Return to Video

Waarom zijn er nog zoveel banen?

  • 0:01 - 0:03
    Hier is een verrassend feit:
  • 0:03 - 0:07
    in de 45 jaar sinds
    de introductie van de geldautomaat
  • 0:07 - 0:10
    -- die automaten waar
    papiergeld uit komt --
  • 0:10 - 0:13
    is het aantal menselijke
    bankmedewerkers in de Verenigde Staten
  • 0:13 - 0:14
    ongeveer verdubbeld,
  • 0:14 - 0:17
    van zo'n kwart miljoen
    naar een half miljoen --
  • 0:18 - 0:21
    een kwart miljoen in 1970
    naar een half miljoen vandaag,
  • 0:21 - 0:25
    en 100.000 zijn erbij gekomen
    sinds het jaar 2000.
  • 0:25 - 0:27
    Dit feit, onthuld in een recent boek
  • 0:27 - 0:30
    van James Bessen,
    econoom aan Boston University,
  • 0:30 - 0:33
    roept een intrigerende vraag op:
  • 0:33 - 0:35
    wat doen al die bankmedewerkers?
  • 0:35 - 0:38
    En waarom zijn hun banen
    nog niet weggeautomatiseerd?
  • 0:39 - 0:40
    Als je erover nadenkt,
  • 0:40 - 0:43
    zijn veel van de grote uitvindingen
    van de afgelopen 200 jaar
  • 0:43 - 0:46
    bedoeld om menselijke arbeid te vervangen.
  • 0:47 - 0:48
    Tractors werden ontwikkeld
  • 0:49 - 0:53
    om menselijk zwoegen te vervangen
    door mechanische kracht.
  • 0:53 - 0:55
    Lopende banden werden ontworpen
  • 0:55 - 1:00
    om inconsistent menselijk handwerk
    te vervangen door machinale perfectie.
  • 1:00 - 1:03
    Computers werden geprogrammeerd
  • 1:03 - 1:09
    om foutgevoelige, menselijke berekeningen
    te vervangen door digitale perfectie.
  • 1:09 - 1:11
    Deze uitvindingen werken.
  • 1:11 - 1:13
    We graven geen greppels meer met de hand,
  • 1:13 - 1:15
    we hameren geen
    gereedschap uit smeedijzer,
  • 1:15 - 1:18
    we doen de boekhouding
    niet meer met fysieke boeken.
  • 1:18 - 1:23
    Toch is het percentage volwassenen
    in de VS dat actief is op de arbeidsmarkt
  • 1:23 - 1:29
    hoger in 2016
    dan 125 jaar geleden, in 1890,
  • 1:29 - 1:32
    en dit getal is bijna
    ieder decennium gestegen
  • 1:32 - 1:34
    in de tussenliggende 125 jaar.
  • 1:35 - 1:36
    Dit vormt een paradox.
  • 1:37 - 1:40
    Onze machines doen steeds meer
    van ons werk voor ons.
  • 1:40 - 1:44
    Waarom zijn onze arbeid
    en onze vaardigheden niet overbodig?
  • 1:44 - 1:48
    Waarom zijn er nog steeds zo veel banen?
  • 1:48 - 1:49
    (Gelach)
  • 1:49 - 1:52
    Ik probeer deze vraag
    vanavond te beantwoorden
  • 1:52 - 1:56
    en tegelijkertijd vertel ik jullie
    wat dit betekent voor de toekomst van werk
  • 1:56 - 1:59
    en de uitdagingen
    die automatisering wel en niet vormt
  • 1:59 - 2:01
    voor onze maatschappij.
  • 2:03 - 2:04
    Waarom zijn er zo veel banen?
  • 2:06 - 2:09
    Hier staan twee fundamentele
    economische principes op het spel.
  • 2:09 - 2:13
    Het ene heeft te maken
    met het menselijke genie en creativiteit.
  • 2:13 - 2:16
    Het andere heeft te maken
    met menselijke onverzadigbaarheid,
  • 2:16 - 2:18
    zeg maar: hebzucht.
  • 2:18 - 2:20
    Het eerste noem ik het O-ringprincipe
  • 2:20 - 2:22
    en het bepaalt
    wat voor soort werk we doen.
