Return to Video

Heb jij het wel écht door als een kind liegt?

  • 0:01 - 0:02
    Hoi.
  • 0:02 - 0:05
    Ik heb een vraag voor het publiek:
  • 0:05 - 0:07
    heb je als kind ooit gelogen?
  • 0:07 - 0:10
    Zo ja, steek dan je hand omhoog...
  • 0:11 - 0:15
    Wauw! Dit is de eerlijkste groep
    die ik ooit heb gehad.
  • 0:15 - 0:17
    (Gelach)
  • 0:17 - 0:18
    De afgelopen 20 jaar
  • 0:18 - 0:22
    heb ik onderzocht
    hoe kinderen leren te liegen.
  • 0:22 - 0:26
    Vandaag ga ik sommige ontdekkingen
    die wij hierbij deden met jullie delen.
  • 0:27 - 0:32
    Maar om te beginnen ga ik een verhaal
    vertellen van Mr. Richard Messina,
  • 0:32 - 0:35
    een vriend en basisschooldirecteur.
  • 0:35 - 0:37
    Op een dag werd hij gebeld.
  • 0:39 - 0:40
    De beller zegt:
  • 0:40 - 0:44
    "Mr. Messina, mijn zoon Johnny
    komt niet naar school vandaag,
  • 0:44 - 0:46
    want hij is ziek."
  • 0:46 - 0:48
    Mr. Messina vraagt:
  • 0:48 - 0:50
    "Excuseert u mij, met wie spreek ik?"
  • 0:51 - 0:52
    Waarop de beller zegt:
  • 0:52 - 0:54
    "Ik ben mijn vader."
  • 0:54 - 0:57
    (Gelach)
  • 0:58 - 1:00
    Dit verhaal somt --
  • 1:00 - 1:01
    (Gelach)
  • 1:01 - 1:07
    somt goed de drie ideëen op
    die we hebben over kinderen en liegen.
  • 1:08 - 1:13
    Eén: kinderen beginnen pas met liegen
  • 1:13 - 1:15
    wanneer zij op de basisschool zitten.
  • 1:16 - 1:18
    Twee: kinderen kunnen slecht liegen.
  • 1:18 - 1:21
    Wij volwassenen doorzien
    hun leugens met gemak.
  • 1:21 - 1:25
    En drie: als kinderen al heel jong liegen,
  • 1:25 - 1:28
    hebben ze vast een slecht karakter
  • 1:28 - 1:32
    en zullen ze heel hun leven
    ziekelijk blijven liegen.
  • 1:33 - 1:35
    Nu is echter gebleken
  • 1:35 - 1:37
    dat alle drie de overtuigingen
    niet kloppen.
  • 1:39 - 1:43
    We hebben raadspelletjes gespeeld
    met kinderen van over de hele wereld
  • 1:43 - 1:45
    Hier een voorbeeldje.
  • 1:45 - 1:49
    In dit spelletje vroegen we kinderen
    de nummers op de kaarten te raden.
  • 1:50 - 1:53
    We vertelden ze dat als ze winnen,
  • 1:53 - 1:55
    ze een grote prijs zullen krijgen.
  • 1:56 - 1:57
    Maar middenin het spel
  • 1:57 - 2:00
    excuseren we ons en verlaten de kamer.
  • 2:02 - 2:04
    Voor we de kamer verlaten,
  • 2:04 - 2:07
    zeggen we ze niet in de kaarten te kijken.
  • 2:08 - 2:13
    Natuurlijk zijn er in de kamer
    verborgen camera's die alles vastleggen.
  • 2:14 - 2:18
    Omdat ze zó graag willen winnen,
  • 2:18 - 2:21
    zal 90 procent van de kinderen spieken
  • 2:21 - 2:23
    zodra we de kamer uit zijn.
  • 2:23 - 2:25
    (Gelach)
  • 2:25 - 2:27
    De hamvraag is nu:
  • 2:27 - 2:30
    wanneer we terugkomen
    en aan de kinderen vragen
  • 2:30 - 2:32
    of ze wel of niet gespiekt hebben,
  • 2:32 - 2:35
    zullen ze dat dan toegeven
  • 2:35 - 2:38
    of liegen over hun gespiek?
  • 2:40 - 2:44
    Wij ontdekten dat,
    ongeacht sekse, land of religie,
  • 2:45 - 2:47
    op tweejarige leeftijd
  • 2:47 - 2:49
    30 procent liegt
  • 2:49 - 2:53
    en 70 procent is eerlijk over het spieken.
