Return to Video

Hoe we gewassen kunnen laten overleven zonder water

  • 0:01 - 0:05
    Ik denk dat het geheim van het kweken
    van zeer droogte-tolerant gewas
  • 0:05 - 0:08
    dat wellicht voor
    voedselzekerheid kan zorgen,
  • 0:08 - 0:11
    in opstandingsplanten zit.
  • 0:11 - 0:14
    Die zie je hier in extreem droge toestand.
  • 0:14 - 0:17
    Je zou kunnen denken
    dat deze planten dood zijn,
  • 0:17 - 0:18
    maar dat is niet zo.
  • 0:18 - 0:20
    Als je ze water geeft,
  • 0:20 - 0:25
    richten ze zich weer op
    en gaan groeien binnen 12 tot 48 uur.
  • 0:26 - 0:30
    Waarom denk ik dat het kweken
    van droogte-tolerant gewas
  • 0:30 - 0:33
    voedselzekerheid zou kunnen opleveren?
  • 0:33 - 0:37
    De wereldbevolking is zo'n 7 miljard.
  • 0:37 - 0:39
    Men voorspelt dat deze rond 2050
  • 0:39 - 0:42
    zo'n 9 tot 10 miljard is,
  • 0:42 - 0:46
    met de sterkste groei in Afrika.
  • 0:46 - 0:49
    De voedsel- en agrarische organisaties
    hebben voorspeld
  • 0:49 - 0:51
    dat er 70 procent groei nodig is
  • 0:51 - 0:54
    van de huidige agrarische productie
  • 0:54 - 0:56
    om in die vraag te voorzien.
  • 0:56 - 0:58
    Planten staan aan de basis
    van de voedselketen
  • 0:58 - 1:01
    dus zal het grootste aandeel
    moeten komen van planten.
  • 1:01 - 1:04
    In die 70 procent
    zijn de mogelijke gevolgen
  • 1:04 - 1:08
    van de klimaatverandering
    nog niet opgenomen.
  • 1:08 - 1:13
    Dit komt uit een onderzoek door Dai,
    gepubliceerd in 2011,
  • 1:13 - 1:18
    waarin hij alle mogelijke effecten
    van klimaatverandering meenam,
  • 1:18 - 1:24
    zoals de toegenomen dorheid
    door gebrek aan regen.
  • 1:24 - 1:26
    Deze rode plekken zijn gebieden
  • 1:26 - 1:31
    waar tot voor kort met succes
    aan landbouw werd gedaan,
  • 1:31 - 1:35
    maar nu niet meer
    vanwege gebrek aan regen.
  • 1:35 - 1:39
    Dit is de voorspelling voor 2050.
  • 1:39 - 1:40
    Een groot deel van Afrika,
  • 1:40 - 1:43
    in feite van de wereld, komt in gevaar.
  • 1:43 - 1:47
    We moeten slimme manieren bedenken
    om voedsel te produceren.
  • 1:47 - 1:50
    Liefst ook met
    droogte-tolerante gewassen.
  • 1:50 - 1:52
    Je moet ook onthouden over Afrika,
  • 1:52 - 1:56
    dat de meeste landbouw
    er afhankelijk is van regen.
  • 1:56 - 2:00
    Droogte-tolerant gewas kweken
    is niet zo makkelijk.
  • 2:00 - 2:02
    Dat komt door het water.
  • 2:02 - 2:05
    Water is van levensbelang op deze planeet.
  • 2:05 - 2:09
    Alle levende organismen met stofwisseling,
  • 2:09 - 2:11
    van microben tot jij en ik,
  • 2:11 - 2:14
    zijn voornamelijk samengesteld uit water.
  • 2:14 - 2:16
    Bij alle biologische processen
    is water nodig.
  • 2:16 - 2:19
    Verlies van de minste hoeveelheid water
    veroorzaakt de dood.
  • 2:19 - 2:21
    Jij en ik zijn voor 65 procent water --
  • 2:21 - 2:24
    een procent minder en we gaan dood.
  • 2:24 - 2:28
    We kunnen ons wel aanpassen
    om dat te voorkomen.
  • 2:28 - 2:30
    Planten kunnen dat niet.
