Return to Video

Optellen 4

  • 0:00 - 0:03
    Laten we nog wat van deze optelsommen doen.
  • 0:03 - 0:12
    Stel ik heb 9367 plus 2459
  • 0:12 - 0:14
    Dit kunnen we op dezelfde manier doen zoals
  • 0:14 - 0:16
    We hebben gedaan in de laatste paar video's.
  • 0:16 - 0:18
    We beginnen op de plek van de enen
  • 0:18 - 0:19
    of je zou het de enen kolom kunnen noemen.
  • 0:19 - 0:23
    Dus je telt de 7 enen bij de 9 enen op.
  • 0:23 - 0:25
    Dus dan heb je 7 plus 9,
  • 0:25 - 0:29
    Zoals we hopelijk nu wel weten is dat 16.
  • 0:29 - 0:32
    We schrijven dus de 6 op de plek van de enen
  • 0:32 - 0:36
    en we hevelen de 1 over.
  • 0:36 - 0:39
    Deze 1 wordt dus
  • 0:39 - 0:41
    het zelfde als die 1 daar.
  • 0:41 - 0:44
    Het lijkt misschien een beetje magie,
  • 0:44 - 0:45
    maar de reden waarom we dat doen is omdat
  • 0:45 - 0:47
    dit de plaats van de tienen is.
  • 0:47 - 0:51
    Als je 16 schrijft heb je 6 enen en 1 tien.
  • 0:51 - 0:54
    Als dit geld is, wat is dan de beste manier
  • 0:54 - 0:56
    om €16 te krijgen als er geen €5 briefjes zijn?
  • 0:56 - 0:59
    Als er alleen maar €1 munten, €10 biljetten,
  • 0:59 - 1:00
    €100 biljetten, enzovoort, waren?
  • 1:00 - 1:02
    Alleen maar veelvouden van 10.
  • 1:02 - 1:04
    En we hebben geen €5 biljetten.
  • 1:04 - 1:07
    In dat geval zou €16 er uit zien
  • 1:07 - 1:12
    als 1 biljet van €10,
  • 1:12 - 1:17
    En zes munten van €1.
  • 1:17 - 1:20
    Dat zijn twee €1 munten
  • 1:20 - 1:22
    Dat zijn er nog twee,
  • 1:22 - 1:28
    En dat zijn nog eens twee €1 munten
  • 1:28 - 1:31
    De reden waarom ik dit zo teken
  • 1:31 - 1:34
    of dat ik biljetten gebruik,
  • 1:34 - 1:35
    is om te laten zien wat deze plaatsen betekenen.
  • 1:35 - 1:42
    Als ik zeg dat dit hier de plaats van de tienen is,
  • 1:42 - 1:43
    Zeg ik in feite
  • 1:43 - 1:46
    Hoeveel €10 biljetten heb ik?
  • 1:46 - 1:49
    Als ik €16 heb
    en ik doe zo makkelijk als ik kan,
  • 1:49 - 1:52
    Wanneer we geen biljetten
    van €5 hebben.
  • 1:52 - 1:54
    Ik heb alleen €1'en, €10'en en €100'en
  • 1:54 - 1:56
    en €1000 biljetten enzovoort.
  • 1:56 - 1:59
    En dit is de 1.
  • 1:59 - 2:01
    Dus als ik het op deze manier schrijf,
    zeg ik eigenlijk
  • 2:01 - 2:05
    Ik heb een €10 biljet en ik heb zes €1 munten.
  • 2:05 - 2:07
    Dat is wat €16 is.
  • 2:07 - 2:11
    Dus als ik 7 + 9 is 16 heb,
  • 2:11 - 2:16
    Zeg ik dat ik zes €1 munten en een €10 biljet heb.
  • 2:16 - 2:18
    En dat €10 biljet tel ik op
  • 2:18 - 2:19
    bij alles op de plek van de tienen.
  • 2:19 - 2:22
    En de plek van de tienen zegt dus eigenlijk
  • 2:22 - 2:24
    hoeveel--dat zijn de tienen.
