Return to Video

Wat als 3D-printen 100 maal sneller ging?

  • 0:01 - 0:03
    Ik ben blij om hier vanavond
  • 0:03 - 0:05
    over iets te kunnen spreken
  • 0:05 - 0:07
    waar we meer dan twee jaar
    aan hebben gewerkt.
  • 0:07 - 0:10
    Het gaat over additief fabriceren,
  • 0:10 - 0:13
    ook bekend als 3D-printen.
  • 0:13 - 0:14
    Je ziet hier dit object.
  • 0:14 - 0:18
    Het lijkt vrij eenvoudig,
    maar tegelijk is het vrij complex.
  • 0:19 - 0:22
    Het is een verzameling
    van concentrische geodetische structuren
  • 0:22 - 0:25
    met koppelingen tussen elk ervan.
  • 0:25 - 0:31
    Het is niet te maken
    met traditionele productietechnieken.
  • 0:31 - 0:35
    Het heeft een symmetrie
    die je niet kunt hebben met spuitgieten.
  • 0:35 - 0:39
    Je kunt het ook niet maken door frezen.
  • 0:39 - 0:42
    Dit is een taak voor een 3D-printer,
  • 0:42 - 0:47
    maar de meeste 3D-printers zouden er
    drie tot tien uur werk aan hebben,
  • 0:47 - 0:51
    en vanavond gaan we het risico nemen
    om het ter plekke te fabriceren
  • 0:51 - 0:53
    tijdens deze talk van 10 minuten.
  • 0:53 - 0:55
    Duimen maar.
  • 0:56 - 1:00
    3D-printen is eigenlijk
    een foute benaming.
  • 1:00 - 1:03
    Het is eigenlijk herhaaldelijk 2D-printen,
  • 1:03 - 1:08
    gebruik makend van 2D-printtechnologie.
  • 1:08 - 1:13
    Bij het inkjetprinten maak je met inkt
    letters op een pagina.
  • 1:13 - 1:17
    Doe je dit telkens opnieuw
    dan krijg je een driedimensionaal object.
  • 1:17 - 1:20
    In de micro-elektronica gebruiken ze
    daarvoor iets soortgelijks.
  • 1:20 - 1:22
    Dat heet lithografie.
  • 1:22 - 1:25
    Zo maken ze transistors
    en geïntegreerde schakelingen
  • 1:25 - 1:27
    door een structuur
    in meerdere fasen op te bouwen.
  • 1:27 - 1:30
    Dat zijn allemaal 2D-druktechnieken.
  • 1:30 - 1:34
    Ik ben chemicus en materiaalkundige.
  • 1:34 - 1:37
    Ook mijn mede-uitvinders
    zijn materiaalkundigen:
  • 1:37 - 1:39
    een is chemicus, een fysicus.
  • 1:39 - 1:42
    We raakten geïnteresseerd in 3D-printing.
  • 1:42 - 1:48
    Zoals je weet komen nieuwe ideeën
    vaak van de wisselwerking
  • 1:48 - 1:51
    tussen mensen met achtergronden
    in verschillende disciplines.
  • 1:51 - 1:53
    Dit is ons verhaal.
  • 1:54 - 1:56
    De Terminator 2-scène voor T-1000
  • 1:56 - 2:01
    inspireerde ons
  • 2:01 - 2:06
    om met een 3D-printer
  • 2:06 - 2:11
    een object uit een plas te laten oprijzen,
  • 2:11 - 2:14
    in realtime.
  • 2:14 - 2:16
    Zou je zo zonder afval,
  • 2:16 - 2:18
    net als in de film,
  • 2:18 - 2:20
    een groot object kunnen maken?
  • 2:20 - 2:23
    Zou Hollywood ons kunnen inspireren
  • 2:23 - 2:26
    om dit te proberen?
  • 2:26 - 2:28
    Dat was onze uitdaging.
  • 2:28 - 2:32
    Als we daarin zouden slagen,
  • 2:32 - 2:34
    zouden we drie kwesties kunnen aanpakken
  • 2:34 - 2:38
    die verhinderen dat 3D-printen
    uitgroeit tot een fabricageproces.
  • 2:38 - 2:41
    Eén: 3D-printen duurt een eeuwigheid.
  • 2:41 - 2:45
    Er zijn paddenstoelen die sneller groeien
    dan 3D-geprinte onderdelen.
  • 2:45 - 2:46
    (Gelach)
  • 2:46 - 2:49
    Het laag-na-laagproces
  • 2:49 - 2:52
    leidt tot defecten
    in de mechanische eigenschappen.
