Pas van school
ging ik werken voor een adviesbureau.
Tijdens de kennismaking
gaven de leiders ons advies.
Daar was een kernachtige raad bij
die ik nooit zal vergeten.
Hij zei ons: "Wees meegaand".
Zo naïef als ik toen was,
nam ik zijn advies ter harte.
Ik zei bij mezelf:
"Ja, ik word de ultieme teamspeler.
Ik zal alles doen wat ze me zeggen.
Ik zal meegaand zijn."
Pas toen ik op de universiteit zat
en uit de eerste hand getuige was
van criminele acties
van wetenschappers en ingenieurs
bij de watercrisis in Flint, Michigan,
besefte ik hoe gevaarlijk
en toch verrassend alomtegenwoordig
deze manier van denken is.
Vergis je niet:
de Flint watercrisis is een van de meest
flagrante milieu-onrechtvaardigheden
van onze tijd.
Meer dan 18 maanden lang
werden 100.000 inwoners,
waaronder duizenden jonge kinderen,
blootgesteld aan vervuild drinkwater
met een hoog loodgehalte.
Lood is een krachtig zenuwgif
dat cognitieve stoornissen
en ontwikkelingsstoornissen veroorzaakt
en dat vooral schadelijk is
voor groeiende foetussen
en jonge kinderen.
We kennen deze gevaren al
sinds het Romeinse Rijk.
Onder een hele reeks
van gezondheidsproblemen
stierven 12 mensen door
de veteranenziekte op te lopen.
De waterinfrastructuur van Flint --
het complexe netwerk
van ondergrondse leidingen --
werd zwaar beschadigd.
Terwijl de kwaliteit van het water
langzaam beter wordt
en de pijpen nu worden vervangen,
is meer dan twee jaar later
het water nog steeds
niet veilig om te drinken.
Mensen zijn nog steeds in shock.
Ze vragen zich af:
"Hoe is dit kunnen gebeuren?"
Het korte antwoord is: de crisis begon
toen een noodsituatiemanager,
benoemd door de gouverneur van Michigan,
besloot om hun water te gaan halen uit
een lokale rivier om geld te besparen.
Maar het ging zo lang door
omdat wetenschappers en ingenieurs
bij overheidsinstellingen
in de staat Michigan
en in de federale regering,
niet de federale voorschriften
voor de behandeling
van het water opvolgden.
Daarbij kwam
dat ze de wet opzettelijk overtraden
en zaken verdoezelden.
Ze lachten de bewoners uit
die om hulp vroegen
terwijl ze publiek volhielden dat
het bruine, stinkende water uit de kraan
veilig was om te drinken.
Het systeem op lokaal,
statelijk en federaal niveau
faalde volledig in de bescherming
van onze meest kwetsbaren.
Een hele bevolking werd
aan zijn lot overgelaten.
Vanwege dit onrecht hebben
de bewoners van Flint zich verenigd.
Onder hen een aantal
fantastische vrouwen van Flint --
moeders bezorgd om hun kinderen --
die samenkwamen
om hun krachten te bundelen.
Deze groepen gingen protesteren
en verandering eisen.
De groep riep ook onafhankelijke
wetenschappers ter hulp
en enkelen zegden toe.
Een van hen was Miguel Del Toral,
een waterexpert bij het Amerikaanse EPA
-- de Environmental Protection Agency --
die dit wetenschappelijke memo schreef,
het naar de staat Michigan
en de federale overheid stuurde
om hun aandacht
te vestigen op het probleem.
Ze noemden hem een 'malafide employee'
en legden hem het zwijgen op.
Samen met inwoners van Flint
begon ons researchteam hier bij Tech,
studenten en wetenschappers
onder leiding van professor Marc Edwards,
in de hele stad testen uit te voeren
om te bewijzen dat het water
in Flint inderdaad besmet was,
in sommige huizen zelfs giftig.
We onderbouwden wat Flint
al maanden uitschreeuwde
en zetten het op internet
te kijk voor de hele wereld.
Toen ik mijn medewerking hieraan toezegde,
had ik geen idee waaraan ik begon.
Maar elke seconde van dit avontuur
is absoluut de moeite waard geweest.
Dit was wetenschap ten dienste
van het algemeen welzijn.
Daarvoor had ik gestudeerd
en hieraan wilde ik mijn leven besteden.
Zo kwam dus deze coalitie --
deze onwaarschijnlijke
coalitie van burgers,
predikanten, journalisten
en wetenschappers --
samen om de waarheid te ontdekken
middels wetenschap,
pleitbezorging en activisme.
Een lokale kinderarts rekende uit
dat de gevallen van loodvergiftiging
bij kinderen waren verdubbeld
tijdens de crisis in Flint.
