Eerder dit jaar
kreeg ik bericht dat ik
een TED Talk zou houden.
Ik was opgewonden, daarna in paniek,
daarna weer opgewonden, dan weer paniek,
en tussen die opwinding en paniek in
begon ik onderzoek te doen.
Dat onderzoek bestond vooral uit googelen
hoe je een geweldige TED Talk geeft.
(Gelach)
Tussendoor was ik ook
Chimamanda Ngozi Adichie aan het googelen.
Weten jullie wie dat is?
(Gejuich)
Dus ik googelde haar,
want ik googel haar altijd,
omdat ik een fan ben.
Maar ook omdat ze altijd iets belangrijks
en interessants te zeggen heeft.
De combinatie van dat zoekwerk
bleef verwijzen naar haar voordracht
over de gevaren van het vertellen
van één en hetzelfde verhaal,
wat er gebeurt als we
over één lens beschikken
om sommige groepen van mensen
te willen begrijpen.
Het is de perfecte talk.
Het is de talk die ik gegeven had
indien ik eerder beroemd was geweest.
(Gelach)
Weet je, zij is Afrikaans
en ik ben Afrikaans.
Zij is feminist en ik ben feminist.
Zij vertelt verhalen
en ik vertel verhalen.
Het voelde echt aan als mijn talk!
(Gelach)
Dus besloot ik dat ik zou leren coderen
en dat ik het internet zou hacken.
Ik zou gewoonweg alle kopieën
van die talk verwijderen,
uit het hoofd leren,
en hier komen voordragen
alsof het mijn eigen talk was.
Alles ging zoals gepland,
behalve het coderen,
tot ik enkele maanden geleden
op een morgen wakker werd
bij het nieuws dat de echtgenote
van een zekere presidentskandidaat
een speech had gegeven die --
(Gelach)
(Applaus)
die verdacht veel klonk als die
van een andere van mijn favorieten:
Michelle Obama.
(Gejuich)
En toen besloot ik dat ik best
mijn eigen TED Talk zou schrijven.
Dat heb ik dus gedaan.
Ik wil hier praten over mijn eigen
bevindingen over verhalen vertellen.
Ik wil jullie vertellen
over de kracht van verhalen.
Maar ik wil ook praten
over hun beperkingen,
met name voor degenen die geïnteresseerd
zijn in sociale gerechtigheid.
Sinds Adichie haar voordracht gaf,
zo'n zeven jaar geleden,
is het verhalen vertellen
beginnen te bloeien.
Verhalen zijn overal,
en als er een gevaar schuilt in het
vertellen van steeds hetzelfde verhaal,
dan denk ik dat we ook
het floreren moeten huldigen
van die talrijke verhalen en stemmen.
Verhalen zijn een remedie
tegen vooroordelen.
Als je vandaag tot de middenklasse behoort
en over internet beschikt,
kan je die verhalen zo downloaden
met een vingerklik
of een veeg over het scherm.
Je kan naar een podcast luisteren
over hoe het is om als Dalit
op te groeien in Calcutta.
Je kan een inheemse
Australiër horen praten
over hoe hij trachtte
zijn kinderen op te voeden
met waardigheid en trots.
Verhalen doen ons verliefd worden.
Ze helen onenigheid en overbruggen kloven.
Verhalen maken het
gemakkelijker om te praten
over de dood van mensen
in onze maatschappij
die er schijnbaar niet toe doen,
want daardoor gaan we er toch om geven.
Ik ben niet overtuigd
en dat terwijl ik werk
voor het 'Centre for Stories'.
Mijn werk bestaat uit
het helpen vertellen van verhalen
die de gangbare verhalen
ter discussie stellen,
over wat het betekent om zwart te zijn,
of moslim, of vluchteling,
of de andere categorieën
waar we constant over praten.
Ik begon met dit werk
na een flinke poos als activist
voor sociale gerechtigheid,
en dus ben ik geïnteresseerd
in hoe mensen praten
over niet-fictieve verhalen
alsof het meer dan louter
entertainment was,
alsof het erom ging de stimulans
tot sociale actie te zijn.
Het is niet ongewoon te horen
dat verhalen de wereld verbeteren.
