Return to Video

Sherry Turkle: Verbonden, maar alleen?

  • 0:00 - 0:02
    Een ogenblik geleden
  • 0:02 - 0:06
    kreeg ik een sms van mijn dochter Rebecca, die me het beste wenst.
  • 0:06 - 0:08
    Haar bericht:
  • 0:08 - 0:11
    "Mama, je zal geweldig zijn."
  • 0:11 - 0:13
    Ik ben er dol op.
  • 0:13 - 0:15
    Die sms was zoveel
  • 0:15 - 0:17
    als een knuffel.
  • 0:17 - 0:20
    En daar heb je het.
  • 0:20 - 0:22
    Ik ben de verpersoonlijking
  • 0:22 - 0:24
    van de centrale paradox.
  • 0:24 - 0:26
    Ik ben een vrouw
  • 0:26 - 0:28
    die graag sms'jes krijgt
  • 0:28 - 0:30
    en die je gaat vertellen
  • 0:30 - 0:33
    dat het een probleem kan zijn als je er teveel krijgt.
  • 0:33 - 0:36
    Die aansporing van mijn dochter
  • 0:36 - 0:39
    brengt me bij het begin van mijn verhaal.
  • 0:39 - 0:43
    In 1996, toen ik mijn eerste TEDTalk gaf,
  • 0:43 - 0:45
    was Rebecca vijf
  • 0:45 - 0:47
    en ze zat daar
  • 0:47 - 0:49
    naast me, op de eerste rij.
  • 0:49 - 0:51
    Ik had pas een boek geschreven
  • 0:51 - 0:53
    dat een lofzang was op ons leven op het internet
  • 0:53 - 0:56
    en ik zou kort erna op de cover staan
  • 0:56 - 0:58
    van het magazine Wired.
  • 0:58 - 1:00
    In die dagen
  • 1:00 - 1:02
    experimenteerden we
  • 1:02 - 1:05
    met chatrooms en online virtuele gemeenschappen.
  • 1:05 - 1:09
    We verkenden verschillende aspecten van onszelf.
  • 1:09 - 1:11
    En dan trokken we de stekker eruit.
  • 1:11 - 1:13
    Ik vond het spannend.
  • 1:13 - 1:16
    Als psychologe vond ik het spannendste
  • 1:16 - 1:18
    het idee
  • 1:18 - 1:21
    dat we wat we leerden in de virtuele wereld,
  • 1:21 - 1:24
    over onszelf, over onze identiteit,
  • 1:24 - 1:27
    gebruikten om beter te leven in de echte wereld.
  • 1:27 - 1:30
    Snel vooruit naar 2012.
  • 1:30 - 1:33
    Ik sta opnieuw op het TED-podium.
  • 1:33 - 1:36
    Mijn dochter is 20. Ze studeert aan de universiteit.
  • 1:36 - 1:40
    Ze slaapt met haar mobiel.
  • 1:40 - 1:42
    Ik ook.
  • 1:42 - 1:45
    Ik heb pas een nieuw boek geschreven,
  • 1:45 - 1:48
    maar deze keer
  • 1:48 - 1:50
    zal het me niet op de voorpagina brengen
  • 1:50 - 1:52
    van het magazine Wired.
  • 1:52 - 1:55
    Wat is er gebeurd?
  • 1:55 - 1:58
    Ik vind technologie nog steeds spannend,
  • 1:58 - 2:00
    maar ik geloof -
  • 2:00 - 2:02
    en dat wordt mijn pleidooi van vandaag -
  • 2:02 - 2:04
    dat we toelaten dat ze ons brengt
  • 2:04 - 2:06
    naar plekken waar we niet heen willen.
  • 2:06 - 2:08
    De jongste 15 jaar
  • 2:08 - 2:11
    heb ik mobiele communicatietechnologie bestudeerd
  • 2:11 - 2:14
    en honderden mensen geïnterviewd,
  • 2:14 - 2:16
    jong en oud,
  • 2:16 - 2:18
    over hun verbonden leven.
  • 2:18 - 2:20
    Wat ik heb ontdekt,
  • 2:20 - 2:22
    is dat onze kleine toestellen,
  • 2:22 - 2:25
    die toestelletjes in onze zakken,
  • 2:25 - 2:27
    psychologisch zo machtig zijn
  • 2:27 - 2:31
    dat ze niet alleen veranderen wat we doen,
  • 2:31 - 2:34
    maar ook wie we zijn.
