Return to Video

Hoe computers leren creatief te zijn

  • 0:01 - 0:04
    Ik leid het onderzoeksteam
    naar machine-intelligentie bij Google.
  • 0:04 - 0:09
    Dat is de wetenschap die computers
    en andere apparaten in staat wil stellen
  • 0:09 - 0:11
    om dezelfde dingen te doen
    die onze hersenen kunnen.
  • 0:11 - 0:15
    Daarom zijn we geïnteresseerd
    in echte hersenen
  • 0:15 - 0:16
    en in neurowetenschappen.
  • 0:16 - 0:20
    We zijn zeer geïnteresseerd in alles
    wat onze hersenen kunnen,
  • 0:20 - 0:24
    maar wat voor computers
    nog veel te ingewikkeld is.
  • 0:25 - 0:29
    Eén van deze onderzoeksgebieden
    is altijd al waarneming geweest,
  • 0:29 - 0:32
    het proces waarbij dingen
    in de buitenwereld,
  • 0:32 - 0:33
    zoals geluiden en beelden,
  • 0:34 - 0:36
    in onze hersenen kunnen
    veranderen in concepten.
  • 0:36 - 0:39
    Dat is een belangrijke taak
    van onze hersenen.
  • 0:39 - 0:42
    Maar het is ook handig voor een computer.
  • 0:42 - 0:45
    De perceptie-algoritmes die we
    schrijven voor machines, bijvoorbeeld,
  • 0:45 - 0:49
    maken het mogelijk om foto's
    op te zoeken in Google Photos,
  • 0:49 - 0:51
    volgens wat erop te zien is.
  • 0:52 - 0:55
    De keerzijde van perceptie
    is creativiteit.
  • 0:55 - 0:58
    Hierbij worden concepten omgezet
    in iets in de echte wereld.
  • 0:58 - 1:02
    Het afgelopen jaar is ons werk
    over machinewaarneming
  • 1:02 - 1:07
    ook onverwacht in verband geraakt
    met de wereld van machine-creativiteit,
  • 1:07 - 1:08
    en machinekunst.
  • 1:09 - 1:12
    Volgens mij had Michelangelo
    een diepzinnig inzicht
  • 1:12 - 1:16
    in deze duale verhouding
    tussen waarneming en creativiteit.
  • 1:16 - 1:18
    Dit is één van zijn beroemde citaten:
  • 1:18 - 1:21
    "In iedere blok steen
    zit een standbeeld verborgen...
  • 1:22 - 1:25
    De taak van de beeldhouwer is
    om dat eruit te halen."
  • 1:26 - 1:29
    Ik denk dat Michelangelo bedoelde
  • 1:29 - 1:32
    dat we door waar te nemen
    zelf gaan creëren.
  • 1:32 - 1:35
    En dat waarneming zelf
    een manier van inbeelding is.
  • 1:36 - 1:38
    En daar draait het om bij creativiteit.
  • 1:39 - 1:43
    Het orgaan dat verantwoordelijk is
    voor de waarneming en inbeelding
  • 1:43 - 1:45
    zijn de hersenen, natuurlijk.
  • 1:45 - 1:48
    En ik zou willen beginnen
    met een korte geschiedenis
  • 1:48 - 1:50
    van wat we weten over onze hersenen.
  • 1:50 - 1:53
    In tegenstelling tot het hart of de darmen
  • 1:53 - 1:56
    zijn de hersenen niet veelzeggend
    als je er gewoon naar kijkt,
  • 1:56 - 1:58
    althans niet met het blote oog.
  • 1:58 - 2:00
    De eerste anatomisten
    die de hersenen bestudeerden,
  • 2:00 - 2:04
    hebben veel namen gegeven aan de
    oppervlaktestructuren van de hersenen,
  • 2:04 - 2:07
    zoals de hippocampus, of 'kleine garnaal'.
  • 2:07 - 2:09
    Maar die benamingen zeggen ons
    natuurlijk niet veel
  • 2:09 - 2:12
    over wat er aan de binnenkant gebeurt.
  • 2:13 - 2:16
    De eerste persoon die, denk ik,
    een eerste inzicht bracht
  • 2:16 - 2:18
    over wat er echt gebeurt in de hersenen,
  • 2:18 - 2:22
    was de grote Spaanse neuro-anatomist,
    Santiago Ramón y Cajal,
  • 2:22 - 2:24
    in de negentiende eeuw.
