Return to Video

Wayne McGregor: Het creatieve proces van een choreograaf, in real time

  • 0:00 - 0:02
    Het zal je niet verbazen dat ik een passie heb
  • 0:02 - 0:04
    voor dans. Een passie om dans te maken,
  • 0:04 - 0:07
    te bekijken, anderen aan te moedigen,
  • 0:07 - 0:09
    deel te nemen,
  • 0:09 - 0:11
    en ook een passie voor creativiteit.
  • 0:11 - 0:15
    Creativiteit is voor mij echt cruciaal.
  • 0:15 - 0:18
    Volgens mij kan je het aanleren.
  • 0:18 - 0:20
    De technieken van de creativiteit
    kunnen worden onderwezen
  • 0:20 - 0:22
    en gedeeld. Je kan dingen ontdekken
  • 0:22 - 0:24
    over je eigen fysieke signatuur,
  • 0:24 - 0:26
    je denkgewoonten,
    en dat gebruiken
  • 0:26 - 0:30
    als startpunt voor prachtig wangedrag.
  • 0:30 - 0:34
    Ik ben in de jaren 70 geboren.
    John Travolta was een grote meneer
  • 0:34 - 0:37
    in die dagen: 'Grease', 'Saturday Night Fever'.
  • 0:37 - 0:39
    Hij was een geweldig mannelijk rolmodel voor mij
  • 0:39 - 0:42
    om te gaan dansen.
    Mijn ouders waren ervoor gewonnen.
  • 0:42 - 0:45
    Ze moedigden me aan
    om risico's te nemen, ervoor te gaan,
  • 0:45 - 0:49
    te proberen.
    Ik kreeg een kans, een toelating
  • 0:49 - 0:53
    tot een lokale dansstudio.
    Ik had een verlichte leraar
  • 0:53 - 0:56
    die me mijn eigen dansen liet uitvinden.
  • 0:56 - 0:59
    Ik mocht van haar zelf
  • 0:59 - 1:02
    ballroomdansen en Latijns-Amerikaanse dansen uitvinden
  • 1:02 - 1:03
    en die aan mijn medeleerlingen aanleren.
  • 1:03 - 1:06
    Dat was mijn allereerste kans
  • 1:06 - 1:09
    om mijn eigen stem uit te drukken.
  • 1:09 - 1:12
    Dat spoorde me aan om choreograaf te worden.
  • 1:12 - 1:15
    Het gevoel dat ik iets te zeggen en te delen heb.
  • 1:15 - 1:18
    Het interessante is dat ik nu geobsedeerd ben
  • 1:18 - 1:20
    door de technologie van het lichaam.
  • 1:20 - 1:23
    Het is ons meest technologisch geletterde bezit.
  • 1:23 - 1:26
    Ik ben obsessief op zoek naar een manier
  • 1:26 - 1:30
    om via het lichaam
    met het publiek te communiceren over ideeën
  • 1:30 - 1:32
    die hen kunnen ontroeren, raken,
  • 1:32 - 1:35
    helpen om anders over dingen te denken.
  • 1:35 - 1:37
    Choreografie is voor mij een proces
  • 1:37 - 1:41
    van fysiek denken.
    Het is in de geest
  • 1:41 - 1:44
    en in het lichaam.
    Het is een collaboratief proces.
  • 1:44 - 1:46
    Ik moet het doen samen met andere mensen.
  • 1:46 - 1:49
    Het is een gedistribueerd cognitief proces.
  • 1:49 - 1:51
    Ik werk vaak met ontwerpers en visuele kunstenaars,
  • 1:51 - 1:54
    dansers en andere choreografen,
  • 1:54 - 1:58
    maar meer en meer ook met economisten,
  • 1:58 - 2:03
    antropologen, neurowetenschappers,
    cognitieve wetenschappers,
  • 2:03 - 2:05
    mensen uit heel verschillende domeinen,
  • 2:05 - 2:08
    waar ze hun intelligentie loslaten
  • 2:08 - 2:11
    op een ander soort creatief proces.
  • 2:11 - 2:14
    Ik wil vandaag een kleine oefening doen
  • 2:14 - 2:16
    in het verkennen van dit fysieke denken.
