Return to Video

Aftrekken 2

  • 0:01 - 0:03
    Laten we eens kijken wat we tot nu toe
  • 0:03 - 0:05
    over aftrekken weten.
  • 0:05 - 0:09
    Dus als ik zeg 5 min 3, wat betekent dat?
  • 0:09 - 0:11
    Nou, er zijn een paar manieren om hier over na te denken.
  • 0:11 - 0:17
    Laten we zeggen dat ik bijvoorbeeld 5 ehm.. bessen heb.
  • 0:17 - 0:22
    Dus 1, 2, 3, 4, 5.
  • 0:22 - 0:26
    Ok, dus ik heb 5 bessen, en wanneer ik zeg min 3,
  • 0:26 - 0:27
    dan trek je er 3 vanaf.
  • 0:27 - 0:30
    Ik zou kunnen zeggen, ik doe er 3 weg.
  • 0:30 - 0:32
    3 van deze bessen.
  • 0:32 - 0:35
    Dus als ik deze bes, en die bes, en die bes wegdoe.
  • 0:35 - 0:38
    Ik heb dus 1,2,3 bessen weggedaan.
  • 0:38 - 0:40
    Hoeveel bessen heb ik nog over ?
  • 0:40 - 0:43
    Nou de enige bessen die ik nog over heb, zijn hier -- 1,2.
  • 0:43 - 0:47
    Dus ik heb er nog twee over.
  • 0:47 - 0:50
    We kunnen ook op een andere manier nadenken over
  • 0:50 - 0:54
    5 min 3. Ik zal dat hier doen.
  • 0:54 - 0:57
    5 min 3 - We kunnen nadenken over wat het verschil is
  • 0:57 - 1:00
    tussen 5 en 3.
  • 1:00 - 1:01
    Ik zal het tekenen.
  • 1:01 - 1:02
    Laten we zeggen dat ik weer 5 bessen heb.
  • 1:02 - 1:05
    1, 2, 3, 4, 5.
  • 1:05 - 1:08
    En laten we zeggen dat jij 3 bessen hebt.
  • 1:08 - 1:10
    Hier in een iets andere kleur.
  • 1:10 - 1:12
    Jij hebt 3 bessen.
  • 1:12 - 1:16
    Dus een andere manier om na te denken over 5 min 3 is hoeveel meer
  • 1:16 - 1:19
    bessen heb ik dan jij hebt?
  • 1:19 - 1:22
    En als je hier kijkt, ik heb hier een bes.
  • 1:22 - 1:24
    En jij hebt daar ook en bes.
  • 1:24 - 1:27
    We hebben allebei een bes hier, we hebben allebei een bes daar.
  • 1:27 - 1:30
    Maar ik heb 1, 2 bessen die je niet hebt.
  • 1:30 - 1:33
    Ik heb dus 2 meer bessen dan je hebt.
  • 1:33 - 1:35
    We kunnen hier ook over nadenken uit het oogpunt
  • 1:35 - 1:38
    van de getallenlijn.
  • 1:38 - 1:42
    Zo laat me een getallenlijn tekenen.
  • 1:42 - 1:43
    Dit is mijn getallenlijn.
  • 1:43 - 1:45
    We hebben van de filmpjes over optellen geleerd
  • 1:45 - 1:47
    dat we oneindig lang kunnen doorgaan.
  • 1:47 - 1:49
    En we kunnen zelfs naar de linkerkant van 0 gaan, en dan komen we bij
  • 1:49 - 1:52
    de negatieve getallen, die we zullen zien in de toekomstige filmpjes.
  • 1:52 - 1:54
    Maar ik zal beginnen bij 0.
  • 1:54 - 2:02
    0, 1, 2, 3, 5 -- ik ga door tot 7.
  • 2:02 - 2:07
    Dus als we 5 min 3 doen, we kunnen 3 zien alsof het is afgepakt van
  • 2:07 - 2:11
    5, 5 min 3 betekent begin op 5.
  • 2:11 - 2:15
    Als ik had 5 plus 3 had moeten doen, dan zou ik 3 plekken naar rechts springen omdat
  • 2:15 - 2:17
    dat het aantal dingen die ik heb vergoot.
  • 2:17 - 2:20
    Maar aangezien ik er drie wil aftrekken, wil ik verminderen met 3 stapjes.
  • 2:20 - 2:29
    Dus ik verminder met 1, 2, 3 en dan kom ik uit op 2.
  • 2:29 - 2:32
    Nou laten we het nog een bekijken vanuit dit oogpunt.