  • 2:34 - 2:36
    Sommige dingen die we doen met onze toestellen,
  • 2:36 - 2:39
    zouden we enkele jaren geleden
  • 2:39 - 2:41
    vreemd hebben gevonden,
  • 2:41 - 2:43
    of storend,
  • 2:43 - 2:46
    maar ze zijn al snel vertrouwd geworden.
  • 2:46 - 2:48
    Dit is gewoon wat we doen.
  • 2:48 - 2:51
    Een paar snelle voorbeelden:
  • 2:51 - 2:53
    mensen sms'en of sturen mails
  • 2:53 - 2:56
    tijdens vergaderingen van raden van bestuur.
  • 2:56 - 2:59
    Ze sturen sms'en, winkelen en zitten op Facebook
  • 2:59 - 3:02
    tijdens de les, tijdens presentaties,
  • 3:02 - 3:04
    tijdens alle vergaderingen.
  • 3:04 - 3:07
    Mensen spreken me aan over de belangrijke nieuwe vaardigheid
  • 3:07 - 3:09
    van oogcontact maken
  • 3:09 - 3:11
    terwijl je sms't.
  • 3:11 - 3:13
    (Gelach)
  • 3:13 - 3:15
    Mensen leggen me uit
  • 3:15 - 3:18
    dat het moeilijk is, maar niet onmogelijk.
  • 3:18 - 3:20
    Ouders sms'en en sturen emails
  • 3:20 - 3:22
    bij het ontbijt en bij het avondeten
  • 3:22 - 3:25
    terwijl hun kinderen klagen
  • 3:25 - 3:27
    dat ze niet de volle aandacht van hun ouders krijgen.
  • 3:27 - 3:29
    Diezelfde kinderen
  • 3:29 - 3:32
    ontzeggen elkaar hun volle aandacht.
  • 3:32 - 3:34
    Dit is een recente foto
  • 3:34 - 3:37
    van mijn dochter en haar vrienden
  • 3:37 - 3:39
    die samenzijn
  • 3:39 - 3:42
    en toch niet samenzijn.
  • 3:42 - 3:44
    We sms'en zelfs op begrafenissen,
  • 3:44 - 3:46
    dat bestudeer ik.
  • 3:46 - 3:48
    We verwijderen onszelf
  • 3:48 - 3:50
    van ons verdriet of onze dagdroom
  • 3:50 - 3:53
    en we duiken in onze telefoon.
  • 3:53 - 3:55
    Waarom is dit belangrijk?
  • 3:55 - 3:57
    Voor mij is het belangrijk
  • 3:57 - 4:00
    omdat ik denk dat we onszelf in de problemen brengen --
  • 4:00 - 4:02
    problemen, in elk geval,
  • 4:02 - 4:04
    in onze relaties met anderen,
  • 4:04 - 4:06
    maar ook problemen
  • 4:06 - 4:09
    in onze relaties met onszelf
  • 4:09 - 4:12
    en ons vermogen tot zelfreflectie.
  • 4:12 - 4:14
    We geraken gewend aan een nieuwe manier
  • 4:14 - 4:17
    om samen alleen te zijn.
  • 4:17 - 4:19
    Mensen willen bij elkaar zijn,
  • 4:19 - 4:21
    maar ook elders --
  • 4:21 - 4:24
    verbonden met alle verschillende plaatsen waar ze willen zijn.
  • 4:24 - 4:27
    Mensen willen hun leven op maat snijden.
  • 4:27 - 4:30
    Ze willen heen en weer gaan tussen alle plaatsen waar ze zijn,
  • 4:30 - 4:32
    want wat ze het belangrijkste vinden,
  • 4:32 - 4:36
    is controle over waar hun aandacht heengaat.
  • 4:36 - 4:39
    Je wil dus naar die bestuursvergadering gaan,
  • 4:39 - 4:41
    maar je wil maar aandacht besteden
  • 4:41 - 4:43
    aan de delen die je interessant vindt.
  • 4:43 - 4:46
    Sommige mensen vinden dat goed.
  • 4:46 - 4:48
    Maar het kan erop uitdraaien
  • 4:48 - 4:50
    dat je je voor elkaar verbergt,
  • 4:50 - 4:53
    zelfs als we constant met elkaar verbonden zijn.