  • 2:53 - 2:55
    Op driejarige leeftijd
  • 2:55 - 2:59
    liegt 50 procent en is 50 procent eerlijk.
  • 2:59 - 3:01
    Op vierjarige leeftijd
  • 3:01 - 3:03
    liegt meer dan 80 procent.
  • 3:04 - 3:07
    En na hun vierde
  • 3:07 - 3:08
    liegen de meeste kinderen.
  • 3:09 - 3:11
    Zoals je dus kunt zien,
  • 3:11 - 3:14
    hoort liegen gewoon bij opgroeien.
  • 3:14 - 3:17
    Sommige kinderen beginnen er zelfs al mee
  • 3:17 - 3:19
    als ze pas twee jaar oud zijn.
  • 3:20 - 3:24
    Later we dan nu eens kijken
    naar de jongere kinderen.
  • 3:25 - 3:29
    Waarom liegen sommige wel
    en sommige niet?
  • 3:30 - 3:34
    Bij het koken heb je goede
    ingrediënten nodig
  • 3:34 - 3:35
    om goed eten te maken.
  • 3:36 - 3:40
    Goed liegen kan alleen
    met twee hoofdingrediënten.
  • 3:41 - 3:45
    Het eerste hoofdingrediënt
    is dat van de theorie van de geest,
  • 3:45 - 3:47
    of de gedachteleesvaardigheid.
  • 3:48 - 3:50
    Gedachtelezen is de vaardigheid
  • 3:50 - 3:54
    te weten dat verschillende mensen
    andere kennis hebben van de situatie
  • 3:55 - 3:58
    en de vaardigheid om te switchen
    tussen wat ik weet en wat jij weet.
  • 4:00 - 4:02
    Gedachtelezen is belangrijk voor liegen,
  • 4:02 - 4:06
    omdat de basis van liegen is dat ik weet
  • 4:06 - 4:07
    dat jij niet weet
  • 4:07 - 4:08
    wat ik weet.
  • 4:08 - 4:10
    Daarom kan ik tegen je liegen.
  • 4:11 - 4:16
    Het tweede hoofdingrediënt
    voor goed liegen is zelfbeheersing.
  • 4:16 - 4:20
    De vaardigheid om spraak te beheersen,
    om met een stalen gezicht te spreken
  • 4:20 - 4:22
    en lichaamstaal in bedwang te houden,
  • 4:22 - 4:24
    zodat je overtuigend kunt liegen.
  • 4:25 - 4:29
    We ontdekten dat de jonge kinderen
  • 4:29 - 4:34
    die vaardiger zijn op het gebied
    van gedachtelezen en zelfbeheersing,
  • 4:34 - 4:36
    vroeger beginnen met liegen
  • 4:36 - 4:38
    en er ook beter in zijn.
  • 4:40 - 4:46
    Het is gebleken dat deze twee vaardigheden
    ook essentieel voor ons allemaal zijn
  • 4:46 - 4:48
    om goed te functioneren
    in de maatschappij.
  • 4:49 - 4:53
    Mankementen in gedachtelees-
    en zelfbeheersingsvaardigheden
  • 4:53 - 4:57
    worden zelfs verbonden
    aan serieuze ontwikkelingsproblemen
  • 4:57 - 5:00
    zoals ADHD en autisme.
  • 5:02 - 5:07
    Als je je tweejarige kind
    dus betrapt op zijn eerste leugen,
  • 5:07 - 5:09
    wees dan niet gealarmeerd,
  • 5:09 - 5:11
    maar vier dat moment --
  • 5:11 - 5:12
    (Gelach)
  • 5:12 - 5:18
    Het geeft namelijk aan dat je kind
    een mijlpaal heeft bereikt
  • 5:18 - 5:20
    in zijn ontwikkeling.
  • 5:21 - 5:24
    Welnu, zijn kinderen slechte leugenaars?
  • 5:25 - 5:28
    Denk je dat je hun leugens
    met gemak kunt doorzien?
  • 5:29 - 5:30
    Zou je daarachter willen komen?
  • 5:31 - 5:32
    Ja? Oké.
  • 5:32 - 5:35
    Ik zal je twee filmpjes laten zien.
  • 5:35 - 5:36
    In de filmpjes
  • 5:36 - 5:39
    zullen kinderen antwoord geven
    op de vraag van de onderzoeker:
  • 5:39 - 5:41
    "Heb je gespiekt?"
