Heb je je ooit afgevraagd
wat dieren denken en voelen?
Laten we beginnen met een vraag:
houdt mijn hond echt van mij
of wil ze alleen een beloning?
Het is makkelijk te zien
dat onze hond echt van ons houdt.
Makkelijk te zien, toch,
wat er in dat wazige koppie omgaat.
Wat gaat er in om?
Er gaat zeker iets in om.
Maar waarom is altijd de vraag
of ze van ons houden?
Waarom draait altijd alles om ons?
Waarom zijn we zulke narcisten?
Ik heb een andere vraag gevonden
om aan dieren te stellen.
Wie ben jij?
Er zijn capaciteiten
van het menselijk intellect
waarvan we denken dat deze
alleen bij het menselijk intellect horen.
Maar is dat waar?
Wat doen andere wezens met die hersenen?
Wat denken en voelen ze?
Is het mogelijk om hier achter te komen?
Ik denk dat er een manier is.
Verschillende manieren.
We kunnen kijken naar de evolutie,
naar hun hersenen
en naar hun gedrag.
Allereerst moeten we ons realiseren
dat ons brein een erfenis is.
De eerste zenuwcellen kwamen van kwallen.
Kwallen brachten
de eerste chordadieren voort.
De eerste chordadieren brachten
de eerste gewervelden voort.
De gewervelden verlieten de zee,
en hier zijn wij.
Het is nog steeds waar
dat een zenuwcel er hetzelfde uitziet
bij een rivierkreeft,
een vogel en bij jou.
Wat zegt dat over het intellect
van de rivierkreeft?
Kunnen we daar iets over zeggen?
Het blijkt dat
wanneer je een rivierkreeft
veel kleine elektrische schokjes geeft
elke keer dat hij uit zijn hol komt,
hij angst zal ontwikkelen.
Als je de rivierkreeft
hetzelfde medicijn geeft
dat gebruikt wordt
voor angststoornissen bij mensen,
wordt hij rustig, komt naar buiten
en gaat op onderzoek uit.
Hoe laten we merken
hoe belangrijk hun angst voor ons is?
Meestal koken we ze.
(Gelach)
Octopussen gebruiken gereedschap,
zoals ook de meeste apen doen,
en ze herkennen gezichten van mensen.
Hoe prijzen we de aapachtige intelligentie
van deze ongewervelde?
Meestal gekookt.
Als een tandbaars een vis
een spleet van het koraal injaagt,
zal hij soms naar een plek gaan
waarvan hij weet dat er een murene slaapt,
die murene een signaal geven
om hem te volgen,
en de murene begrijpt dat signaal.
De murene kan de spleet ingaan
om de vis te vangen,
maar de vis kan ontsnappen
en dan kan de tandbaars hem pakken.
Dit is een zeer oud partnerschap
dat we nog niet zo lang kennen.
Hoe prijzen we dit oude partnerschap?
Meestal gebakken.
Er zit een patroon in
en dit zegt veel meer over ons
dan over hen.
Zeeotters gebruiken gereedschap
en ze maken tijd vrij
tijdens hun bezigheden
om hun kinderen te laten zien
wat ze moeten doen.
Dat noemen we lesgeven.
Chimpansees geven geen les.
Orka's geven les en orka's delen voedsel.
Wanneer evolutie iets nieuws maakt,
zal het eerst de op voorraad zijnde,
bestaande onderdelen gebruiken,
voordat er iets nieuws ontwikkeld wordt.
Ons brein is het resultaat
van miljoenen jaren evolutie.
Als je het menselijk brein
vergelijkt met dat van een chimpansee,
zie je dat we eigenlijk
hele grote chimpanseehersenen hebben.
Het is goed dat onze hersenen groter zijn,
want we zijn al zo onzeker.
(Gelach)
Maar, oh oh, hier is een dolfijn,
grotere hersenen met meer plooiingen.
Misschien zeg je: oké, we zien hersenen,
maar wat zegt dat over het intellect?
We kunnen de werking van het intellect
terugzien in de logica van het gedrag.
Deze olifanten, zoals je kunt zien,
zijn aan het rusten.
Ze hebben een schaduwplek gevonden
onder de palmbomen
waar ze hun baby's kunnen laten slapen,
terwijl ze zelf een dutje doen
maar wel waakzaam blijven.
Wij vinden dit beeld heel logisch,
net zoals zij het zelf logisch vinden,
want onder dezelfde zon,
op dezelfde vlaktes,
luisterend naar het gebrul
van dezelfde gevaren,
zijn ze geworden zoals ze zijn
en zijn wij geworden zoals we zijn.