Des te meer maak ik me zorgen
dat zelfs de schrijnendste verhalen,
over diegenen waar geen mens
om lijkt te geven,
veelal in de weg komen te staan
van sociale gerechtigheid.
Dit gebeurt niet
omdat vertellers willen kwetsen.
Integendeel.
Vertellers bedoelen het meestal goed,
vermoedelijk zoals wij allemaal.
En het publiek van zulke vertellers
zijn veelal medelevende mensen.
Maar goede intenties kunnen
onopzettelijke gevolgen hebben.
Daarom wil ik suggereren dat verhalen
niet zo magisch zijn als ze lijken.
Er zijn drie -- want het is
gebruikelijk dat er drie zijn --
drie redenen waarom ik denk
dat verhalen de wereld
niet noodzakelijk verbeteren.
Ten eerste, verhalen kunnen
een illusie van solidariteit creëren.
Niks gaat die "feel-good factor" te boven
van het beluisteren
van een geweldig verhaal,
waarbij je het gevoel hebt
alsof je die berg beklom, toch?
Of dat je die geïnterneerde
uit de dodencel bevriend hebt.
Maar dat deed je niet.
Je hebt geheel niks gedaan.
Luisteren is een belangrijke
maar ontoerijkende stap
richting sociale gerechtigheid.
Ten tweede denk ik dat we
aangetrokken worden tot personages
die leuk en menselijk lijken.
En dat houdt steek, toch?
Want als je iemand leuk vindt,
dan geef je om hen.
Het omgekeerde is ook waar.
Als je iemand niet leuk vindt,
dan geef je niet om hen.
En als je niet om hen geeft,
dan heb je geen morele plicht
om te denken over de omstandigheden
die hun levens vormden.
Ik leerde deze les
op veertienjarige leeftijd.
Ik leerde dat je iemand
niet leuk hoeft te vinden
om hun wijsheid te erkennen
en dat je iemand niet leuk hoeft te vinden
om je aan hun zijde te voegen.
Mijn fiets werd gestolen
terwijl ik erop reed --
(Gelach)
wat mogelijk is als je traag
genoeg rijdt, zoals ik dus.
(Gelach)
Dus ik reed over een veld
in de buurt in Nairobi waar ik opgroeide
en het was nogal een hobbelig pad,
en wanneer je fietst,
wil je niet hotsend en botsend gaan --
(Gelach)
Dus ga ik traagjes trappend
en plotseling lig ik op de grond.
Ik lig op de grond en kijk op,
en er is zo'n knulletje
dat er vandoor trapt
met mijn fiets.
Hij is zo'n twaalf jaar oud,
en ik lig op de grond,
en ik huil want ik had
lang gespaard voor die fiets.
Ik huil en ik sta op en begin te gillen.
Mijn instincten ontwaken
en ik begin te gillen: "Mwizi, mwizi!"
Dat betekent 'dief' in Swahili.
En plotseling komen mensen tevoorschijn
en zetten de achtervolging in.
Dit is Afrika,
bende-gerechtigheid in actie.
Toch?
Ik kom de hoek om en ze hebben hem gevat,
ze hebben hem gevangen.
De verdachte is aangehouden
en ze dwingen hem
mijn fiets terug te geven
en zich te verontschuldigen.
Die typische Afrikaanse
gerechtigheid, nietwaar?
Ze doen hem 'sorry' zeggen.
We staan tegenover mekaar,
hij kijkt me aan en zegt "sorry",
maar hij kijkt me aan met een blik
van ongebreidelde woede.
Hij is verschrikkelijk woest.
Dit is de eerste maal dat ik
geconfronteerd werd
met iemand die me niet leuk vindt
om wat ik representeer.
Hij kijkt me aan met een blik van:
'Jij, met je glanzende huid en je fiets,
bent kwaad op mij?'
Dit was een harde les
dat hij me niet leuk vond.
Maar weet je wat? Hij had gelijk.
Ik was een kind uit de middenklasse
die in een arm land woonde.
Ik had een fiets en hij had amper eten.
Soms zijn het de boodschappen
die we niet willen horen,
die ons met onszelf confronteren,
die we het nodigst moeten horen.