  • 2:24 - 2:25
    Ik kan het ook zo schrijven
  • 2:25 - 2:27
    of ik schrijf het zo.
  • 2:27 - 2:32
    Wanneer ik 67 heb--
    67 betekent dat ik zes €10 biljetten heb.
  • 2:32 - 2:33
    Plus zeven €1 munten.
  • 2:33 - 2:36
    Dus dat is 6 tienen, 5 tienen.
  • 2:36 - 2:39
    Ik tel alles op wat op de plek van de tienen staat
  • 2:39 - 2:41
    Dus 1 plus 6 plus 5.
  • 2:41 - 2:43
    Dat doe ik even in een andere kleur.
  • 2:43 - 2:48
    1 plus 6 plus 5 is gelijk aan--
    1 plus 6 is 7.
  • 2:48 - 2:50
    7 + 5 is 12
  • 2:50 - 2:53
    Dus ik schrijf 2 op de plek van de tienen.
  • 2:53 - 2:57
    Want, onthoud, dit zijn twaalf €10 biljetten.
  • 2:57 - 2:59
    We zijn op de plek van de tienen.
  • 2:59 - 3:02
    Dus ik heb twee op de plek van de tienen,
    en deze 1--
  • 3:02 - 3:05
    heb ik overgeheveld naar
    de plek van de honderden.
  • 3:05 - 3:10
    Want als ik twaalf €10 biljetten heb, heb ik €120.
  • 3:10 - 3:12
    Ik heb 1 biljet van €100.
  • 3:12 - 3:14
    En ik heb twee €10 biljetten
  • 3:14 - 3:16
    Ik hou nu op met de vergelijking met geld
  • 3:16 - 3:19
    zodat we zeker weten dat we het snappen.
  • 3:19 - 3:21
    Maar ik denk dat ziet hoe het werkt.
  • 3:21 - 3:23
    Je begint aan de rechterkant,
    je telt de 2 cijfers op.
  • 3:23 - 3:27
    Als het een 2-cijferig antwoord is,
    hevelen we het meest linkse cijfer over
  • 3:27 - 3:28
    naar de volgende kolom.
  • 3:28 - 3:29
    En dat blijf je doen.
  • 3:29 - 3:31
    Laten we deze eens doen.
  • 3:31 - 3:33
    1 plus 3 is 4.
  • 3:33 - 3:35
    Ik schrijf dit even in een andere kleur.
  • 3:35 - 3:40
    1 plus 3 plus 4.
  • 3:40 - 3:41
    1 plus 3 is 4.
  • 3:41 - 3:43
    Plus 4 is 8.
  • 3:43 - 3:46
    Dus 1 plus 3 plus 4 is 8.
  • 3:46 - 3:47
    Overhevelen hoeft niet.
  • 3:47 - 3:48
    Het was een 1-cijferig getal.
  • 3:48 - 3:54
    En tenslotte, heb ik 9 plus 2.
  • 3:54 - 3:58
    Dat is gelijk aan 11, dus ik schrijf de 1 daar beneden.
  • 3:58 - 3:59
    Ik schrijf deze 1
    en als er dan hier nog wat over zou zijn
  • 3:59 - 4:03
    Zou ik de tienen of die andere 1--
  • 4:03 - 4:06
    die op de plek van de tienen in 11 staat--
    overhevelen.
  • 4:06 - 4:07
    Maar er geen plek om die naar toe te hevelen,
  • 4:07 - 4:09
    dus ik schrijf het hier gewoon zo op.
  • 4:09 - 4:17
    Dus 9.367 plus 2.459 is 11.826.
  • 4:17 - 4:19
    En ik zet daar een punt
  • 4:19 - 4:20
    omdat dat makkelijker is om te lezen.
  • 4:20 - 4:21
    Laten we nog wat van deze sommen doen.
  • 4:21 - 4:24
    Laten we een hele lastige proberen.
  • 4:24 - 4:26
    We doen eentje in miljoenen.