We zijn al heel lang buren.
Niemand zal deze olifanten
als ontspannen dieren zien.
Ze zijn duidelijk erg bezorgd over iets.
Waar zijn ze zo bezorgd over?
Het blijkt dat als je stemmen
van toeristen opneemt
en je speelt dat geluid af
op een verborgen speaker in de struiken,
dat olifanten dit negeren
omdat toeristen hen niet lastigvallen.
Maar als je de stemmen
van herders opneemt,
die speren bij zich dragen en olifanten
vaak pijn doen bij confrontaties,
zullen de olifanten zich verzamelen
en wegrennen van de verborgen speaker.
Olifanten weten niet alleen
dat er mensen zijn,
ze weten dat er
verschillende typen mensen zijn
en dat sommigen niet
en sommigen wel gevaarlijk zijn.
Ze houden ons al langer
in de gaten dan wij hen.
Zij kennen ons beter dan wij hen kennen.
We hebben dezelfde behoeften:
voor onze kinderen zorgen,
zoeken naar voedsel, overleven.
Of we nu uitgerust zijn
om te wandelen in de heuvels van Afrika,
of uitgerust zijn voor diepzeeduiken,
we zijn praktisch hetzelfde.
Onder de huid zijn we verwanten.
De olifant heeft hetzelfde skelet,
de orka heeft hetzelfde skelet,
als wij.
We zien dat er geholpen wordt
waar dat nodig is.
We zien nieuwsgierigheid in de jeugd.
We zien familiebanden.
We herkennen genegenheid.
Baltsgedrag is hofmakerij.
En dan vragen wij:
"Hebben zij bewustzijn?"
Wanneer je een algehele narcose krijgt,
raak je bewusteloos,
wat betekent dat je nergens
meer gevoel hebt.
Bewustzijn is simpel gezegd
dat je iets voelt.
Als je ziet, als je hoort, als je voelt,
als je je iets gewaarwordt,
ben je je bewust
en zij zijn zich bewust.
Sommige mensen zeggen
dat er bepaalde dingen zijn
die mensen mensen maken
en één van deze dingen is empathie.
Empathie is het vermogen van de geest
om je te kunnen inleven in je medemens.
Het is erg nuttig.
Als je metgezellen
zich sneller gaan bewegen,
krijg je het gevoel
dat je moet opschieten.
Nu is iedereen gehaast.
Besmettelijke angst
is de oudste vorm van empathie.
Als je metgezellen
opeens schrikken en wegvliegen,
heeft het geen zin om je af te vragen:
"Goh, waarom gaan ze nou ze allemaal weg?"
(Gelach)
Empathie is oud, maar empathie,
zoals allles in het leven,
bevindt zich op een hellend vlak
en heeft zijn uitwerking.
De basis van empathie is: jij bent
verdrietig, dat maakt mij verdrietig.
Als ik geluk zie, word ik gelukkig.
Dan is er nog iets dat ik sympathie noem,
iets afstandelijker:
"Het spijt me om te horen
dat je grootmoeder is overleden.
Ik heb niet hetzelfde gevoel,
maar ik snap het, ik weet wat je voelt
en het raakt mij."
Als we gemotiveerd worden
om uit sympathie te handelen
dan noem ik dat compassie.
Verre van dat wat ons menselijk maakt,
menselijke empathie is verre van perfect.
We vangen empathische wezens,
we doden ze en eten ze op.
Misschien zeg je: oké,
maar dit zijn andere soorten.
Dit is maar jacht, mensen zijn roofdieren.
Maar onze eigen soort
behandelen we ook niet al te best.
Als mensen íets weten
over het gedrag van dieren
dan is het wel dat je nooit
menselijke gedachten en emoties
moet toeschrijven aan andere soorten.
Ik vind dit onverstandig,
want wanneer je ze wel door de bril
van menselijke gedachten en emoties ziet,
krijg je het beste idee
van wat ze doen en wat ze voelen,
omdat hun hersenen praktisch
hetzelfde zijn als die van ons.
Ze hebben dezelfde structuren.
Dezelfde hormonen die zorgen
voor onze stemming en motivatie
zijn ook aanwezig in hun hersenen.
Het is niet wetenschappelijk om te zeggen
dat ze honger hebben wanneer ze jagen,
en dat ze moe zijn wanneer hun tong
uit hun bek hangt,
maar als ze zich vrolijk en blij gedragen
wanneer ze met hun kinderen spelen,
te zeggen dat we geen idee hebben
of ze mogelijk iets ervaren.