De staat Michigan werd gedwongen
om het probleem te erkennen
en stappen te ondernemen
om dit te corrigeren.
Deze groep en vele anderen zorgden ervoor
dat de kinderen
van Flint beschermd werden.
Een paar maanden later
kondigde president Obama
de federale noodtoestand af
en nu krijgt Flint voor meer
dan 600 miljoen dollar
aan gezondheidszorg, voeding, onderwijs
en revisie van de waterinfrastructuur.
Maar de arrogantie en de gevoelloze
minachting voor de volksgezondheid,
tentoongespreid door wetenschappers en
ingenieurs bij deze overheidsinstellingen
is verbijsterend.
De ongezonde bedrijfscultuur
die ettert in deze groepen,
waar de focus ligt op het voldoen
aan regelgeving en vinkjes zetten
in plaats van op bescherming
van de volksgezondheid,
is gewoon verschrikkelijk.
Kijk maar eens naar deze e-mail
die een werknemer van EPA schreef.
Ze vraagt zich af:
"... of we voor een gemeenschap als Flint
tegen de stroom in willen roeien."
De ontmenselijking van een hele bevolking
kon niet duidelijker zijn.
Vergelijk dat met de eerste
canon van ingenieurskunst,
die naar mijn mening de eerste wet
van de mensheid zou moeten zijn:
"De gezondheid, de veiligheid
en het welzijn van het publiek
is onze eerste bekommernis.”
Dit is de eed van Hippocrates
waar we zelden gehoor aan gaven,
laat staan dat we hem toepasten.
Als wetenschappers
en ingenieurs, net zoals artsen,
de boel in het honderd laten lopen,
kunnen mensen beschadigd raken --
en zelfs doodgaan.
Als onze professionals en zelfs studenten
dat niet doorhebben,
betaalt de maatschappij een enorme prijs.
Vergeten in de geschiedenis vond ik
iemand die ik zeer bewonder --
de ingenieur Peter Palchinsky.
Hij leefde in de tijd van de Sovjet-Unie.
Palchinsky kreeg meermaals problemen
door zijn radicale eerlijkheid
en zijn bereidheid
te wijzen op grove fouten
in het zinloze streven van de Sovjets
naar snelle industrialisatie.
Van iedereen werd verwacht
om de orders vanuit de top op te volgen.
Iedereen die vragen stelde
of kritiek leverde, was ongewenst.
De Sovjets hadden het grootste
leger ingenieurs geschapen
dat de wereld ooit had gezien
en toch waren de meesten maar radertjes
in een gigantische machine
op weg naar de ondergang.
Palchinsky smeekte de ingenieurs
echter om te kijken
naar de economische, politieke
en sociale gevolgen van hun daden,
met andere woorden,
om meer publieksgericht te zijn.
Zijn onbevreesde stem van de rede
werd gezien als een bedreiging
voor het politieke establishment
en Jozef Stalin executeerde hem in 1929.
Palchinsky’s idee over technocraten
is heel anders
dan wat nog steeds erg populair is,
nog steeds zeer vaak voorkomt --
een emotieloze onderzoeker
aan het werk in zijn ivoren toren
of een sullige ingenieur in zijn hokje.
Briljant, zonder twijfel,
maar wat wereldvreemd
toont hij weinig emotie --
een beetje als Spock
uit ‘Star Trek’, weet je wel?
Deze man.
(Gelach)
Laten we de Spockgroet proberen.
Ik denk niet dat het me lukt...
Zie je, ik kan geen Spock zijn.
Godzijdank kan ik geen Spock zijn.
(Gelach)
Ik moest denken aan dit onderscheid
omdat recent een artikel verscheen
in een zeer gerenommeerd
wetenschappelijk tijdschrift,
dat ons werk in Flint karakteriseerde
als gedreven door ‘jeugdig idealisme’
en ‘dramatische gevoeligheid
à la Hollywood’.
Het vraagt wetenschappers
om hun onderzoeksfinanciering
en instellingen te beschermen
ten koste van alles, onafhankelijk
van de rechtvaardigheid van de zaak.
Als je denkt dat je
bij iets betrokken gaat raken,
zelfs als het een noodgeval is,
probeer dan een actiegroep
of een ngo te vinden
en de volledige steun van
de academische gemeenschap te krijgen --
wat dat ook mag betekenen --
voordat je erbij betrokken raakt.
Niet één vermelding
van onze morele en professionele plicht
om schade aan het publiek te voorkomen
of het feit dat we al deze expertise,
middelen en voor sommigen
zelfs een professoraat hebben
om deze taak te vervullen.
Ik zeg niet dat elke wetenschapper
een activist moet zijn.
Je mening zeggen kan reële
en soms zeer pijnlijke gevolgen hebben.
Maar dit idee, deze kans
zo volledig te verwerpen,
om de financiering van
onderzoek te beschermen,
riekt naar egoïstische lafheid.
