Waarom sommigen het moeilijker vinden om te trainen dan anderen.
-
0:01 - 0:02Men vindt gezichtsvermogen
-
0:02 - 0:06het belangrijkste zintuig dat we hebben.
-
0:06 - 0:07We kijken voortdurend
-
0:07 - 0:09naar de wereld om ons heen,
-
0:09 - 0:12en wat we zien, onderscheiden we vlot,
-
0:12 - 0:14en maken er iets logisch van.
-
0:14 - 0:17Laten we beginnen
met een voorbeeld daarvan. -
0:17 - 0:19Ik laat je een foto zien van iemand,
-
0:19 - 0:21een paar seconden lang.
-
0:21 - 0:23Ik wil dat je probeert te herkennen
-
0:23 - 0:25welk gevoel zijn gezicht uitdrukt.
-
0:25 - 0:26Klaar?
-
0:26 - 0:29Daar gaan we.
Gewoon je eerste reactie. -
0:29 - 0:31Oké, wat heb je gezien?
-
0:31 - 0:33Dit hebben we onderzocht
-
0:33 - 0:36bij 120 personen.
-
0:36 - 0:37De uitkomsten waren divers.
-
0:37 - 0:40Men was het er niet over eens
-
0:40 - 0:43welke emotie men zag op zijn gezicht.
-
0:43 - 0:44Misschien zag je onbehaaglijkheid.
-
0:44 - 0:48Dat antwoord kregen we het vaakst.
-
0:48 - 0:50Maar vraag het aan de persoon
links van je, -
0:50 - 0:52dan zegt die misschien spijt of scepsis,
-
0:52 - 0:55en vraag je het aan iemand rechts van je,
-
0:55 - 0:57dan antwoordt hij misschien
iets heel anders, -
0:57 - 1:00zoals hoop of empathie.
-
1:00 - 1:02Nogmaals, we kijken
-
1:02 - 1:05naar precies hetzelfde gezicht.
-
1:05 - 1:09We zien misschien
iets totaal verschillends, -
1:09 - 1:12omdat perceptie persoonlijk is.
-
1:12 - 1:14Wat we denken te zien,
-
1:14 - 1:15wordt in feite gefilterd
-
1:15 - 1:18door ons eigen geestesoog.
-
1:18 - 1:20Natuurlijk zijn er
veel andere voorbeelden -
1:20 - 1:22van hoe we de wereld zien
door ons eigen geestesoog. -
1:22 - 1:24Ik geef er een paar.
-
1:24 - 1:27Volgers van een dieet, bijvoorbeeld,
-
1:27 - 1:29zien appels groter
-
1:29 - 1:32dan mensen die niet
op calorieën hoeven te letten. -
1:32 - 1:35Honkballers zien de bal kleiner
-
1:35 - 1:38als ze net een inzinking hebben gehad,
-
1:38 - 1:41vergeleken met spelers
die net heel goed hebben staan spelen. -
1:41 - 1:44Onze politieke voorkeur
-
1:44 - 1:46kan ook beïnvloeden hoe we anderen zien,
-
1:46 - 1:49inclusief politici.
-
1:49 - 1:52Mijn onderzoeksteam en ik
besloten deze vraag te testen. -
1:52 - 1:55In 2008 was Barack Obama
-
1:55 - 1:57voor de eerste keer presidentskandidaat.
-
1:57 - 2:00We hebben het onderzocht
bij honderden Amerikanen. -
2:00 - 2:02Een maand voor de verkiezing.
-
2:02 - 2:04Wat hebben in dit onderzoek ontdekt
-
2:04 - 2:06dat mensen, sommige Amerikanen, vinden,
-
2:06 - 2:09dat deze foto's het best weergeven
-
2:09 - 2:11hoe Obama er echt uitziet.
-
2:11 - 2:14Van deze mensen koos 70 procent
-
2:14 - 2:17bij de verkiezing voor Obama.
-
2:17 - 2:18Andere mensen dachten echter
-
2:18 - 2:22dat deze foto's
Obama het beste weergeven. -
2:22 - 2:2489 procent van deze mensen
-
2:24 - 2:26koos voor McCain.
-
2:26 - 2:29We lieten veel foto's van Obama
-
2:29 - 2:31een voor een zien.