  • 5:41 - 5:42
    Probeer mij dan te vertellen
  • 5:42 - 5:44
    welk kind aan het liegen is
  • 5:44 - 5:46
    en welk kind de waarheid vertelt.
  • 5:46 - 5:48
    Hier is kind nummer één.
  • 5:49 - 5:50
    Ben je er klaar voor?
  • 5:51 - 5:53
    (Filmpje) Heb je gespiekt?
    - Kind: Nee.
  • 5:54 - 5:56
    Kang Lee: En hier kind nummer twee.
  • 5:58 - 6:00
    (Filmpje) Heb je gespiekt?
    - Kind: Nee.
  • 6:01 - 6:05
    KL: Goed, als jij denkt
    dat kind nummer één liegt,
  • 6:05 - 6:07
    steek dan je hand omhoog.
  • 6:08 - 6:12
    Nu, als jij denkt dat kind twee liegt,
    steek dan je hand omhoog.
  • 6:14 - 6:16
    Oké, het feit wil nu
  • 6:16 - 6:19
    dat kind nummer één de waarheid vertelt
  • 6:19 - 6:21
    en dat kind nummer twee liegt.
  • 6:22 - 6:25
    Het lijkt erop dat velen van jullie
    kinderen maar slecht doorzien.
  • 6:25 - 6:28
    (Gelach)
  • 6:28 - 6:31
    Welnu, we hebben gelijksoortige
    spelletjes gespeeld
  • 6:31 - 6:36
    met vele volwassenen
    uit alle leeftijdscategorieën.
  • 6:37 - 6:39
    En we lieten hen vele filmpjes zien.
  • 6:39 - 6:42
    In de helft van die gevallen
    werd er gelogen.
  • 6:42 - 6:45
    In de andere helft ervan
    vertelden de kinderen de waarheid.
  • 6:47 - 6:49
    Laten we eens gaan kijken
    hoe die volwassenen het deden.
  • 6:50 - 6:54
    Aangezien er net zoveel leugenaars
    als niet-leugenaars zijn,
  • 6:54 - 6:57
    heb je met willekeurig gokken
  • 6:57 - 7:01
    50 procent kans goed te gokken.
  • 7:01 - 7:04
    Als je dus ongeveer 50 procent goed hebt,
  • 7:04 - 7:08
    betekent dit dat je verschrikkelijk
    slecht kinderleugens kunt doorzien.
  • 7:08 - 7:13
    We beginnen met studenten
    en rechtenstudenten,
  • 7:13 - 7:17
    die over het algemeen
    weinig ervaring met kinderen hebben.
  • 7:18 - 7:20
    Nee, zij doorzien kinderleugens niet.
  • 7:20 - 7:22
    Hun score is gelijk
    aan willekeurig gokken.
  • 7:22 - 7:27
    Hoe zit het nu met maatschappelijk
    werkers en kinderbeschermingsadvocaten,
  • 7:28 - 7:30
    die dagelijks met kinderen werken?
  • 7:30 - 7:32
    Weten zij wanneer kinderen liegen?
  • 7:34 - 7:35
    Nee, dat weten zij niet.
  • 7:35 - 7:36
    (Gelach)
  • 7:36 - 7:37
    Hoe zit het dan met rechters,
  • 7:37 - 7:39
    douaniers
  • 7:39 - 7:41
    en politieagenten,
  • 7:41 - 7:44
    die dagelijks met leugenaars
    te maken krijgen?
  • 7:44 - 7:46
    Weten zij wanneer kinderen liegen?
  • 7:47 - 7:48
    Nee, dat weten zij niet.
  • 7:48 - 7:50
    En ouders dan?
  • 7:50 - 7:53
    Hebben zij het door wanneer andere
    dan hun eigen kinderen liegen?
  • 7:54 - 7:55
    Nee, dat hebben zij niet.
  • 7:56 - 7:59
    Doorzien ouders de leugens
    van hun eigen kinderen eigenlijk wel?
  • 8:01 - 8:02
    Nee, dat kunnen zij niet.
  • 8:02 - 8:06
    (Gelach) (Applaus)
  • 8:06 - 8:07
    Nu vraag je je misschien af
  • 8:09 - 8:12
    waarom leugens van kinderen
    zo slecht te herkennen zijn.
  • 8:13 - 8:16
    Ik zal mijn eigen zoon
    hiervoor als voorbeeld nemen, Nathan.
  • 8:16 - 8:18
    Dit is zijn gezichtsuitdrukking
  • 8:18 - 8:20
    wanneer hij liegt.