  • 2:52 - 2:56
    Continu kweken
    kan deze gebreken elimineren.
  • 2:56 - 3:00
    Als we echt snel kunnen kweken,
  • 3:00 - 3:03
    kunnen we ook zelfuithardende
    materialen gaan gebruiken.
  • 3:03 - 3:06
    Met verbazingwekkende eigenschappen.
  • 3:06 - 3:10
    Als we Hollywood konden nadoen,
  • 3:10 - 3:13
    waren we klaar voor 3D-productie.
  • 3:15 - 3:18
    Onze aanpak vertrekt
  • 3:18 - 3:21
    van standaardkennis uit de polymeerchemie:
  • 3:21 - 3:27
    licht en zuurstof benutten
    om onderdelen continu te laten groeien.
  • 3:27 - 3:30
    Licht en zuurstof
    werken op verschillende manieren.
  • 3:30 - 3:33
    Licht kan een hars omzetten
    in een vaste stof,
  • 3:33 - 3:36
    een vloeistof converteren
    naar een vaste stof.
  • 3:36 - 3:39
    Zuurstof remt dat proces.
  • 3:39 - 3:42
    Zo zijn licht en zuurstof
  • 3:42 - 3:45
    vanuit chemisch oogpunt
    elkaars tegenpolen.
  • 3:45 - 3:48
    Als we licht en zuurstof
    ruimtelijk kunnen beheersen
  • 3:48 - 3:50
    dan kunnen we dit proces sturen.
  • 3:50 - 3:54
    We noemen dit CLIP.
    [Continue Liquid Interface Production.]
  • 3:54 - 3:56
    Er zijn drie functionele componenten.
  • 3:56 - 4:00
    Eén: een reservoir met de vloeistof,
  • 4:00 - 4:02
    net als de T-1000.
  • 4:02 - 4:05
    Aan de onderzijde van het reservoir
    zit een speciaal venster.
  • 4:05 - 4:06
    Later meer daarover.
  • 4:06 - 4:10
    Daarnaast een plateau
    dat in de vloeistof zakt
  • 4:10 - 4:12
    en het voorwerp uit de vloeistof trekt.
  • 4:12 - 4:16
    De derde component
    zit onder het reservoir:
  • 4:16 - 4:18
    een digitaal lichtprojectiesysteem
  • 4:18 - 4:22
    met ultraviolet licht.
  • 4:22 - 4:25
    De sleutel is dit venster
    in de bodem van dit reservoir.
  • 4:25 - 4:28
    Het is een composiet,
    een zeer speciaal venster.
  • 4:28 - 4:32
    Het laat niet alleen licht,
    maar ook zuurstof door.
  • 4:32 - 4:34
    Net als bij een contactlens.
  • 4:35 - 4:38
    Zo kunnen we zien hoe het proces werkt.
  • 4:38 - 4:41
    Als je het plateau laat zakken
  • 4:41 - 4:45
    zal je bij een traditioneel proces,
    met een venster dat geen zuurstofdoorlaat,
  • 4:45 - 4:47
    een tweedimensionaal patroon maken
  • 4:48 - 4:51
    dat vastgelijmd zit
    op het traditionele venster.
  • 4:51 - 4:55
    Om de volgende laag te introduceren,
    moet je het eerst losmaken,
  • 4:55 - 4:58
    nieuw hars introduceren, herpositioneren,
  • 4:58 - 5:01
    en dat telkens weer.
  • 5:01 - 5:03
    Maar met ons zeer speciale venster
  • 5:03 - 5:07
    kunnen we zuurstof
    door de bodem laten komen.
  • 5:07 - 5:09
    Als er licht op valt,
  • 5:09 - 5:12
    verhindert zuurstof de reactie
  • 5:12 - 5:15
    en vormen we een dode zone.
  • 5:15 - 5:19
    Deze dode zone is
    maar enkele tientallen micron dik.
  • 5:19 - 5:22
    Ongeveer twee tot drie keer
    de dikte van een rode bloedcel.
  • 5:22 - 5:25
    Tegen het raam blijft het dus vloeibaar.
  • 5:25 - 5:27
    Dan trekken we het object omhoog.
  • 5:27 - 5:29
    In een artikel in Science legden we uit
  • 5:29 - 5:32
    hoe we door het zuurstofgehalte
    te wijzigen,
  • 5:32 - 5:35
    we de dikte van de dode zone
    kunnen wijzigen.