  • 4:26 - 4:29
    Gewoon om te laten zien
    dat je ze allemaal kan.
  • 4:29 - 4:38
    Stel ik heb 2.349.015.
  • 4:38 - 4:39
    We doen daar een 0
  • 4:39 - 4:41
    We hebben niets op de plaats van de honderden.
  • 4:41 - 4:43
    En dat wil ik optellen bij...
  • 4:43 - 4:45
    --ik doe even een andere kleur, voor de lol.
  • 4:45 - 4:50
    Dat tel ik op bij 7 miljoen,
  • 4:50 - 4:56
    --daar een 0-- 15.999
  • 4:56 - 4:57
    Laten we deze twee getallen optellen.
  • 4:57 - 4:59
    Het lijkt een moeilijk probleem,
  • 4:59 - 5:01
    maar als we het per kolom doen
  • 5:01 - 5:04
    Zul je zien dat het niet heel lastig is.
  • 5:04 - 5:08
    Dus we beginnen met 5 plus 9.
  • 5:08 - 5:10
    Dat is 14.
  • 5:10 - 5:13
    De 4 schrijven we hier
    en de 1 hevelen we over.
  • 5:13 - 5:14
    Dan ga je naar de plek van de tienen
  • 5:14 - 5:17
    1 plus 1 is 2.
  • 5:17 - 5:19
    2 plus 9--even een andere kleur.
  • 5:19 - 5:21
    1 plus 1 is 2.
  • 5:21 - 5:23
    2 plus 9 is 11.
  • 5:23 - 5:25
    De 1 overhevelen
  • 5:25 - 5:27
    Nu zijn we bij de honderden.
  • 5:27 - 5:29
    1 plus 0 is 1.
  • 5:29 - 5:31
    Plus 9 is 10.
  • 5:31 - 5:35
    Dus we schrijven de 0 van die 10 hier,
    En hevelen de 1 over.
  • 5:35 - 5:38
    Weer even een andere kleur.
  • 5:38 - 5:40
    1 plus 9 is 10.
  • 5:40 - 5:43
    10 plus 5 is 15.
  • 5:43 - 5:46
    Nu zijn we op de plek van de 10.000'en.
  • 5:46 - 5:48
    1 plus 4 is 5.
  • 5:48 - 5:51
    En 5 plus 1 is 6.
  • 5:51 - 5:53
    En we hoeven niets over te hevelen.
  • 5:53 - 5:55
    Nu de plek van de 100.000'en.
  • 5:55 - 5:57
    3--we hoeven niks over te hevelen,
  • 5:57 - 5:59
    dus we hebben alleen drie 100.000'en.
  • 5:59 - 6:03
    Plus nul 100.000'en. Dat is dus gewoon 300.000.
  • 6:03 - 6:05
    En dan tot slot, zijn we bij de miljoenen.
  • 6:05 - 6:10
    2.000.000 plus 7.000.000 is 9.000.000.
  • 6:10 - 6:10
    Dat is alles.
  • 6:10 - 6:12
    Dit was echt super gek getal.
  • 6:12 - 6:18
    2.349.015 plus 7.015.999.
  • 6:18 - 6:20
    Door stap voor stap te werken
  • 6:20 - 6:22
    en de 2-cijferige getallen over te hevelen
  • 6:22 - 6:25
    of het 2e cijfer in het 2-cijferige getal als dat nodig is,
  • 6:25 - 6:25
    konden we erachter komen
  • 6:25 - 6:32
    dat het antwoord 9.365.014 is.
  • 6:32 - 6:33
    Hopelijk geeft je dit een een beetje idee.
  • 6:33 - 6:34
    Laat ik er nog eentje doen,
  • 6:34 - 6:38
    zodat je zeker weten begrijpt
  • 6:38 - 6:41
    hoe al dat overhevelen werkt.
  • 6:41 - 6:58
    Laten we 15.999.001 plus 6.888.999 doen.