  • 2:24 - 2:28
    Hij gebruikte microscopen
    en speciale beitsen
  • 2:28 - 2:32
    die individuele hersencellen
    selectief konden opvullen
  • 2:32 - 2:34
    of in contrast konden weergeven,
  • 2:34 - 2:37
    zodat hij hun morfologie kon onderzoeken.
  • 2:38 - 2:41
    Dit zijn de soort tekeningen
    die hij maakte van neuronen
  • 2:41 - 2:42
    in de negentiende eeuw.
  • 2:42 - 2:44
    Dit komt van de hersenen van een vogel.
  • 2:44 - 2:47
    Je ziet hier de geweldige verscheidenheid
    aan soorten cellen.
  • 2:47 - 2:51
    Zelfs de cellentheorie was nogal nieuw
    op dat moment.
  • 2:51 - 2:52
    Deze structuren...
  • 2:52 - 2:54
    die cellen met hun boomstructuur,
  • 2:54 - 2:57
    en vertakkingen
    die zeer uitgestrekt kunnen zijn.
  • 2:57 - 2:58
    Dat was heel vernieuwend toen.
  • 2:59 - 3:02
    Ze doen ons natuurlijk denken aan kabels.
  • 3:02 - 3:05
    Misschien dachten enkele mensen
    dit ook al in de negentiende eeuw.
  • 3:05 - 3:10
    De revolutie van de elektriciteit
    en de bedrading waren in volle gang.
  • 3:10 - 3:11
    Maar in vele opzichten
  • 3:11 - 3:14
    zijn de micro-analytische tekeningen
    van Ramón y Calal, zoals deze,
  • 3:15 - 3:17
    in veel opzichten
    nog steeds onovertroffen.
  • 3:17 - 3:19
    Meer dan een eeuw later
  • 3:19 - 3:22
    zetten we nog steeds
    het werk van Ramón y Cajal verder.
  • 3:22 - 3:25
    Dit zijn de ruwe gegevens
    van onze collega's
  • 3:25 - 3:28
    in het Max Planck Institute
    of Neuroscience.
  • 3:28 - 3:29
    Daar hebben onze collega's
  • 3:29 - 3:34
    kleine deeltjes van het hersenweefsel
    in beeld gebracht.
  • 3:34 - 3:38
    Het volledige monster is ongeveer
    één kubieke millimeter groot.
  • 3:38 - 3:40
    En dit is een heel klein stukje daarvan.
  • 3:40 - 3:43
    Het staafje links
    is ongeveer één micron groot.
  • 3:43 - 3:45
    Deze structuren hier, zijn mitochondriën.
  • 3:45 - 3:47
    Ze zijn zowat de grootte van een bacterie.
  • 3:47 - 3:49
    En dit zijn de volgende plakken
  • 3:49 - 3:52
    in dit zeer kleine blokje weefsel.
  • 3:52 - 3:55
    Om even te vergelijken...
  • 3:55 - 3:58
    De doorsnede van een haar is gemiddeld
    zo'n honderd micron.
  • 3:58 - 4:00
    Dit is dus veel, veel kleiner
  • 4:00 - 4:02
    dan één enkel haartje.
  • 4:02 - 4:06
    Uit deze reeksen elektro-
    microscopische beelden
  • 4:06 - 4:11
    kunnen we 3D-modellen maken van neuronen,
    die er dan als volgt uitzien:
  • 4:11 - 4:14
    ze zijn gemaakt in dezelfde stijl
    als Ramón y Cajals tekeningen.
  • 4:14 - 4:16
    Je ziet maar een paar neuronen,
  • 4:16 - 4:19
    anders zou het zo druk worden
    dat je niets meer ziet.
  • 4:19 - 4:20
    Het zou zo opeengepakt zijn,
  • 4:20 - 4:21
    vol van structuren,
  • 4:21 - 4:24
    bekabeling die de neuronen
    met elkaar verbindt.
  • 4:25 - 4:28
    Ramón y Cajal was zijn tijd wat vooruit
  • 4:28 - 4:31
    en de vooruitgang van onze kennis
    van de hersenen
  • 4:31 - 4:33
    evolueerde maar traag
    in de volgende decennia.