  • 2:16 - 2:18
    Daar zijn we allemaal expert in.
  • 2:18 - 2:19
    Jullie hebben allemaal een lichaam, niet?
  • 2:19 - 2:22
    We weten hoe dat lichaam aanvoelt in de echte wereld.
  • 2:22 - 2:23
    Eén van de aspecten van fysiek denken
  • 2:23 - 2:26
    waar we veel mee doen,
    is de notie van proprioceptie,
  • 2:26 - 2:29
    het gevoel van mijn eigen lichaam in de ruimte
    in de realiteit.
  • 2:29 - 2:33
    We begrijpen hoe het voelt dat je weet
  • 2:33 - 2:34
    waar het uiteinde van je vingers is
  • 2:34 - 2:36
    als je je armen uitstrekt.
  • 2:36 - 2:39
    Je weet dat als je een kop gaat pakken,
  • 2:39 - 2:41
    of de kop beweegt en je moet bijsturen.
  • 2:41 - 2:43
    We zijn dus al expert in fysiek denken.
  • 2:43 - 2:45
    We denken alleen niet zo vaak aan ons lichaam.
  • 2:45 - 2:48
    We denken er alleen aan als het fout gaat,
  • 2:48 - 2:50
    als je arm gebroken is
    of je een hartaanval hebt,
  • 2:50 - 2:53
    dan word je je erg bewust van je lichaam.
  • 2:53 - 2:55
    Maar hoe kunnen we gebruik gaan maken
  • 2:55 - 2:58
    van choreografisch denken, kinesthetische intelligentie
  • 2:58 - 3:01
    om de manier te versterken
    waarop we in het algemeen denken?
  • 3:01 - 3:04
    Ik bedacht dat ik een TED-première kon opzetten.
  • 3:04 - 3:06
    Ik weet niet of dit goed zal zijn of niet.
  • 3:06 - 3:08
    Ik ga het gewoon doen.
  • 3:08 - 3:10
    Mijn plan is om drie versies
  • 3:10 - 3:12
    van fysiek denken aan te wenden om iets te maken.
  • 3:12 - 3:15
    Even voorstellen. Dit is Paolo. Dit is Catarina.
  • 3:15 - 3:18
    (Applaus)
  • 3:18 - 3:20
    Ze weten helemaal niet wat we gaan doen.
  • 3:20 - 3:22
    Dit is niet het soort choreografie
  • 3:22 - 3:25
    waarbij ik al weet wat ik ga maken,
  • 3:25 - 3:27
    en ik een vaste routine in mijn hoofd heb
  • 3:27 - 3:29
    die ik hen ga aanleren,
  • 3:29 - 3:31
    waarbij deze lege omhulsels dit gewoon gaan leren.
  • 3:31 - 3:34
    Dat is niet de methodologie die we gebruiken.
  • 3:34 - 3:39
    Het belangrijke is de manier waarop ze
  • 3:39 - 3:41
    informatie vatten, informatie nemen,
  • 3:41 - 3:43
    gebruiken, en ermee denken.
  • 3:43 - 3:44
    Ik ga heel eenvoudig beginnen.
  • 3:44 - 3:47
    Meestal werkt dans met stimuli.
  • 3:47 - 3:50
    Ik neem iets eenvoudigs: het TED-logo.
    We zien het allemaal.
  • 3:50 - 3:53
    Het is heel simpel om mee te werken.
  • 3:53 - 3:55
    Ik neem gewoon een idee van een lichaam,
  • 3:55 - 3:57
    toevallig het mijne, en vertaal dat
  • 3:57 - 4:00
    voor het lichaam van iemand anders.
  • 4:00 - 4:03
    Het is een rechtstreekse overdracht van energie.
  • 4:03 - 4:06
    Ik stel me voor -- je mag meedoen --
  • 4:06 - 4:08
    dat ik gewoon de letter 'T' neem,
  • 4:08 - 4:11
    ze me voorstel, en dat een plaats geef
  • 4:11 - 4:15
    in de echte wereld. Ik zie een letter 'T' voor me.
  • 4:15 - 4:16
    Ze is er echt.
  • 4:16 - 4:19
    Ik kan er omheen lopen als ik ze zie.