-
2:31 - 2:34Men had niet in de gaten
dat we ondertussen -
2:34 - 2:36van de ene foto op de andere,
-
2:36 - 2:38de huidskleur kunstmatig lichter
-
2:38 - 2:40of donkerder hadden gemaakt.
-
2:40 - 2:42Hoe kan dat dan?
-
2:42 - 2:45Hoe kan het dat ik
bij het kijken naar een persoon, -
2:45 - 2:46een voorwerp of een gebeurtenis,
-
2:46 - 2:48iets heel anders zie
-
2:48 - 2:50dan iemand anders?
-
2:50 - 2:53Er zijn veel redenen,
-
2:53 - 2:55maar voor een reden
moeten we iets beter snappen -
2:55 - 2:57hoe onze ogen werken.
-
2:57 - 2:59Wetenschappers van gezichtsvermogen weten
-
2:59 - 3:01dat de hoeveelheid informatie
-
3:01 - 3:03die we kunnen zien
-
3:03 - 3:04op een bepaald tijdstip,
-
3:04 - 3:07en waar we ons op kunnen richten,
nogal klein is. -
3:07 - 3:12Wat we goed scherp en helder kunnen zien,
-
3:12 - 3:16is gelijk aan het oppervlak van een duim
-
3:16 - 3:18aan een uitgestrekte arm.
-
3:18 - 3:21Alles eromheen is onscherp.
-
3:21 - 3:24Veel van wat onze ogen
voorgeschoteld krijgen, -
3:24 - 3:26is daardoor dubbelzinnig.
-
3:26 - 3:28Maar we moeten duidelijkheid scheppen
-
3:28 - 3:30en betekenis geven aan wat we zien.
-
3:30 - 3:34Onze hersenen moeten dat hiaat opvullen.
-
3:34 - 3:37Hierdoor is perceptie iets subjectiefs,
-
3:37 - 3:39en daarom zien we tenslotte
-
3:39 - 3:41door ons geestesoog.
-
3:41 - 3:43Ik ben dus sociaal psycholoog,
-
3:43 - 3:44en het zijn dit soort vragen
-
3:44 - 3:46die me intrigeren.
-
3:46 - 3:48Ik ben gefascineerd door de keren
-
3:48 - 3:50dat mensen het niets eens zijn
wat ze zien. -
3:50 - 3:52Waarom ziet iemand letterlijk
-
3:52 - 3:55het glas halfvol,
-
3:55 - 3:57terwijl de ander het letterlijk
halfleeg ziet? -
3:57 - 4:01Hoe komt het dat iemand,
door wat hij denkt en voelt, -
4:01 - 4:02de wereld ziet
-
4:02 - 4:04op een totaal andere manier?
-
4:04 - 4:07Maakt dat iets uit?
-
4:07 - 4:10Om deze vragen aan te pakken,
-
4:10 - 4:13besloten mijn onderzoeksteam en ik
flink te gaan graven -
4:13 - 4:16in iets dat internationaal aandacht trok:
-
4:16 - 4:18onze gezondheid en conditie.
-
4:18 - 4:19Over de hele wereld
-
4:19 - 4:22worstelen mensen met hun gewicht
-
4:22 - 4:24en er zijn allerlei methodes
-
4:24 - 4:27die ons helpen
om de pondjes kwijt te raken. -
4:27 - 4:31We hebben bijvoorbeeld
de beste voornemens -
4:31 - 4:33om na de eindejaarsfeesten
te gaan trainen, -
4:33 - 4:36maar de meeste Amerikanen
-
4:36 - 4:38merken dat hun nieuwjaarsvoornemens
-
4:38 - 4:41mislukt zijn tegen Valentijnsdag.
-
4:41 - 4:42We praten tegen onszelf
-
4:42 - 4:44op bemoedigende manier,
-
4:44 - 4:46door te zeggen dat dit ons jaar wordt
-
4:46 - 4:48om weer in vorm te komen.
-
4:48 - 4:49Maar dat is niet genoeg
-
4:49 - 4:51om ons weer
op het juiste gewicht te krijgen. -
4:51 - 4:53Waarom dan?
-
4:53 - 4:55Dat is natuurlijk geen makkelijke vraag,
-
4:55 - 4:58maar een reden die ik bepleit,
-
4:58 - 5:00is dat ons geestesoog
-
5:00 - 5:01misschien tegen ons werkt.