  • 4:33 - 4:36
    Maar we wisten dat neuronen
    elektriciteit gebruikten.
  • 4:36 - 4:39
    Tegen WO II was onze technologie
    geavanceerd genoeg
  • 4:39 - 4:42
    om met elektriciteit te experimenteren
    op levende neuronen,
  • 4:42 - 4:44
    om beter te begrijpen hoe ze functioneren.
  • 4:45 - 4:49
    In diezelfde periode werd
    de computer uitgevonden.
  • 4:49 - 4:52
    Computers zijn gebaseerd op het idee
    dat het brein moduleerbaar is.
  • 4:52 - 4:55
    De 'intelligente machine',
    in termen van Alan Turing,
  • 4:55 - 4:57
    een grondlegger
    van de computerwetenschap.
  • 4:58 - 5:03
    Warren McCulloch en Walter Pitts
    bestudeerden Ramón y Cayals tekening
  • 5:03 - 5:04
    van de visuele cortex,
  • 5:04 - 5:05
    die je hier ziet.
  • 5:06 - 5:10
    De cortex verwerkt de beelden
    die binnenkomen via het oog.
  • 5:10 - 5:14
    Het zag er volgens hen uit
    als een schakelschema.
  • 5:14 - 5:18
    Het schakelschema van McCullough
    en Pitt bevat veel details
  • 5:18 - 5:20
    die niet helemaal kloppen.
  • 5:20 - 5:21
    Maar het basisidee
  • 5:21 - 5:25
    dat de visuele cortex werkt
    als een reeks computeronderdelen
  • 5:25 - 5:28
    die informatie doorgeven
    van één niveau naar het andere
  • 5:28 - 5:29
    is in essentie correct.
  • 5:29 - 5:32
    Laat me het even hebben
  • 5:32 - 5:36
    over wat een model dat visuele info
    wil verwerken moet kunnen doen.
  • 5:36 - 5:39
    De kerntaak van perceptie
  • 5:39 - 5:43
    is om naar een afbeelding
    te kijken en te zeggen:
  • 5:43 - 5:44
    "Dat is een vogel."
  • 5:44 - 5:47
    Dat is zeer eenvoudig voor onze hersenen,
  • 5:47 - 5:51
    maar je moet begrijpen
    dat tot voor enkele jaren geleden,
  • 5:51 - 5:54
    dit vrijwel onmogelijk was
    voor een computer.
  • 5:54 - 5:56
    Binnen het klassieke computermodel
  • 5:56 - 5:58
    is dat geen eenvoudige taak.
  • 5:59 - 6:02
    Wat gebeurt er nu tussen de pixels,
  • 6:02 - 6:06
    de afbeelding van een vogel,
    en het woord 'vogel'?
  • 6:06 - 6:09
    Een reeks neuronen zijn
    met elkaar verbonden
  • 6:09 - 6:10
    in een neuraal netwerk,
  • 6:10 - 6:11
    zoals op deze schets hier.
  • 6:11 - 6:15
    Dit neuraal netwerk kan biologisch zijn,
    binnen onze visuele cortex,
  • 6:15 - 6:17
    maar tegenwoordig zijn we in staat
  • 6:17 - 6:19
    om neurale netwerken
    na te maken op de computer.
  • 6:20 - 6:22
    Ik zal jullie laten zien
    hoe dat eruitziet.
  • 6:22 - 6:26
    De pixels kan je zien
    als de eerste laag neuronen.
  • 6:26 - 6:28
    Hier zie je in feite
    de werking van het oog.
  • 6:28 - 6:30
    Dat zijn de neuronen
    in het netvlies.
  • 6:30 - 6:31
    Deze geven hun informatie door
  • 6:31 - 6:35
    naar de volgende lagen neuronen.
  • 6:35 - 6:38
    Ze zijn verbonden met zenuwknopen
    van verschillende groottes.
  • 6:38 - 6:39
    Het gedrag van dit netwerk
  • 6:39 - 6:42
    wordt gekenmerkt door de kracht
    van al deze zenuwknopen.
  • 6:42 - 6:46
    Zij bepalen de computationele
    eigenschappen van dat netwerk.