Dit zijn niet de idealen die we
moeten doorgeven aan onze studenten.
Nu zou je kunnen denken:
"Oké, dit klinkt allemaal geweldig,
maar je gaat organisatieculturen
nooit volledig veranderen
of studenten en professionals
de mentaliteit bijbrengen
om hun werk te zien
als een publiek goed --
wetenschap ten dienste van de mensen."
Misschien.
Maar zou een grote reden
hiervoor niet kunnen zijn
dat we onze studenten niet goed opleiden?
Want als je goed kijkt,
is ons onderwijs van vandaag
meer gericht op het creëren
van wat ex-Yale professor
Bill Deresiewicz
‘excellente schapen’ noemt --
jongeren die slim en ambitieus zijn,
en toch op een of andere manier
risicomijdend, timide, richtingloos
en, soms, vol van zichzelf.
Nu, als kinderen
werden we verliefd op wetenschap,
en toch verdoen we de meeste tijd
op middelbare school en universiteit
met regeltjes volgen
en dingen doen
om onze cv’s op te poetsen,
in plaats van na te denken
over wat we willen doen
en wie we willen zijn.
En daardoor
is de mate van empathie
bij onze afgestudeerden
in de afgelopen twee decennia
drastisch omlaag gegaan
terwijl het narcisme toenam.
Er is ook een groeiende cultuur
van vervreemding
tussen techniekstudenten en het publiek.
We zijn opgeleid om bruggen te bouwen
en complexe problemen op te lossen,
maar niet hoe te denken, te leven
of een burger van deze wereld te zijn.
Mijn bachelorjaren waren expliciet
gericht op jobvoorbereiding.
Ik kan je niet vertellen hoe verstikkend
en pijnlijk dat op bepaalde momenten was.
Dus denken sommige mensen
dat dé oplossing voor grote ingenieurs,
grote wetenschappers
uit steeds meer
technische opleiding bestaat.
Zou kunnen.
Maar waar blijven de discussies
over ethische besluitvorming
of karaktervorming
of onderscheid maken
tussen goed en kwaad?
Kijk eens naar dit project
waar ik weg van ben.
Het project heet
‘Heldhaftige Verbeelding’,
en is een geesteskind
van dr. Phil Zimbardo,
bekend om het Stanford
Gevangenisexperiment.
Dit programma wil schoolgaande kinderen
over de hele wereld leren
om naar zichzelf te kijken
als helden in spe
of als helden in opleiding.
Deze jonge geesten ontwikkelen
gestadig de vaardigheden en deugden
om wanneer de gelegenheid zich voordoet,
wat die ook zal zijn,
op te staan en het juiste te doen.
Met andere woorden,
iedereen kan een held zijn.
Denk daar even over na.
Waarom onderwijzen we wetenschap
en techniek niet op die manier --
waar heldenmoed
en openbare dienstverlening
gezien worden
als de belangrijkste waarden,
want vaak is inderdaad heldenmoed
niet alleen het tegengif
tegen publieke onverschilligheid,
maar ook tegen systemisch kwaad,
zoals we zagen in Flint.
Droom daarom samen met mij
van hoe 21e-eeuwse wetenschappers
en ingenieurs eruit zouden kunnen zien:
mensen die gedreven zijn
om de wetenschap te beheersen
zodat ze de samenleving kunnen dienen,
en zich ook bewust zijn
van de enorme kracht
van hun kennis en beslissingen.
Mensen die hun morele moed
altijd verder ontwikkelen
en die zich realiseren
dat conflict en controverse
niet per sé slechte dingen zijn
als onze ultieme loyaliteit
bij de mensen en de planeet ligt.
Dat zijn de mensen die zullen opstaan
zoals we in Flint deden --
niet om redders of helden
in de media te zijn,
maar altruïstische
en fundamenteel goede werkers
die jullie en ik kunnen vertrouwen.
Stel je het bevorderen van een dergelijk
publiek-gerichte mentaliteit voor
tijdens lessen, op servicereizen
en tijdens activiteiten
op de hogeschool
of zelfs de middelbare school,
zodat die jonge geesten
deze idealen zullen meedragen
wanneer ze de echte wereld ingaan,
of dat nu als raadgevers, academici
of beleidsmakers gaat zijn --
of zelfs als de president van een land.
Sommige van de grootste uitdagingen
van de mensheid liggen voor ons.
Het drinken van vervuild water
is slechts één voorbeeld.
We hebben zeker meer behoefte --
nee, we hebben wanhopig meer behoefte –-
aan meevoelende activisten
en publiek-gerichte
wetenschappers en ingenieurs
die ernaar zullen streven
om het goede te doen
en niet meegaand te zijn.
Dank je.
(Applaus)