Dat is niet wetenschappelijk.
Een verslaggever zei tegen mij:
"Misschien, maar hoe weet je zeker
dat andere dieren denken en voelen?"
Ik doorzocht al mijn honderden
wetenschappelijke refenties
die ik in mijn boek had gezet
en ik realiseerde mij dat het antwoord
bij me in de kamer was.
Wanneer mijn hond van het vloerkleed
naar mij toekomt --
niet naar de bank, maar naar mij --
en ze rolt op haar rug
en laat haar buik zien,
heeft ze de gedachte gehad:
"Ik wil dat iemand over mijn buik wrijft.
Ik weet dat ik naar Carl kan gaan,
hij zal begrijpen wat ik wil.
Ik weet dat ik hem kan vertrouwen,
want hij is familie.
Hij kan het, dit wordt genieten."
(Gelach)
Ze heeft gedacht en ze heeft gevoeld,
en het is echt niet ingewikkelder dan dat.
Maar we zien andere dieren
en we zeggen: "Oh kijk, orka's,
wolven, olifanten.
Die zien het niet zo."
Dat mannetje met die grote vin is L41.
Hij is 38 jaar.
Het vrouwtje aan zijn linkerzijde is L22.
Zij is 44.
Zij kennen elkaar al jaren.
Zij weten precies wie zij zijn.
Zij weten wie hun vrienden zijn.
Zij weten wie hun rivalen zijn.
Hun leven volgt de lijn van een loopbaan.
Ze weten altijd waar ze zijn.
Deze olifant heet Philo.
Hij was een jong mannetje.
Dit is hem vier dagen later.
Mensen kunnen niet alleen verdriet voelen,
maar ook veel verdriet veroorzaken.
Wij willen hun tanden.
Waarom kunnen we niet wachten
tot ze dood zijn?
Ooit vond je olifanten vanaf de kust
van het Middellandse-Zeegebied
helemaal tot aan Kaap de Goede Hoop.
In 1980 waren er
enorme gebieden met olifanten
in Centraal en Oost Afrika.
Nu is hun leefgebied
in kleine stukjes uiteengevallen.
Dit is de geografie van een dier
dat we met uitsterven bedreigen,
een medewezen van ons,
het meest imposante wezen op land.
Natuurlijk zorgen we veel beter
voor onze fauna in de Verenigde Staten.
In Yellowstone National Park
hebben we alle wolven gedood.
Sterker nog: we hebben alle wolven gedood
ten zuiden van de Canadese grens.
De parkwachters deden dit
in het park in de jaren 20,
om ze 60 jaar later
weer terug te moeten brengen,
omdat het aantal elanden
uit de hand liep.
Toen kwamen de mensen.
Duizenden mensen kwamen
naar de wolven kijken,
de meest toegankelijk
waarneembare wolven ter wereld.
Ik ben er geweest en bekeek
deze ongelofelijke wolvenfamilie.
Een roedel is een familie.
Er zijn een paar volwassen leiders
en jongen van verschillende generaties.
Ik heb gekeken naar de beroemdste en meest
stabiele roedel in het Yellowstone Park.
Toen ze net buiten de grens dwaalden,
werden twee volwassenen gedood,
inclusief de moeder,
die we soms het alfavrouwtje noemen.
Dit leidde direct tot rivaliteit
bij de rest van de familie.
Zussen schopten andere zussen eruit.
Deze links probeerde dagenlang
opnieuw terug te keren in de familie.
Zij lieten dat niet toe
omdat ze jaloers op haar waren.
Ze kreeg te veel aandacht
van twee nieuwe mannetjes
en ze was vroegrijp.
Dat was te veel voor ze.
Ze kwam dwalend buiten het park terecht
en werd neergeschoten.
Het alfamannetje eindigde
verstoten door zijn eigen familie.
Terwijl de winter er aankwam,
verloor hij zijn territorium,
zijn jachtondersteuning,
zijn familieleden en zijn partner.
We hebben zoveel leed bij ze veroorzaakt.
Het is wonderlijk dat ze ons
niet meer kwaad doen.
Deze walvis was net klaar met het opeten
van een stuk grijze walvis
samen met zijn metgezellen
die deze walvis hadden gedood.
De mensen op de boot hoefden nergens
bang voor te zijn.
Deze walvis is T20.
Hij is net klaar met het verscheuren
van een zeehond met zijn twee metgezellen.
De zeehond woog bijna net zoveel
als de mensen op de boot.
Ze hoefden nergens bang voor te zijn.
