Return to Video

Waarom sommigen het moeilijker vinden om te trainen dan anderen.

  • 0:01 - 0:02
    Men vindt gezichtsvermogen
  • 0:02 - 0:06
    het belangrijkste zintuig dat we hebben.
  • 0:06 - 0:07
    We kijken voortdurend
  • 0:07 - 0:09
    naar de wereld om ons heen,
  • 0:09 - 0:12
    en wat we zien, onderscheiden we vlot,
  • 0:12 - 0:14
    en maken er iets logisch van.
  • 0:14 - 0:17
    Laten we beginnen
    met een voorbeeld daarvan.
  • 0:17 - 0:19
    Ik laat je een foto zien van iemand,
  • 0:19 - 0:21
    een paar seconden lang.
  • 0:21 - 0:23
    Ik wil dat je probeert te herkennen
  • 0:23 - 0:25
    welk gevoel zijn gezicht uitdrukt.
  • 0:25 - 0:26
    Klaar?
  • 0:26 - 0:29
    Daar gaan we.
    Gewoon je eerste reactie.
  • 0:29 - 0:31
    Oké, wat heb je gezien?
  • 0:31 - 0:33
    Dit hebben we onderzocht
  • 0:33 - 0:36
    bij 120 personen.
  • 0:36 - 0:37
    De uitkomsten waren divers.
  • 0:37 - 0:40
    Men was het er niet over eens
  • 0:40 - 0:43
    welke emotie men zag op zijn gezicht.
  • 0:43 - 0:44
    Misschien zag je onbehaaglijkheid.
  • 0:44 - 0:48
    Dat antwoord kregen we het vaakst.
  • 0:48 - 0:50
    Maar vraag het aan de persoon
    links van je,
  • 0:50 - 0:52
    dan zegt die misschien spijt of scepsis,
  • 0:52 - 0:55
    en vraag je het aan iemand rechts van je,
  • 0:55 - 0:57
    dan antwoordt hij misschien
    iets heel anders,
  • 0:57 - 1:00
    zoals hoop of empathie.
  • 1:00 - 1:02
    Nogmaals, we kijken
  • 1:02 - 1:05
    naar precies hetzelfde gezicht.
  • 1:05 - 1:09
    We zien misschien
    iets totaal verschillends,
  • 1:09 - 1:12
    omdat perceptie persoonlijk is.
  • 1:12 - 1:14
    Wat we denken te zien,
  • 1:14 - 1:15
    wordt in feite gefilterd
  • 1:15 - 1:18
    door ons eigen geestesoog.
  • 1:18 - 1:20
    Natuurlijk zijn er
    veel andere voorbeelden
  • 1:20 - 1:22
    van hoe we de wereld zien
    door ons eigen geestesoog.
  • 1:22 - 1:24
    Ik geef er een paar.
  • 1:24 - 1:27
    Volgers van een dieet, bijvoorbeeld,
  • 1:27 - 1:29
    zien appels groter
  • 1:29 - 1:32
    dan mensen die niet
    op calorieën hoeven te letten.
  • 1:32 - 1:35
    Honkballers zien de bal kleiner
  • 1:35 - 1:38
    als ze net een inzinking hebben gehad,
  • 1:38 - 1:41
    vergeleken met spelers
    die net heel goed hebben staan spelen.
  • 1:41 - 1:44
    Onze politieke voorkeur
  • 1:44 - 1:46
    kan ook beïnvloeden hoe we anderen zien,
  • 1:46 - 1:49
    inclusief politici.
  • 1:49 - 1:52
    Mijn onderzoeksteam en ik
    besloten deze vraag te testen.
  • 1:52 - 1:55
    In 2008 was Barack Obama
  • 1:55 - 1:57
    voor de eerste keer presidentskandidaat.
  • 1:57 - 2:00
    We hebben het onderzocht
    bij honderden Amerikanen.
  • 2:00 - 2:02
    Een maand voor de verkiezing.