  • 6:46 - 6:47
    Op het einde van de rit
  • 6:47 - 6:50
    is er een neuron,
    of een kleine groep neuronen
  • 6:50 - 6:52
    die oplichten en zeggen: "Vogel."
  • 6:52 - 6:55
    Ik wil nu deze drie dingen,
  • 6:55 - 7:00
    de pixels en de synaps
    van het neuronennetwerk, of de input,
  • 7:00 - 7:01
    en de vogel, of de output,
  • 7:01 - 7:04
    voorstellen door de variabelen x, w en y.
  • 7:05 - 7:07
    Er zit misschien wel een miljoen x'en,
  • 7:07 - 7:09
    of pixels, in deze afbeelding.
  • 7:09 - 7:11
    En een miljard, of triljard w's.
  • 7:11 - 7:15
    Ze vertegenwoordigen al de zenuwknopen
    in het neurale netwerk.
  • 7:15 - 7:16
    En er zijn maar een klein aantal y's,
  • 7:16 - 7:18
    of output van het netwerk.
  • 7:18 - 7:21
    Het woord 'vogel' telt
    slechts vijf letters, niet?
  • 7:21 - 7:25
    Laten we het even voorstellen
    als een simpele formule:
  • 7:25 - 7:27
    x 'maal' w is gelijk aan y.
  • 7:27 - 7:29
    'Maal' staat tussen aanhalingstekens,
  • 7:29 - 7:31
    want in werkelijkheid
    gebeurt er natuurlijk
  • 7:31 - 7:34
    een hele reeks ingewikkelde
    wiskundige berekeningen.
  • 7:35 - 7:36
    Dat is één vergelijking,
  • 7:36 - 7:38
    met drie variabelen.
  • 7:38 - 7:41
    We weten allemaal dat als je
    over twee variabelen beschikt
  • 7:41 - 7:45
    je de derde variabele kan achterhalen.
  • 7:45 - 7:49
    Dus het proces van gevolgtrekking,
  • 7:49 - 7:51
    het uit de afbeelding
    afleiden dat dit een vogel is,
  • 7:51 - 7:53
    is als volgt:
  • 7:53 - 7:56
    wanneer de y de onbekende is
    en de w en x allebei gekend.
  • 7:56 - 7:59
    Je hebt de neuronennetwerken en de pixels.
  • 7:59 - 8:01
    Je kunt zien dat dit probleem
    relatief eenvoudig is.
  • 8:01 - 8:04
    Je vermenigvuldigt twee met drie en klaar.
  • 8:05 - 8:08
    Ik toon jullie nu een netwerk neuronen
    dat we gebouwd hebben
  • 8:08 - 8:10
    om dit op te lossen.
  • 8:10 - 8:12
    Dit werkt realtime
    op een mobiele telefoon.
  • 8:13 - 8:16
    Dat is op zich natuurlijk
    al verbazingwekkend,
  • 8:16 - 8:19
    dat een telefoon zoveel miljarden
    en biljarden bewerkingen kan uitvoeren
  • 8:19 - 8:21
    per seconde.
  • 8:21 - 8:22
    Jullie zien hier een telefoon
  • 8:22 - 8:26
    waarop een reeks afbeeldingen
    verschijnen van vogels.
  • 8:26 - 8:29
    Hij herkent ze niet alleen als vogels,
  • 8:29 - 8:32
    maar hij kan ook de soort identificeren
    met dit type netwerk.
  • 8:33 - 8:35
    In die afbeelding
  • 8:35 - 8:39
    waren de x en de w gekend
    en was de y de onbekende.
  • 8:39 - 8:41
    Ik sla het ingewikkeldste
    deel over, natuurlijk,
  • 8:41 - 8:45
    namelijk, hoe achterhalen we de w,
  • 8:45 - 8:47
    de hersenen die tot dit alles
    in staat zijn?
  • 8:47 - 8:49
    Hoe hebben we ooit zo'n model aangeleerd?
  • 8:49 - 8:53
    Dit leerproces,
    waarbij we de w willen oplossen,
  • 8:53 - 8:55
    als we dit in een eenvoudige
    vergelijking gieten,
  • 8:55 - 8:57
    waarbij we getallen gebruiken,
  • 8:57 - 9:00
    weten we wat we moeten doen:
    6 is gelijk aan 2 maal w.