  • 5:35 - 5:37
    We controleren dus
    een aantal belangrijke variabelen:
  • 5:37 - 5:41
    zuurstofgehalte, licht, lichtintensiteit,
    dosis om uit te harden,
  • 5:41 - 5:42
    viscositeit, geometrie.
  • 5:42 - 5:46
    We gebruiken zeer geavanceerde software
    om dit proces te sturen.
  • 5:47 - 5:49
    Het resultaat is buitengewoon.
  • 5:49 - 5:53
    Het gaat 25 tot 100 maal sneller
    dan de traditionele 3D-printers.
  • 5:54 - 5:56
    Dat is baanbrekend.
  • 5:56 - 6:01
    Als we bovendien de vloeistof
    sneller naar die interface krijgen,
  • 6:01 - 6:04
    dan kunnen we volgens mij
    1.000 keer sneller gaan,
  • 6:04 - 6:08
    en dat gaat veel warmte genereren.
  • 6:08 - 6:12
    Als chemisch ingenieur ben ik
    erg geïnteresseerd in warmteoverdracht.
  • 6:12 - 6:16
    Ooit krijgen we misschien
    watergekoelde 3D-printers.
  • 6:16 - 6:18
    Omdat het zo snel gaat.
  • 6:18 - 6:22
    Omdat we dingen kweken,
    elimineren we de lagen
  • 6:22 - 6:24
    en worden de onderdelen monolithisch.
  • 6:24 - 6:27
    Je ziet geen oppervlaktestructuur meer.
  • 6:27 - 6:29
    Je hebt moleculair gladde oppervlakken.
  • 6:29 - 6:33
    De mechanische eigenschappen
    van de meeste 3D-geprinte onderdelen
  • 6:33 - 6:38
    zijn berucht omdat hun eigenschappen
    afhangen van de oriëntatie
  • 6:38 - 6:41
    waarmee geprint wordt
    door de structuur in lagen.
  • 6:41 - 6:44
    Maar als je objecten
    op deze manier kweekt,
  • 6:44 - 6:47
    zijn de eigenschappen
    onafhankelijk van de printrichting.
  • 6:47 - 6:50
    Het lijken spuitgegoten onderdelen,
  • 6:50 - 6:54
    heel anders
    dan bij de traditionele 3D-productie.
  • 6:54 - 6:57
    Daarbij kunnen we
  • 6:57 - 7:01
    de hele polymeerchemie hierop toepassen.
  • 7:01 - 7:05
    We kunnen chemische technieken ontwerpen
    die net die eigenschappen geven
  • 7:05 - 7:08
    die je echt wil hebben
    in een 3D-geprint object.
  • 7:08 - 7:09
    (Applaus)
  • 7:09 - 7:12
    Daar is het. Dat is geweldig.
  • 7:13 - 7:17
    Je loopt altijd het risico dat zoiets
    tijdens een demonstratie net niet lukt.
  • 7:17 - 7:21
    We krijgen materialen met interessante
    mechanische eigenschappen.
  • 7:21 - 7:23
    Voor het eerst
    kunnen we elastomeren krijgen
  • 7:23 - 7:26
    met een hoge elasticiteit en hoge demping.
  • 7:26 - 7:29
    Bijvoorbeeld trillingbeheersing
    of geweldige loopschoenen.
  • 7:29 - 7:32
    We kunnen
    ongelooflijk sterke materialen maken,
  • 7:33 - 7:36
    met een hoge sterkte-gewichtsverhouding,
    echt sterke materialen,
  • 7:36 - 7:39
    echt geweldige elastomeren.
  • 7:39 - 7:41
    Dit gooi ik even in het publiek.
  • 7:41 - 7:44
    Geweldige materiaaleigenschappen dus.
  • 7:44 - 7:47
    Je hebt nu de mogelijkheid
    om een onderdeel te maken
  • 7:47 - 7:51
    met de eigenschappen van een eindproduct.
  • 7:51 - 7:54
    Als je dat baanbrekend snel doet,
  • 7:54 - 7:57
    krijg je een totaal nieuw soort
    productieproces.
  • 7:57 - 8:00
    Op dit moment heb je in de industrie
  • 8:00 - 8:03
    de zogenaamde digitale draad
    bij digitale productie.
  • 8:03 - 8:07
    We gaan uit van een CAD-tekening
    naar ontwerp, prototype, vervaardigen.
  • 8:07 - 8:10
    Vaak wordt de digitale draad
    net bij het prototype onderbroken,
  • 8:10 - 8:13
    omdat je de hele weg
    naar productie niet kan gaan
  • 8:13 - 8:17
    omdat de meeste delen geen eigenschappen
    van een eindproduct hebben.