  • 8:20 - 8:22
    (Gelach)
  • 8:22 - 8:23
    Wanneer kinderen liegen,
  • 8:23 - 8:27
    is hun gezichtsuitdrukking
    dus bijzonder neutraal.
  • 8:27 - 8:31
    Achter die neutrale gezichtsuitdrukking
  • 8:31 - 8:34
    gaan echter allemaal gevoelens schuil,
  • 8:34 - 8:38
    zoals angst, schuld, schaamte
  • 8:38 - 8:41
    en wellicht een beetje 'lieggenoegen'.
  • 8:41 - 8:44
    (Gelach)
  • 8:44 - 8:49
    Helaas verdwijnen die emoties
    vaak snel of blijven ze verborgen.
  • 8:49 - 8:52
    Ze zijn dan ook vaak niet waar te nemen.
  • 8:52 - 8:53
    In de afgelopen vijf jaar
  • 8:53 - 8:57
    hebben we geprobeerd om deze
    verborgen emoties zichtbaar te maken.
  • 8:57 - 8:58
    Toen deden we een ontdekking.
  • 8:59 - 9:02
    We weten dat onder onze opperhuid
  • 9:02 - 9:06
    zich een uitgebreid netwerk
    aan bloedvaten bevindt.
  • 9:06 - 9:08
    Wanneer we verschillende emoties voelen,
  • 9:08 - 9:11
    verandert de bloedstroom
    in ons gezicht lichtelijk.
  • 9:12 - 9:16
    Deze veranderingen worden
    geregeld door het autonome stelsel
  • 9:16 - 9:18
    dat niet bewust aangestuurd wordt.
  • 9:18 - 9:22
    Door te kijken naar veranderingen
    in de bloedstroom in het gezicht
  • 9:22 - 9:25
    kunnen we verborgen emoties blootleggen.
  • 9:25 - 9:26
    Jammer genoeg
  • 9:26 - 9:30
    vallen zulke emotie-gerelateerde
    bloedstroomveranderingen
  • 9:30 - 9:33
    niet met het blote oog waar te nemen.
  • 9:34 - 9:37
    Om ons dus te helpen de emoties
    van mensen te achterhalen,
  • 9:37 - 9:40
    hebben we een nieuwe
    beeldverwerkingstechnologie ontwikkeld
  • 9:40 - 9:44
    genaamd "transdermale
    optische beeldverwerking".
  • 9:45 - 9:49
    Hiervoor gebruiken we een normale
    camera om mensen vast te leggen
  • 9:49 - 9:52
    wanneer zij verscheidene
    verborgen emoties voelen.
  • 9:52 - 9:56
    Vervolgens, met behulp
    van onze beeldverwerkingstechnologie,
  • 9:57 - 10:02
    kunnen we transdermale beelden
    van bloedstroomveranderingen extraheren.
  • 10:04 - 10:09
    Door deze videobeelden te bekijken,
  • 10:09 - 10:12
    kunnen we nu met gemak
    verborgen emoties waarnemen
  • 10:12 - 10:17
    door bloedstroomveranderingen
    in het gezicht.
  • 10:18 - 10:20
    Door deze technologie te gebruiken,
  • 10:20 - 10:24
    kunnen we nu de verborgen emoties
    onthullen die met liegen gepaard gaan
  • 10:24 - 10:27
    en daarmee leugens van mensen doorzien.
  • 10:27 - 10:30
    Dat kunnen we niet-invasief,
  • 10:30 - 10:32
    op afstand, voordelig
  • 10:32 - 10:36
    en met een accuraatheid
    van zo'n 85 procent doen.
  • 10:36 - 10:38
    Stukken beter dan op goed geluk.
  • 10:39 - 10:43
    Daar komt nog bij dat we
    een 'Pinokkio-effect' ontdekten.
  • 10:44 - 10:46
    Nee, niet dit Pinokkio-effect.
  • 10:46 - 10:47
    (Gelach)
  • 10:47 - 10:50
    Dit is het echte Pinokkio-effect.
  • 10:50 - 10:51
    Wanneer mensen liegen,
  • 10:51 - 10:55
    neemt de bloedtoevoer naar de wangen af
  • 10:55 - 10:58
    en neemt die naar de neus toe.
  • 10:59 - 11:03
    Natuurlijk is liegen niet het enige moment
  • 11:03 - 11:06
    waarop wij emoties zullen onderdrukken.
  • 11:06 - 11:08
    Daarna vroegen we ons dan ook af:
  • 11:08 - 11:10
    naast het herkennen van leugens,
  • 11:10 - 11:12
    hoe kan onze technologie
    nog meer gebruikt worden?