  • 2:02 - 2:04
    Wat hebben in dit onderzoek ontdekt
  • 2:04 - 2:06
    dat mensen, sommige Amerikanen, vinden,
  • 2:06 - 2:09
    dat deze foto's het best weergeven
  • 2:09 - 2:11
    hoe Obama er echt uitziet.
  • 2:11 - 2:14
    Van deze mensen koos 70 procent
  • 2:14 - 2:17
    bij de verkiezing voor Obama.
  • 2:17 - 2:18
    Andere mensen dachten echter
  • 2:18 - 2:22
    dat deze foto's
    Obama het beste weergeven.
  • 2:22 - 2:24
    89 procent van deze mensen
  • 2:24 - 2:26
    koos voor McCain.
  • 2:26 - 2:29
    We lieten veel foto's van Obama
  • 2:29 - 2:31
    een voor een zien.
  • 2:31 - 2:34
    Men had niet in de gaten
    dat we ondertussen
  • 2:34 - 2:36
    van de ene foto op de andere,
  • 2:36 - 2:38
    de huidskleur kunstmatig lichter
  • 2:38 - 2:40
    of donkerder hadden gemaakt.
  • 2:40 - 2:42
    Hoe kan dat dan?
  • 2:42 - 2:45
    Hoe kan het dat ik
    bij het kijken naar een persoon,
  • 2:45 - 2:46
    een voorwerp of een gebeurtenis,
  • 2:46 - 2:48
    iets heel anders zie
  • 2:48 - 2:50
    dan iemand anders?
  • 2:50 - 2:53
    Er zijn veel redenen,
  • 2:53 - 2:55
    maar voor een reden
    moeten we iets beter snappen
  • 2:55 - 2:57
    hoe onze ogen werken.
  • 2:57 - 2:59
    Wetenschappers van gezichtsvermogen weten
  • 2:59 - 3:01
    dat de hoeveelheid informatie
  • 3:01 - 3:03
    die we kunnen zien
  • 3:03 - 3:04
    op een bepaald tijdstip,
  • 3:04 - 3:07
    en waar we ons op kunnen richten,
    nogal klein is.
  • 3:07 - 3:12
    Wat we goed scherp en helder kunnen zien,
  • 3:12 - 3:16
    is gelijk aan het oppervlak van een duim
  • 3:16 - 3:18
    aan een uitgestrekte arm.
  • 3:18 - 3:21
    Alles eromheen is onscherp.
  • 3:21 - 3:24
    Veel van wat onze ogen
    voorgeschoteld krijgen,
  • 3:24 - 3:26
    is daardoor dubbelzinnig.
  • 3:26 - 3:28
    Maar we moeten duidelijkheid scheppen
  • 3:28 - 3:30
    en betekenis geven aan wat we zien.
  • 3:30 - 3:34
    Onze hersenen moeten dat hiaat opvullen.
  • 3:34 - 3:37
    Hierdoor is perceptie iets subjectiefs,
  • 3:37 - 3:39
    en daarom zien we tenslotte
  • 3:39 - 3:41
    door ons geestesoog.
  • 3:41 - 3:43
    Ik ben dus sociaal psycholoog,
  • 3:43 - 3:44
    en het zijn dit soort vragen
  • 3:44 - 3:46
    die me intrigeren.
  • 3:46 - 3:48
    Ik ben gefascineerd door de keren
  • 3:48 - 3:50
    dat mensen het niets eens zijn
    wat ze zien.
  • 3:50 - 3:52
    Waarom ziet iemand letterlijk
  • 3:52 - 3:55
    het glas halfvol,
  • 3:55 - 3:57
    terwijl de ander het letterlijk
    halfleeg ziet?
  • 3:57 - 4:01
    Hoe komt het dat iemand,
    door wat hij denkt en voelt,
  • 4:01 - 4:02
    de wereld ziet
  • 4:02 - 4:04
    op een totaal andere manier?
  • 4:04 - 4:07
    Maakt dat iets uit?