  • 8:17 - 8:20
    Nu kunnen we de digitale draad
    helemaal vanaf het ontwerp
  • 8:20 - 8:23
    tot prototype tot productie
    doen aansluiten.
  • 8:23 - 8:26
    Dat maakt allerlei dingen mogelijk.
  • 8:26 - 8:31
    Van zuinigere auto's,
    geweldige roostereigenschappen
  • 8:31 - 8:33
    met hoge sterkte-gewichtsverhouding,
  • 8:33 - 8:37
    tot nieuwe turbinebladen,
    allerlei prachtige dingen.
  • 8:37 - 8:43
    Denk je eens in dat je een stent
    nodig hebt in een noodsituatie.
  • 8:43 - 8:47
    In plaats van een stent uit het schap
  • 8:47 - 8:49
    met standaardmaten,
  • 8:49 - 8:53
    krijg je een stent
    op maat van je eigen anatomie
  • 8:53 - 8:55
    met je eigen aderstructuur,
  • 8:55 - 8:58
    in een noodsituatie in real time geprint
  • 8:58 - 9:01
    zodat hij na 18 maanden kan oplossen,
    echt baanbrekend.
  • 9:01 - 9:06
    Of digitale tandheelkunde:
    ze maken dit soort structuren
  • 9:06 - 9:09
    terwijl je in de tandartsstoel zit.
  • 9:09 - 9:12
    Kijk eens naar de structuren
    die mijn studenten maken
  • 9:12 - 9:14
    aan de Universiteit van North Carolina.
  • 9:14 - 9:16
    Het zijn geweldige microschaalstructuren.
  • 9:16 - 9:19
    De wereld is echt goed in nano-fabricage.
  • 9:19 - 9:24
    De wet van Moore gaat over dingen
    van 10 micron en minder.
  • 9:24 - 9:25
    Daar zijn we echt goed in,
  • 9:25 - 9:29
    maar het is heel moeilijk om dingen
    te maken van 10 tot 1.000 micron,
  • 9:29 - 9:31
    de mesoschaal.
  • 9:31 - 9:34
    Met de subtractieve technieken
    uit de siliciumindustrie
  • 9:34 - 9:35
    lukt dat niet erg goed.
  • 9:35 - 9:37
    Wafers etsen kunnen ze niet zo goed.
  • 9:37 - 9:39
    Maar dit proces is zo subtiel.
  • 9:39 - 9:42
    We kunnen objecten
    van beneden af kweken,
  • 9:42 - 9:43
    met additief fabriceren,
  • 9:43 - 9:46
    en in tientallen seconden
    verbazingwekkende dingen maken.
  • 9:46 - 9:48
    Dat opent de weg
    voor nieuwe sensortechnologieën,
  • 9:48 - 9:51
    nieuwe technieken
    voor medicatietoediening,
  • 9:51 - 9:54
    nieuwe lab-on-a-chip-toepassingen,
    weer baanbrekende dingen.
  • 9:55 - 10:00
    Dus de mogelijkheid om in realtime
    een onderdeel te maken
  • 10:00 - 10:03
    met de eigenschappen
    van een afgewerkt product
  • 10:03 - 10:05
    opent echt de weg naar 3D-productie.
  • 10:05 - 10:10
    Voor ons is dit erg spannend,
    nu zijn we echt baas over het kruispunt
  • 10:10 - 10:16
    van hardware, software
    en moleculaire wetenschappen.
  • 10:16 - 10:20
    Ik kan niet wachten op wat ontwerpers
    en ingenieurs over de hele wereld
  • 10:20 - 10:22
    met deze geweldige methode
    gaan kunnen doen.
  • 10:22 - 10:25
    Bedankt voor jullie aandacht.
  • 10:25 - 10:30
    (Applaus)
Title:
Wat als 3D-printen 100 maal sneller ging?
Speaker:
Joe DeSimone
Description:

Wat wij 3D-printen noemen, zegt Joseph DeSimone, is eigenlijk gewoon 2D-printen, maar telkens opnieuw en... langzaam. Op TED2015 onthult hij een gedurfde nieuwe techniek - geïnspireerd, ja, door Terminator 2 - die 25 tot 100 keer sneller is en gladde, sterke onderdelen creëert.
Zou de enorme belofte van 3D-printen eindelijk in vervulling gaan?

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TEDTalks
Duration:
10:45

Dutch subtitles

Revisions