  • 4:19 - 4:21
    Ze heeft een grammatica. Ik weet wat ik ermee ga doen,
  • 4:21 - 4:24
    ik kan ze beschrijven,
    erg eenvoudig.
  • 4:24 - 4:27
    Ik beschrijf ze met mijn armen.
  • 4:27 - 4:30
    Ik nam gewoon mijn hand
    en beweeg mijn hand.
  • 4:30 - 4:32
    Ik kan ze in mijn hoofd beschrijven.
  • 4:32 - 4:34
    Of mijn schouder.
  • 4:34 - 4:37
    Dat geeft me iets te doen,
    iets om naartoe te werken.
  • 4:37 - 4:39
    Als ik die letter 'T' afvlak
  • 4:39 - 4:42
    op de vloer, vlak erboven,
  • 4:42 - 4:44
    kan ik plots iets met mijn knie doen.
  • 4:44 - 4:46
    Als ik knie en arm samen neem,
  • 4:46 - 4:50
    heb ik iets fysieke.
    Ik kan iets beginnen bouwen.
  • 4:50 - 4:52
    Nu ga ik anderhalve minuut lang
  • 4:52 - 4:55
    dat concept nemen en iets maken.
  • 4:55 - 4:58
    De dansers achter me zullen het interpreteren,
  • 4:58 - 4:59
    er een foto van maken,
  • 4:59 - 5:02
    aspecten overnemen, alsof ik een geheugen aflaad
  • 5:02 - 5:04
    en zij eraan vasthouden.
  • 5:04 - 5:06
    Even kijken waar dat toe leidt.
  • 5:06 - 5:08
    Kijk gewoon even
  • 5:08 - 5:09
    hoe ze dit aanpakken, wat ze doen.
  • 5:09 - 5:11
    Ik neem de letter 'T', de letter 'E',
  • 5:11 - 5:14
    de letter 'D' om iets te maken. Daar gaan we.
  • 5:14 - 5:18
    Ik moet mezelf 'in de zone' krijgen.
  • 5:32 - 5:35
    Een soort kruis van mijn arm.
  • 5:40 - 5:45
    Ik verken de ruimte 'T'
  • 5:45 - 5:50
    en stuur die door met een actie.
  • 5:50 - 5:53
    Ik herinner me niet wat ik doe.
  • 5:53 - 5:56
    Ik werk gewoon aan mijn taak.
    Mijn taak is deze 'T'.
  • 5:56 - 5:59
    Ik bekijk ze nu van opzij.
  • 6:01 - 6:03
    Strike-moment.
  • 6:03 - 6:06
    Precies.
  • 6:08 - 6:12
    We beginnen een zin te bouwen.
  • 6:12 - 6:14
    Zij doen dus -- zoiets --
  • 6:14 - 6:17
    ze vatten aspecten van die beweging
  • 6:17 - 6:19
    en maken er een zin van.
  • 6:19 - 6:21
    Je ziet dat het erg snel gaat.
  • 6:21 - 6:24
    Ze moeten niet exact kopiëren.
  • 6:24 - 6:26
    Ze gebruiken de informatie die ze krijgen
  • 6:26 - 6:29
    om het begin van een zin te vormen.
  • 6:29 - 6:31
    Ik kan dat bekijken. Dat zegt me iets
  • 6:31 - 6:34
    over hoe ze bewegen.
  • 6:34 - 6:37
    Ze zijn bliksemsnel.
  • 6:37 - 6:41
    Ik heb dit aspect van TED vertaald
  • 6:41 - 6:44
    in iets fysieks.
  • 6:46 - 6:48
    Sommige dansers bekijken de actie,
  • 6:48 - 6:51
    nemen de algemene vorm,
    de boog van de beweging,
  • 6:51 - 6:53
    de kinetische betekenis ervan,
  • 6:53 - 6:54
    en gebruiken die als geheugen.
  • 6:54 - 6:57
    Anderen werken erg gedetailleerd.
  • 6:57 - 7:00
    Ze beginnen met kleine stukjes en bouwen op.
  • 7:00 - 7:03
    Heb je iets? Nog één ding.