  • 9:00 - 9:03
    We delen 6 door 2 en het zit erop.
  • 9:04 - 9:06
    Het probleem zit 'm bij deze bewerking.
  • 9:07 - 9:08
    Deling...
  • 9:08 - 9:11
    We gebruiken deling, want dat is
    het omgekeerde van vermenigvuldiging.
  • 9:11 - 9:13
    Maar zoals ik zopas zei,
  • 9:13 - 9:15
    klopt de vermenigvuldiging hier niet echt.
  • 9:15 - 9:18
    Dit is een zeer gecompliceerde,
    zeer non-lineaire bewerking,
  • 9:18 - 9:20
    die niet omgekeerd kan worden.
  • 9:20 - 9:23
    We moeten een manier vinden
    om die vergelijking op te lossen,
  • 9:23 - 9:25
    zonder te moeten delen.
  • 9:25 - 9:28
    We doen dit op een zeer eenvoudige manier.
  • 9:28 - 9:30
    We spelen wat met de algebra
  • 9:30 - 9:33
    en verplaatsen de 6
    naar de rechterkant van de vergelijking.
  • 9:33 - 9:35
    We vermenigvuldigen nog steeds.
  • 9:36 - 9:39
    Maar laten we die nul de foutmarge noemen.
  • 9:39 - 9:42
    Met andere woorden,
    als we de w juist oplossen,
  • 9:42 - 9:43
    dan zal die marge nul bedragen.
  • 9:43 - 9:45
    En als de oplossing niet klopt,
  • 9:45 - 9:47
    dan zal de marge groter zijn dan nul.
  • 9:47 - 9:51
    Nu kunnen we beginnen te gokken en
    de foutmarge zo klein mogelijk maken,
  • 9:51 - 9:53
    daar zijn computers zeer goed in.
  • 9:53 - 9:54
    Laten we eens gokken:
  • 9:54 - 9:55
    w = 0 misschien?
  • 9:55 - 9:56
    Dan zou de marge 6 bedragen.
  • 9:56 - 9:59
    En als w gelijk zou zijn aan 1,
    dan zou de marge 4 zijn.
  • 9:59 - 10:01
    De computer kan blijven raden
  • 10:01 - 10:04
    en de foutmarge tot bijna nul reduceren.
  • 10:04 - 10:07
    En ondertussen komt hij
    steeds dichter bij w.
  • 10:07 - 10:11
    Hij raakt nooit helemaal tot bij w,
    maar na zo'n twaalf stappen
  • 10:11 - 10:15
    zien we dat w gelijk is aan 2,999
    en dat is precies genoeg.
  • 10:16 - 10:18
    Dat is het leerproces.
  • 10:18 - 10:21
    Vergeet niet wat we hier
    aan het doen zijn.
  • 10:21 - 10:25
    We hebben zeer veel
    van die gekende x'en en y's genomen
  • 10:25 - 10:29
    en daar de w in het midden
    mee achterhaald door een iteratief proces.
  • 10:29 - 10:32
    Wij leren op precies dezelfde manier.
  • 10:32 - 10:35
    Als baby hebben we zeer veel afbeeldingen.
  • 10:35 - 10:37
    Ze vertellen ons: "Dit is een vogel.
    Dat is geen vogel."
  • 10:38 - 10:40
    Wanneer we de bewerking
    eindeloos herhalen
  • 10:40 - 10:43
    kunnen we de w achterhalen
    voor deze zenuwverbindingen.
  • 10:43 - 10:48
    Nu hebben we naar de x en w
    gekeken om de y te achterhalen.
  • 10:48 - 10:49
    Dat is alledaagse, snelle waarneming.
  • 10:49 - 10:51
    Nu willen we weten hoeveel w is.
  • 10:51 - 10:53
    Da's veel moeilijker,
    want dat is leren.
  • 10:53 - 10:56
    Om de foutenmarge te beperken,
    hebben we veel voorbeelden nodig.
  • 10:56 - 11:00
    Zo'n jaar geleden besloot iemand
    van ons team, Alex Mordvintsev,
  • 11:00 - 11:04
    om eens te kijken wat er zou gebeuren
    als we de x probeerden op te lossen
  • 11:04 - 11:06
    als we de w en de y zouden kennen.