  • 2:22 - 2:25
    Het tweede is het nooit-genoegprincipe
  • 2:25 - 2:29
    en het bepaalt
    hoeveel banen er feitelijk zijn.
  • 2:29 - 2:32
    Laten we beginnen met de O-ring.
  • 2:32 - 2:36
    Bankautomaten hadden twee
    compenserende effecten
  • 2:36 - 2:38
    op de werkgelegenheid.
  • 2:38 - 2:41
    Zoals je zou verwachten,
    vervingen ze veel bankmedewerkers.
  • 2:41 - 2:44
    Het aantal medewerkers per filiaal
    nam met ongeveer eenderde af.
  • 2:44 - 2:48
    Maar banken ontdekten snel dat het
    ook goedkoper werd om filialen te openen
  • 2:48 - 2:53
    en het aantal bankfilialen steeg
    met ongeveer 40% in dezelfde periode.
  • 2:53 - 2:57
    Het netto resultaat was meer filialen
    en meer bankmedewerkers.
  • 2:57 - 3:01
    Maar die medewerkers
    deden wel ander werk.
  • 3:01 - 3:05
    Ze deden minder routine geldtransacties.
  • 3:05 - 3:08
    Ze veranderden van kassaklerken
    in verkoopmedewerkers.
  • 3:09 - 3:12
    Ze schiepen banden met klanten,
    losten problemen op
  • 3:12 - 3:16
    en introduceerden nieuwe producten, zoals
    creditcards, leningen en investeringen.
  • 3:16 - 3:20
    Meer bankmedewerkers die
    meer cognitief uitdagend werk doen.
  • 3:21 - 3:23
    Hier is een algemeen principe aan de gang.
  • 3:23 - 3:25
    Het meeste werk dat wij doen
  • 3:25 - 3:28
    vereist een veelheid aan vaardigheden,
  • 3:29 - 3:32
    hersenen en spierkracht,
  • 3:32 - 3:36
    technische expertise en
    intuïtief meesterschap,
  • 3:36 - 3:39
    "transpiratie en inspiratie",
    zoals Thomas Edison zei.
  • 3:39 - 3:43
    Over het algemeen maakt het
    automatiseren van een deel van die taken
  • 3:43 - 3:45
    het andere deel niet overbodig.
  • 3:45 - 3:48
    Sterker nog, het maakt ze belangrijker.
  • 3:49 - 3:51
    Het verhoogt hun economische waarde.
  • 3:51 - 3:53
    Laat me een treffend voorbeeld geven.
  • 3:53 - 3:57
    In 1986 ontplofte
    de spaceshuttle Challenger
  • 3:57 - 3:59
    en stortte neer op Aarde,
  • 3:59 - 4:01
    minder dan twee minuten na de lancering.
  • 4:02 - 4:05
    De oorzaak van die crash, bleek later,
  • 4:05 - 4:08
    was een goedkope rubberen O-ring
    in de boosterraket
  • 4:08 - 4:11
    die de nacht ervoor was bevroren
    op het lanceringsplatform
  • 4:11 - 4:15
    en catastrofaal faalde
    vlak na de lancering.
  • 4:15 - 4:17
    In deze onderneming die miljarden kostte,
  • 4:18 - 4:20
    zorgde die simpele rubberen O-ring
    voor het verschil
  • 4:20 - 4:22
    tussen een succesvolle missie
  • 4:22 - 4:25
    en de rampzalige dood
    van zeven astronauten.
  • 4:26 - 4:29
    Een slimme metafoor
    voor deze tragische situatie
  • 4:29 - 4:32
    is de 'O-ringproductiefunctie',
  • 4:32 - 4:36
    door Harvard-econoom Michael Kremer
    vernoemd naar de Challengerramp.
  • 4:36 - 4:41
    De O-ringproductiefunctie ziet werk
    als een serie in elkaar grijpende stappen,
  • 4:41 - 4:42
    schakels in een ketting.
  • 4:42 - 4:46
    Al deze schakels moeten het houden
    om de missie te laten slagen.
  • 4:46 - 4:48
    Als één schakel faalt,
  • 4:48 - 4:53
    stort de missie, het product
    of de dienst in elkaar.