-
5:01 - 5:04Sommigen zien training letterlijk
-
5:04 - 5:06als moeilijker,
-
5:06 - 5:08en sommigen zien training
-
5:08 - 5:10letterlijk als makkelijker.
-
5:10 - 5:14Als eerste stap in het onderzoek
-
5:14 - 5:16verzamelden we objectieve metingen
-
5:16 - 5:19van de conditie van de proefpersonen.
-
5:19 - 5:21We maten de omtrek van hun taille
-
5:21 - 5:24ten opzichte van hun heupomtrek.
-
5:24 - 5:26Een hogere taille-heupratio
-
5:26 - 5:28kan wijzen op
lichamelijk minder fit zijn -
5:28 - 5:30dan bij een lagere taille-heupratio.
-
5:30 - 5:33Nadat we deze metingen gedaan hadden,
-
5:33 - 5:34vertelden we de deelnemers
-
5:34 - 5:38dat ze naar een finish moesten lopen
met extra gewicht -
5:38 - 5:39als een soort wedstrijd.
-
5:39 - 5:41Maar voordat ze dat deden,
-
5:41 - 5:43vroegen we ze de afstand te schatten
-
5:43 - 5:45naar de finishlijn.
-
5:45 - 5:47We dachten dat de conditie van hun lichaam
-
5:47 - 5:51van invloed was op de geschatte afstand.
-
5:51 - 5:53Wat hebben we ontdekt?
-
5:53 - 5:55De taille-heupratio
-
5:55 - 5:58voorspelde de geschatte afstand.
-
5:58 - 6:01Mensen die niet in vorm waren,
-
6:01 - 6:03zagen de afstand naar de finishlijn
-
6:03 - 6:04als duidelijk groter
-
6:04 - 6:06dan de mensen die beter in vorm waren.
-
6:06 - 6:08De conditie van hun eigen lichaam
-
6:08 - 6:11bepaalde de perceptie van hun omgeving.
-
6:11 - 6:13Maar onze hersenen kunnen dat ook.
-
6:13 - 6:15Ons lijf en onze hersenen
-
6:15 - 6:17spannen samen
-
6:17 - 6:20om ons de wereld om ons heen
anders te doen zien. -
6:20 - 6:22Daarom denken we dat mensen
-
6:22 - 6:23met een sterke wil
-
6:23 - 6:25en uitdagende doelen om te oefenen
-
6:25 - 6:28de finishlijn wellicht dichterbij zien
-
6:28 - 6:32dan mensen die een zwakkere wil hebben.
-
6:32 - 6:34Om te testen of de motivatie
-
6:34 - 6:38onze perceptie op deze manier bepaalt,
-
6:38 - 6:40deden we een tweede onderzoek.
-
6:40 - 6:42We verzamelden nogmaals
objectieve metingen -
6:42 - 6:44van de fysieke conditie van de personen,
-
6:44 - 6:46door de omtrek van hun taille te meten
-
6:46 - 6:48en de omtrek van hun heupen,
-
6:48 - 6:52en we lieten hen
nog een paar conditietesten doen. -
6:52 - 6:54Met de feedback die we ze gaven,
-
6:54 - 6:56vertelden sommige deelnemers
-
6:56 - 6:58dat ze niet meer gemotiveerd waren
om te trainen. -
6:58 - 7:00Ze vonden dat ze al fit genoeg waren
-
7:00 - 7:02en dat ze niets meer gingen doen.
-
7:02 - 7:04Ze waren niet gemotiveerd.
-
7:04 - 7:06Anderen vertelden echter,
na onze feedback, -
7:06 - 7:09dat ze erg gemotiveerd waren
om te trainen. -
7:09 - 7:11Ze hadden een sterke wil
om de finishlijn te halen. -
7:11 - 7:14Voordat we ze
naar de finishlijn lieten lopen, -
7:14 - 7:16lieten we ze de afstand schatten.
-
7:16 - 7:18Hoe ver was de finishlijn?
-
7:18 - 7:20En nogmaals,
net als bij het vorige onderzoek, -
7:20 - 7:22zagen we dat de taille-heupratio
-
7:22 - 7:24de geschatte afstand
liet voorspellen. -
7:24 - 7:29Niet-fitte mensen zagen de afstand groter.