  • 2:32 - 2:33
    Laat ik een andere getallenlijn tekenen.
  • 2:33 - 2:34
    Ik wil je laten zien.
  • 2:34 - 2:37
    Ik bedoel, dit is, ik doe er drie weg, en hier zeg ik
  • 2:37 - 2:39
    hoeveel meer is 5 dan 3.
  • 2:39 - 2:42
    Ook al is het precies hetzelfde antwoord, maar er zijn
  • 2:42 - 2:44
    twee verschillende manieren om er over na te denken.
  • 2:44 - 2:45
    Laat me hier nog een keer een getallenlijn tekenen.
  • 2:45 - 2:49
    Laat me dezelfde getallenlijn tekenen.
  • 2:49 - 2:58
    Ik heb 0,1,2,3,4,5,6,7.
  • 2:58 - 3:01
    Dus waar is de 5 op deze getallenlijn?
  • 3:01 - 3:03
    Nou, hier is de 5.
  • 3:03 - 3:05
    Ik zal er een klein roze vierkantje omheen doen.
  • 3:05 - 3:06
    5 is daar.
  • 3:06 - 3:11
    Nu 3, laat ik 3 in deze gele kleur doen.
  • 3:11 - 3:13
    3 is hier op de getallenlijn.
  • 3:13 - 3:19
    Dus op deze manier van denken over 5 min 3, vraag je je af,
  • 3:19 - 3:22
    wat is het verschil - laat ik dat opschrijven.
  • 3:22 - 3:37
    Hier zeggen we, wat is het verschil tussen 5 en 3?
  • 3:37 - 3:39
    En om erachter te komen wat het verschil is, moet je eigenlijk zeggen,
  • 3:39 - 3:43
    hoeveel moet je bij 3 toevoegen, om op 5 uit te komen?
  • 3:43 - 3:46
    Dus het verschil betekent, hoe verschillend zijn 5 en 3 van elkaar ?
  • 3:46 - 3:50
    Nou je moet 1 stapje nemen, en dan 2 stapjes om bij 5 uit te komen.
  • 3:50 - 3:54
    Zo het verschil tussen 5, die helemaal hier is,
  • 3:54 - 4:05
    en 3, die zo ver weg is, is 2.
  • 4:05 - 4:06
    Dit hier zo is 2.
  • 4:06 - 4:07
    Laat me dat in een ander vakje tekenen.
  • 4:07 - 4:08
    Dus dit hier is 2.
  • 4:08 - 4:12
    Ik wil het verschil tussen aftrekken en
  • 4:12 - 4:14
    verschil - Ik wil het op zijn minst redelijk duidelijk maken
  • 4:14 - 4:18
    naar jou toe omdat dit twee verschillende manieren zijn om naar
  • 4:18 - 4:20
    aftrekken te kijken, maar uiteindelijk is het precies dezelfde operatie.
  • 4:20 - 4:23
    Je gaat hetzelfde antwoord krijgen, ongeacht de manier
  • 4:23 - 4:25
    hoe je erover nadenkt.
  • 4:25 - 4:27
    Nou, ik kan dit -- laat ik nieuwe getallen gebruiken.
  • 4:27 - 4:31
    Laat ik 7 min 4 doen.
  • 4:31 - 4:34
    Laat we zeggen dat ik een 7 centimeter lang stuk hout heb.
  • 4:34 - 4:36
    Een klein blokje hout.
  • 4:36 - 4:39
    Stel ik heb een stuk hout van 7 centimeter lang.
  • 4:39 - 4:41
    Het is 7 centimeter lang.
  • 4:41 - 4:44
    Als ik er een liniaal tegen aan zou leggen. dan zou ik hebben 0,
  • 4:44 - 4:50
    1, 2, 3, 4, 5, 6, 7.
  • 4:50 - 4:53
    Dus ik heb een 7 centimeter lange blokje hout.
  • 4:53 - 4:56
    En als ik dan 4 van die centimeters eraf zou zagen.
  • 4:56 - 4:58
    Dus als ik 4 van deze voeten eraf zaag, dus
  • 4:58 - 5:02
    ik zaag eraf: 1, 2, 3, 4.
  • 5:02 - 5:03
    Hoeveel hout heb ik nog over ?
  • 5:03 - 5:06
    Dus al deze dingen hier, doe ik weg.
  • 5:06 - 5:08
    Ik zaag het eraf.
  • 5:08 - 5:09
    Ik zaag het af van het hout.