  • 4:53 - 4:55
    Een zakenman van 50 jaar
  • 4:55 - 4:57
    deed zijn beklag bij mij
  • 4:57 - 5:00
    omdat hij het gevoel heeft dat hij geen collega's meer heeft.
  • 5:00 - 5:03
    Als hij gaat werken, stopt hij bij niemand voor een praatje.
  • 5:03 - 5:05
    Hij belt niet.
  • 5:05 - 5:08
    Hij zegt dat hij zijn collega's niet wil onderbreken,
  • 5:08 - 5:11
    "want," zegt hij, "ze hebben het te druk met hun e-mail."
  • 5:11 - 5:13
    Maar dan corrigeert hij zichzelf
  • 5:13 - 5:15
    en zegt: "Het is niet waar wat ik zeg.
  • 5:15 - 5:18
    Ik ben diegene die niet gestoord wil worden.
  • 5:18 - 5:20
    Ik denk dat ik het wel wil,
  • 5:20 - 5:24
    maar eigenlijk wil ik gewoon dingen doen op mijn Blackberry."
  • 5:24 - 5:26
    Over de generaties heen
  • 5:26 - 5:30
    zie ik dat mensen geen genoeg van elkaar krijgen,
  • 5:30 - 5:32
    als en slechts als
  • 5:32 - 5:35
    ze elkaar op afstand kunnen houden,
  • 5:35 - 5:37
    in hoeveelheden die ze kunnen controleren.
  • 5:37 - 5:40
    Dat noem ik het Goudlokjeseffect:
  • 5:40 - 5:43
    niet te dicht, niet te ver,
  • 5:43 - 5:45
    net goed.
  • 5:45 - 5:47
    Maar wat net goed lijkt
  • 5:47 - 5:49
    voor een directeur van middelbare leeftijd,
  • 5:49 - 5:51
    kan een probleem zijn voor een puber
  • 5:51 - 5:55
    die nog moet leren om rechtstreekse relaties aan te gaan.
  • 5:55 - 5:57
    Een jongen van 18
  • 5:57 - 6:00
    die sms gebruikt voor ongeveer alles,
  • 6:00 - 6:02
    zegt me weemoedig:
  • 6:02 - 6:05
    "Er komt een dag, ooit,
  • 6:05 - 6:07
    maar zeker niet vandaag,
  • 6:07 - 6:11
    dat ik zou willen leren hoe je een gesprek voert."
  • 6:11 - 6:13
    Als ik mensen vraag:
  • 6:13 - 6:16
    "Wat is er mis met een gesprek hebben?"
  • 6:16 - 6:20
    dan zeggen ze: "Ik zal je vertellen wat er mis is met een gesprek hebben.
  • 6:20 - 6:23
    Dat heeft plaats 'in real time',
  • 6:23 - 6:27
    en je kan niet controleren wat je gaat zeggen."
  • 6:27 - 6:29
    Dat is de kern.
  • 6:29 - 6:32
    Sms'en, e-mailen, posten,
  • 6:32 - 6:34
    die dingen laten ons allemaal toe
  • 6:34 - 6:37
    onszelf voor te stellen zoals we willen zijn.
  • 6:37 - 6:39
    We kunnen aanpassen,
  • 6:39 - 6:42
    en dat betekent dat we kunnen wissen,
  • 6:42 - 6:45
    dat betekent dat we kunnen retoucheren,
  • 6:45 - 6:47
    gezicht, stem,
  • 6:47 - 6:49
    vlees, lijf --
  • 6:49 - 6:52
    niet te weinig, niet te veel,
  • 6:52 - 6:54
    net goed.
  • 6:54 - 6:56
    Menselijke relaties
  • 6:56 - 6:58
    zijn rijk en rommelig
  • 6:58 - 7:00
    en ze zijn veeleisend.
  • 7:00 - 7:03
    We poetsen ze op met technologie.
  • 7:03 - 7:05
    Terwijl we dat doen,
  • 7:05 - 7:07
    lopen we het risico
  • 7:07 - 7:09
    dat we het gesprek opofferen
  • 7:09 - 7:11
    aan meer connectie.
  • 7:11 - 7:14
    We maken onszelf wat wijs.
  • 7:14 - 7:16
    Met het verstrijken van de tijd
  • 7:16 - 7:18
    lijken we dit te vergeten,
  • 7:18 - 7:21
    of kan het ons blijkbaar niet meer schelen.