  • 4:07 - 4:10
    Om deze vragen aan te pakken,
  • 4:10 - 4:13
    besloten mijn onderzoeksteam en ik
    flink te gaan graven
  • 4:13 - 4:16
    in iets dat internationaal aandacht trok:
  • 4:16 - 4:18
    onze gezondheid en conditie.
  • 4:18 - 4:19
    Over de hele wereld
  • 4:19 - 4:22
    worstelen mensen met hun gewicht
  • 4:22 - 4:24
    en er zijn allerlei methodes
  • 4:24 - 4:27
    die ons helpen
    om de pondjes kwijt te raken.
  • 4:27 - 4:31
    We hebben bijvoorbeeld
    de beste voornemens
  • 4:31 - 4:33
    om na de eindejaarsfeesten
    te gaan trainen,
  • 4:33 - 4:36
    maar de meeste Amerikanen
  • 4:36 - 4:38
    merken dat hun nieuwjaarsvoornemens
  • 4:38 - 4:41
    mislukt zijn tegen Valentijnsdag.
  • 4:41 - 4:42
    We praten tegen onszelf
  • 4:42 - 4:44
    op bemoedigende manier,
  • 4:44 - 4:46
    door te zeggen dat dit ons jaar wordt
  • 4:46 - 4:48
    om weer in vorm te komen.
  • 4:48 - 4:49
    Maar dat is niet genoeg
  • 4:49 - 4:51
    om ons weer
    op het juiste gewicht te krijgen.
  • 4:51 - 4:53
    Waarom dan?
  • 4:53 - 4:55
    Dat is natuurlijk geen makkelijke vraag,
  • 4:55 - 4:58
    maar een reden die ik bepleit,
  • 4:58 - 5:00
    is dat ons geestesoog
  • 5:00 - 5:01
    misschien tegen ons werkt.
  • 5:01 - 5:04
    Sommigen zien training letterlijk
  • 5:04 - 5:06
    als moeilijker,
  • 5:06 - 5:08
    en sommigen zien training
  • 5:08 - 5:10
    letterlijk als makkelijker.
  • 5:10 - 5:14
    Als eerste stap in het onderzoek
  • 5:14 - 5:16
    verzamelden we objectieve metingen
  • 5:16 - 5:19
    van de conditie van de proefpersonen.
  • 5:19 - 5:21
    We maten de omtrek van hun taille
  • 5:21 - 5:24
    ten opzichte van hun heupomtrek.
  • 5:24 - 5:26
    Een hogere taille-heupratio
  • 5:26 - 5:28
    kan wijzen op
    lichamelijk minder fit zijn
  • 5:28 - 5:30
    dan bij een lagere taille-heupratio.
  • 5:30 - 5:33
    Nadat we deze metingen gedaan hadden,
  • 5:33 - 5:34
    vertelden we de deelnemers
  • 5:34 - 5:38
    dat ze naar een finish moesten lopen
    met extra gewicht
  • 5:38 - 5:39
    als een soort wedstrijd.
  • 5:39 - 5:41
    Maar voordat ze dat deden,
  • 5:41 - 5:43
    vroegen we ze de afstand te schatten
  • 5:43 - 5:45
    naar de finishlijn.
  • 5:45 - 5:47
    We dachten dat de conditie van hun lichaam
  • 5:47 - 5:51
    van invloed was op de geschatte afstand.
  • 5:51 - 5:53
    Wat hebben we ontdekt?
  • 5:53 - 5:55
    De taille-heupratio
  • 5:55 - 5:58
    voorspelde de geschatte afstand.
  • 5:58 - 6:01
    Mensen die niet in vorm waren,
  • 6:01 - 6:03
    zagen de afstand naar de finishlijn
  • 6:03 - 6:04
    als duidelijk groter
  • 6:04 - 6:06
    dan de mensen die beter in vorm waren.
  • 6:06 - 6:08
    De conditie van hun eigen lichaam
  • 6:08 - 6:11
    bepaalde de perceptie van hun omgeving.
  • 6:11 - 6:13
    Maar onze hersenen kunnen dat ook.