  • 4:54 - 4:58
    Deze precaire situatie
    heeft een verrassend positief gevolg,
  • 4:59 - 5:00
    namelijk dat verbeteringen
  • 5:00 - 5:03
    in de betrouwbaarheid
    van één schakel in de keten
  • 5:03 - 5:07
    de waarde van het verbeteren
    van de andere schakels vergroot.
  • 5:07 - 5:12
    Concreet gezegd: als de meeste schakels
    broos en breekbaar zijn,
  • 5:12 - 5:16
    maakt het niet zo uit als jouw keten
    niet zo betrouwbaar is.
  • 5:16 - 5:18
    Er gaat toch wel iets anders kapot.
  • 5:18 - 5:22
    Maar als alle andere schakels
    robuust en betrouwbaar worden,
  • 5:22 - 5:26
    wordt het belang van jouw schakel
    steeds essentiëler.
  • 5:26 - 5:28
    Uiteindelijk hangt alles ervan af.
  • 5:29 - 5:32
    De reden dat de O-ring cruciaal was
    voor de spaceshuttle Challenger
  • 5:32 - 5:35
    is dat al het andere perfect werkte.
  • 5:35 - 5:41
    Als de Challenger het ruimte-equivalent
    was geweest van Microsoft Windows 2000...
  • 5:41 - 5:43
    (Gelach)
  • 5:43 - 5:45
    had de betrouwbaarheid
    van de O-ring niet uitgemaakt,
  • 5:45 - 5:47
    want de machine was toch wel gecrasht.
  • 5:47 - 5:49
    (Gelach)
  • 5:50 - 5:52
    Dit is mijn algemene punt:
  • 5:52 - 5:55
    in veel van het werk dat wij doen,
    zijn wij de O-ringen.
  • 5:55 - 5:59
    Ja, geldautomaten doen bepaalde
    geld-gerelateerde taken
  • 5:59 - 6:02
    sneller en beter dan bankmedewerkers,
  • 6:02 - 6:04
    maar dat maakte
    bankmedewerkers niet overbodig.
  • 6:04 - 6:07
    Het vergrootte het belang
    van hun probleemoplossend vermogen
  • 6:07 - 6:10
    en hun relaties met klanten.
  • 6:10 - 6:13
    Hetzelfde principe geldt
    als we een gebouw bouwen,
  • 6:13 - 6:16
    als we een patiënt
    diagnosticeren en behandelen,
  • 6:16 - 6:21
    of als we lesgeven aan een lokaal
    vol met middelbare scholieren.
  • 6:22 - 6:24
    Wanneer onze hulpmiddelen verbeteren,
  • 6:24 - 6:26
    vergroot de technologie onze invloed
  • 6:26 - 6:30
    en vergroot het belang van onze expertise,
  • 6:30 - 6:32
    en ons beoordelingsvermogen
    en onze creativiteit.
  • 6:33 - 6:35
    Dat brengt me op het tweede principe:
  • 6:36 - 6:37
    nooit genoeg.
  • 6:38 - 6:41
    Je denkt misschien:
    "Oké, O-ring, ik snap het.
  • 6:41 - 6:44
    Dat verklaart dat menselijke banen
    altijd belangrijk zullen zijn.
  • 6:44 - 6:46
    Belangrijke banen
    die machines niet kunnen doen.
  • 6:46 - 6:49
    Maar dan weet ik nog niet
    hoeveel banen er moeten zijn."
  • 6:49 - 6:52
    Als je erover nadenkt,
    is het niet vanzelfsprekend
  • 6:52 - 6:54
    dat als we eenmaal
    productief genoeg zijn,
  • 6:54 - 6:56
    we onszelf in feite hebben weggewerkt?
  • 6:56 - 7:01
    In 1900 was 40% van de banen
    in de VS op boerderijen.
  • 7:01 - 7:03
    Nu is dat minder dan 2%.
  • 7:03 - 7:05
    Waarom zijn er tegenwoordig
    zo weinig boeren?
  • 7:05 - 7:07
    Niet omdat we minder eten.
  • 7:07 - 7:10
    (Gelach)
  • 7:10 - 7:13
    Door een eeuw aan groei
    van productiviteit in agricultuur
  • 7:13 - 7:15
    kunnen een paar miljoen boeren
  • 7:15 - 7:18
    nu een natie van 320 miljoen voeden.