  • 7:18 - 7:21
    Ze lossen dit probleem voor me op,
  • 7:21 - 7:25
    met een kleine --
  • 7:25 - 7:27
    ze vormen die zin.
  • 7:27 - 7:28
    Ze hebben iets en ze houden het vast.
  • 7:28 - 7:30
    Eén manier van maken.
  • 7:30 - 7:33
    Dat wordt het begin van mijn wereldpremière.
  • 7:33 - 7:35
    Nu ga ik iets heel anders doen.
  • 7:35 - 7:37
    Ik ga een duet maken.
  • 7:37 - 7:41
    Je moet hen bekijken als architecturale objecten,
  • 7:41 - 7:43
    als zuivere lijnen.
  • 7:43 - 7:46
    Het zijn geen mensen meer, maar pure lijnen.
  • 7:46 - 7:50
    Ik werk met hen als objecten om mee te denken.
  • 7:50 - 7:52
    Ik wil een paar fysieke extensies nemen
  • 7:52 - 7:56
    van het lichaam, terwijl ik beweeg.
  • 7:56 - 7:59
    Ik beweeg hen, door dingen te suggereren.
  • 7:59 - 8:02
    Als, dan. Als, dan. Daar gaan we.
  • 8:02 - 8:03
    Pak die arm beet.
  • 8:03 - 8:06
    Kan je die op de grond zetten?
  • 8:06 - 8:08
    Ja, op de grond.
    Ga jij er onderdoor?
  • 8:08 - 8:12
    Cat, kan je je been erover zetten, die kant?
  • 8:12 - 8:14
    Kan je draaien?
  • 8:14 - 8:15
    Whoom, terug naar het begin.
  • 8:15 - 8:21
    Daar gaan we. Klaar?
    Bam, bake ... (klikt metronoom).
  • 8:21 - 8:23
    Goed zo. Daar staan jullie allebei op.
  • 8:23 - 8:26
    Daar gaan we. Oké?
  • 8:26 - 8:28
    (Applaus)
  • 8:28 - 8:31
    Hier staan we allebei op,
  • 8:31 - 8:32
    gaan die kant op,
  • 8:32 - 8:34
    gaan er onderdoor.
  • 8:34 - 8:38
    Onderdoor. Whoom.
    Onderdoor. Spring.
  • 8:38 - 8:42
    Onderdoor. Spring. Paolo, schop.
    Maakt niet uit waar. Schop.
  • 8:42 - 8:46
    Schop, vervang, ander been.
    Schop, vervang, ander been.
  • 8:46 - 8:50
    Oké? Cat, neem zijn hoofd bijna beet.
  • 8:50 - 8:54
    Whoaa. Vlak erna.
  • 8:54 - 8:59
    Pak haar middel, terugkomen,
    op haar af, spin,
  • 8:59 - 9:00
    draai haar. (Knipt) Goed zo.
  • 9:00 - 9:03
    We doen het even vanaf het begin.
  • 9:03 - 9:08
    Even vertragen hier.
    Stel je voor dat je acht -- (Gelach)
  • 9:08 - 9:11
    acht uur per dag met mij doorbrengt.
  • 9:11 - 9:16
    Misschien te veel. Daar gaan we.
    (Klikt metronoom)
  • 9:16 - 9:23
    (Klikt metronoom)
  • 9:23 - 9:26
    Goed gedaan. Oké. (Applaus)
  • 9:26 - 9:29
    Niet slecht. (Applaus)
    Nog wat?
  • 9:29 - 9:32
    Ja. Nog wat.
    Daar gaan we. Vanaf dat punt.
  • 9:32 - 9:35
    Apart. Vooraanzicht.
    Apart. Vooraanzicht.
  • 9:35 - 9:37
    Stel je voor dat er een cirkel voor je staat.
  • 9:37 - 9:42
    Vermijd die.
    Schop die weg.
  • 9:42 - 9:46
    Schop die weg. Gooi hem in het publiek.
  • 9:46 - 9:47
    Gooi die nog eens in het publiek.
  • 9:47 - 9:49
    We delen mentale architectuur,
  • 9:49 - 9:51
    en lossen een probleem op.
    Zij beelden het uit.
  • 9:51 - 9:53
    Laat me dat stukje zien.
    Klaar? Daar gaan we.
