dan die natuurkundigen.
  • 14:34 - 14:36
    Tenslotte zou je kunnen opwerpen:
  • 14:36 - 14:39
    “Kijk, we zien die trein allemaal,
  • 14:39 - 14:42
    dus niemand construeert die trein.
  • 14:42 - 14:44
    Maar denk aan dit voorbeeld.
  • 14:44 - 14:47
    In dit voorbeeld zagen we
    allemaal een kubus,
  • 14:48 - 14:50
    maar het scherm is plat,
  • 14:50 - 14:54
    zodat de kubus die je ziet
    de kubus is die je construeert.
  • 14:54 - 14:56
    We zien een kubus
  • 14:56 - 15:01
    omdat we allemaal de kubus
    die we zien, construeren.
  • 15:01 - 15:03
    Hetzelfde geldt voor de trein.
  • 15:03 - 15:07
    We zien een trein omdat we allemaal
    de trein zien die we construeren
  • 15:07 - 15:11
    en hetzelfde geldt
    voor alle fysieke objecten.
  • 15:11 - 15:14
    We zijn geneigd te denken
    dat de perceptie
  • 15:14 - 15:17
    een venster op de werkelijkheid is
    zoals ze is.
  • 15:17 - 15:21
    De theorie van de evolutie vertelt ons
  • 15:21 - 15:25
    dat dit een onjuiste interpretatie is
    van onze waarnemingen.
  • 15:25 - 15:29
    In plaats daarvan is de werkelijkheid
    meer als een 3D-bureaublad
  • 15:29 - 15:32
    ontworpen om de complexiteit
    van de echte wereld te verbergen
  • 15:32 - 15:34
    en adaptief gedrag te sturen.
  • 15:34 - 15:37
    Ruimte zoals je die waarneemt,
    is jouw bureaublad.
  • 15:37 - 15:41
    Fysieke objecten zijn slechts
    pictogrammen op dat bureaublad.
  • 15:41 - 15:45
    We dachten dat de aarde plat was,
    omdat het er zo uitzag.
  • 15:45 - 15:47
    Daarna dachten we dat de aarde
  • 15:47 - 15:49
    het onbeweeglijke centrum
    van de werkelijkheid was,
  • 15:49 - 15:50
    want het zag er zo uit.
  • 15:50 - 15:52
    We hadden het mis.
  • 15:52 - 15:54
    We hadden onze waarnemingen
    verkeerd geïnterpreteerd.
  • 15:55 - 15:58
    Nu geloven we:
    ruimtetijd en objecten
  • 15:58 - 16:01
    zijn de aard van de werkelijkheid
    zoals ze is.
  • 16:01 - 16:05
    De theorie van de evolutie vertelt ons
    dat we alweer verkeerd zijn.
  • 16:05 - 16:10
    We misinterpreteren de inhoud
    van onze perceptuele ervaringen.
  • 16:10 - 16:13
    Er is iets dat bestaat
    wanneer je niet kijkt,
  • 16:13 - 16:15
    maar het is niet de ruimtetijd
    en fysieke objecten.
  • 16:15 - 16:18
    Wij kunnen net zo moeilijk afstand doen
  • 16:18 - 16:19
    van de ruimtetijd en objecten
  • 16:19 - 16:23
    als de juweelkever van de fles.
  • 16:23 - 16:27
    Waarom? Omdat we blind zijn
    voor onze eigen blindheid.
  • 16:27 - 16:31
    Maar we hebben één voordeel
    ten opzichte van de juweelkever:
  • 16:31 - 16:33
    onze wetenschap en technologie.
  • 16:33 - 16:35
    Door te turen
    door de lens van een telescoop
  • 16:35 - 16:37
    ontdekten we dat de aarde niet
  • 16:37 - 16:40
    het onbeweeglijk centrum
    van de werkelijkheid is.
  • 16:40 - 16:42
    Door te turen door de lens
    van de evolutietheorie
  • 16:42 - 16:45
    ontdekten we dat de ruimtetijd en objecten
  • 16:45 - 16:47
    niet de aard van de werkelijkheid zijn.
  • 16:47 - 16:51
    Wanneer ik een perceptuele ervaring heb
    die ik omschrijf als een rode tomaat,
  • 16:51 - 16:54
    interageer ik met de werkelijkheid,
  • 16:54 - 16:57
    maar die werkelijkheid
    is geen rode tomaat
  • 16:57 - 17:00
    en lijkt helemaal niet op een rode tomaat.
  • 17:00 - 17:05
    Ook als ik een ervaring omschrijf
    als een leeuw of een biefstuk,
  • 17:05 - 17:07
    interageer ik met de werkelijkheid,
  • 17:07 - 17:10
    maar die werkelijkheid
    is geen leeuw of biefstuk.