  • 7:18 - 7:19
    Dat is geweldige vooruitgang,
  • 7:19 - 7:24
    maar het betekent ook dat er maar een paar
    O-ringbanen over zijn in de agricultuur.
  • 7:24 - 7:27
    Technologie kan dus
    duidelijk banen elimineren.
  • 7:27 - 7:28
    Agricultuur is maar een voorbeeld.
  • 7:28 - 7:30
    Zo zijn er vele andere.
  • 7:31 - 7:35
    Maar wat geldt voor een enkel product
    of dienst of een industrie
  • 7:35 - 7:38
    geldt nooit voor de economie als geheel.
  • 7:38 - 7:41
    Veel van de industrieën
    waar we nu in werken --
  • 7:41 - 7:43
    gezondheidszorg en farmacie,
  • 7:43 - 7:45
    financiën en verzekeringen,
  • 7:45 - 7:47
    elektronica en IT --
  • 7:48 - 7:50
    bestonden een eeuw geleden
    niet of nauwelijks.
  • 7:50 - 7:53
    Veel van de producten waar we
    veel van ons geld aan uitgeven --
  • 7:53 - 7:55
    airconditioners, terreinauto's,
  • 7:55 - 7:57
    computers en mobiele apparaten --
  • 7:57 - 7:59
    waren onbereikbaar duur
  • 7:59 - 8:01
    of waren nog niet uitgevonden
    een eeuw geleden.
  • 8:02 - 8:07
    Terwijl automatisering tijd vrijmaakt,
    meer dingen mogelijk maakt,
  • 8:07 - 8:10
    vinden we nieuwe producten,
    nieuwe ideeën, nieuwe diensten uit
  • 8:10 - 8:12
    die onze aandacht trekken,
  • 8:12 - 8:13
    onze tijd beheersen
  • 8:13 - 8:15
    en consumptie aansporen.
  • 8:16 - 8:19
    Sommige van deze dingen
    vinden jullie misschien frivool --
  • 8:19 - 8:22
    extreme yoga, avontuurlijk toerisme,
  • 8:22 - 8:23
    Pokémon GO --
  • 8:23 - 8:25
    en ik ben het misschien
    met jullie eens.
  • 8:25 - 8:28
    Maar mensen willen deze dingen
    en zijn bereid er hard voor te werken.
  • 8:28 - 8:31
    Als de gemiddelde arbeider in 2015
  • 8:31 - 8:35
    de gemiddelde levensstandaard
    van 1915 wilde bereiken,
  • 8:35 - 8:38
    hoefde hij daar maar 17 weken
    per jaar voor te werken --
  • 8:38 - 8:40
    eenderde van de tijd.
  • 8:40 - 8:42
    Maar de meeste mensen
    kiezen daar niet voor.
  • 8:42 - 8:44
    Ze zijn bereid hard te werken
  • 8:44 - 8:48
    om de beschikbare
    technologische overvloed te oogsten.
  • 8:48 - 8:53
    Materiële overvloed heeft nog nooit
    waargenomen schaarsheid kunnen elimineren.
  • 8:53 - 8:55
    In de woorden van econoom
    Thorstein Veblen:
  • 8:55 - 8:58
    "Vindingrijkheid maakt noodzakelijk."
  • 9:00 - 9:01
    Nu...
  • 9:01 - 9:03
    Als je deze twee principes accepteert --
  • 9:03 - 9:06
    het O-ringprincipe en
    het nooit-genoegprincipe --
  • 9:06 - 9:08
    dan ben je het met me eens:
  • 9:08 - 9:09
    er zullen banen zijn.
  • 9:10 - 9:12
    Hoeven we ons dus
    geen zorgen te maken?
  • 9:12 - 9:15
    Automatisering, werkgelegenheid,
    robots en banen --
  • 9:15 - 9:17
    het wordt allemaal vanzelf opgelost?
  • 9:17 - 9:18
    Nee.
  • 9:18 - 9:20
    Dat beweer ik niet.
  • 9:20 - 9:23
    Automatisering schept rijkdom
  • 9:23 - 9:26
    doordat we meer werk
    kunnen doen in minder tijd.