  • 2:30 - 2:31
    Ze zitten vast in de grond.
  • 2:31 - 2:34
    In eerste instantie hebben ze
    iets meer water dan wij,
  • 2:34 - 2:36
    ongeveer 95 procent,
  • 2:36 - 2:38
    en ze kunnen iets meer verliezen dan wij,
  • 2:38 - 2:41
    zo'n 10 tot 70 procent,
    afhankelijk van welke soort,
  • 2:42 - 2:44
    maar slechts korte tijd.
  • 2:45 - 2:49
    De meeste zullen proberen de droogte
    te weerstaan of verlies te vermijden.
  • 2:49 - 2:53
    Extreme voorbeelden van zulke bikkels
    vind je onder de vetplanten.
  • 2:53 - 2:56
    Ze zijn vaak klein en aantrekkelijk,
  • 2:56 - 2:58
    maar ze houden water zó goed vast
  • 2:58 - 3:01
    dat ze extreem langzaam groeien.
  • 3:01 - 3:06
    Het beperken van waterverlies
    zie je bij sommige bomen en struiken.
  • 3:06 - 3:08
    Hun wortels groeien erg diep,
  • 3:08 - 3:09
    waar ze onderaards water vinden
  • 3:09 - 3:12
    en zich daarmee steeds blijven spoelen,
  • 3:12 - 3:14
    om zo vochtig te blijven.
  • 3:14 - 3:16
    Aan de rechterkant zie je de baobab.
  • 3:16 - 3:18
    Ook wel de onderstebovenboom genoemd,
  • 3:18 - 3:22
    omdat ze zoveel meer
    wortels dan takken hebben,
  • 3:22 - 3:24
    dat het lijkt of de boom
    omgekeerd is geplant.
  • 3:24 - 3:29
    De wortels zijn natuurlijk nodig
    voor de watervoorziening.
  • 3:29 - 3:34
    De meestgebruikte strategie
    tegen waterverlies vind je bij eenjarigen.
  • 3:34 - 3:37
    Eenjarigen maken het grootste deel uit
    van ons plantaardige voedsel.
  • 3:37 - 3:39
    Aan de westkust van mijn land
  • 3:39 - 3:42
    zie je het grootste deel van het jaar
    niet veel vegetatie.
  • 3:42 - 3:45
    Maar als de voorjaarsregen
    komt, krijg je dit:
  • 3:45 - 3:47
    een bloeiende woestijn.
  • 3:47 - 3:49
    De strategie van eenjarigen
  • 3:49 - 3:52
    is dat ze alleen
    in het regenseizoen groeien.
  • 3:52 - 3:54
    Aan het eind van dat seizoen
    produceren ze zaad
  • 3:54 - 3:57
    dat droog is, acht tot tien procent water,
  • 3:57 - 3:59
    maar het leeft wel.
  • 3:59 - 4:02
    En alles wat zo droog is, maar wel leeft,
  • 4:02 - 4:04
    noemen we verdrogingstolerant.
  • 4:04 - 4:05
    In verdroogde toestand,
  • 4:05 - 4:08
    kunnen de zaden
    in extreme omgevingen liggen
  • 4:08 - 4:10
    gedurende langere tijd.
  • 4:10 - 4:12
    Als het regenseizoen dan komt,
  • 4:12 - 4:13
    ontkiemen ze en groeien,
  • 4:13 - 4:16
    en start de hele kringloop opnieuw.
  • 4:16 - 4:20
    Het wordt algemeen verondersteld dat de
    evolutie van verdrogingstolerante zaden
  • 4:20 - 4:22
    kolonisatie en verspreiding
    mogelijk maakten
  • 4:22 - 4:26
    van bloeiende planten
    of bedektzadigen op land.
  • 4:27 - 4:31
    Terug naar de eenjarigen,
    als belangrijkste voedselleverancier.
  • 4:31 - 4:36
    Graan, rijst en mais vormen 95 procent
    van ons plantaardige voedsel.
  • 4:36 - 4:38
    Het is een goede strategie
  • 4:38 - 4:41
    want in korte tijd
    kan je veel zaad produceren.
  • 4:41 - 4:44
    Rijk aan energie,
    dus met veel calorieën erin.