  • 7:21 - 7:25
    Ik werd koud gepakt
  • 7:25 - 7:27
    door Stephen Colbert
  • 7:27 - 7:31
    toen hij me een diepzinnige vraag stelde,
  • 7:31 - 7:34
    een diepzinnige vraag.
  • 7:34 - 7:40
    Hij zei: "Is het niet zo dat al die kleine tweets,
  • 7:40 - 7:43
    die kleine slokjes
  • 7:43 - 7:46
    van online-communicatie
  • 7:46 - 7:49
    opgeteld één grote slok
  • 7:49 - 7:53
    echte conversatie vormen?"
  • 7:53 - 7:55
    Mijn antwoord was nee,
  • 7:55 - 7:57
    je kan ze niet optellen.
  • 7:57 - 8:01
    Slok-gewijs verbinding vormen kan werken
  • 8:01 - 8:05
    als je aparte stukjes informatie verzamelt,
  • 8:05 - 8:09
    het kan werken om te zeggen "Ik denk aan jou,"
  • 8:09 - 8:11
    of misschien zelfs voor "Ik hou van jou," --
  • 8:11 - 8:13
    bedenk maar even hoe ik me voelde
  • 8:13 - 8:16
    toen ik die sms van mijn dochter kreeg --
  • 8:16 - 8:18
    maar het werkt niet echt
  • 8:18 - 8:20
    om dingen over elkaar te leren,
  • 8:20 - 8:24
    om elkaar echt te leren kennen en begrijpen.
  • 8:24 - 8:28
    We gebruiken gesprekken met elkaar
  • 8:28 - 8:30
    om te leren hoe we gesprekken moeten hebben
  • 8:30 - 8:32
    met onszelf.
  • 8:32 - 8:34
    Wegvluchten uit gesprekken
  • 8:34 - 8:36
    kan echt verschil maken
  • 8:36 - 8:38
    omdat het een gevaar is
  • 8:38 - 8:40
    voor ons vermogen tot zelfreflectie.
  • 8:40 - 8:42
    Voor opgroeiende kinderen
  • 8:42 - 8:46
    is dat vermogen de grondslag van de ontwikkeling.
  • 8:46 - 8:48
    Ik hoor telkens weer:
  • 8:48 - 8:51
    "Ik zou liever sms'en dan praten."
  • 8:51 - 8:53
    Wat ik zie,
  • 8:53 - 8:55
    is dat mensen het gewend worden om verstoken te blijven
  • 8:55 - 8:57
    van echte conversatie.
  • 8:57 - 9:00
    Ze worden het zo gewend om het met minder te doen,
  • 9:00 - 9:02
    dat ze haast bereid zijn
  • 9:02 - 9:04
    om het helemaal zonder mensen te doen.
  • 9:04 - 9:06
    Een voorbeeld:
  • 9:06 - 9:08
    vele mensen delen de wens met mij
  • 9:08 - 9:11
    dat op zekere dag een meer geavanceerde versie van Siri,
  • 9:11 - 9:14
    de digitale assistent op de iPhone van Apple,
  • 9:14 - 9:16
    een soort beste vriend(in) zal zijn,
  • 9:16 - 9:18
    iemand die zal luisteren
  • 9:18 - 9:20
    als anderen niet luisteren.
  • 9:20 - 9:22
    Volgens mij is deze wens
  • 9:22 - 9:24
    de weerspiegeling van een pijnlijke waarheid
  • 9:24 - 9:27
    die ik de afgelopen 15 jaar heb ontdekt.
  • 9:27 - 9:31
    Dat gevoel dat niemand naar me luistert,
  • 9:31 - 9:33
    is erg belangrijk
  • 9:33 - 9:35
    in onze verhouding met technologie.
  • 9:35 - 9:37
    Daarom is het zo verleidelijk
  • 9:37 - 9:39
    om een Facebook-pagina te hebben,
  • 9:39 - 9:41
    of een Twitter-feed --
  • 9:41 - 9:44
    zovele automatische luisteraars.
  • 9:44 - 9:47
    Het gevoel dat niemand naar me luistert,
  • 9:47 - 9:49
    maakt dat we meer tijd willen besteden
  • 9:49 - 9:52
    bij machines die om ons lijken te geven.
