-
Welkom op de video van basis aftrekken.
-
Laten we eerst een kleine samenvatting geven over de basis van optellen.
-
Als ik zou zeggen 4 plus 3, wat betekend dit dan?
-
Waar is het dan gelijk aan?
-
Nou, er zijn een aantal manieren waarop we dit hadden kunnen zien.
-
We hadden kunnen zeggen dat ik 4 van iets had.
-
Laten we zeggen dat ik 4 cirkels had of weet ik veel, ik had
-
4 citroenen als ontbijt.
-
Dus, 1, 2, 3, 4 citroenen als ontbijt.
-
En laten we ook zeggen dat ik 3 citroenen als middag eten had.
-
1, 2, 3, en zo kan je ook inzien dat 4 plus 3 als de hoeveelheid
-
totale citroenen ik had?
-
Ik tel 3 bij 4 op.
-
Dus hoeveel was het totale dat ik had?
-
Nou, dat is 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7.
-
Dus ik had in totaal 7 citroenen.
-
Een andere manier dat we dit hadden kunnen zien is dat we
-
de getallenlijn hadden kunnen tekenen.
-
En ik teken het in geel omdat -- nee dat is
-
niet breed genoeg.
-
Ik teken het in geel omdat we het over citroenen hebben.
-
Dus laten we zeggen dat dit onze getallenlijn is.
-
En als ik zou beginnen bij het getal -- ik zal even alle getallen tekenen.
-
0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7.
-
Dus je kunt dit beschouwen als, nou,
-
we zitten op een getallenlijn.
-
We beginnen bij het getal 4.
-
Dit is het getal 4.
-
En we tellen er 3 bij op.
-
Dus we verhogen langs de getallenlijn met 3.
-
Dus we gaan 1, 2, 3, en je eindigt dan op 7.
-
Dus je kan ook zeggen dat als ik er 4 heb en ik krijg er 3 meer, dan heb ik er 7.
-
Of ik verhoog 4 met 3 dan krijg ik ook 7.
-
Dus wat is aftrekken nu?
-
Omdat daar deze video over gaat.
-
Ik zou niet al onze tijd moeten verspillen door te praten over optellen.
-
Dus laten we het voorbeeld van 4 min 3 nemen.
-
Waar is het gelijk aan?
-
Laat me even van kleur wisselen om dingen interessant te houden.
-
Dus wat is nou 4 min 3 gelijk aan?
-
Aftrekken of min is het tegenovergestelde van optellen.
-
Dus naast dit doe nog iets meer, je voegt toe.
-
Ik wil het woord toevoegen niet gebruiken om optellen te definiëren maar
-
dat is wat je aan het doen bent.
-
Ik had 4 citroenen en toen had ik er 3 meer.
-
In aftrekken neem je ze juist weg.
-
Dus in dit voorbeeld, als ik begin met 4 citroenen, laten we zeggen dat ik
-
4 citroenen op een bord had.
-
Als ik er 3 vanaf aan het trekken ben, als ik zeg min 3 in plaats van
-
plus deze 3 om 7 te krijgen, ga ik er 3 vanaf halen.
-
Dus misschien ben ik ze aan het opeten of misschien geef ik ze wel weg
-
aan jou in ruil voor naar deze video's te kijken.
-
Dus om 3 van 4 weg te halen, laten we zeggen eentje gaat weg,
-
dan gaat er nog eentje weg, en dan nog een.
-
Hoeveel citroenen zijn er dan nog over?
-
Nou, dit is de enige die ik niet heb verwijdert.
-
Dus we zouden 1 citroen over moeten hebben.
-
En dit zou de citroen moeten zijn die over is.
-
Het hoefde niet die te zijn, ik had net zo goed
-
3 andere kunnen verwijderen.
-
Een andere manier waarop we dit kunnen zien is, laten we dezelfde citroen
-
gekleurde getallenlijn tekenen.
-
Laten we zeggen dat dit de getallenlijn is.
-
En ik teken al dezelfde getallen.
-
Dus dat is 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7.
-
Natuurlijk blijft de getallenlijn doorgaan.
-
Er bestaat geen grootste getal.
-
Je kan elk getal bedenken, welke dan ook, ik kan
-
er dan eentje hoger bedenken.
-
Dus er bestaat geen grootste getal.
-
Dus daarom tekenen we die pijl daar.
-
Ik zou nooit de hele getallenlijn kunnen tekenen.
-
Maar hoe dan ook, terug naar aftrekken.
-
Dus we begonnen met 4 citroenen toch?
-
Wanneer we er 3 bij optelde-- plus 3-- gingen we 4 plaatsen naar rechts
-
op de getallenlijn.
-
En dat is omdat naar rechts verhogen we de waarde.
-
Dus we gingen van 4 naar 5.
-
Dat was er eentje meer.
-
Van 5 naar 6, dat waren er twee meer, en 7 waren er 3 meer.
-
Nu halen we er 4 weg.
-
Dus wat moeten we nu doen?
-
Wat zou je denken dat we moeten doen?
-
Nou, sinds dat we aan het verwijderen zijn gaan we het
-
totale nummer van citroenen verlagen.