  • 4:44 - 4:48
    Je kan het opslaan bij overvloed
    voor tijden met hongersnood,
  • 4:48 - 4:50
    maar er is een schaduwzijde.
  • 4:50 - 4:52
    De plantaardige weefsels,
  • 4:52 - 4:54
    wortels en bladeren van eenjarigen,
  • 4:54 - 5:00
    hebben maar weinig aangeboren weerstand-,
    vermijdings- of tolerantie-eigenschappen.
  • 5:00 - 5:01
    Die hebben ze niet nodig.
  • 5:01 - 5:02
    Ze groeien in het regenseizoen
  • 5:02 - 5:06
    en ze hebben zaad
    om de rest van het jaar te overleven.
  • 5:06 - 5:08
    Ondanks gezamenlijke pogingen
    in de landbouw
  • 5:08 - 5:11
    om gewassen te kweken
    met verbeterde eigenschappen
  • 5:11 - 5:13
    qua weerstand, vermijding
    en tolerantie,
  • 5:13 - 5:15
    vooral weerstand en vermijding
  • 5:15 - 5:18
    omdat we goede modellen hebben
    van de werking --
  • 5:18 - 5:20
    krijgen we nog steeds plaatjes als deze.
  • 5:20 - 5:22
    Mais in Afrika,
  • 5:22 - 5:23
    twee weken geen regen
  • 5:23 - 5:25
    en het is dood.
  • 5:25 - 5:27
    Er is een oplossing:
  • 5:27 - 5:29
    opstandingsplanten.
  • 5:29 - 5:33
    Deze planten kunnen 95 procent water
    uit hun cellen verliezen,
  • 5:33 - 5:37
    maanden tot jaren in droge,
    bijna-dode toestand leven.
  • 5:37 - 5:39
    Zodra ze water krijgen,
  • 5:39 - 5:41
    worden ze groen en gaan weer groeien.
  • 5:41 - 5:45
    Net als zaden zijn ze verdrogingstolerant.
  • 5:45 - 5:50
    Ze kunnen net als zaden
    tegen extreme omstandigheden.
  • 5:50 - 5:52
    Dat is een erg zeldzaam fenomeen.
  • 5:52 - 5:56
    Er zijn maar 135 soorten
    bloeiende planten die dat kunnen.
  • 5:56 - 5:58
    Ik laat je een filmpje zien
  • 5:58 - 6:00
    van het opstandingsproces
    van deze drie soorten
  • 6:00 - 6:01
    in die volgorde.
  • 6:01 - 6:03
    Beneden staat een tijdas
  • 6:03 - 6:06
    zodat je kunt zien hoe snel het gebeurt.
  • 6:44 - 6:46
    (Applaus)
  • 6:50 - 6:52
    Wat bijzonder, hè?
  • 6:52 - 6:56
    In de afgelopen 21 jaar
    heb ik geprobeerd dat te begrijpen.
  • 6:56 - 6:59
    Hoe drogen die planten uit
    zonder dood te gaan?
  • 6:59 - 7:02
    Ik werk met allerlei soorten
    opstandingsplanten,
  • 7:02 - 7:04
    hier in volgezogen en in droge toestand,
  • 7:04 - 7:06
    vanwege een aantal redenen.
  • 7:06 - 7:09
    Een ervan is dat elke plant
    als model fungeert
  • 7:09 - 7:11
    voor een gewas dat ik
    droogte-tolerant wil maken.
  • 7:11 - 7:16
    Linksboven zie je bijvoorbeeld
    de grassoort Eragrostis nindensis.
  • 7:16 - 7:19
    Een verwante soort, Eragrostis tef,
  • 7:19 - 7:21
    kennen jullie misschien als 'teff'.
  • 7:21 - 7:22
    Het is een basisvoedsel in Ethiopië.
  • 7:22 - 7:24
    Het is glutenvrij,
  • 7:24 - 7:26
    en we willen het droogte-tolerant maken.
  • 7:27 - 7:29
    Een andere reden om
    naar diverse planten te kijken
  • 7:29 - 7:32
    is dat ik, vooral aanvankelijk,
    wilde uitzoeken of ze hetzelfde doen.