  • 9:53 - 9:57
    (Klikt metronoom)
  • 9:57 - 9:59
    Briljant.
    Van het begin.
  • 9:59 - 10:02
    Doen we de zinnen eerst?
    En dan dat.
  • 10:02 - 10:04
    We bouwen iets nieuws, organiseren het,
  • 10:04 - 10:05
    de zinnen. Daar gaan we. Lekker traag.
  • 10:05 - 10:09
    Klaar, start. (Klikt metronoom)
  • 10:09 - 10:13
    (Klikt metronoom)
  • 10:13 - 10:17
    Het duet start. (Klikt metronoom)
  • 10:17 - 10:30
    (Klikt metronoom)
  • 10:30 - 10:33
    Ja, prima. Heel goed.
    (Applaus)
  • 10:33 - 10:35
    Zo goed. (Applaus)
  • 10:35 - 10:38
    Dat was -- (Applaus)
  • 10:38 - 10:40
    Goed gedaan. (Applaus)
  • 10:40 - 10:42
    Dat was de tweede werkwijze.
  • 10:42 - 10:44
    De eerste, transfer van lijf tot lijf,
  • 10:44 - 10:47
    met een mentale architectuur die ik gebruik
  • 10:47 - 10:49
    en die zij voor me onthouden.
  • 10:49 - 10:51
    Bij de tweede gebruik ik hen als objecten
    om te denken.
  • 10:51 - 10:53
    Zij zijn architecturale objecten, ik maak een reeks
  • 10:53 - 10:56
    provocaties. Ik zeg: "Als dit gebeurt, dan dat."
  • 10:56 - 10:58
    Ik heb veel van dat soort methoden.
  • 10:58 - 11:00
    Het gaat erg snel.
    Dit is een derde methode.
  • 11:00 - 11:03
    Ze beginnen al.
    Deze methode is op taken gebaseerd.
  • 11:03 - 11:05
    Ze hebben de autonomie
  • 11:05 - 11:07
    om alle beslissingen zelf te nemen.
  • 11:07 - 11:08
    We gaan een stukje
  • 11:08 - 11:11
    mentale dans doen, één minuutje.
  • 11:11 - 11:13
    Beeld je in --
  • 11:13 - 11:15
    dat kan met gesloten of open ogen,
  • 11:15 - 11:18
    je mag ook gewoon kijken, kies maar.
  • 11:18 - 11:22
    Denk even aan het woord 'TED' hier,
  • 11:22 - 11:25
    in je geest, vooraan in je geest.
  • 11:25 - 11:27
    Transplanteer dat naar buiten,
  • 11:27 - 11:31
    naar de echte wereld.
    Beeld je het woord 'TED' in
  • 11:31 - 11:33
    in de echte wereld.
  • 11:33 - 11:36
    Kies er een aspect van.
  • 11:36 - 11:39
    Ik concentreer me op de 'E'
  • 11:39 - 11:42
    en vergroot die uit, tot ze enorm is,
  • 11:42 - 11:44
    werkelijk enorm,
  • 11:44 - 11:46
    en dan voeg ik dimensionaliteit toe.
  • 11:46 - 11:48
    Ik denk ze in een driedimensionale ruimte.
  • 11:48 - 11:50
    Nu is het niet meer gewoon een letter voor me,
  • 11:50 - 11:53
    het is een ruimte waar ik in kan stappen.
  • 11:53 - 11:56
    Ik beslis nu waar ik zal zijn in die ruimte,
  • 11:56 - 12:00
    op dit kleine deel van het onderste beentje
  • 12:00 - 12:03
    van de letter 'E'.
  • 12:03 - 12:07
    Ik stel me die ruimte hoog voor.
    Als ik je zou vragen
  • 12:07 - 12:10
    om ernaar te reiken -- niet letterlijk, inwendig --
  • 12:10 - 12:13
    reik naar de top van de 'E',
    waar zou dat heengaan?
  • 12:13 - 12:15
    Als je je vinger uitstrekt, waar zou die zijn?
  • 12:15 - 12:17
    Als je je elleboog uitstrekt, waar zou die zijn?
  • 12:17 - 12:21
    Nu ik de ruimte waar je inzit, heb opgezet,
  • 12:21 - 12:24
    kunnen we die met een rode kleur vullen.