  • 9:26 - 9:27
    Er is geen economische wet
  • 9:27 - 9:30
    die stelt dat wij welvaart
    goed zullen gebruiken,
  • 9:30 - 9:32
    en daar moeten we ons zorgen over maken.
  • 9:33 - 9:35
    Denk aan deze twee landen:
  • 9:35 - 9:37
    Noorwegen en Saudi-Arabië.
  • 9:37 - 9:38
    Beiden rijke olielanden,
  • 9:38 - 9:42
    het is net alsof daar geld
    uit een gat in de grond spuit.
  • 9:42 - 9:44
    (Gelach)
  • 9:44 - 9:46
    Maar ze hebben die rijkdom
    niet even goed gebruikt
  • 9:46 - 9:50
    om menselijke welvaart te stimuleren.
  • 9:50 - 9:53
    Noorwegen is een welvarende democratie.
  • 9:53 - 9:57
    Over het algemeen
    werken zijn burgers goed samen.
  • 9:57 - 10:00
    Het komt meestal
    op de eerste tot vierde plaats
  • 10:00 - 10:03
    in ranglijsten over nationaal geluk.
  • 10:03 - 10:05
    Saudi-Arabië is een absolute monarchie
  • 10:05 - 10:09
    waar veel burgers de mogelijkheid
    tot persoonlijke verbetering ontberen.
  • 10:09 - 10:12
    Het land staat meestal
    op de 35e plaats op de geluksschaal
  • 10:13 - 10:15
    en dat is laag voor zo'n rijke staat.
  • 10:15 - 10:16
    Voor de vergelijking:
  • 10:16 - 10:19
    de VS staat meestal op plaats 12 of 13.
  • 10:19 - 10:21
    Het verschil tussen deze twee landen
  • 10:22 - 10:23
    is niet hun rijkdom
  • 10:23 - 10:24
    en niet hun technologie.
  • 10:24 - 10:26
    Het zijn hun instituties.
  • 10:27 - 10:30
    Noorwegen heeft geïnvesteerd
    in een maatschappij
  • 10:30 - 10:33
    met kansen en economische mobiliteit.
  • 10:33 - 10:35
    Saudi-Arabië heeft
    de levensstandaarden verhoogd,
  • 10:35 - 10:39
    maar ondermijnt
    andere menselijke strevens.
  • 10:39 - 10:43
    Twee landen. Beide rijk,
    maar niet even welvarend.
  • 10:44 - 10:48
    En dat brengt me bij het probleem
    waar we vandaag de dag voor staan,
  • 10:48 - 10:50
    de uitdaging die
    automatisering voor ons inhoudt.
  • 10:50 - 10:52
    Het probleem is niet dat de banen opraken.
  • 10:52 - 10:57
    De VS heeft 14 miljoen nieuwe banen
    gecreëerd sinds de Grote Recessie.
  • 10:57 - 11:01
    Het probleem is dat veel van die banen
    geen goede banen zijn,
  • 11:01 - 11:03
    en dat veel burgers
    niet gekwalificeerd zijn
  • 11:03 - 11:05
    voor de goede banen die worden gecreëerd.
  • 11:06 - 11:09
    Werkgelegenheidsgroei in de VS en
    een groot deel van de ontwikkelde wereld
  • 11:09 - 11:11
    ziet eruit als een halter
  • 11:11 - 11:14
    met steeds meer gewicht
    aan beide zijden van de staaf.
  • 11:14 - 11:15
    Aan de ene kant
  • 11:15 - 11:18
    zijn er de academische,
    goed-betalende banen,
  • 11:18 - 11:22
    zoals artsen en verpleegkundigen,
    programmeurs en ingenieurs,
  • 11:22 - 11:24
    marketeers en salesmanagers.
  • 11:24 - 11:27
    Werkgelegenheid is hier robuust --
    werkgelegenheidsgroei.
  • 11:27 - 11:29
    Werkgelegenheidsgroei is ook robuust
  • 11:29 - 11:32
    voor veel ongeschoolde arbeid,
  • 11:32 - 11:38
    zoals horeca, schoonmaken,
    beveiliging, thuiszorg.
  • 11:38 - 11:41
    Tegelijkertijd krimpt de werkgelegenheid
  • 11:41 - 11:45
    in banen voor mensen met een middelmatige
    opleiding met middelmatig loon,
  • 11:45 - 11:49
    zoals 'blauwe boorden'
    productie-arbeiders en operateurs
  • 11:49 - 11:52
    en 'witte boorden' klerken en verkopers.