  • 9:52 - 9:54
    We ontwikkelen robots
  • 9:54 - 9:56
    die sociale robots worden genoemd,
  • 9:56 - 9:59
    speciaal ontwikkeld als gezelschapsrobots
  • 9:59 - 10:01
    voor ouderen,
  • 10:01 - 10:03
    voor onze kinderen,
  • 10:03 - 10:05
    voor ons.
  • 10:05 - 10:08
    Hebben we er nog zo weinig vertrouwen in
  • 10:08 - 10:12
    dat we er voor elkaar zullen zijn?
  • 10:12 - 10:14
    Tijdens mijn onderzoek
  • 10:14 - 10:16
    werkte ik in verpleegtehuizen.
  • 10:16 - 10:19
    Ik bracht sociale robots mee
  • 10:19 - 10:21
    die ontworpen waren om ouderen
  • 10:21 - 10:24
    het gevoel te geven dat ze begrepen werden.
  • 10:24 - 10:26
    Op zekere dag kwam ik binnen
  • 10:26 - 10:28
    en zag dat een vrouw die een kind had verloren,
  • 10:28 - 10:30
    praatte tegen een robot
  • 10:30 - 10:33
    met de vorm van een babyzeehond.
  • 10:33 - 10:35
    Hij leek haar in de ogen te kijken.
  • 10:35 - 10:38
    Hij leek het gesprek te volgen.
  • 10:38 - 10:41
    Hij troostte haar.
  • 10:41 - 10:45
    Vele mensen vonden dit verbluffend.
  • 10:45 - 10:50
    Maar die vrouw probeerde een zin voor haar leven te vinden,
  • 10:50 - 10:53
    samen met een machine die geen ervaring had
  • 10:53 - 10:56
    in de boog van het menselijke leven.
  • 10:56 - 10:58
    Die robot voerde een sterk nummer op.
  • 10:58 - 11:00
    Wij zijn kwetsbaar.
  • 11:00 - 11:03
    Mensen ervaren namaak-empathie
  • 11:03 - 11:06
    alsof het echte empathie was.
  • 11:06 - 11:10
    Tijdens dat moment,
  • 11:10 - 11:12
    toen die vrouw
  • 11:12 - 11:15
    de namaak-empathie ervoer,
  • 11:15 - 11:18
    dacht ik: "Die robot kan geen empathie ervaren.
  • 11:18 - 11:20
    Hij kent de dood niet.
  • 11:20 - 11:22
    Hij kent het leven niet."
  • 11:22 - 11:24
    Terwijl die vrouw troost vond
  • 11:24 - 11:26
    bij haar gezelschapsrobot,
  • 11:26 - 11:28
    vond ik het niet verbluffend.
  • 11:28 - 11:32
    Het was één van de meest hartverscheurende, ingewikkelde momenten
  • 11:32 - 11:36
    van mijn 15-jarige loopbaan.
  • 11:36 - 11:38
    Toen ik een stap terugzette,
  • 11:38 - 11:40
    voelde het alsof ik
  • 11:40 - 11:43
    in het koude, harde centrum zat
  • 11:43 - 11:45
    van een perfecte storm.
  • 11:45 - 11:48
    We verwachten meer van technologie
  • 11:48 - 11:51
    en minder van elkaar.
  • 11:51 - 11:53
    Ik stel mezelf de vraag:
  • 11:53 - 11:56
    "Hoe is het zover gekomen?"
  • 11:56 - 11:58
    Volgens mij is het omdat
  • 11:58 - 12:01
    technologie ons het meest aantrekt
  • 12:01 - 12:03
    waar we het kwetsbaarst zijn.
  • 12:03 - 12:05
    We zijn kwetsbaar.
  • 12:05 - 12:07
    We zijn eenzaam,
  • 12:07 - 12:09
    maar we zijn bang van intimiteit.
  • 12:09 - 12:12
    Van sociale netwerken tot gezelschapsrobots
  • 12:12 - 12:14
    ontwerpen we technologieën
  • 12:14 - 12:17
    die ons de illusie van gezelschap geven,
  • 12:17 - 12:19
    zonder de vereisten van vriendschap.
  • 12:19 - 12:22
    We wenden ons tot technologie om ons verbonden te voelen
  • 12:22 - 12:25
    op manieren die we op ons gemak kunnen controleren.
  • 12:25 - 12:27
    Maar we zijn niet op ons gemak.
  • 12:27 - 12:30
    We hebben niet alles onder controle.