  • 6:58 - 7:01
    Laten we eens kijken hoe dat gaat.
  • 7:01 - 7:03
    Het ziet eruit als een moeilijke som.
  • 7:03 - 7:06
    Maar nogmaals, als we gewoon concentreren en niet verdwalen,
  • 7:06 - 7:09
    krijgen we hopelijk het goede antwoord.
  • 7:09 - 7:12
    Dus 1 plus 9 is 10.
  • 7:12 - 7:14
    Schrijf de 0, hevel de 1 over.
  • 7:14 - 7:17
    1 plus 0 plus 9 is 10.
  • 7:17 - 7:20
    Schrijf de 0, hevel de 1 over.
  • 7:20 - 7:22
    1 plus 0 plus 9.
  • 7:22 - 7:24
    Dat is alweer 10.
  • 7:24 - 7:27
    Schrijf de 0, hevel de 1 over.
  • 7:27 - 7:31
    1 plus 9 is 10, plus 8.
  • 7:31 - 7:33
    10 plus 8 is 18.
  • 7:33 - 7:35
    Schrijf de 8, hevel de 1 over.
  • 7:35 - 7:38
    1 plus 9 is 10.
  • 7:38 - 7:40
    Plus 8 is 18.
  • 7:40 - 7:42
    Schrijf de 8, hevel de 1 over.
  • 7:42 - 7:44
    1 plus 9 is 10.
  • 7:44 - 7:45
    Plus 8 is 18.
  • 7:45 - 7:48
    Schrijf de 8, hevel de 1 over.
  • 7:48 - 7:50
    Nu zijn we op de plek van de 1.000.000'en.
  • 7:50 - 7:54
    1.000.000 plus 5.000.000 is 6.000.000.
  • 7:54 - 7:56
    Plus 6.000.000 is 12.000.000.
  • 7:56 - 8:00
    Schrijf de 2.000.000 en hevel de 1 over
  • 8:00 - 8:04
    want 12.000.000 is 2.000.000 plus 10.000.000.
  • 8:04 - 8:05
    10.000.000 plus 10.000.000.
  • 8:05 - 8:08
    Dit is één 10.000.000 plus nog één 10.000.000.
  • 8:08 - 8:11
    Dat is 1 plus 1 is 2.
  • 8:11 - 8:12
    En dan zijn we klaar.
  • 8:12 - 8:23
    15.999.001 plus 6.888.999 is 22.888.000.
  • 8:23 - 8:25
    Je hebt net gezien
  • 8:25 - 8:29
    hoe het optellen werkt met 7- en 8-cijferige getallen,
  • 8:29 - 8:30
    maar je kan dit ook gebruiken--
  • 8:30 - 8:31
    Als ik had een getal had met 100 cijfers,
  • 8:31 - 8:33
    kun je precies hetzelfde doen.
  • 8:33 - 8:35
    Je hoeft alleen maar aan de rechterkant te beginnen
  • 8:35 - 8:37
    iedere kolom stap voor stap te doen,
  • 8:37 - 8:38
    en als je dan een 2-cijferig getal hebt
  • 8:38 - 8:42
    als je de 2 1-cijferige getallen hebt opgeteld,
  • 8:42 - 8:43
    hevel je het getal op de plek van de tienen
    gewoon over.
  • 8:43 - 8:46
    Zo werk je naar de linkerkant.
  • 8:46 - 8:47
    En als je geen fouten maakt,
  • 8:47 - 8:49
    krijg je het juiste antwoord.
Title:
Optellen 4
Description:

Meer oefeningen met het overhevelen van meercijferige getallen.

more » « less
Video Language:
English
Duration:
08:49
ralf.chardon edited Dutch subtitles for Addition 4
ralf.chardon edited Dutch subtitles for Addition 4
ralf.chardon edited Dutch subtitles for Addition 4
ralf.chardon added a translation
Amara Bot edited Dutch subtitles for Addition 4
rjdverbeek edited Dutch subtitles for Addition 4

Dutch subtitles

Revisions