  • 11:52 - 11:56
    De oorzaak van dit krimpende midden
    is geen mysterie.
  • 11:56 - 11:58
    Veel van deze middelmatig geschoolde banen
  • 11:58 - 12:00
    volgen goed-begrepen regels en procedures
  • 12:00 - 12:03
    die steeds meer kunnen worden
    gecodificeerd in software
  • 12:03 - 12:06
    en worden uitgevoerd door computers.
  • 12:06 - 12:10
    Het probleem dat
    dit fenomeen veroorzaakt --
  • 12:10 - 12:12
    wat economen
    'polarisatie van werk' noemen --
  • 12:12 - 12:15
    is dat het de sporten
    uit de economische ladder breekt,
  • 12:15 - 12:17
    de middenklasse verkleint
  • 12:17 - 12:20
    en dreigt onze maatschappij
    gelaagder te maken.
  • 12:20 - 12:24
    Aan de ene kant is er een groep
    goed-betaalde, hoogopgeleide professionals
  • 12:24 - 12:25
    die interessant werk doen,
  • 12:25 - 12:29
    en aan de andere kant een grote groep
    burgers met slecht-betaalde banen
  • 12:29 - 12:31
    wier hoofdtaak het is
  • 12:31 - 12:34
    om in het comfort en de gezondheid
    van de welgestelden te voorzien.
  • 12:34 - 12:37
    Dat is niet mijn idee van vooruitgang
  • 12:37 - 12:39
    en ik denk ook niet dat van jullie.
  • 12:39 - 12:41
    Maar hier is bemoedigend nieuws.
  • 12:41 - 12:46
    We hebben in het verleden net zulke
    gedenkwaardige veranderingen gezien
  • 12:46 - 12:49
    en hebben ze succesvol doorstaan.
  • 12:49 - 12:54
    Aan het einde van de 19e eeuw
    en het begin van de 20e,
  • 12:54 - 12:59
    toen automatisering enorme aantallen
    agriculturele banen elimineerde --
  • 12:59 - 13:01
    denk aan die tractor --
  • 13:01 - 13:04
    hadden de boerenstaten te maken
    met massawerkloosheid,
  • 13:04 - 13:07
    een generatie jongeren
    die niet meer nodig was op de boerderij,
  • 13:08 - 13:10
    maar die niet was voorbereid
    op de fabriek.
  • 13:10 - 13:12
    Om dit probleem op te vangen,
  • 13:12 - 13:13
    namen ze de radicale beslissing
  • 13:13 - 13:17
    om de volledige jeugdige populatie
    te verplichten op school te blijven
  • 13:17 - 13:21
    en hun opleiding voort te zetten
    tot het zestiende levensjaar.
  • 13:22 - 13:24
    Dit heette de hogeschoolbeweging
  • 13:24 - 13:26
    en was een extreem dure maatregel.
  • 13:26 - 13:29
    Ze moesten niet alleen
    investeren in scholen,
  • 13:29 - 13:31
    maar die jongeren
    konden ook niet werken.
  • 13:31 - 13:35
    Het bleek ook een
    van de beste investeringen
  • 13:35 - 13:37
    die de VS heeft gedaan in de 20e eeuw.
  • 13:37 - 13:39
    Het gaf ons de meeste deskundige,
    de meest flexibele
  • 13:39 - 13:42
    en de meest productieve
    arbeidskracht ter wereld.
  • 13:42 - 13:44
    Om te snappen hoe goed dit werkte,
  • 13:44 - 13:49
    moet je je voorstellen dat je alle werkers
    uit 1899 verplaatst naar het heden.
  • 13:49 - 13:52
    Ondanks hun sterke armen
    en goed inzet
  • 13:52 - 13:56
    ontberen de meesten van hen
    de basale geletterd- en gecijferdheid
  • 13:56 - 13:59
    die nodig zijn
    voor de meest alledaagse baantjes.
  • 13:59 - 14:01
    Veel van hen zouden oninzetbaar zijn.