  • 17:10 - 17:12
    En hier komt het:
  • 17:12 - 17:14
    wanneer ik een perceptuele ervaring heb
  • 17:14 - 17:17
    die ik omschrijf als een brein,
    of neuronen,
  • 17:17 - 17:19
    interageer ik met de werkelijkheid,
  • 17:19 - 17:22
    maar die werkelijkheid zijn geen hersenen
    of neuronen
  • 17:22 - 17:26
    en is niets als hersenen of neuronen.
  • 17:26 - 17:31
    Die werkelijkheid, wat ze ook is,
  • 17:31 - 17:34
    is de echte bron van oorzaak
    en gevolg in de wereld
  • 17:34 - 17:38
    - geen hersenen, geen neuronen.
  • 17:38 - 17:41
    Hersenen en neuronen
    hebben geen causale krachten.
  • 17:41 - 17:43
    Ze veroorzaken geen waarnemingservaringen,
  • 17:43 - 17:45
    en ook niet ons gedrag.
  • 17:45 - 17:49
    Hersenen en neuronen zijn
    een soort-specifieke set symbolen,
  • 17:49 - 17:51
    een vuistregel.
  • 17:51 - 17:53
    Wat betekent dit
    voor het mysterie van het bewustzijn?
  • 17:54 - 17:58
    Het opent nieuwe mogelijkheden.
  • 17:58 - 18:00
    Bijvoorbeeld,
  • 18:00 - 18:04
    misschien is realiteit
    een soort grote machine
  • 18:04 - 18:07
    die onze bewuste ervaringen veroorzaakt.
  • 18:07 - 18:10
    Ik betwijfel het, maar het is
    de moeite waard om te onderzoeken.
  • 18:10 - 18:16
    Misschien is de realiteit een uitgebreid,
    interagerend netwerk van bewuste agenten,
  • 18:16 - 18:21
    eenvoudige en complexe, die
    elkaars bewuste ervaringen veroorzaken.
  • 18:21 - 18:24
    Eigenlijk is dit niet
    zo’n gek idee als het lijkt,
  • 18:24 - 18:27
    en ik ben nu bezig het te onderzoeken.
  • 18:27 - 18:29
    Maar hier is het punt:
  • 18:29 - 18:31
    zodra we onze massaal intuïtieve,
  • 18:31 - 18:33
    maar massaal verkeerde veronderstelling
  • 18:33 - 18:36
    over de aard
    van de werkelijkheid loslaten,
  • 18:36 - 18:40
    opent dat nieuwe manieren om na te denken
    over het grootste mysterie van het leven.
  • 18:41 - 18:46
    Ik durf te wedden dat de werkelijkheid
    uiteindelijk boeiender
  • 18:46 - 18:50
    en onverwachter zal zijn
    dan we ooit hebben gedacht.
  • 18:50 - 18:54
    De evolutietheorie
    geeft ons de ultieme uitdaging:
  • 18:54 - 18:59
    durf te erkennen dat perceptie niet gaat
    over het zien van de waarheid,
  • 18:59 - 19:03
    het gaat over het hebben van kinderen.
  • 19:03 - 19:08
    En tussen haakjes, ook deze TED-talk
    zit gewoon in je hoofd.
  • 19:08 - 19:10
    Heel erg bedankt.
  • 19:10 - 19:14
    (Applaus)
  • 19:21 - 19:24
    Chris Anderson: Als jij hier echt staat,
    ben je bedankt.
  • 19:24 - 19:27
    Hier zit zoveel aan vast.
  • 19:27 - 19:30
    Misschien worden sommige mensen
    hier diep depressief van.
  • 19:30 - 19:33
    Als de evolutie niet gaat
  • 19:33 - 19:36
    over het weergeven van de werkelijkheid,
  • 19:36 - 19:39
    ondermijnt dat dan tot op zekere hoogte
    niet al onze inspanningen,
  • 19:39 - 19:42
    heel ons vermogen
    dat we de waarheid kunnen denken,
  • 19:42 - 19:45
    misschien zelfs ook je eigen theorie,
    als puntje bij paaltje komt?
  • 19:45 - 19:50
    Donald Hoffman:
    Dit belet geen succesvolle wetenschap.
  • 19:50 - 19:53
    We hadden een theorie die fout bleek,
  • 19:53 - 19:57
    dat de perceptie als de werkelijkheid is
    en de werkelijkheid is als onze perceptie.
  • 19:57 - 19:59
    Die theorie blijkt vals te zijn.