  • 12:30 - 12:33
    Heden ten dage zijn die telefoons in onze zakken
  • 12:33 - 12:35
    onze geesten en harten aan het veranderen
  • 12:35 - 12:37
    omdat ze ons
  • 12:37 - 12:39
    drie heerlijke dromen bieden.
  • 12:39 - 12:41
    Eén: dat we onze aandacht kunnen richten
  • 12:41 - 12:43
    daar waar wij het wensen.
  • 12:43 - 12:46
    Twee: dat we altijd gehoord zullen worden.
  • 12:46 - 12:49
    En drie: dat we nooit alleen zullen zijn.
  • 12:49 - 12:51
    Dat derde idee,
  • 12:51 - 12:54
    dat we nooit alleen moeten zijn,
  • 12:54 - 12:56
    staat centraal bij de verandering van onze psyche.
  • 12:56 - 12:59
    Zodra mensen alleen zijn,
  • 12:59 - 13:01
    al was het maar voor een paar seconden,
  • 13:01 - 13:04
    worden ze angstig, panikeren ze, prullen ze,
  • 13:04 - 13:06
    gaan ze op zoek naar een toestel.
  • 13:06 - 13:08
    Kijk maar eens naar mensen in een wachtrij
  • 13:08 - 13:10
    of voor een rood licht.
  • 13:10 - 13:14
    Alleen zijn lijkt een probleem dat we moeten oplossen.
  • 13:14 - 13:17
    Dus proberen mensen het op te lossen door verbinding te maken.
  • 13:17 - 13:19
    Maar verbinding is hier
  • 13:19 - 13:22
    meer een symptoom dan een oplossing.
  • 13:22 - 13:25
    Het geeft uitdrukking aan, maar biedt geen oplossing
  • 13:25 - 13:27
    voor een onderliggend probleem.
  • 13:27 - 13:29
    Het is meer dan een symptoom.
  • 13:29 - 13:31
    Constante verbinding verandert
  • 13:31 - 13:33
    de manier waarop mensen over zichzelf denken.
  • 13:33 - 13:36
    Het geeft vorm aan een nieuwe manier van zijn.
  • 13:36 - 13:38
    De beste manier om het te beschrijven, is:
  • 13:38 - 13:41
    ik deel, dus ik ben.
  • 13:41 - 13:44
    We gebruiken technologie om onszelf te definiëren
  • 13:44 - 13:46
    door onze gedachten en gevoelens te delen
  • 13:46 - 13:48
    op het moment dat we ze hebben.
  • 13:48 - 13:50
    Vroeger was het:
  • 13:50 - 13:52
    ik voel iets,
  • 13:52 - 13:54
    ik wil bellen.
  • 13:54 - 13:57
    Nu is het: ik wil graag iets voelen,
  • 13:57 - 13:59
    ik moet sms'en.
  • 13:59 - 14:02
    Het probleem met dit nieuwe regime
  • 14:02 - 14:04
    van 'ik deel, dus ik ben'
  • 14:04 - 14:06
    is dat we, als we niet verbonden zijn,
  • 14:06 - 14:08
    ons niet als onszelf voelen.
  • 14:08 - 14:10
    We voelen onszelf haast niet.
  • 14:10 - 14:13
    Dus wat doen we? We maken meer en meer verbinding.
  • 14:13 - 14:15
    Terwijl we dat doen,
  • 14:15 - 14:18
    isoleren we onszelf.
  • 14:18 - 14:22
    Hoe ga je van verbinding naar isolatie?
  • 14:22 - 14:24
    Het draait op isolement uit
  • 14:24 - 14:26
    als je je vermogen tot eenzaamheid niet ontwikkelt,
  • 14:26 - 14:29
    het vermogen om apart te zijn,
  • 14:29 - 14:31
    om jezelf bijeen te rapen.
  • 14:31 - 14:34
    Eenzaamheid is de plek waar je jezelf vindt
  • 14:34 - 14:36
    zodat je contact kan zoeken met anderen
  • 14:36 - 14:39
    en echte gehechtheid tot stand kan brengen.
  • 14:39 - 14:42
    Als we geen vermogen tot eenzaamheid kunnen hebben,
  • 14:42 - 14:45
    gaan we naar anderen om minder angstig te zijn,
  • 14:45 - 14:47
    of om ons levend te voelen.