  • 12:24 - 12:26
    Wat doet dat met het lichaam?
    Wat gebeurt er
  • 12:26 - 12:30
    als die hele muur aan de zijkant van de 'E' instort
  • 12:30 - 12:32
    en je je gewicht moet gebruiken
    om hem recht te zetten,
  • 12:32 - 12:34
    wat zou je ermee kunnen doen?
  • 12:34 - 12:36
    Dit is een mentaal beeld.
  • 12:36 - 12:40
    een levendig mentaal beeld
    waarmee dansers keuzes maken
  • 12:40 - 12:42
    voor zichzelf, over wat ze maken.
  • 12:42 - 12:44
    Open je ogen maar als ze dicht waren.
  • 12:44 - 12:45
    De dansers hebben eraan gewerkt.
  • 12:45 - 12:47
    Werk er nog heel even aan.
  • 12:47 - 12:50
    Ze hebben aan die mentale architecturen gewerkt.
  • 12:50 - 12:52
    Laten we ze als een verrassing behouden.
  • 12:52 - 12:55
    Hier komt de werelddanspremière.
    Daar gaan we.
  • 12:55 - 12:59
    TED-dans. Oké. Daar gaan we.
    Ik organiseer het snel.
  • 12:59 - 13:02
    Jij doet de eerste solo die we gemaakt hebben.
  • 13:02 - 13:05
    Ja, bla bla bla, over naar het duet,
  • 13:05 - 13:08
    bla bla bla.
    Volgende solo, bla, bla bla,
  • 13:08 - 13:12
    en dan jullie beiden, tegelijk, de laatste oplossingen.
  • 13:12 - 13:15
    Oké? Dames en heren, wereldpremière,
  • 13:15 - 13:17
    TED-dans, drie versies van fysiek denken. (Applaus)
  • 13:17 - 13:20
    Klap maar na afloop, eerst kijken of het deugt.
    (Gelach)
  • 13:20 - 13:23
    Laten we na afloop klappen.
  • 13:23 - 13:25
    Daar gaan we.
    Catarina, groot moment, daar gaan we. Eén.
  • 13:25 - 13:50
    (Klikt metronoom)
  • 13:50 - 13:55
    Daar gaan we, Cat. (Klikt metronoom)
  • 13:55 - 14:00
    Paolo, start. (Klikt metronoom) Laatste solo van jou.
  • 14:00 - 14:03
    Die jij gemaakt hebt. (Klikt metronoom)
  • 14:03 - 14:15
    (Klikt metronoom)
  • 14:15 - 14:17
    Goed gedaan. Oké, goed. Super. Dus --
  • 14:17 - 14:19
    (Applaus)
  • 14:19 - 14:21
    Dus -- (Applaus)
  • 14:21 - 14:23
    Dankuwel. (Applaus)
  • 14:23 - 14:32
    Dus -- drie versies (Applaus) Oh. (Gelach)
  • 14:32 - 14:35
    (Applaus) Drie versies van fysiek denken.
  • 14:35 - 14:38
    Ik hoop dat je vandaag
  • 14:38 - 14:39
    weggaat en een dans maakt
  • 14:39 - 14:41
    voor jezelf,
    of anders minstens
  • 14:41 - 14:44
    mooier wangedrag vertoont, vaker.
  • 14:44 - 14:46
    Heel veel dank. (Applaus)
  • 14:46 - 14:51
    Dankuwel. Dankuwel. (Applaus)
  • 14:51 - 14:53
    Daar gaan we. (Applaus)
  • 14:53 - 14:57
    (Applaus)
Title:
Wayne McGregor: Het creatieve proces van een choreograaf, in real time
Speaker:
Wayne McGregor
Description:

We gebruiken ons lichaam allemaal dagelijks, en toch denken maar weinigen van ons over hun lichamelijkheid zoals Wayne McGregor. Hij demonstreert hoe een choreograaf ideeën overbrengt op een publiek. Met twee dansers maakt hij danszinnen, live en zonder scenario, op het podium van TEDGlobal.

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TEDTalks
Duration:
15:18

Dutch subtitles

Revisions