  • 7:33 - 7:34
    Gebruiken ze hetzelfde mechanisme
  • 7:34 - 7:37
    om bij dergelijk waterverlies
    niet dood te gaan?
  • 7:37 - 7:40
    Ik gebruikte de systeembiologiebenadering
  • 7:40 - 7:44
    voor een goed begrip
    van verdrogingstolerantie.
  • 7:44 - 7:46
    We bekeken alles van moleculen
  • 7:46 - 7:49
    tot de hele plant
    op ecofysiologisch niveau.
  • 7:49 - 7:51
    We kijken naar veranderingen
    in de anatomie
  • 7:51 - 7:53
    als hij verdroogt, en zijn ultrastructuur.
  • 7:53 - 7:57
    We kijken naar het transcriptoom,
    een term voor een techniek
  • 7:57 - 7:59
    van genen bekijken
    die aan- en uitgaan
  • 7:59 - 8:00
    als reactie op droogte.
  • 8:01 - 8:03
    De meeste genen coderen voor eiwitten.
  • 8:03 - 8:04
    Dus bekijken we het proteoom.
  • 8:04 - 8:07
    Welke eiwitten worden gemaakt
    vanwege droogte?
  • 8:07 - 8:11
    Sommige eiwitten coderen voor enzymen
    die metabolieten maken,
  • 8:11 - 8:13
    dus bekijken we het metaboloom.
  • 8:13 - 8:16
    Dat is belangrijk want planten
    zitten vast in de grond.
  • 8:16 - 8:20
    Ze gebruiken een goed afgestemd
    'scheikundig arsenaal'
  • 8:20 - 8:24
    om zichzelf te beschermen
    tegen alle stress uit hun omgeving.
  • 8:24 - 8:29
    Het is belangrijk dat we kijken naar
    de chemische veranderingen door droogte.
  • 8:29 - 8:31
    In het laatste onderzoek
    op moleculair niveau,
  • 8:31 - 8:32
    bekijken we het lipidoom,
  • 8:32 - 8:35
    de lipide veranderingen door droogte.
  • 8:35 - 8:36
    Dat is ook belangrijk
  • 8:36 - 8:39
    want alle biologische membranen
    zijn gemaakt van lipide.
  • 8:39 - 8:41
    Ze vormen membranen
    omdat ze in water zitten.
  • 8:41 - 8:44
    Zonder water vallen
    de membranen uit elkaar.
  • 8:44 - 8:48
    Lipiden fungeren ook als signalen
    om genen aan te zetten.
  • 8:48 - 8:51
    We gebruiken ook fysiologie-
    en biochemiestudies
  • 8:51 - 8:54
    om de functie van mogelijke
    beschermers te begrijpen
  • 8:54 - 8:57
    die we hebben ontdekt in eerder onderzoek.
  • 8:57 - 8:59
    Hiermee proberen we te begrijpen
  • 8:59 - 9:02
    hoe planten omgaan
    met hun natuurlijke omgeving.
  • 9:03 - 9:08
    Ik ben altijd van mening geweest
    dat ik flink wat kennis nodig had
  • 9:08 - 9:10
    van de werking van verdrogingstolerantie
  • 9:10 - 9:15
    om daarmee een zinvol voorstel te doen
    voor een bioptische toepassing.
  • 9:15 - 9:17
    Ik denk dat sommigen nu denken:
  • 9:17 - 9:21
    "Bedoelt ze daarmee dat ze
    genetisch gemodificeerde gewassen wil?"
  • 9:22 - 9:24
    Het antwoord daarop is:
  • 9:24 - 9:27
    het hangt af van jouw definitie
    van genetische modificatie.
  • 9:27 - 9:30
    Alle gewassen die we eten,
    tarwe, grassen en mais,
  • 9:30 - 9:33
    zijn genetisch erg gemodificeerd
    door hun voorouders,
  • 9:33 - 9:35
    maar dat vinden we geen ggo,
  • 9:35 - 9:38
    omdat ze traditioneel gekweekt zijn.
  • 9:39 - 9:43
    Als je bedoelt of ik
    oprichtingsplantgenen in gewas stop,
  • 9:43 - 9:44
    dan is het antwoord ja.