  • 14:47 - 14:49
    Als dat gebeurt,
  • 14:49 - 14:52
    zijn we niet in staat om in te schatten wie ze zijn.
  • 14:52 - 14:54
    We gebruiken ze als het ware
  • 14:54 - 14:56
    als reserve-onderdelen
  • 14:56 - 14:59
    voor ons kwetsbare zelfgevoel.
  • 14:59 - 15:02
    We verglijden in het idee dat altijd verbonden zijn,
  • 15:02 - 15:06
    zal betekenen dat we ons minder alleen voelen.
  • 15:06 - 15:08
    Maar we lopen een risico,
  • 15:08 - 15:11
    want in de praktijk is het omgekeerde waar.
  • 15:11 - 15:13
    Als we niet alleen kunnen zijn,
  • 15:13 - 15:15
    zullen we eenzamer zijn.
  • 15:15 - 15:18
    Als we onze kinderen niet leren om alleen te zijn,
  • 15:18 - 15:20
    zullen ze alleen maar in staat zijn
  • 15:20 - 15:22
    om eenzaam te zijn.
  • 15:22 - 15:25
    Toen ik in 1996 voor TED sprak,
  • 15:25 - 15:27
    en verslag deed over mijn onderzoek
  • 15:27 - 15:29
    naar de vroege virtuele gemeenschappen,
  • 15:29 - 15:32
    zei ik: "Diegenen die het beste maken
  • 15:32 - 15:34
    van hun leven op het scherm,
  • 15:34 - 15:37
    doen dat in een geest van zelfreflectie."
  • 15:37 - 15:40
    Dat is waar ik vandaag toe oproep:
  • 15:40 - 15:43
    reflectie, en meer nog, een gesprek
  • 15:43 - 15:46
    over waar ons huidige gebruik van technologie
  • 15:46 - 15:48
    ons misschien toe leidt,
  • 15:48 - 15:50
    wat het ons misschien kost.
  • 15:50 - 15:53
    We zijn in de ban van de technologie.
  • 15:53 - 15:56
    We zijn bang, net zoals prille geliefden,
  • 15:56 - 15:59
    dat teveel praten de romantiek zou kunnen bederven.
  • 15:59 - 16:01
    Maar het is tijd om te praten.
  • 16:01 - 16:04
    We zijn opgegroeid met digitale technologie
  • 16:04 - 16:06
    en dus denken we dat die volwassen is.
  • 16:06 - 16:09
    Dat is niet zo, het is nog maar het begin.
  • 16:09 - 16:11
    We hebben tijd zat
  • 16:11 - 16:13
    om na te denken over hoe we ze gebruiken,
  • 16:13 - 16:15
    hoe we ze opzetten.
  • 16:15 - 16:17
    Ik suggereer niet
  • 16:17 - 16:19
    dat we ons moeten afwenden van onze toestellen,
  • 16:19 - 16:22
    gewoon dat we er een zelfbewustere relatie mee opbouwen,
  • 16:22 - 16:24
    met onze toestellen, met elkaar
  • 16:24 - 16:27
    en met onszelf.
  • 16:27 - 16:29
    Ik zie enkele eerste stappen.
  • 16:29 - 16:31
    Begin met eenzaamheid te zien
  • 16:31 - 16:33
    als iets goeds.
  • 16:33 - 16:35
    Maak er plaats voor.
  • 16:35 - 16:38
    Vind manieren om de waarde ervan
  • 16:38 - 16:40
    te tonen aan je kinderen.
  • 16:40 - 16:42
    Creëer heilige plekken thuis --
  • 16:42 - 16:44
    de keuken, de eetkamer --
  • 16:44 - 16:47
    en eis ze opnieuw op voor het gesprek.
  • 16:47 - 16:49
    Doe hetzelfde op het werk.
  • 16:49 - 16:51
    Op het werk hebben we het zo druk met communiceren
  • 16:51 - 16:54
    dat we vaak geen tijd hebben om na te denken,
  • 16:54 - 16:57
    geen tijd om te praten
  • 16:57 - 16:59
    over de dingen die echt belangrijk zijn.
  • 16:59 - 17:01
    Verander dat.
  • 17:01 - 17:05
    Het belangrijkste is dat we echt naar elkaar moeten luisteren,
  • 17:05 - 17:09
    ook naar de saaie stukken.