  • 11:06 - 11:07
    Met andere woorden,
  • 11:07 - 11:09
    je weet dat het een vogel is
  • 11:09 - 11:12
    en je netwerk zenuwcellen
    kunnen al vogels herkennen.
  • 11:12 - 11:14
    Maar wat is nu
    een afbeelding van een vogel?
  • 11:15 - 11:20
    Blijkbaar kan je met dezelfde
    foutenminimalisatie-procedure,
  • 11:20 - 11:24
    gebruik makend van het netwerk
    dat vogels kan herkennen,
  • 11:24 - 11:27
    het volgende resultaat krijgen ...
  • 11:30 - 11:32
    een afbeelding van vogels.
  • 11:33 - 11:37
    Deze afbeelding van vogels is volledig
    gegenereerd door een neuraal netwerk
  • 11:37 - 11:38
    dat vogels kon herkennen,
  • 11:38 - 11:42
    door simpelweg naar de x te zoeken
    in plaats van naar de y
  • 11:42 - 11:44
    en dat dan eindeloos te herhalen.
  • 11:44 - 11:46
    Dit is nog een leuk voorbeeld.
  • 11:46 - 11:49
    Dit is het werk
    van Mike Tyka in onze groep.
  • 11:49 - 11:51
    Hij noemt het 'Animal Parade'.
  • 11:51 - 11:54
    Het doet me wat denken
    aan William Kentridges' schilderijen.
  • 11:54 - 11:57
    Hij maakt schetsen en veegt ze uit,
  • 11:57 - 11:59
    altijd maar opnieuw,
    en zo creëert hij een film.
  • 11:59 - 12:01
    In dit geval probeert Mike
  • 12:01 - 12:04
    de y te laten variëren over de ruimte
    van de verschillende dieren
  • 12:04 - 12:07
    in een netwerk dat dieren
    van elkaar kan onderscheiden.
  • 12:07 - 12:11
    En dan krijg je zo'n Escher-achtige
    overgang van het ene dier in het andere.
  • 12:14 - 12:19
    Hier hebben hij en Alex geprobeerd
    om de y's terug te brengen
  • 12:19 - 12:22
    tot een tweedimensionale ruimte.
  • 12:22 - 12:25
    De uitkomst daarvan was een kaart
    met daarop de ruimte van alle dingen
  • 12:25 - 12:27
    die dit netwerk kon herkennen.
  • 12:27 - 12:29
    Bij dit soort synthese
  • 12:29 - 12:31
    of beeldweergave
    over die hele oppervlakte,
  • 12:31 - 12:33
    waarbij de y varieert
    over het oppervlak,
  • 12:33 - 12:37
    creëer je een visuele kaart
    van alles wat het netwerk herkent.
  • 12:37 - 12:40
    Alle dieren staan hierop aangeduid.
    Dat daar is een gordeldier.
  • 12:41 - 12:43
    Dit werkt ook met andere netwerken.
  • 12:43 - 12:46
    Dit netwerk is ontwikkeld
    om gezichten te herkennen,
  • 12:46 - 12:48
    om gezichten van elkaar te onderscheiden.
  • 12:48 - 12:52
    Hier hebben we de y ingevoerd
    die mij vertegenwoordigt.
  • 12:52 - 12:53
    Het zijn mijn gezichtsparameters.
  • 12:53 - 12:55
    Als dit systeem naar x gaat zoeken,
  • 12:55 - 12:58
    genereert het een absurd,
  • 12:58 - 13:02
    nogal kubistisch, surreëel
    en psychedelisch beeld van mij,
  • 13:02 - 13:04
    vanuit verschillende perspectieven.
  • 13:04 - 13:07
    Je ziet hier verschillende
    perspectieven tegelijkertijd,
  • 13:07 - 13:10
    omdat ons netwerk zo ontworpen is
    dat het de dubbelzinnigheid tegengaat
  • 13:10 - 13:13
    van de verschillende mogelijke poses
  • 13:13 - 13:16
    of de verschillende
    mogelijke belichtingen.
  • 13:16 - 13:18
    Als je zo'n reconstructie uitvoert
  • 13:18 - 13:21
    en je geen afbeelding of statistieken
  • 13:21 - 13:22
    als richtlijnen gebruikt,
  • 13:22 - 13:26
    dan krijg je een samenraapsel
    van 'n heleboel perspectieven,
  • 13:26 - 13:27
    want het is ambigue.