  • 9:44 - 9:47
    In wezen hebben we dat gedaan.
  • 9:47 - 9:50
    Preciezer: sommige
    van mijn collega's op de UCT
  • 9:50 - 9:52
    Jennifer Thomson, Suhail Rafudeen,
  • 9:52 - 9:53
    leidden die aanpak
  • 9:53 - 9:56
    en ik zal zo wat gegevens laten zien.
  • 9:57 - 10:01
    Maar we staan op het punt om
    een ambitieuze aanpak te beginnen,
  • 10:01 - 10:05
    waarin we hele rijen genen
    willen aanzetten
  • 10:05 - 10:07
    die al in elk gewas zitten.
  • 10:07 - 10:11
    Ze zijn alleen nog nooit aangezet
    in extreem droge omstandigheden.
  • 10:11 - 10:12
    Ik laat je zelf beslissen
  • 10:12 - 10:15
    of dat ggo moet heten of niet.
  • 10:15 - 10:18
    Ik geef je nu wat gegevens
    van die eerste benadering.
  • 10:18 - 10:21
    Om dat te doen moet ik wat uitleggen
  • 10:21 - 10:23
    over de werking van genen.
  • 10:23 - 10:24
    Je weet waarschijnlijk
  • 10:24 - 10:26
    dat genen zijn gemaakt van gedraaid DNA.
  • 10:26 - 10:28
    Het is strak opgewonden als chromosomen
  • 10:28 - 10:32
    die in elke cel zitten
    van mensen en planten.
  • 10:32 - 10:36
    Als je DNA ontrafelt, krijg je genen.
  • 10:36 - 10:38
    En elk gen heeft een promotor,
  • 10:38 - 10:41
    wat eigenlijk een aan/uitknop is,
  • 10:41 - 10:42
    het genencodeergebied
  • 10:42 - 10:44
    en een afsluiter die aangeeft
  • 10:44 - 10:48
    waar het einde van het gen is
    en waar een nieuw gen begint.
  • 10:48 - 10:51
    Die promotors zijn niet
    gewoon aan-uitknoppen.
  • 10:51 - 10:53
    Ze moeten meestal goed afgesteld worden.
  • 10:53 - 10:58
    Veel moet aanwezig en in orde zijn
    voordat het gen aangaat.
  • 10:58 - 11:00
    In biotechnologie-onderzoek
  • 11:00 - 11:03
    gebruikt men doorgaans
    een induceerbare promotor,
  • 11:03 - 11:05
    waarvan we weten hoe hij aan moet.
  • 11:05 - 11:07
    We koppelen dat aan belangrijke genen
  • 11:07 - 11:10
    en stoppen die in een plant
    en kijken hoe die reageert.
  • 11:10 - 11:12
    Bij het onderzoek waarover
    ik ga vertellen,
  • 11:12 - 11:15
    gebruikten mijn medewerkers
    een door droogte ontstane promotor,
  • 11:15 - 11:18
    die we ontdekten in oprichtingsplanten.
  • 11:18 - 11:21
    Het mooie van die promotor is
    dat we niets doen.
  • 11:21 - 11:24
    De plant voelt zelf de droogte.
  • 11:24 - 11:29
    Dat gebruikten we om antioxidant-genen
    uit oprichtingsplanten te halen.
  • 11:29 - 11:31
    Waarom antioxidant-genen?
  • 11:31 - 11:34
    Alle soorten stress, vooral door droogte,
  • 11:34 - 11:36
    zorgen voor de aanmaak
    van vrije radicalen,
  • 11:36 - 11:38
    of reactieve zuurstofverbindingen,
  • 11:38 - 11:42
    die veel kapot maken
    en zelfs gewas kunnen doen afsterven.
  • 11:42 - 11:45
    Antioxidanten stoppen die beschadiging.
  • 11:45 - 11:49
    Hier zijn gegevens van een maisras
    dat in Afrika populair is.
  • 11:49 - 11:53
    Links staan planten zonder de genen,
  • 11:53 - 11:56
    rechts planten mét de antioxidant-genen.