  • 19:59 - 20:00
    Oké, gooi die theorie weg.
  • 20:00 - 20:03
    Dat houdt ons niet tegen
    om allerlei andere theorieën
  • 20:03 - 20:06
    over de aard van de werkelijkheid
    te postuleren.
  • 20:06 - 20:09
    We gaan vooruit door in te zien
    dat één van onze theorieën vals was.
  • 20:09 - 20:11
    De wetenschap doet gewoon verder.
    Geen probleem.
  • 20:11 - 20:14
    CA: Dus je denkt dat het mogelijk is
    - (Gelach) -
  • 20:14 - 20:18
    Dit is cool, maar ik denk dat je bedoelt
    dat het mogelijk is dat de evolutie
  • 20:18 - 20:21
    je nog steeds tot de rede kan brengen.
  • 20:21 - 20:23
    DH: Ja. Dat is een zeer, zeer goed punt.
  • 20:23 - 20:25
    De evolutionaire spelsimulaties
    die ik liet zien,
  • 20:25 - 20:27
    gingen specifiek over waarneming.
  • 20:27 - 20:30
    Ze toonden aan dat
    onze waarnemingen niet gevormd zijn
  • 20:30 - 20:33
    om ons de werkelijkheid te tonen
    zoals die is.
  • 20:33 - 20:34
    Maar dat wil niet zeggen dat
  • 20:34 - 20:36
    dat ook geldt
    voor onze logica of wiskunde.
  • 20:36 - 20:40
    Die simulaties hebben we niet uitgevoerd,
    maar ik wed
  • 20:40 - 20:43
    dat er een zekere selectiedruk
    voor onze logica en wiskunde
  • 20:43 - 20:46
    in de richting van de waarheid zal zijn.
  • 20:46 - 20:48
    Voor mij zijn wiskunde en logica
    niet eenvoudig.
  • 20:48 - 20:52
    We zijn er nog niet, maar
    in ieder geval gaat de selectiedruk niet
  • 20:52 - 20:54
    helemaal tegen wiskunde en logica in.
  • 20:54 - 20:57
    Daarom denk ik dat we
    elk kenvermogen apart moeten bekijken
  • 20:57 - 21:00
    om te zien wat de evolutie ermee doet.
  • 21:00 - 21:01
    Wat is waar voor waarneming
  • 21:01 - 21:04
    is misschien niet waar
    voor wiskunde en logica.
  • 21:04 - 21:08
    CA: Ik denk dat wat je voorstelt
    een soort van hedendaagse
  • 21:08 - 21:10
    bisschop-Berkeley-interpretatie
    van de wereld is:
  • 21:10 - 21:13
    bewustzijn veroorzaakt materie,
    niet andersom.
  • 21:13 - 21:15
    DH: Het is toch een beetje anders
    dan Berkeley.
  • 21:15 - 21:20
    Berkeley, een deïst,
    dacht dat de uiteindelijke
  • 21:20 - 21:22
    aard van de werkelijkheid God is,
    enzovoort.
  • 21:22 - 21:24
    Dat hoef ik niet te doen,
  • 21:24 - 21:27
    dus het verschilt sterk van Berkeley.
  • 21:28 - 21:31
    Ik noem dit bewust realisme.
    Het is eigenlijk een heel andere aanpak.
  • 21:31 - 21:35
    CA: Don, ik zou hier uren met je
    over kunnen doorgaan, en ik hoop dat ook.
  • 21:35 - 21:37
    Hartelijk bedankt.
    DH: Dank je wel. (Applaus)
Title:
Zien we de realiteit zoals ze is?
Speaker:
Donald Hoffman
Description:

Cognitief wetenschapper Donald Hoffman probeert een belangrijke vraag te beantwoorden: ervaren we de wereld zoals die werkelijk is ... of zoals wij hem wensen? In deze enigszins verbluffende talk, gaat hij op zoek hoe onze geest de realiteit voor ons construeert.

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TEDTalks
Duration:
21:50
Christel Foncke edited Dutch subtitles for Do we see reality as it is?
Christel Foncke approved Dutch subtitles for Do we see reality as it is?
Christel Foncke accepted Dutch subtitles for Do we see reality as it is?
Christel Foncke edited Dutch subtitles for Do we see reality as it is?
Christel Foncke edited Dutch subtitles for Do we see reality as it is?
Christel Foncke edited Dutch subtitles for Do we see reality as it is?
Christel Foncke edited Dutch subtitles for Do we see reality as it is?
Christel Foncke edited Dutch subtitles for Do we see reality as it is?
Show all

Dutch subtitles

Revisions Compare revisions