Denk aan een moeilijke keuze
die je binnenkort moet maken.
Bijvoorbeeld tussen twee banen,
artiest of boekhouder,
of tussen twee woonplaatsen,
de stad of het platteland,
of tussen twee personen
om mee te trouwen:
je kunt met Betty trouwen of met Lolita.
Het zou ook kunnen gaan
over het krijgen van kinderen,
over een zieke ouder
die bij je komt inwonen,
over de opvoeding van je kind
volgens de godsdienst van je partner,
die jou koud laat.
Of over het doneren van je spaargeld
aan het goede doel.
Waarschijnlijk was de keuze
waaraan je dacht iets groots,
iets belangrijks,
iets dat er voor jou toe doet.
Moeilijke keuzes lijken gepaard te gaan
met kwelling, handenwringen
en tandengeknars.
Ik denk dat we verkeerd begrijpen
wat moeilijke keuzes betekenen
en welke rol ze spelen in ons leven.
Moeilijke keuzes begrijpen
onthult een verborgen kracht
die elk van ons bezit.
Wat een keuze moeilijk maakt,
is de verhouding tussen de alternatieven.
Bij een makkelijke keuze
is het ene alternatief
beter dan het andere.
Bij een moeilijke keuze
is het ene alternatief beter
op sommige vlakken,
het andere beter op andere vlakken --
En geen van beide
is duidelijk beter dan de ander.
Je piekert of je je huidige baan
in de stad houdt
of je leven omgooit
voor uitdagender werk op het platteland,
want blijven is beter op sommige vlakken
en verhuizen beter op andere ...
En geen van beide heeft de bovenhand.
Dat wil niet zeggen
dat alle moeilijke keuzes groot zijn.
Stel, je moet een ontbijt samenstellen.
Je kiest voor vezelrijke ontbijtgranen
of voor een chocoladedonut.
Stel dat je je keuze laat afhangen
van smaak en gezondheid.
De ontbijtgranen zijn beter voor je,
de donut smaakt veel beter,
maar geen van beide
is globaal beter dan de ander.
Een moeilijke keuze.
Inzien dat kleine keuzes
ook moeilijk kunnen zijn,
kan een grote moeilijke keuze
makkelijker maken.
Het lukt ons immers
om een ontbijt te kiezen,
dus lukt het ons ook wel
te kiezen tussen de stad
of de nieuwe job op het platteland.
We moeten niet denken
dat moeilijke keuzes moeilijk zijn
omdat wij dom zijn.
Toen ik afstudeerde
van de middelbare school,
twijfelde ik tussen twee richtingen:
filosofie en recht.
Ik hield echt van filosofie.
Je leert verbazende dingen als filosoof
en dat vanuit je luie zetel.
Maar ik kom uit een bescheiden
immigrantengezin
en mijn idee van luxe was:
een boterham met varkenstong en gelei
hebben voor tijdens de schoollunch.
Dus de gedachte om mijn hele leven
door te brengen in een zetel
om gewoon na te denken ...
Dat leekt me het toppunt
van buitensporigheid en lichtzinnigheid.
Dus nam ik een blad papier,
trok een lijn in het midden
en ik deed mijn best redenen te bedenken
voor en tegen elk alternatief.
Ik weet nog dat ik dacht:
wist ik maar hoe mijn leven er zou uitzien
voor elk van deze carrières.
Kon God of Netflix me nu maar
een dvd sturen van deze twee carrières;
ik zou geholpen zijn.
Ik zou ze nauwgezet vergelijken.
Ik zou zien dat er één beter was
en de keuze zou gemakkelijk zijn.
Maar ik kreeg geen dvd
en omdat ik niet kon bedenken
welke optie beter was,
deed ik wat velen doen
met een moeilijke keuze:
ik koos de veiligste optie.
De angst om een werkloze filosoof te zijn
dreef me ertoe advocaat te worden.
En zo merkte ik
dat pleiten niet bij me paste.
Dat was ik niet.
Dus nu ben ik filosoof
en ik bestudeer moeilijke keuzes.
En ik kan je vertellen:
angst voor het onbekende --
vaak een standaard beweegreden
bij moeilijke keuzes --
berust op een misvatting.
Het is fout om te denken
dat bij moeilijke keuzes
het ene alternatief
écht beter is dan het andere,
maar dat we te dom zijn om te weten welke,
en aangezien we dat niet weten,
we dan maar het best
de minst risicovolle optie nemen.
Zelfs als je twee alternatieven afweegt
met alle beschikbare informatie,
blijft de keuze moeilijk.
Moeilijke keuzes zijn moeilijk
niet omwille van ons of onze onwetendheid;
ze zijn moeilijk
omdat er geen beste optie is.