  • 6:13 - 6:15
    Ons lijf en onze hersenen
  • 6:15 - 6:17
    spannen samen
  • 6:17 - 6:20
    om ons de wereld om ons heen
    anders te doen zien.
  • 6:20 - 6:22
    Daarom denken we dat mensen
  • 6:22 - 6:23
    met een sterke wil
  • 6:23 - 6:25
    en uitdagende doelen om te oefenen
  • 6:25 - 6:28
    de finishlijn wellicht dichterbij zien
  • 6:28 - 6:32
    dan mensen die een zwakkere wil hebben.
  • 6:32 - 6:34
    Om te testen of de motivatie
  • 6:34 - 6:38
    onze perceptie op deze manier bepaalt,
  • 6:38 - 6:40
    deden we een tweede onderzoek.
  • 6:40 - 6:42
    We verzamelden nogmaals
    objectieve metingen
  • 6:42 - 6:44
    van de fysieke conditie van de personen,
  • 6:44 - 6:46
    door de omtrek van hun taille te meten
  • 6:46 - 6:48
    en de omtrek van hun heupen,
  • 6:48 - 6:52
    en we lieten hen
    nog een paar conditietesten doen.
  • 6:52 - 6:54
    Met de feedback die we ze gaven,
  • 6:54 - 6:56
    vertelden sommige deelnemers
  • 6:56 - 6:58
    dat ze niet meer gemotiveerd waren
    om te trainen.
  • 6:58 - 7:00
    Ze vonden dat ze al fit genoeg waren
  • 7:00 - 7:02
    en dat ze niets meer gingen doen.
  • 7:02 - 7:04
    Ze waren niet gemotiveerd.
  • 7:04 - 7:06
    Anderen vertelden echter,
    na onze feedback,
  • 7:06 - 7:09
    dat ze erg gemotiveerd waren
    om te trainen.
  • 7:09 - 7:11
    Ze hadden een sterke wil
    om de finishlijn te halen.
  • 7:11 - 7:14
    Voordat we ze
    naar de finishlijn lieten lopen,
  • 7:14 - 7:16
    lieten we ze de afstand schatten.
  • 7:16 - 7:18
    Hoe ver was de finishlijn?
  • 7:18 - 7:20
    En nogmaals,
    net als bij het vorige onderzoek,
  • 7:20 - 7:22
    zagen we dat de taille-heupratio
  • 7:22 - 7:24
    de geschatte afstand
    liet voorspellen.
  • 7:24 - 7:29
    Niet-fitte mensen zagen de afstand groter.
  • 7:29 - 7:31
    Ze zagen de finishlijn verder weg
  • 7:31 - 7:33
    dan de mensen die fitter waren.
  • 7:33 - 7:35
    Belangrijk is dat dit alleen gebeurde
  • 7:35 - 7:37
    bij mensen die niet gemotiveerd waren
  • 7:37 - 7:38
    om te oefenen.
  • 7:38 - 7:40
    Anderzijds zagen de mensen
  • 7:40 - 7:43
    die erg gemotiveerd waren
    om te trainen,
  • 7:43 - 7:45
    de afstand als kort.
  • 7:45 - 7:47
    Zelfs de meest niet-fitte mensen
  • 7:47 - 7:49
    zagen de finishlijn
  • 7:49 - 7:50
    net zo dichtbij,
  • 7:50 - 7:52
    of zelfs iets dichterbij,
  • 7:52 - 7:55
    dan de mensen die fitter waren.
  • 7:55 - 7:57
    Ons lichaam kan dus aanpassen
  • 7:57 - 7:59
    hoe ver weg de finishlijn lijkt,
  • 7:59 - 8:03
    maar mensen die een haalbaar doel
    hadden gekozen,
  • 8:03 - 8:05
    dat ze in de nabije toekomst konden halen,
  • 8:05 - 8:07
    en waarvan ze dachten
  • 8:07 - 8:09
    het te kunnen halen,
  • 8:09 - 8:12
    zagen de oefening als makkelijker.