  • 13:28 - 13:32
    Dit is het resultaat wanneer Alex
    zijn eigen gezicht gebruikt als richtlijn
  • 13:32 - 13:35
    tijdens het optimalisatieproces
    om mijn gezicht te reconstrueren.
  • 13:36 - 13:39
    Je ziet dat het niet perfect is.
  • 13:39 - 13:40
    We hebben nog wat werk voor de boeg
  • 13:40 - 13:43
    om het optimalisatieproces
    te optimaliseren.
  • 13:43 - 13:46
    Maar je krijgt toch iets
    wat meer lijkt op een gezicht,
  • 13:46 - 13:48
    met mijn gezicht als richtlijn.
  • 13:49 - 13:51
    Je hoeft niet meer te beginnen
    met een wit doek,
  • 13:51 - 13:53
    of met 'witte ruis'.
  • 13:53 - 13:54
    Wanneer je naar x zoekt,
  • 13:54 - 13:58
    kan je beginnen met een x
    die op zich al een afbeelding is.
  • 13:58 - 14:00
    Dat toont de volgende demo.
  • 14:00 - 14:03
    Dit is een netwerk dat ontworpen is
  • 14:03 - 14:06
    om allerlei verschillende
    voorwerpen te categoriseren,
  • 14:06 - 14:08
    zoals kunstmatige structuren, dieren...
  • 14:08 - 14:10
    We vertrokken hier gewoon
    van een afbeelding van wolken.
  • 14:10 - 14:13
    Terwijl we het beeld optimaliseren,
  • 14:13 - 14:17
    probeert het netwerk te bepalen
    wat het kan zien in de wolken.
  • 14:17 - 14:19
    Hoe langer je hier naar kijkt,
  • 14:19 - 14:22
    hoe meer je ook gaat zien in deze wolken.
  • 14:23 - 14:26
    Je kunt er ook hallucinaties
    van het gezichtsnetwerk in verwerken.
  • 14:26 - 14:28
    Dat levert ook gekke beelden op.
  • 14:28 - 14:29
    (Gelach)
  • 14:30 - 14:33
    Mike heeft nog enkele
    andere experimenten uitgevoerd,
  • 14:33 - 14:37
    waarbij hij de afbeelding
    van de wolken neemt,
  • 14:37 - 14:41
    een hallucinatie toevoegt, inzoomt,
    weer 'n hallucinatie toevoegt, inzoomt.
  • 14:41 - 14:42
    Op deze manier
  • 14:42 - 14:45
    krijg je een soort
    dissociatieve vlucht, denk ik,
  • 14:46 - 14:49
    of een soort vrije associatie,
  • 14:49 - 14:51
    waarin het netwerk
    haar eigen staart opeet.
  • 14:51 - 14:55
    Iedere afbeelding is de basis voor...
  • 14:55 - 14:56
    "Wat zie ik hierna?"
  • 14:56 - 15:00
    "En wat daarna? En wat daarna?"
  • 15:00 - 15:02
    Ik heb dit voor het eerst getoond
  • 15:02 - 15:08
    aan een groep in Seattle
    bij een lezing, genaamd 'Hoger Onderwijs'.
  • 15:08 - 15:10
    Marihuana was toen
    nog maar net gelegaliseerd.
  • 15:10 - 15:13
    (Gelach)
  • 15:15 - 15:17
    Ik zou snel willen afsluiten
  • 15:17 - 15:21
    door te zeggen dat deze technologie
    geen grenzen kent.
  • 15:21 - 15:25
    Ik heb enkel visuele voorbeelden getoond,
    omdat die leuk zijn om naar te kijken.
  • 15:25 - 15:27
    Maar de technologie is niet enkel visueel.
  • 15:27 - 15:29
    Ross Goodwin, een medewerker van ons,
  • 15:29 - 15:33
    heeft enkele experimenten gedaan
    waarbij hij foto's nam met een camera
  • 15:33 - 15:37
    en die dan gebruikte om een gedicht
    mee te schrijven, met z'n computer,
  • 15:37 - 15:39
    op basis van de inhoud van de afbeelding.