Voor iedere lieflijke verteller
die je hart steelt,
zijn er honderden wiens stemmen
onduidelijk en ruig zijn,
die niet in mooie outfits zoals deze
op een podium mogen staan.
Er zijn miljoenen
boze-jongen-op-een-fiets-verhalen
en we kunnen die niet zomaar negeren
gewoonweg omdat we
de hoofdrolspeler niet leuk vinden,
of omdat we dat kind niet
uit het weeshuis zouden adopteren.
De derde reden waarom ik denk
dat verhalen de wereld
niet noodzakelijk verbeteren,
is omdat we zo vaak opgaan
in persoonlijke verhalen,
zodat we het geheel
vergeten te bekijken.
Dus juichen we mensen toe
die ons vertellen over
hun schaamtegevoelens,
maar we verbinden dat niet per se
met onderdrukking.
We knikken wanneer iemand ons zegt
dat ze zich nietsbetekenend voelden,
maar we verbinden dat niet
met discriminatie.
De belangrijkste verhalen
betreffende sociale gerechtigheid,
zijn diegene die beide doen,
ze zijn persoonlijk en doen ons ook
het politieke aspect begrijpen.
Het gaat niet enkel om de leuke verhalen
versus de verhalen die we negeren.
We leven in een maatschappij
met een grotere problematiek:
verhalen beginnen namelijk
nieuws te vervangen voor velen.
Ja?
We leven in een tijd waarin we
de afname van feiten kunnen waarnemen
en waarin emoties heersen.
Analyse is nogal saai, toch?
Waarin we waarde hechten
aan hetgeen we voelen boven wat we kennen.
Een recent onderzoek door het Pew Center
over trends in Amerika
toont aan dat 10 procent
van jongvolwassenen onder de 30
"veel vertrouwen heeft in de media."
Dit is veelzeggend.
Het betekent dat vertellers
vertrouwen winnen
precies op het ogenblik
dat de media het vertrouwen
in het publiek beginnen te verliezen.
Dat is niet goed.
Hoewel verhalen belangrijk zijn
omdat ze ons veel inzichten schenken,
hebben we de media wel degelijk nodig.
Dankzij mijn jaren als activist
weet ik dat we verifieerbare feiten
van de media nodig hebben
in combinatie met de stemmen
van krachtige vertellers.
Zo krijgen we vooruitgang
in sociale gerechtigheid.
In de uiteindelijke analyse
is het gerechtigheid
die van deze wereld
een betere plaats maakt,
niet verhalen. Toch?
En als het gerechtigheid is die we zoeken,
dan denk ik dat we ons niet moeten
concentreren op media of vertellers.
We moeten ons concentreren op publiek,
op iedereen die naar de radio
of naar podcasts luistert,
en dat zijn wij allemaal samen.
Een paar concluderende gedachten
over wat publiek kan doen om
van deze wereld een betere plek te maken.
Ten eerste, ik denk dat de wereld
kan verbeterd worden
als publiek nieuwsgieriger
en skeptischer was,
en zich meer bevroeg
over de sociale context
die de verhalen waar het
zo dol op is creëerde.
Ten tweede, publiek moet erkennen
dat vertellen een intellectuele zaak is.
Ik denk dat het van belang is dat publiek
meer interactie van hun
favoriete websites moet eisen,
in de vorm van knoppen zoals:
'Als je dit verhaal leuk vond,
klik dan hier om een doel te steunen
waar jouw verteller in gelooft.'
Of: 'Klik hier om bij te dragen
aan jouw vertellers volgende grote idee.'
Vaak zijn we begaan met die platformen,
maar niet noodzakelijk
met de vertellers zelf.
Tot slot denk ik dat publiek
deze wereld kan verbeteren
door hun telefoons af te zetten
en hun schermen te verlaten
en in de echte wereld te stappen
buiten de grenzen van het veilige.
Alice Walker zei ooit:
"Kijk nauwkeurig naar het heden
dat je construeert.
Het moet gelijken
op de toekomst die je droomt."
Vertellers kunnen ons helpen dromen,
maar het is aan ons een plan
voor gerechtigheid te hebben.
Dank je.
(Applaus)