-
7:29 - 7:31Ze zagen de finishlijn verder weg
-
7:31 - 7:33dan de mensen die fitter waren.
-
7:33 - 7:35Belangrijk is dat dit alleen gebeurde
-
7:35 - 7:37bij mensen die niet gemotiveerd waren
-
7:37 - 7:38om te oefenen.
-
7:38 - 7:40Anderzijds zagen de mensen
-
7:40 - 7:43die erg gemotiveerd waren
om te trainen, -
7:43 - 7:45de afstand als kort.
-
7:45 - 7:47Zelfs de meest niet-fitte mensen
-
7:47 - 7:49zagen de finishlijn
-
7:49 - 7:50net zo dichtbij,
-
7:50 - 7:52of zelfs iets dichterbij,
-
7:52 - 7:55dan de mensen die fitter waren.
-
7:55 - 7:57Ons lichaam kan dus aanpassen
-
7:57 - 7:59hoe ver weg de finishlijn lijkt,
-
7:59 - 8:03maar mensen die een haalbaar doel
hadden gekozen, -
8:03 - 8:05dat ze in de nabije toekomst konden halen,
-
8:05 - 8:07en waarvan ze dachten
-
8:07 - 8:09het te kunnen halen,
-
8:09 - 8:12zagen de oefening als makkelijker.
-
8:12 - 8:14We gingen ons afvragen
-
8:14 - 8:17of er een strategie was
die we konden gebruiken -
8:17 - 8:19om mensen te leren
-
8:19 - 8:21hun schatting van de afstand
te veranderen, -
8:21 - 8:24en de oefening
makkelijker te laten lijken. -
8:24 - 8:26We bogen ons over de literatuur
over gezichtsvermogen, -
8:26 - 8:28om uit te zoeken wat we konden doen.
-
8:28 - 8:31Met die kennis
bedachten we een nieuwe strategie -
8:31 - 8:34die we "Houd je doel voor ogen" noemden.
-
8:34 - 8:36Dat is geen slogan
-
8:36 - 8:38op een inspirerend affiche.
-
8:38 - 8:40Hij geeft aan
-
8:40 - 8:43hoe je moet kijken naar je omgeving.
-
8:43 - 8:47We suggereerden mensen
die we op deze manier trainden, -
8:47 - 8:49om zich te richten op de finishlijn,
-
8:49 - 8:51rondkijken te vermijden,
-
8:51 - 8:52en de finish in te beelden
-
8:52 - 8:54met een schijnwerper erop,
-
8:54 - 8:56waardoor alles eromheen onscherp was,
-
8:56 - 8:58en misschien wel moeilijk te zien.
-
8:58 - 9:00We dachten dat deze strategie
-
9:00 - 9:03zou helpen om de oefening
makkelijker te doen lijken. -
9:03 - 9:04We vergeleken deze groep
-
9:04 - 9:06met een referentiegroep.
-
9:06 - 9:07Aan deze groep zeiden we:
-
9:07 - 9:09kijk gewoon rond
-
9:09 - 9:10zoals je altijd doet.
-
9:10 - 9:12Je ziet de finishlijn,
-
9:12 - 9:13maar je ziet misschien ook
-
9:13 - 9:15de vuilnisbak rechts
-
9:15 - 9:18of de mensen bij de lantaarnpaal links.
-
9:18 - 9:20We dachten dat mensen
die deze strategie kozen, -
9:20 - 9:22de afstand als groter zouden zien.
-
9:22 - 9:25Wat hebben we ontdekt?
-
9:25 - 9:27Had deze strategie succes
-
9:27 - 9:29bij het veranderen van hun perceptie
-
9:29 - 9:31toen we ze de afstand lieten schatten?
-
9:31 - 9:32Ja.
-
9:32 - 9:34Mensen die het doel voor ogen hielden,
-
9:34 - 9:37zagen de finishlijn 30 procent dichterbij
-
9:37 - 9:39dan mensen die rondkeken
-
9:39 - 9:40zoals ze altijd deden.
-
9:40 - 9:42We vonden dat fantastisch
-
9:42 - 9:44omdat het betekende
-
9:44 - 9:45dat deze strategie hen hielp
-
9:45 - 9:47de oefening makkelijker te laten lijken.