  • 14:02 - 14:06
    Dit voorbeeld markeert
    het belang van onze instituties,
  • 14:06 - 14:07
    met name onze scholen,
  • 14:07 - 14:12
    voor het oogsten van de voordelen
    van onze technologische welvaart.
  • 14:12 - 14:15
    Het is dom te zeggen
    dat we ons geen zorgen hoeven maken.
  • 14:15 - 14:17
    Natuurlijk kunnen we het fout doen.
  • 14:18 - 14:20
    Als de VS vorige eeuw
    niet had geïnvesteerd
  • 14:20 - 14:23
    in scholen en vaardigheden
    met de hogeschoolbeweging,
  • 14:23 - 14:25
    waren we nu minder welvarend,
  • 14:25 - 14:29
    minder mobiel, en hadden waarschijnlijk
    een minder gelukkige maatschappij.
  • 14:29 - 14:31
    Maar het is ook dom te zeggen
    dat ons lot vastligt.
  • 14:31 - 14:33
    Dat wordt niet bepaald door machines,
  • 14:33 - 14:35
    zelfs niet door de markt.
  • 14:35 - 14:38
    Het wordt bepaald door ons
    en door onze instituties.
  • 14:38 - 14:41
    Ik begon deze talk met een paradox.
  • 14:41 - 14:44
    Onze machines doen
    steeds meer werk voor ons.
  • 14:44 - 14:47
    Waarom maakt dat ons werk
    en onze vaardigheden niet overbodig?
  • 14:47 - 14:51
    Is het niet duidelijk dat de weg
    naar onze economische en sociale hel
  • 14:51 - 14:53
    wordt gebaand door onze eigen
    briljante uitvindingen?
  • 14:54 - 14:58
    De geschiedenis heeft herhaaldelijk
    een antwoord geboden voor die paradox.
  • 14:58 - 15:02
    Het eerste deel van dat antwoord
    is dat technologie onze invloed vergroot,
  • 15:02 - 15:04
    het vergroot het belang
    -- de toegevoegde waarde --
  • 15:05 - 15:08
    van onze expertise,
    ons oordeel en onze creativiteit.
  • 15:08 - 15:09
    Dat is de O-ring.
  • 15:10 - 15:13
    Het tweede deel van het antwoord
    is dat onze eindeloze vindingrijkheid
  • 15:13 - 15:16
    en oneindige verlangens
    zorgen dat we nooit genoeg hebben.
  • 15:16 - 15:19
    Er is altijd nieuw werk te doen.
  • 15:20 - 15:23
    De aanpassing aan het hoge tempo
    van technologische verandering
  • 15:23 - 15:25
    stelt ons voor grote uitdagingen,
  • 15:25 - 15:28
    die het best te zien zijn
    op onze gepolariseerde arbeidsmarkt
  • 15:28 - 15:31
    en de bedreiging die ze vormen
    voor economische mobiliteit.
  • 15:31 - 15:34
    De uitdaging aangaan gaat niet vanzelf.
  • 15:34 - 15:36
    Het is niet kostenloos.
  • 15:36 - 15:37
    Het is niet gemakkelijk.
  • 15:37 - 15:39
    Maar het is mogelijk.
  • 15:39 - 15:41
    En hier is bemoedigend nieuws:
  • 15:41 - 15:43
    door onze geweldige productiviteit
  • 15:43 - 15:44
    zijn we rijk.
  • 15:44 - 15:48
    Natuurlijk kunnen we investeren
    in onszelf en onze kinderen,
  • 15:48 - 15:51
    zoals Amerika dat 100 jaar geleden
    deed met de hogeschoolbeweging.
  • 15:51 - 15:53
    We kunnen het ons niet veroorloven
    het niet te doen.
  • 15:54 - 15:56
    Je denkt misschien:
  • 15:56 - 15:59
    "Professor Autor vertelt ons
    een mooi sprookje
  • 15:59 - 16:01
    over het verre verleden,
  • 16:01 - 16:02
    het recente verleden,
  • 16:02 - 16:05
    misschien over het heden,
    maar vast niet over de toekomst.
  • 16:05 - 16:09
    Want iedereen weet
    dat het dit keer ander is."
  • 16:09 - 16:12
    Toch? Is het dit keer anders?
  • 16:12 - 16:14
    Natuurlijk is dit tijdperk anders.