  • 5:09 - 5:11
    Misschien moet ik dat in een donkere kleur doen om aan te tonen
  • 5:11 - 5:13
    dat ik het eraf zaag.
  • 5:13 - 5:15
    Dus al dit spul gaat verdwijnen.
  • 5:15 - 5:17
    Ik zorg dat het weggaat.
  • 5:17 - 5:18
    Ik zaag het eraf.
  • 5:18 - 5:22
    Dus het enige wat ik nog overhoud - nadat ik 4 centimeter eraf zaag,
  • 5:22 - 5:28
    Ik hou nog 1, 2, 3 centimeter van het stukje hout over.
  • 5:28 - 5:29
    Dus dit is 3.
  • 5:29 - 5:34
    Dus 7 min 4 is gelijk aan 3.
  • 5:34 - 5:36
    Op deze manier bekijken we aftrekken letterlijk als iets wegdoen.
  • 5:36 - 5:40
    Ik heb het hout afgezaagd, dus ik heb een stuk hout weggedaan.
  • 5:40 - 5:45
    Nu ik kan er ook op een iets andere manier
  • 5:45 - 5:48
    over nadenken, maar het geeft precies hetzelfde antwoord.
  • 5:48 - 5:50
    We zouden kunnen zeggen 7 min 4.
  • 5:50 - 5:54
    Dus nogmaals, Ik heb dit 7 centimeter lange
  • 5:54 - 5:56
    stukje hout.
  • 5:56 - 6:05
    Dus als ik hier een liniaal neerleg, die 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7.
  • 6:05 - 6:08
    Dus nogmaals, een 7 centimeter lang stukje hout.
  • 6:08 - 6:11
    En nu in plaats van 4 centimeter eraf zagen, ga ik het vergelijken --
  • 6:11 - 6:14
    dit is een 7 - Ik vergelijk het met een 4 cm lang
  • 6:14 - 6:14
    stuk hout.
  • 6:14 - 6:19
    Dus ik heb een 4 cm lang stuk hout daar.
  • 6:19 - 6:23
    Dat is mijn 4 cm lang stuk hout. dat is 7, dit is 4.
  • 6:23 - 6:26
    Je zou 7 min 4 kunnen bekijken als het wegdoen van 4 centimeter
  • 6:26 - 6:27
    van het stukje hout.
  • 6:27 - 6:31
    Of je kan het bekijken als het verschil tussen de 4
  • 6:31 - 6:34
    centimeter stuk jout en de 7 centimeter stuk hout.
  • 6:34 - 6:35
    Dus in dit geval, wat is het verschil?
  • 6:35 - 6:38
    Om van de 4 centimeter stuk hout naar de 7 centimeter stuk hout te gaan,
  • 6:38 - 6:45
    moet ik 3 centimeter groeien, of ik moet er een een 3 centimeter
  • 6:45 - 6:48
    stuk hout bijdoen op een of andere manier.
  • 6:48 - 6:51
    Of het hout zou een of andere manier hebben om te groeien met 3 centimeter om
  • 6:51 - 6:52
    te zorgen dat het 7 centimeter lang wordt.
  • 6:52 - 6:55
    Zodat deze zijn 2 volledig gelijkwaardig manieren om
  • 6:55 - 6:56
    Bekijk aftrekken.
  • 6:56 - 6:59
    Dat is allemaal een beetje van een herziening van de laatste video.
  • 6:59 - 7:02
    Nu wat ik ook wil doen in deze video is te starten aanpakken
  • 7:02 - 7:03
    iets grotere problemen.
  • 7:03 - 7:06
    Maar je zult zien dat echt, de getallenlijn geldt net
  • 7:06 - 7:09
    even goed als de soort van de eenvoudigere problemen
  • 7:09 - 7:12
    dat we al eerder gedaan.
  • 7:12 - 7:16
    Let's do 17 min 9.
  • 7:16 - 7:18
    Dus net als al het andere, is er op twee manieren
  • 7:18 - 7:19
    konden we het gedaan hebben.
  • 7:19 - 7:24
    Je weet wel, de meer trage manier is dat je kon tekenen 17 objecten.
  • 7:24 - 7:27
    Laten we zeggen dat ik er 17 chips.
  • 7:27 - 7:36
    1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17.
  • 7:36 - 7:38
    En ik ga weg te nemen 9 van hen.
  • 7:38 - 7:45
    Dus ik ga weg te nemen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9.
  • 7:45 - 7:47
    Hoeveel ben ik nog over?