  • 15:39 - 15:42
    Dat poëzienetwerk werd getraind
  • 15:42 - 15:44
    op een groot corpus gedichten
    uit de 20e eeuw.
  • 15:44 - 15:46
    En de gedichten zijn, weet je,
  • 15:46 - 15:48
    al bij al niet slecht, denk ik.
  • 15:48 - 15:49
    (Gelach)
  • 15:49 - 15:50
    Om af te sluiten...
  • 15:50 - 15:53
    Ik denk dat Michelangelo
  • 15:53 - 15:54
    het bij het rechte eind had.
  • 15:54 - 15:57
    Waarneming en creativiteit zijn
    zeer nauw met elkaar verbonden.
  • 15:58 - 16:00
    We hebben zopas gezien
    dat neurale netwerken
  • 16:00 - 16:03
    die getraind zijn om keuzes te maken
  • 16:03 - 16:05
    of om dingen in de wereld te herkennen,
  • 16:05 - 16:08
    ook andersom kunnen werken
    en kunst voortbrengen.
  • 16:08 - 16:10
    Dit doet mij afleiden
  • 16:10 - 16:11
    dat Michelangelo
  • 16:11 - 16:15
    de kunstwerken kon zien
    uit massieve blokken steen,
  • 16:15 - 16:18
    maar ook dat eender welk wezen,
    van eender welke planeet
  • 16:18 - 16:22
    die in staat is om waar te nemen
  • 16:22 - 16:24
    ook in staat is om te creëren.
  • 16:24 - 16:27
    Want in beide gevallen wordt exact
    hetzelfde mechanisme gebruikt.
  • 16:27 - 16:30
    Ik ben er ook van overtuigd
    dat waarneming en creativiteit
  • 16:30 - 16:33
    helemaal niet uniek zijn aan mensen.
  • 16:33 - 16:36
    Onze computermodellen
    kunnen deze dingen ook al.
  • 16:36 - 16:40
    En dat zou niet mogen verrassen,
    ons brein is immers computationeel.
  • 16:40 - 16:41
    En ten slotte...
  • 16:41 - 16:46
    Computertechnologie begon als een manier
    om intelligente machines te ontwikkelen.
  • 16:46 - 16:48
    Het was gebaseerd op het idee
  • 16:48 - 16:51
    dat machines intelligent
    gemaakt konden worden.
  • 16:52 - 16:55
    We beginnen nu eindelijk
    enkele van de beloftes waar te maken
  • 16:55 - 16:56
    van vroege pioniers,
  • 16:56 - 16:58
    zoals Turing en von Neuman,
  • 16:58 - 17:00
    en McCulloch en Pitts.
  • 17:00 - 17:04
    Ik denk dat het bij computers
    niet enkel draait om berekeningen,
  • 17:04 - 17:06
    of 'Candy Crush' of andere spelletjes.
  • 17:06 - 17:09
    We hebben ze steeds vormgegeven
    volgens onze hersenen.
  • 17:09 - 17:12
    Ze geven ons de mogelijkheid
    om onze hersenen beter te begrijpen
  • 17:12 - 17:15
    en om onze capaciteiten uit te breiden.
  • 17:15 - 17:16
    Dankjewel.
  • 17:16 - 17:22
    (Applaus)
Title:
Hoe computers leren creatief te zijn
Speaker:
Blaise Agüera y Arcas
Description:

We staan voor een nieuwe ontwikkeling in de kunst en creativiteit en het is niet menselijk. Blaise Agüera y Arcas, staat aan het hoofd van een team wetenschappers bij Google. Hij werkt met diepliggende neurale netwerken voor machineperceptie en gedistribueerd leren. In deze fascinerende demonstratie toont hij hoe neuronennetwerken geoefend kunnen worden om afbeeldingen te herkennen, en andersom ook afbeeldingen kunnen genereren. De resultaten zijn spectaculaire en hallucinogene collages (en gedichten!) die niet onder één vakje onder te brengen zijn. "Waarneming en creativiteit zijn zeer nauw met elkaar verbonden", zegt Agüera y Arcas. "Alle wezens die in staat zijn waar te nemen, zijn ook in staat om te creëren".

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TEDTalks
Duration:
17:34

Dutch subtitles

Revisions