  • 16:14 - 16:16
    Ieder tijdperk is anders.
  • 16:16 - 16:19
    Op verschillende momenten
    in de afgelopen 200 jaar
  • 16:19 - 16:22
    hebben wetenschappers
    en activisten alarm geslagen
  • 16:22 - 16:26
    dat de banen opraken
    en dat we onszelf overbodig maken.
  • 16:26 - 16:30
    Bijvoorbeeld de luddieten
    aan het begin van de 19e eeuw;
  • 16:30 - 16:35
    de Amerikaanse staatssecretaris van Arbeid
    James Davis in het midden van de jaren 20;
  • 16:36 - 16:41
    Nobelprijswinnend econonoom
    Wassily Leontief in 1982;
  • 16:41 - 16:46
    en natuurlijk de vele wetenschappers,
    opinieleiders, technologen
  • 16:46 - 16:48
    en mediacoryfeeën vandaag de dag.
  • 16:50 - 16:53
    Ik vind deze voorspellingen
    arrogant overkomen.
  • 16:54 - 16:56
    Deze zelfverklaarde orakelen
    zeggen in feite:
  • 16:57 - 17:00
    "Als ik niet kan bedenken wat voor werk
    mensen in de toekomst doen,
  • 17:00 - 17:05
    dan kunnen jij, ik en onze kinderen
    dat ook niet bedenken."
  • 17:06 - 17:11
    Ik durf niet te wedden
    tegen menselijk vernuft.
  • 17:11 - 17:12
    Kijk, ik kan je niet vertellen
  • 17:12 - 17:16
    wat voor werk mensen gaan doen
    over honderd jaar.
  • 17:16 - 17:19
    Maar de toekomst hang niet af
    van mijn voorstellingsvermogen.
  • 17:19 - 17:23
    Als ik een boer in Iowa
    in het jaar 1900 was
  • 17:23 - 17:27
    en een econoom uit de 21e eeuw
    zou zich naar mijn akker teleporteren
  • 17:27 - 17:29
    en vertellen:
    "Hé, weet je wat, boer Autor,
  • 17:30 - 17:32
    in de komende honderd jaar
  • 17:32 - 17:37
    zal de werkgelegenheid in de agricultuur
    dalen van 40% van alle banen naar 2%,
  • 17:37 - 17:39
    enkel door de stijgende productiviteit.
  • 17:39 - 17:43
    Wat denk je dat de andere 38%
    van de arbeiders zal gaan doen?"
  • 17:43 - 17:46
    Dan had ik nooit gezegd: "O, ik weet het.
  • 17:46 - 17:52
    We doen aan app-ontwikkeling,
    radiologische geneeskunde, yoga, Bitmoji."
  • 17:52 - 17:54
    (Gelach)
  • 17:54 - 17:55
    Ik had geen idee gehad.
  • 17:56 - 17:58
    Ik hoop dat ik wijs genoeg
    was geweest om te zeggen:
  • 17:58 - 18:02
    "Wauw, een vermindering van 95%
    in arbeid in agricultuur
  • 18:02 - 18:05
    en geen voedseltekort.
  • 18:05 - 18:07
    Wat een geweldige hoeveelheid vooruitgang!
  • 18:07 - 18:10
    Ik hoop dat de mensheid
    geweldige dingen vindt om te doen
  • 18:10 - 18:12
    met al die welvaart!"
  • 18:13 - 18:16
    Over het algemeen
    denk ik dat dat gelukt is.
  • 18:18 - 18:19
    Heel erg bedankt.
  • 18:19 - 18:22
    (Applaus)
Title:
Waarom zijn er nog zoveel banen?
Speaker:
David Autor
Description:

Over deze paradox hoor je niet zo veel: ondanks alle machines die we al een eeuw maken om ons werk voor ons te doen, is het percentage volwassenen in de VS dat een baan heeft aanhoudend gestegen in de afgelopen 125 jaar. Waarom zijn menselijke arbeid en onze vaardigheden nog niet overbodig geraakt? In deze talk over de toekomst van werk bespreekt econoom David Autor de vraag waarom er nog steeds zo veel banen zijn en komt hij met een verrassend, hoopvol antwoord.

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TEDTalks
Duration:
18:37

Dutch subtitles

Revisions Compare revisions