-
Dus als we er eentje weghalen, krijgen we 3.
-
Maak dat twee, en we zitten op 2.
-
Maak dat drie, dan hebben we er drie weggehaald toch?
-
Dus we gaan achteruit 1, 2, 3 langs de getallenlijn
-
en we eindigen op 1.
-
En dat is deze 1 hier.
-
Dus even als een samenvatting, optellen is als je meer doet of zoiets.
-
Aftrekken is als je wegneemt.
-
Als je er over nadenkt op de getallenlijn, dan is optellen
-
het verhogen langs de getallenlijn met een waarde.
-
Dus in dit geval verhogen we langs de getallenlijn met 3.
-
En zo gingen we van 4 naar 7.
-
In het geval van aftrekken verlaagden we terug op
-
de getallenlijn.
-
Dus we verlaagden met een waarde waarmee je aan het aftrekken bent.
-
Dus in dit geval verlaagden we met 3.
-
We gingen 1, 2, 3, terug en we hadden 1.
-
En een andere manier om dit te zien is als ik 4 of iets had.
-
En als ik dan 3 weggeef of ik eet er 3 op of weet ik veel
-
wat ik met die 3 heb gedaan.
-
Als ik er 3 kwijt ben zou ik er 1 over hebben.
-
Laat ik je nu eens wat interessante dingen zien
-
over aftrekken.
-
Dus we weten dat 4 min 3 gelijk aan 1 is.
-
Laat me je nog iets anders zien wat interessants is.
-
Wat is 4 min 1?
-
Nou, we kunnen beide voorbeelden gebruiken.
-
Laten we het citroen voorbeeld gebruiken.
-
Laten we nu appels gebruiken; Ik ben citroenen zat.
-
Laten we zeggen dat ik 1, 2, 3, 4.
-
Ik heb een nieuwe pen, en soms tekent hij niet goed.
-
Laten we zeggen dat ik 4 appels heb.
-
Dit is het voorbeeld waar we mee te maken hebben.
-
En ik eet er eentje op.
-
Dus een van ze moest weg.
-
Hoeveel appels zou ik nu nog over hebben?
-
Nou, 3-- 1, 2, 3.
-
Dus 4 min 1 is gelijk aan 3.
-
En als we dit deden op de getallenlijn, dan zouden we beginnen bij 4 en
-
trekken we er 1 af-- halen we er 1 weg.
-
Dus we worden eentje kleiner.
-
We gaan een terug, en dan krijgen we 3.
-
Beide manieren werken.
-
Maar is dit niet interessant?
-
4 min 3 is gelijk aan 1 en 4 min 1 is gelijk aan 3.
-
Je zou bijna zeggen, heb ik de getallen gepakt alleen maar zodat het werkt?
-
Nou, het blijkt dat het altijd waar is.
-
Nou ik wil niet te technisch worden, maar we raken nu
-
al iets dat je later nog gaat leren, misschien
-
in algebra op een dag.
-
Maar ik wil niet aan al dat beginnen nu.
-
Dus waar komt dit vandaan?
-
Nou, dit is gebaseerd op het feit dat 3 plus 1-- ik
-
wil je niet verwarren.
-
Dus mijn excuses als ik dat heb gedaan.
-
Maar ik zal je nog een ander interessant ding laten zien.
-
Wat is 3 plus 1?
-
3 plus 1 is gelijk aan wat?
-
Nou, dat is makkelijk.
-
Je weet dat van basis optellen.
-
Je kan beginnen op de getallenlijn bij 3 en er 1 bij toevoegen.
-
En waar eindig je dan?
-
Je eindigt bij 4.
-
3 plus 1 is gelijk aan 4.
-
Of je kan beginnen bij 1 op de getallenlijn en er 3 aan toevoegen.
-
1, 2, 3, en je zou ook bij 4 zijn geëindigd.
-
Dus we weten ook dat je kan wisselen in beide richtingen.
-
Beide zijn gelijk aan 4.
-
Wat zie je hier?
-
Nou, er zijn een hoop dingen die ik hier heb geschreven en ze zijn allemaal
-
op een manier verbonden met elkaar.
-
1 plus 3 is gelijk aan 4.
-
3 plus 1 is gelijk aan 4.
-
4 min 1 is 3.
-
Uiteindelijk, 4 min 1 en 3 te krijgen is precies hetzelfde--
-
je zegt hetzelfde als 3 plus 1 gelijk aan 4 is.
-
Deze uitspraak zegt dat als ik 1 aan 3 toevoeg dan ik 4 krijg.
-
Dit betekend dat als ik 1 weghaal van 4 dat ik 3 krijg.
-
Dus als ik begin bij 4, ga terug, dan krijg ik 3.
-
Dit zegt dat als ik begin bij 3, en ga 1 omhoog, dan krijg ik 4.
-
Hopelijk geeft dit je een beetje intuïtie
-
over wat aftrekken is.
-
In de volgende video zal ik zo veel mogelijk basis aftrek
-
problemen geven als ik kan in 10 minuten.
-
En dan zal je klaar zijn om de oefeningen te doen.
-
Zie je snel.