  • 11:13 - 11:17
    Welnu, in het onderwijs bijvoorbeeld.
  • 11:17 - 11:21
    Met deze technologie kunnen we
    bijvoorbeeld een wiskundeleraar helpen
  • 11:21 - 11:24
    de leerling in zijn les te herkennen
  • 11:24 - 11:29
    die misschien wel heel nerveus is
    over het onderwerp dat hij behandelt,
  • 11:29 - 11:30
    zodat hij hem kan helpen.
  • 11:31 - 11:34
    We kunnen haar ook gebruiken
    in de gezondheidszorg.
  • 11:34 - 11:37
    Ik zelf bijvoorbeeld,
    Skype dagelijks met mijn ouders,
  • 11:37 - 11:40
    die duizenden kilometers verderop wonen.
  • 11:40 - 11:42
    Met behulp van deze technologie
  • 11:42 - 11:46
    kan ik behalve te weten komen
    wat er bij hun allemaal gebeurt,
  • 11:46 - 11:49
    tegelijkertijd op een scherm
  • 11:49 - 11:52
    hun hartslag zien, hun stressniveau,
  • 11:52 - 11:55
    hun humeur, en of ze pijn hebben.
  • 11:56 - 11:58
    En later misschien zelfs
  • 11:58 - 12:01
    de mate waarin zij kans hebben
    op een hartaanval of hoge bloeddruk.
  • 12:02 - 12:03
    Nu vraag je je misschien af:
  • 12:03 - 12:09
    kunnen we er ook de emoties
    van politici mee blootleggen?
  • 12:09 - 12:11
    (Gelach)
  • 12:11 - 12:12
    Tijdens een debat bijvoorbeeld.
  • 12:13 - 12:15
    Welnu, dat kan zeker.
  • 12:15 - 12:17
    Met behulp van beeldmateriaal
  • 12:17 - 12:21
    zouden we van politici de hartslag,
  • 12:21 - 12:23
    hun humeur en stressniveau
    zeker kunnen meten,
  • 12:23 - 12:27
    en in de toekomst misschien zelfs
    of ze al dan niet tegen ons liegen.
  • 12:27 - 12:30
    We kunnen dit ook gebruiken
    in marketingonderzoek.
  • 12:31 - 12:32
    Bijvoorbeeld om erachter te komen
  • 12:32 - 12:37
    of sommige producten aanslaan of niet.
  • 12:37 - 12:39
    We kunnen het zelfs gebruiken bij daten.
  • 12:40 - 12:41
    Dus bijvoorbeeld:
  • 12:41 - 12:44
    als je date naar je glimlacht
  • 12:44 - 12:46
    kan deze technologie je helpen bepalen
  • 12:47 - 12:49
    of ze je echt leuk vindt
  • 12:49 - 12:51
    of dat ze gewoon aardig probeert te zijn.
  • 12:52 - 12:54
    En in dit geval
  • 12:54 - 12:55
    probeert ze gewoon aardig te zijn.
  • 12:55 - 12:58
    (Gelach)
  • 12:59 - 13:03
    Transdermale beeldverwerkingstechnologie
  • 13:03 - 13:06
    staat dus nog in de kinderschoenen.
  • 13:06 - 13:10
    Er zullen een hoop toepassingen komen
    waar we vandaag nog niets van af weten.
  • 13:10 - 13:13
    Eén ding weet ik echter wel al:
  • 13:13 - 13:17
    liegen zal nooit meer hetzelfde zijn.
  • 13:17 - 13:18
    Hartelijk bedankt.
  • 13:18 - 13:19
    Xiè xie.
  • 13:19 - 13:22
    (Applaus)
Title:
Heb jij het wel écht door als een kind liegt?
Speaker:
Kang Lee
Description:

Kunnen kinderen slecht liegen? Geloof jij dat je hun leugentjes met gemak doorziet? Ontwikkelingsonderzoeker Kang Lee bestudeert wat er in het brein omgaat wanneer kinderen liegen. Ze doen dat veel, beginnen al op tweejarige leeftijd en zijn er zelfs heel goed in. Lee legt uit waarom we het zouden moeten vieren wanneer kinderen beginnen met liegen en hij presenteert een nieuwe, leugendetecterende technologie, waarmee mogelijk ooit onze verborgen emoties blootgelegd kunnen worden.

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TEDTalks
Duration:
13:36

Dutch subtitles

Revisions