Ze eten zeehonden.
Waarom eten ze ons niet?
Waarom kunnen wij ze vertrouwen
in de buurt van onze peuters?
Waarom keerden orka's terug naar
in dichte mist verdwaalde onderzoekers
om ze kilometers lang
door de mist te begeleiden
tot vlak voor het huis
van de onderzoekers aan de kust?
En dit is meer dan eens gebeurd.
In de Bahama's woont een vrouw
die Denise Herzing heet,
ze bestudeert gevlekte dolfijnen
en zij kennen haar.
Ze kent ze erg goed.
Ze weet precies wie ze zijn.
Zij kennen haar.
Ze herkennen de onderzoeksboot.
Als ze eraan komt,
is het een vrolijk weerzien.
Op één keer na, toen ze eraan kwam
en ze niet bij de boot wilden komen,
en dat was echt vreemd.
Ze kwamen er niet achter
wat er aan de hand was,
totdat er iemand aan dek kwam
en mededeelde dat één van de mensen
aan boord was overleden
tijdens een dutje in zijn kooi.
Hoe konden de dolfijnen weten
dat er net een menselijk hart was gestopt?
Waarom zouden zij dit erg vinden?
En waarom zouden ze hier bang van worden?
Deze geheimzinnige dingen
zinspelen op alles wat er omgaat
in het hoofd van ieder wezen
dat deze aarde met ons deelt,
iets waar we bijna nooit over nadenken.
In een aquarium in Zuid Afrika,
leefde Dolly, een kleine babytuimelaar.
Ze werd nog gezoogd en op een dag
nam de verzorger een sigarettenpauze
en al rokend keek hij
door het raam van hun zwembad.
Dolly kwam er aan en keek naar hem,
ging terug naar haar moeder,
dronk zo'n twee minuten bij haar,
kwam terug naar het raam
en liet een wolk melk vrijkomen
dat haar hoofd omringde als rook.
Deze babytuimelaar kreeg
op één of andere manier
het idee om melk te gebruiken
om rook mee uit te beelden.
Wanneer mensen het ene gebruiken
om het andere uit te beelden,
noemen we dat kunst.
(Gelach)
Dat wat ons menselijk maakt
zijn niet de dingen waarvan we denken
dat ze ons menselijk maken.
Wat ons menselijk maakt
is dat in alle facetten
die ons en hun intellect gemeen hebben,
wij het meest extreem zijn.
Wij zijn het meest meelevende,
het meest geweldadige, het meest creatieve
en het meest vernietigende dier
dat ooit geleefd heeft op deze planeet;
wij zijn een mengelmoes
van al deze dingen.
Maar liefde is niet
wat ons menselijk maakt.
Het is niet specifiek voor ons.
Wij zijn niet de enigen
die geven om onze partners.
Wij zijn niet de enigen
die geven om onze kinderen.
Albatrossen vliegen regelmatig
in een paar weken tijd 10 tot 16.000 km
om één grote maaltijd te bezorgen
aan hun kuiken dat op hen wacht.
Ze nestelen op de meest
afgelegen eilanden in de wereldzeeën
en zo ziet dit eruit.
Het leven doorgeven van generatie
op generatie is de keten van bestaan.
Als dat stopt, verdwijnt alles.
Als er iets heilig is, dan is het dit,
en in deze heilige relatie
komt ons plastic afval.
Al deze vogels hebben
plastic in hun lichaam.
Dit is een albatros van zes maanden oud,
klaar om veren te krijgen --
gestorven,
vol met rode sigarettenaanstekers.
Dit is niet de relatie die we
zouden moeten hebben
met de rest van de wereld.
Maar wij, die onszelf
hebben vernoemd naar ons intellect,
denken nooit na over de gevolgen.
Wanneer we nieuw menselijk leven
in de wereld verwelkomen,
verwelkomen we onze baby's
in een wereld met andere wezens.
We schilderen dieren op de muren.
We schilderen geen mobiele telefoons.
We schilderen geen werkruimtes.
We schilderen dieren om ze te laten zien
dat we niet alleen zijn.
We hebben gezelschap.
Elk dier dat voorkomt
in de schilderijen van de Ark van Noach,
dat voor de redding in aanmerking kwam,
is nu in levensgevaar,
en wij zijn hun zondvloed.
We begonnen dus met een vraag:
Houden ze van ons?
We gaan een andere vraag stellen.
Zijn wij in staat
om te gebruiken wat we hebben
om er in ieder geval voor te zorgen
dat ze kunnen blijven bestaan?
Dank je wel.
(Applaus)