Nu, als er geen beste optie is --
als een van de alternatieven
niet doorweegt --
dan moeten de alternatieven
wel even goed zijn.
Misschien kunnen we
bij moeilijke keuzes stellen
dat beide opties even goed zijn.
Maar dat kan niet juist zijn.
Als beide even goed zijn,
kan je net zo goed een muntje opgooien.
Het lijkt fout te denken:
oké, zo kies je tussen carrières,
woonplaatsen en huwelijkspartners;
gooi een muntje op.
Er is een andere reden om te geloven
dat moeilijke keuzes geen keuzes zijn
tussen even goede opties.
Stel, je hebt de keuze tussen twee jobs:
je wordt investeringsbankier
of grafisch artiest.
Er spelen heel wat zaken bij zo een keuze,
zoals de voldoening in het werk,
financiële zekerheid,
tijd voor je gezin, enzoverder.
Misschien leer je als artiest
de nieuwste technieken van beeldvorming.
Terwijl je carrière als bankier
je misschien in aanraking brengt
met nieuwe vormen
van financiële manipulatie.
(Gelach)
Stel je de twee jobs zodanig voor,
dat geen van beide beter is dan de andere.
Stel nu dat we een van de twee
beter maken, een beetje maar.
Stel, de bank probeert je aan te trekken
en voegt 500 dollar toe aan je maandloon.
Maakt het extra geld
de bankiersjob beter dan de artiestenjob?
Niet noodzakelijk.
Een hoger loon maakt
de bankiersjob aantrekkelijker,
maar misschien volstaat dat niet
om liever bankier te zijn dan artiest.
Als een verbetering van een van de jobs
hem niet beter maakt dan de andere,
dan waren de oorspronkelijke jobs
vast niet even goed.
Als je start met twee gelijke opties
en je verbetert één ervan,
dan moet die beter zijn dan de ander.
Dat is niet het geval
met opties bij moeilijke keuzes.
Nu staan we voor een raadsel.
Er zijn twee jobs.
Geen van beide is beter,
ze zijn ook niet even goed.
Hoe moeten we dan kiezen?
Er lijkt iets te zijn misgegaan.
Misschien is de keuze zelf problematisch
en de vergelijking onmogelijk.
Maar dat kan het niet zijn.
We kiezen hier niet tussen zaken
die niet te vergelijken zijn.
We wegen de kwaliteiten
van twee jobs af, toch?
Niet de kwaliteiten van het cijfer 9
en een bord spiegeleieren.
Een vergelijking van de globale
voordelen van twee jobs
kunnen we gemakkelijk maken
en dat doen we ook vaak.
Ik denk dat we voor een raadsel staan
door een naïeve veronderstelling
die we maken over waarde.
We gaan er zomaar vanuit
dat waarden zoals rechtvaardigheid,
schoonheid en vriendelijkheid,
vergelijkbaar zijn met
wetenschappelijke eenheden
zoals lengte, massa en gewicht.
Neem gelijk welke vergelijking
die niet rond waarden draait,
zoals: welke koffer is zwaarder?
Er zijn slechts drie mogelijkheden.
Het gewicht van de ene is groter dan,
kleiner dan of gelijk aan
het gewicht van de andere.
Een eigenschap als gewicht
wordt uitgedrukt in reële getallen --
een, twee, drie enzovoort --
en er zijn slechts drie
vergelijkingen mogelijk
tussen twee reële getallen.
Een reëel getal is groter dan,
kleiner dan of gelijk aan het andere.
Zo werkt het niet met waarden.
Als kinderen van de verlichting
hebben we de neiging aan te nemen
dat wetenschappelijk denken de sleutel is
tot alles wat van belang is in de wereld.
Maar de wereld van waarden
is anders dan de wereld van de wetenschap.
Wat in de ene wereld benoemd
wordt met reële getallen,
kan dat in de andere wereld niet.
We mogen er niet van uitgaan
dat de wereld van lengte en gewicht
op dezelfde manier functioneert
als de wereld van waarden --
van wat we zouden moeten doen.
Dus als wat er voor ons toe doet --
de vreugde van een kind,
de liefde voor je partner --
niet kan worden voorgesteld
door reële getallen,
dan is er geen reden om te geloven
dat er bij keuzes
maar drie mogelijkheden zijn:
dat het ene alternatief beter,
slechter of gelijk is aan het andere.
We moeten een nieuwe,
vierde mogelijkheid invoeren
die verder gaat dan beter,
slechter of gelijk,
die beschrijft wat er gebeurt
bij moeilijke keuzes.
Volgens mij staan de alternatieven
op dezelfde lijn.