  • 17:09 - 17:11
    Want het is als we struikelen
  • 17:11 - 17:14
    of aarzelen of onze woorden kwijt zijn
  • 17:14 - 17:18
    dat we onszelf aan elkaar laten zien.
  • 17:18 - 17:21
    Technologie doet een aanbod
  • 17:21 - 17:23
    tot herdefiniëring van de menselijke connectie --
  • 17:23 - 17:25
    hoe we om elkaar geven,
  • 17:25 - 17:27
    hoe we om onszelf geven --
  • 17:27 - 17:29
    maar het geeft ons ook de gelegenheid
  • 17:29 - 17:31
    om onze waarden te bevestigen
  • 17:31 - 17:33
    en onze richting.
  • 17:33 - 17:35
    Ik ben optimistisch.
  • 17:35 - 17:38
    We hebben alles wat nodig is om te starten.
  • 17:38 - 17:40
    We hebben elkaar.
  • 17:40 - 17:43
    En we hebben het meeste kans op succes
  • 17:43 - 17:46
    als we onze kwetsbaarheid erkennen.
  • 17:46 - 17:48
    Laten we luisteren
  • 17:48 - 17:50
    als de technologie zegt
  • 17:50 - 17:53
    dat er iets ingewikkelds vereist is
  • 17:53 - 17:56
    en als ze iets simpelers belooft.
  • 17:56 - 17:58
    In mijn werk
  • 17:58 - 18:01
    hoor ik dat het leven lastig is,
  • 18:01 - 18:03
    dat relaties ėėn en al risico zijn.
  • 18:03 - 18:05
    Komt de technologie om de hoek --
  • 18:05 - 18:07
    simpeler, hoopvol,
  • 18:07 - 18:10
    optimistisch, altijd jong.
  • 18:10 - 18:12
    Het is alsof je de cavalerie oproept.
  • 18:12 - 18:14
    Een reclamecampagne belooft
  • 18:14 - 18:16
    dat je online, met avatars,
  • 18:16 - 18:20
    "eindelijk kan houden van je vrienden,
  • 18:20 - 18:23
    van je lichaam, van je leven,
  • 18:23 - 18:26
    online en met avatars."
  • 18:26 - 18:28
    We voelen ons aangetrokken tot virtuele romantiek,
  • 18:28 - 18:31
    tot computerspellen die lijken op werelden,
  • 18:31 - 18:35
    tot de idee dat robots
  • 18:35 - 18:38
    ons ooit echt gezelschap zullen houden.
  • 18:38 - 18:41
    We brengen een avond op het sociale netwerk door
  • 18:41 - 18:44
    in plaats van met vrienden naar de kroeg te gaan.
  • 18:44 - 18:46
    Maar onze substitutiefantasietjes
  • 18:46 - 18:49
    hebben hun prijs.
  • 18:49 - 18:52
    We moeten nu allemaal focussen
  • 18:52 - 18:54
    op de vele, vele manieren
  • 18:54 - 18:56
    waarop technologie ons terug kan leiden
  • 18:56 - 18:59
    naar ons echte leven, ons eigen lichaam,
  • 18:59 - 19:01
    onze eigen gemeenschap,
  • 19:01 - 19:03
    onze eigen politiek,
  • 19:03 - 19:05
    onze eigen planeet.
  • 19:05 - 19:07
    Ze hebben ons nodig.
  • 19:07 - 19:09
    Laten we praten
  • 19:09 - 19:12
    over hoe we digitale technologie,
  • 19:12 - 19:15
    de technologie van onze dromen,
  • 19:15 - 19:17
    kunnen gebruiken om van dit leven
  • 19:17 - 19:19
    een leven te maken waar we van houden.
  • 19:19 - 19:21
    Hartelijk dank.
  • 19:21 - 19:27
    (Applaus)
Title:
Sherry Turkle: Verbonden, maar alleen?
Speaker:
Sherry Turkle
Description:

Verwachten we meer van technologie, maar tegelijk minder van elkaar? Sherry Turkle bestudeert hoe onze toestellen en online persoonlijkheden menselijke verbinding en communicatie een nieuwe betekenis geven -- en ze vraagt ons om diep na te denken over de nieuwe soorten verbinding die we willen.

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TEDTalks
Duration:
19:28
Jenny Zurawell edited Dutch subtitles for Connected, but alone?
Els De Keyser added a translation

Dutch subtitles

Revisions Compare revisions