  • 8:12 - 8:14
    We gingen ons afvragen
  • 8:14 - 8:17
    of er een strategie was
    die we konden gebruiken
  • 8:17 - 8:19
    om mensen te leren
  • 8:19 - 8:21
    hun schatting van de afstand
    te veranderen,
  • 8:21 - 8:24
    en de oefening
    makkelijker te laten lijken.
  • 8:24 - 8:26
    We bogen ons over de literatuur
    over gezichtsvermogen,
  • 8:26 - 8:28
    om uit te zoeken wat we konden doen.
  • 8:28 - 8:31
    Met die kennis
    bedachten we een nieuwe strategie
  • 8:31 - 8:34
    die we "Houd je doel voor ogen" noemden.
  • 8:34 - 8:36
    Dat is geen slogan
  • 8:36 - 8:38
    op een inspirerend affiche.
  • 8:38 - 8:40
    Hij geeft aan
  • 8:40 - 8:43
    hoe je moet kijken naar je omgeving.
  • 8:43 - 8:47
    We suggereerden mensen
    die we op deze manier trainden,
  • 8:47 - 8:49
    om zich te richten op de finishlijn,
  • 8:49 - 8:51
    rondkijken te vermijden,
  • 8:51 - 8:52
    en de finish in te beelden
  • 8:52 - 8:54
    met een schijnwerper erop,
  • 8:54 - 8:56
    waardoor alles eromheen onscherp was,
  • 8:56 - 8:58
    en misschien wel moeilijk te zien.
  • 8:58 - 9:00
    We dachten dat deze strategie
  • 9:00 - 9:03
    zou helpen om de oefening
    makkelijker te doen lijken.
  • 9:03 - 9:04
    We vergeleken deze groep
  • 9:04 - 9:06
    met een referentiegroep.
  • 9:06 - 9:07
    Aan deze groep zeiden we:
  • 9:07 - 9:09
    kijk gewoon rond
  • 9:09 - 9:10
    zoals je altijd doet.
  • 9:10 - 9:12
    Je ziet de finishlijn,
  • 9:12 - 9:13
    maar je ziet misschien ook
  • 9:13 - 9:15
    de vuilnisbak rechts
  • 9:15 - 9:18
    of de mensen bij de lantaarnpaal links.
  • 9:18 - 9:20
    We dachten dat mensen
    die deze strategie kozen,
  • 9:20 - 9:22
    de afstand als groter zouden zien.
  • 9:22 - 9:25
    Wat hebben we ontdekt?
  • 9:25 - 9:27
    Had deze strategie succes
  • 9:27 - 9:29
    bij het veranderen van hun perceptie
  • 9:29 - 9:31
    toen we ze de afstand lieten schatten?
  • 9:31 - 9:32
    Ja.
  • 9:32 - 9:34
    Mensen die het doel voor ogen hielden,
  • 9:34 - 9:37
    zagen de finishlijn 30 procent dichterbij
  • 9:37 - 9:39
    dan mensen die rondkeken
  • 9:39 - 9:40
    zoals ze altijd deden.
  • 9:40 - 9:42
    We vonden dat fantastisch
  • 9:42 - 9:44
    omdat het betekende
  • 9:44 - 9:45
    dat deze strategie hen hielp
  • 9:45 - 9:47
    de oefening makkelijker te laten lijken.
  • 9:47 - 9:49
    Maar de grote vraag was,
  • 9:49 - 9:51
    of dit hen kon helpen
  • 9:51 - 9:52
    de oefening beter te doen.
  • 9:52 - 9:54
    Kon het ook de kwaliteit verbeteren
  • 9:54 - 9:56
    van de oefening?
  • 9:56 - 9:58
    Toen vertelden we de deelnemers
  • 9:58 - 10:00
    dat ze moesten lopen
    naar de finishlijn
  • 10:00 - 10:02
    met extra gewicht.