-
9:47 - 9:49Maar de grote vraag was,
-
9:49 - 9:51of dit hen kon helpen
-
9:51 - 9:52de oefening beter te doen.
-
9:52 - 9:54Kon het ook de kwaliteit verbeteren
-
9:54 - 9:56van de oefening?
-
9:56 - 9:58Toen vertelden we de deelnemers
-
9:58 - 10:00dat ze moesten lopen
naar de finishlijn -
10:00 - 10:02met extra gewicht.
-
10:02 - 10:04We gaven ze gewichten aan hun enkels
-
10:04 - 10:07die 15 procent
van hun eigen gewicht wogen. -
10:07 - 10:09We zeiden dat ze de knieën moesten heffen
-
10:09 - 10:11en snel naar de finish moesten lopen.
-
10:11 - 10:13We bedachten deze oefening speciaal
-
10:13 - 10:15als een gemiddeld uitdagende
-
10:15 - 10:17maar niet onmogelijke oefening,
-
10:17 - 10:18zoals de meeste oefeningen
-
10:18 - 10:21die onze conditie verbeteren.
-
10:21 - 10:23De grote vraag was:
-
10:23 - 10:25als ze hun doel voor ogen hielden
-
10:25 - 10:28en sterk op de finishlijn focusten,
-
10:28 - 10:31veranderde dat dan hun ervaring
met de oefening? -
10:31 - 10:32Dat was zo.
-
10:32 - 10:34Mensen die hun doel voor ogen hielden,
-
10:34 - 10:36vertelden na afloop dat het hen
-
10:36 - 10:3817 procent minder inspanning kostte
-
10:38 - 10:40om de oefening te doen
-
10:40 - 10:43dan mensen die normaal rondkeken.
-
10:43 - 10:45Het veranderde hun subjectieve ervaring
-
10:45 - 10:47van de oefening.
-
10:47 - 10:50Het veranderde ook
het objectieve karakter -
10:50 - 10:51van hun oefening.
-
10:51 - 10:54Mensen die het doel voor ogen hielden,
-
10:54 - 10:56bewogen 23 procent sneller
-
10:56 - 11:00dan mensen die normaal rondkeken.
-
11:00 - 11:01Om dat in verhouding te zien:
-
11:01 - 11:0323 procent verbetering
-
11:03 - 11:07is als je Chevy Citation van 1980 inruilen
-
11:07 - 11:12voor een Chevrolet Corvette van 1980.
-
11:12 - 11:14We waren hier erg enthousiast over,
-
11:14 - 11:16omdat het betekende dat een strategie
-
11:16 - 11:18die niets kost
-
11:18 - 11:20en makkelijk te gebruiken is,
-
11:20 - 11:22ongeacht of men in vorm is,
-
11:22 - 11:24of worstelt om dat te worden,
-
11:24 - 11:25veel effect had.
-
11:25 - 11:27Met je doel voor ogen,
-
11:27 - 11:30lijkt en voelt de oefening makkelijker,
-
11:30 - 11:32zelfs als men meer zijn best doet
-
11:32 - 11:34omdat men sneller ging.
-
11:34 - 11:37Ik weet dat gezondheid meer is
-
11:37 - 11:39dan een beetje sneller wandelen,
-
11:39 - 11:41maar je doel voor ogen houden
-
11:41 - 11:43kan een bijkomende strategie zijn
-
11:43 - 11:47om een gezonde leefstijl te bevorderen.
-
11:47 - 11:49Als je nog niet overtuigd bent
-
11:49 - 11:52dat we de wereld via onze hersenen zien,
-
11:52 - 11:54dan heb ik nog een laatste voorbeeld.
-
11:54 - 11:57Hier is een foto van een mooie straat
in Stockholm, met twee auto's. -
11:57 - 11:59De auto achteraan lijkt veel groter
-
11:59 - 12:01dan de auto vooraan.
-
12:01 - 12:02In het echt
-
12:02 - 12:05zijn ze even groot.
-
12:05 - 12:08Maar zo zien we dat niet.
-
12:08 - 12:11Zijn onze ogen daarom op hol geslagen
-
12:11 - 12:14en zijn onze hersenen een puinhoop?