Wanneer ze op dezelfde lijn staan,
blijft het belangrijk welke je kiest,
maar de ene optie
is niet beter dan de andere.
Integendeel: ze zijn elkaar 'waardig',
zitten in dezelfde waardengroep,
maar ze hebben tegelijkertijd
een verschillende soort waarde.
Dat maakt de keuze moeilijk.
Moeilijke keuzes op deze manier begrijpen
brengt iets aan het licht over onszelf
dat we niet wisten.
Elk van ons kan redenen bedenken.
Beeld je een wereld in
waar elke keuze die je maakt
gemakkelijk is,
dat er altijd een beste optie is.
Als er een beste optie is,
dan zou je die moeten kiezen,
want als je rationeel denkt
dan kies je voor het betere,
niet voor het slechtere.
Je kiest datgene waarvoor je
de meeste redenen hebt.
In zo een wereld
zouden we ervoor moeten kiezen
om zwarte sokken te dragen, geen roze.
Om ontbijtgranen te eten, geen donut.
Om in de stad te wonen,
niet op het platteland.
Met Betty te trouwen en niet met Lolita.
Een wereld vol gemakkelijke keuzes
onderwerpt ons aan de rede.
Als je er bij stil staat,
(Gelach)
is het al te gek aan te nemen
dat redenen die je werden aangereikt
je overtuigd hebben dat het redelijker was
om te kiezen voor net die hobby's
die je uitoefent,
om te wonen in het huis waar je in woont,
te werken waar je nu werkt.
In plaats daarvan, stond je voor
twee keuzes met hetzelfde belang --
moeilijke keuzes --
en je hebt redenen voor jezelf bedacht
om die hobby te kiezen,
dat huis en die job.
Wanneer opties op dezelfde lijn staan,
dan geven aangereikte redenen --
de redenen die bepalen
of we een vergissing begaan --
geen aanwijzing over wat we moeten doen.
Moeilijke keuzes zijn onze kans
om ons beslissingsvermogen te oefenen --
het vermogen om redenen
te bedenken voor jezelf,
om jezelf tot het soort persoon te maken
die het platteland verkiest boven de stad.
Wanneer we tussen opties kiezen
die op dezelfde lijn staan,
doen we iets dat nogal bijzonder is.
We kiezen bewust
om achter een keuze te staan.
Dit is waar ik voor sta.
Dit ben ik: ik hou van bankieren.
Ik hou van chocoladedonuts.
(Gelach)
Deze reactie op een moeilijke keuze
is een rationele reactie,
maar wordt niet gedicteerd
door redenen die ons worden aangereikt,
maar wel door redenen
die we zelf hebben bedacht.
Wanneer we zelf redenen bedenken
om een bepaald soort persoon te zijn,
worden we ook oprecht die persoon.
Je zou kunnen zeggen dat we
de auteurs van ons eigen leven worden.
Als we voor een moeilijke keuze staan,
moeten we ons het hoofd niet breken
over welke optie beter is.
Er is geen beste optie.
In plaats van te zoeken
naar redenen van buitenaf,
moeten we zoeken naar redenen binnenin.
Wie wil ik zijn?
Jij kunt ervoor kiezen
om een roze sokken dragende,
ontbijtgranenliefhebbende,
op het platteland wonende bankier te zijn.
En ik kan ervoor kiezen
om een zwarte sokken dragende,
in de stad wonende,
donutliefhebbende artiest te zijn.
Hoe we moeilijke keuzes maken,
hangt af van elk van ons.
Mensen die hun beslissingsvermogen
niet oefenen bij moeilijke keuzes
zijn zwervers.
We kennen allemaal wel zo iemand.
Ik ben in de rechten verzeild geraakt.
Ik stond niet achter mijn rechtenkeuze.
Het was mijn ding niet.
Zwervers laten de buitenwereld
hun leven bepalen.
Ze laten middelen als beloning en straf,
een schouderklopje, angst,
het gemak van een optie ...
bepalen wat ze doen.
Dus de les die je uit moeilijke
keuzes moet trekken:
denk na over datgene
waar je werkelijk achter kan staan,
waar je voor kunt zijn
en laat moeilijke keuzes
je maken tot wie je wil zijn.
In plaats van een bron van angst en vrees,
zijn moeilijke keuzes kostbare kansen
om te vieren wat mens-zijn
zo speciaal maakt.
Namelijk dat redenen die onze keuzes
bestempelen als juist of onjuist
soms uitgeput raken.
En op dat moment --
bij moeilijke keuzes --
hebben we de macht
om zélf redenen te bedenken
om uit te groeien tot unieke personen.
En dat is precies waarom
moeilijke keuzes geen vloek zijn,
maar een zegen.
Bedankt.
(Applaus)