  • 10:02 - 10:04
    We gaven ze gewichten aan hun enkels
  • 10:04 - 10:07
    die 15 procent
    van hun eigen gewicht wogen.
  • 10:07 - 10:09
    We zeiden dat ze de knieën moesten heffen
  • 10:09 - 10:11
    en snel naar de finish moesten lopen.
  • 10:11 - 10:13
    We bedachten deze oefening speciaal
  • 10:13 - 10:15
    als een gemiddeld uitdagende
  • 10:15 - 10:17
    maar niet onmogelijke oefening,
  • 10:17 - 10:18
    zoals de meeste oefeningen
  • 10:18 - 10:21
    die onze conditie verbeteren.
  • 10:21 - 10:23
    De grote vraag was:
  • 10:23 - 10:25
    als ze hun doel voor ogen hielden
  • 10:25 - 10:28
    en sterk op de finishlijn focusten,
  • 10:28 - 10:31
    veranderde dat dan hun ervaring
    met de oefening?
  • 10:31 - 10:32
    Dat was zo.
  • 10:32 - 10:34
    Mensen die hun doel voor ogen hielden,
  • 10:34 - 10:36
    vertelden na afloop dat het hen
  • 10:36 - 10:38
    17 procent minder inspanning kostte
  • 10:38 - 10:40
    om de oefening te doen
  • 10:40 - 10:43
    dan mensen die normaal rondkeken.
  • 10:43 - 10:45
    Het veranderde hun subjectieve ervaring
  • 10:45 - 10:47
    van de oefening.
  • 10:47 - 10:50
    Het veranderde ook
    het objectieve karakter
  • 10:50 - 10:51
    van hun oefening.
  • 10:51 - 10:54
    Mensen die het doel voor ogen hielden,
  • 10:54 - 10:56
    bewogen 23 procent sneller
  • 10:56 - 11:00
    dan mensen die normaal rondkeken.
  • 11:00 - 11:01
    Om dat in verhouding te zien:
  • 11:01 - 11:03
    23 procent verbetering
  • 11:03 - 11:07
    is als je Chevy Citation van 1980 inruilen
  • 11:07 - 11:12
    voor een Chevrolet Corvette van 1980.
  • 11:12 - 11:14
    We waren hier erg enthousiast over,
  • 11:14 - 11:16
    omdat het betekende dat een strategie
  • 11:16 - 11:18
    die niets kost
  • 11:18 - 11:20
    en makkelijk te gebruiken is,
  • 11:20 - 11:22
    ongeacht of men in vorm is,
  • 11:22 - 11:24
    of worstelt om dat te worden,
  • 11:24 - 11:25
    veel effect had.
  • 11:25 - 11:27
    Met je doel voor ogen,
  • 11:27 - 11:30
    lijkt en voelt de oefening makkelijker,
  • 11:30 - 11:32
    zelfs als men meer zijn best doet
  • 11:32 - 11:34
    omdat men sneller ging.
  • 11:34 - 11:37
    Ik weet dat gezondheid meer is
  • 11:37 - 11:39
    dan een beetje sneller wandelen,
  • 11:39 - 11:41
    maar je doel voor ogen houden
  • 11:41 - 11:43
    kan een bijkomende strategie zijn
  • 11:43 - 11:47
    om een gezonde leefstijl te bevorderen.
  • 11:47 - 11:49
    Als je nog niet overtuigd bent
  • 11:49 - 11:52
    dat we de wereld via onze hersenen zien,
  • 11:52 - 11:54
    dan heb ik nog een laatste voorbeeld.
  • 11:54 - 11:57
    Hier is een foto van een mooie straat
    in Stockholm, met twee auto's.
  • 11:57 - 11:59
    De auto achteraan lijkt veel groter
  • 11:59 - 12:01
    dan de auto vooraan.
  • 12:01 - 12:02
    In het echt
  • 12:02 - 12:05
    zijn ze even groot.
  • 12:05 - 12:08
    Maar zo zien we dat niet.
  • 12:08 - 12:11
    Zijn onze ogen daarom op hol geslagen
  • 12:11 - 12:14
    en zijn onze hersenen een puinhoop?