  • 11:56 - 11:58
    Na drie weken zonder watergeven,
  • 11:58 - 12:01
    doen die met de genen het een stuk beter.
  • 12:02 - 12:03
    Nu de laatste benadering.
  • 12:03 - 12:07
    Mijn onderzoek laat zien
    dat er grote overeenkomst is
  • 12:07 - 12:11
    tussen verdrogingstolerantie-mechanismen
    in zaden en in oprichtingsplanten.
  • 12:11 - 12:14
    Ik vroeg me dus af
    of ze dezelfde genen gebruiken.
  • 12:14 - 12:17
    Of iets anders gezegd:
  • 12:17 - 12:21
    gebruiken oprichtingsplanten genen
    voor zaadverdrogingstolerantie
  • 12:21 - 12:22
    in wortels en bladeren?
  • 12:22 - 12:25
    Passen zij deze zaadgenen toe
  • 12:25 - 12:28
    in wortels en bladeren
    van oprichtingsplanten?
  • 12:28 - 12:30
    Ik beantwoordde die vraag
  • 12:30 - 12:32
    na veel onderzoek door mijn groep
  • 12:32 - 12:36
    en recente samenwerking met een club
    van Henk Hilhorst in Nederland,
  • 12:36 - 12:37
    Mel Oliver in de VS
  • 12:37 - 12:40
    en Julia Buitink in Frankrijk.
  • 12:40 - 12:41
    Het antwoord is ja,
  • 12:41 - 12:44
    er is een aantal groepen genen
    die bij beide betrokken zijn.
  • 12:44 - 12:48
    Ik zal dit schetsen
    aan de hand van mais,
  • 12:48 - 12:50
    waarbij de chromosomen onder de uit-knop
  • 12:50 - 12:54
    alle genen vertegenwoordigen die
    nodig zijn voor verdrogingstolerantie.
  • 12:54 - 12:58
    Dus als maiskorrels verdrogen
    aan het eind van hun ontwikkeling,
  • 12:58 - 13:00
    zetten ze die genen aan.
  • 13:01 - 13:04
    Oprichtingsplanten
    zetten dezelfde genen aan
  • 13:04 - 13:05
    als ze verdrogen.
  • 13:05 - 13:07
    Alle moderne gewassen
  • 13:07 - 13:09
    hebben die genen
    in hun wortels en bladeren
  • 13:09 - 13:11
    maar ze zetten ze gewoon niet aan.
  • 13:11 - 13:13
    Ze zetten ze alleen aan in zaadweefsel.
  • 13:13 - 13:18
    Nu proberen we de omgevings-
    en cel-signalen te begrijpen
  • 13:18 - 13:21
    die deze genen aanzetten
    in oprichtingsplanten,
  • 13:21 - 13:24
    om dat proces na te bootsen in gewas.
  • 13:24 - 13:25
    Nog een gedachte tot besluit.
  • 13:25 - 13:28
    Wij proberen op korte termijn te herhalen
  • 13:28 - 13:31
    wat de natuur heeft gedaan
    in de evolutie van oprichtingsplanten,
  • 13:32 - 13:34
    zo'n 10 tot 40 miljoen jaar geleden.
  • 13:34 - 13:37
    Mijn planten en ik
    danken je voor je aandacht.
  • 13:37 - 13:40
    (Applaus)
Title:
Hoe we gewassen kunnen laten overleven zonder water
Speaker:
Jill Farrant
Description:

Naarmate de wereldbevolking groeit en de effecten van klimaatverandering beter zichtbaar worden, moeten we meer mensen voeden met minder bewerkbaar land. Moleculair biologe Jill Farrant bestudeert een zeldzaam fenomeen dat zou kunnen helpen: 'oprichtingsplanten' -- enorm veerkrachtige planten die ogenschijnlijk uit de dood opstaan. Zouden zij oplossing kunnen bieden voor het verbouwen van voedsel op onze steeds warmere, drogere aarde?

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TEDTalks
Duration:
13:56
  • 12:11 pretty sure she is talking past tense: I asked. (for one thing because she is later describing herself answering that question after having done a lot of research)

    12:16 please compare the text onscreen with the transcript ('in' should be 'for')

Dutch subtitles

Revisions