-
12:14 - 12:17Nee, dat betekent het helemaal niet.
-
12:17 - 12:19Zo werken onze ogen gewoon.
-
12:19 - 12:21We zien de wereld verschillend,
-
12:21 - 12:23en soms niet helemaal
-
12:23 - 12:25zoals in de realiteit.
-
12:25 - 12:26Maar het betekent niet
-
12:26 - 12:29dat een van ons gelijk heeft
en de ander niet. -
12:29 - 12:31We kijken allemaal via onze hersenen,
-
12:31 - 12:34maar we kunnen onszelf leren
anders te kijken. -
12:34 - 12:36Ik kan me dagen bedenken
-
12:36 - 12:38die helemaal mis zijn gegaan voor mij.
-
12:38 - 12:41Ik ben het zat, chagrijnig, moe,
-
12:41 - 12:42en ik loop helemaal achter.
-
12:42 - 12:45Er hangt een grote zwarte wolk
-
12:45 - 12:46boven mijn hoofd.
-
12:46 - 12:47Op zulke dagen
-
12:47 - 12:49lijkt het of iedereen om me heen
-
12:49 - 12:51ook in de put is.
-
12:51 - 12:53Mijn collega's kijken verveeld
-
12:53 - 12:56als ik ze vraag
om de deadline te verschuiven. -
12:56 - 12:58Mijn vriendin lijkt gefrustreerd
-
12:58 - 13:01als ik te laat voor de lunch ben
door een vergadering, -
13:01 - 13:02en aan het einde van de dag
-
13:02 - 13:04kijkt mijn echtgenoot teleurgesteld
-
13:04 - 13:07omdat ik liever naar bed ga
dan naar de film. -
13:07 - 13:10Op zulke dagen
waarop iedereen ontdaan is -
13:10 - 13:12en boos op me lijkt,
-
13:12 - 13:15probeer ik me te herinneren
dat je anders naar ze kunt kijken. -
13:15 - 13:18Misschien was mijn collega wel in de war.
-
13:18 - 13:21Misschien was mijn vriendin bezorgd,
-
13:21 - 13:24en misschien voelde mijn echtgenoot
gewoon met mij mee. -
13:24 - 13:26We zien de wereld allemaal
-
13:26 - 13:28door ons eigen geestesoog,
-
13:28 - 13:30en soms lijkt het
-
13:30 - 13:31of de wereld een gevaarlijke,
-
13:31 - 13:34uitdagende, onneembare horde is.
-
13:34 - 13:37maar het hoeft niet altijd zo te lijken.
-
13:37 - 13:39We kunnen onszelf leren
om het anders te zien. -
13:39 - 13:41Als we een manier vinden
-
13:41 - 13:43om de wereld
mooier en makkelijker te laten lijken, -
13:43 - 13:46dan wordt hij dat ook.
-
13:46 - 13:47Dankjewel.
-
13:47 - 13:51(Applaus)
- Title:
- Waarom sommigen het moeilijker vinden om te trainen dan anderen.
- Speaker:
- Emily Balcetis
- Description:
-
Waarom worstelen sommige mensen meer dan anderen met afvallen? Sociaal psycholoog Emily Balcetis laat onderzoek zien dat zich richt op een van de vele factoren: zicht. In een informatieve spreekbeurt laat ze zien dat, als het om conditie gaat, sommige mensen de wereld letterlijk anders zien dan anderen -- en geeft ze een verrassend eenvoudige oplossing om die verschillen te overbruggen.
- Video Language:
- English
- Team:
- closed TED
- Project:
- TEDTalks
- Duration:
- 14:08
Els De Keyser approved Dutch subtitles for Why some people find exercise harder than others | ||
Els De Keyser edited Dutch subtitles for Why some people find exercise harder than others | ||
Els De Keyser edited Dutch subtitles for Why some people find exercise harder than others | ||
Els De Keyser edited Dutch subtitles for Why some people find exercise harder than others | ||
Els De Keyser edited Dutch subtitles for Why some people find exercise harder than others | ||
Els De Keyser edited Dutch subtitles for Why some people find exercise harder than others | ||
Els De Keyser accepted Dutch subtitles for Why some people find exercise harder than others | ||
Dick Stada edited Dutch subtitles for Why some people find exercise harder than others |