  • 7:47 - 7:52
    Ik ben links met 1, 2, 3, 4 5, 6, 7, 8.
  • 7:52 - 7:56
    Dus 17 min 9 is gelijk aan 8.
  • 7:56 - 7:58
    Maar dat duurde een lange tijd en je zou denken, als dit
  • 7:58 - 8:01
    aantal was veel groter zou hebben me altijd genomen om
  • 8:01 - 8:03
    trekken alle van deze cirkels en vervolgens uitkrabben dingen.
  • 8:03 - 8:05
    En het zou hebben verspild papier en tijd.
  • 8:05 - 8:07
    En we hebben andere dingen te doen.
  • 8:07 - 8:10
    Dus een andere manier je zou kunnen doen, en misschien is dit makkelijker zou zijn
  • 8:10 - 8:12
    voor u visualiseren, is het opstellen van de getallenlijn.
  • 8:12 - 8:14
    U heeft altijd hoeft niet te beginnen bij 0.
  • 8:14 - 8:20
    Dus als we stellen het aantal lijn, als we zeggen dat 18, 17, 16,
  • 8:20 - 8:32
    15, 14, 13, 12, 11, 10, 9, 8, 7 - je zou denken, ik kon
  • 8:32 - 8:35
    blijf aan de linkerkant helemaal naar 0.
  • 8:35 - 8:37
    Maar ik beginnen bij 17.
  • 8:37 - 8:40
    Ik kon beginnen bij 17 en weg te nemen 9 van het.
  • 8:40 - 8:49
    Dus ik ga 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9.
  • 8:49 - 8:52
    En nogmaals, zijn we vertrokken op 8.
  • 8:52 - 8:56
    Nu was dit, althans in mijn hoofd, een beetje schoner
  • 8:56 - 8:57
    en sneller dan deze.
  • 8:57 - 8:59
    Maar in beide gevallen, wil je niet om deze elke keer dat je
  • 8:59 - 9:02
    hebben tot en met 9 van 17 af te trekken of wilt u het verschil te vinden
  • 9:02 - 9:04
    tussen 17 en 9.
  • 9:06 - 9:08
    te internaliseren.
  • 9:08 - 9:11
    U wilt weten door hart dat, oh, 17 min 9?
  • 9:11 - 9:12
    Ik weet dat is 8.
  • 9:12 - 9:15
    En door de manier, 17 min 8?
  • 9:15 - 9:17
    Wat de 17 min 8?
  • 9:17 - 9:20
    Nou, dat is 9.
  • 9:20 - 9:22
    En nu, wat doet dit allemaal logisch?
  • 9:22 - 9:27
    Omdat 8 plus 9 is gelijk aan 17.
  • 9:27 - 9:32
    Dus 17 min 9 is 8.
  • 9:32 - 9:35
    Of 17 min 8 is 9.
  • 9:35 - 9:39
    Als ik zeg 17 min 8, ik wezen zeg dat is
  • 9:39 - 9:43
    gelijk aan een getal dat als ik toe te voegen tot en met 8 verschijnt 17 gelijk.
  • 9:43 - 9:44
    Nou, dat is 9.
  • 9:44 - 9:47
    Als ik zeg 17 min 9 dat zegt, er is een getal,
  • 9:47 - 9:49
    dat als ik toe te voegen tot en met 9, krijg ik 17.
  • 9:49 - 9:50
    En dat is 8.
  • 9:50 - 9:54
    Dus al deze, al deze verklaringen, zijn soort
  • 9:54 - 9:55
    hetzelfde zeggen.
  • 9:55 - 9:56
    Dat 8 plus 9 zijn 17.
  • 9:56 - 9:59
    Of het verschil tussen 17 en 9 is 8.
  • 9:59 - 10:03
    Of het verschil tussen 17 en 8 is 9.
  • 10:03 - 10:05
    Hopelijk ben ik niet verwarrend je.
  • 10:05 - 10:09
    Dus voor de meeste van deze aftrekken problemen waar de
  • 10:09 - 10:13
    antwoord is een cijfer te beantwoorden, moet je uiteindelijk hebben ze
  • 10:13 - 10:16
    opgeslagen, maar in je hoofd het is goed om te bedenken
  • 10:16 - 10:17
    dit nummer lijn.
  • 10:17 - 10:19
    Laten we een paar van deze.