  • 12:14 - 12:17
    Nee, dat betekent het helemaal niet.
  • 12:17 - 12:19
    Zo werken onze ogen gewoon.
  • 12:19 - 12:21
    We zien de wereld verschillend,
  • 12:21 - 12:23
    en soms niet helemaal
  • 12:23 - 12:25
    zoals in de realiteit.
  • 12:25 - 12:26
    Maar het betekent niet
  • 12:26 - 12:29
    dat een van ons gelijk heeft
    en de ander niet.
  • 12:29 - 12:31
    We kijken allemaal via onze hersenen,
  • 12:31 - 12:34
    maar we kunnen onszelf leren
    anders te kijken.
  • 12:34 - 12:36
    Ik kan me dagen bedenken
  • 12:36 - 12:38
    die helemaal mis zijn gegaan voor mij.
  • 12:38 - 12:41
    Ik ben het zat, chagrijnig, moe,
  • 12:41 - 12:42
    en ik loop helemaal achter.
  • 12:42 - 12:45
    Er hangt een grote zwarte wolk
  • 12:45 - 12:46
    boven mijn hoofd.
  • 12:46 - 12:47
    Op zulke dagen
  • 12:47 - 12:49
    lijkt het of iedereen om me heen
  • 12:49 - 12:51
    ook in de put is.
  • 12:51 - 12:53
    Mijn collega's kijken verveeld
  • 12:53 - 12:56
    als ik ze vraag
    om de deadline te verschuiven.
  • 12:56 - 12:58
    Mijn vriendin lijkt gefrustreerd
  • 12:58 - 13:01
    als ik te laat voor de lunch ben
    door een vergadering,
  • 13:01 - 13:02
    en aan het einde van de dag
  • 13:02 - 13:04
    kijkt mijn echtgenoot teleurgesteld
  • 13:04 - 13:07
    omdat ik liever naar bed ga
    dan naar de film.
  • 13:07 - 13:10
    Op zulke dagen
    waarop iedereen ontdaan is
  • 13:10 - 13:12
    en boos op me lijkt,
  • 13:12 - 13:15
    probeer ik me te herinneren
    dat je anders naar ze kunt kijken.
  • 13:15 - 13:18
    Misschien was mijn collega wel in de war.
  • 13:18 - 13:21
    Misschien was mijn vriendin bezorgd,
  • 13:21 - 13:24
    en misschien voelde mijn echtgenoot
    gewoon met mij mee.
  • 13:24 - 13:26
    We zien de wereld allemaal
  • 13:26 - 13:28
    door ons eigen geestesoog,
  • 13:28 - 13:30
    en soms lijkt het
  • 13:30 - 13:31
    of de wereld een gevaarlijke,
  • 13:31 - 13:34
    uitdagende, onneembare horde is.
  • 13:34 - 13:37
    maar het hoeft niet altijd zo te lijken.
  • 13:37 - 13:39
    We kunnen onszelf leren
    om het anders te zien.
  • 13:39 - 13:41
    Als we een manier vinden
  • 13:41 - 13:43
    om de wereld
    mooier en makkelijker te laten lijken,
  • 13:43 - 13:46
    dan wordt hij dat ook.
  • 13:46 - 13:47
    Dankjewel.
  • 13:47 - 13:51
    (Applaus)
Title:
Waarom sommigen het moeilijker vinden om te trainen dan anderen.
Speaker:
Emily Balcetis
Description:

Waarom worstelen sommige mensen meer dan anderen met afvallen? Sociaal psycholoog Emily Balcetis laat onderzoek zien dat zich richt op een van de vele factoren: zicht. In een informatieve spreekbeurt laat ze zien dat, als het om conditie gaat, sommige mensen de wereld letterlijk anders zien dan anderen -- en geeft ze een verrassend eenvoudige oplossing om die verschillen te overbruggen.

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TEDTalks
Duration:
14:08

Dutch subtitles

Revisions