  • 10:19 - 10:22
    En dan, als we eenmaal hebben deze een geheugen opgeslagen of op zijn minst kunnen
  • 10:22 - 10:26
    aan een aantal lijn doen als we het vergeten, ik zal je laten je
  • 10:26 - 10:29
    geen enkel probleem aftrekken, willekeur voor super
  • 10:29 - 10:31
    grote aantallen.
  • 10:31 - 10:37
    Dus laten we zeggen dat we gaan tot en met 13 min 5 doen.
  • 10:37 - 10:40
    Dus nogmaals, ik ben niet van plan om de hele cirkels
  • 10:40 - 10:41
    of de bessen ditmaal.
  • 10:41 - 10:43
    Ik ga gewoon aan het aantal lijn te trekken.
  • 10:43 - 10:46
    Teken het aantal regel als dat.
  • 10:46 - 10:58
    Laten we beginnen bij 14, 13, 12, 11, 10, 9, 8, 7, 6, 5 - en u
  • 10:58 - 11:00
    gewoon blijven gaan lager en lager.
  • 11:00 - 11:03
    U kunt naar 0 of je kunt zelfs voorbij 0.
  • 11:03 - 11:04
    We praten over dat in de toekomst.
  • 11:04 - 11:06
    Maar we beginnen bij 13.
  • 11:06 - 11:09
    We beginnen op 13.
  • 11:09 - 11:11
    En we gaan weg te nemen 5 vanaf het.
  • 11:11 - 11:14
    Dus dit is het aftrekken uitzicht aftrekken;
  • 11:14 - 11:15
    we gaan op weg te nemen.
  • 11:15 - 11:21
    1, 2, 3, 4, 5 en landen we op 8.
  • 11:21 - 11:26
    Dus 13 minus 5 - me dit laten doen in een nieuwe kleur.
  • 11:26 - 11:30
    13 min 5 is gelijk aan 8.
  • 11:30 - 11:32
    Nu een andere manier konden we hebben nagedacht over dat,
  • 11:32 - 11:34
    Ik uitgezet waar 13 is.
  • 11:34 - 11:36
    Ik kan plot waarbij 5.
  • 11:36 - 11:38
    Ik kon zeggen: kijk, dit is 5.
  • 11:38 - 11:40
    5 is hier op mijn nummer lijn.
  • 11:40 - 11:43
    Wat heb ik te voegen tot en met 5 te krijgen tot en met 13?
  • 11:43 - 11:43
    Dus laten we eens kijken.
  • 11:43 - 11:49
    Ik zou hebben om 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 gaan.
  • 11:49 - 11:52
    Ik heb tot en met 8 toe te voegen aan 5 tot en krijgen tot en met 13.
  • 11:52 - 11:56
    5 plus 8 is gelijk aan 13.
  • 11:56 - 12:00
    Dus dat zegt me dat 13 min 5 is gelijk aan 8.
  • 12:00 - 12:06
    Dit vertelt me ook dat 13 min 8 is gelijk aan 5.
  • 12:06 - 12:09
    Al deze, zijn op een bepaald niveau, vertelde me de
  • 12:09 - 12:10
    precies hetzelfde.
  • 12:10 - 12:12
    Maar het verschil tussen 13 en 5 is 8.
  • 12:12 - 12:14
    Het verschil tussen 13 en 8 5.
  • 12:14 - 12:17
    5 plus 8 is 13.
  • 12:17 - 12:19
    Dus hopelijk heb je onder de knie dat en als je niet gedaan hebt
  • 12:19 - 12:23
    dus al, zal het goed zijn om al deze praktijken.
  • 12:23 - 12:26
    Het nemen van een tiener-nummer en vervolgens af te trekken van een van de
  • 12:26 - 12:28
    one-cijfers van die tiener nummers.
  • 12:28 - 12:32
    Dat is in het algemeen, zeer, zeer goede oefening voor je.
Title:
Aftrekken 2
Description:

Verschillende manieren om naar aftreksommen te kijken.

more » « less
Video Language:
English
Duration:
12:32
nm.vd.zon edited Dutch subtitles for Subtraction 2
nm.vd.zon edited Dutch subtitles for Subtraction 2
kasperpeulen edited Dutch subtitles for Subtraction 2
kasperpeulen edited Dutch subtitles for Subtraction 2
kasperpeulen edited Dutch subtitles for Subtraction 2
kasperpeulen edited Dutch subtitles for Subtraction 2
kasperpeulen edited Dutch subtitles for Subtraction 2
kasperpeulen edited Dutch subtitles for Subtraction 2

Dutch subtitles

Revisions