Als ik zou zeggen dat dit het aangezicht van pure vreugde is, zouden jullie me dan voor gek verklaren? Dat zou ik wel begrijpen, want als ik naar deze poolselfie kijk, moet ik altijd een beetje bibberen. Ik wil jullie iets over deze foto vertellen. Ik was aan het zwemmen bij de Lofoten-eilandengroep in Noorwegen, net binnen de poolcirkel en de watertemperatuur schommelde rond het vriespunt. De luchttemperatuur? Een frisse gevoelstemperatuur van -23 ºC. Ik voelde het bloed wegkruipen uit mijn handen, voeten en gezicht om mijn vitale organen te beschermen. Mijn koudste ervaring ooit. Maar zelfs met gezwollen lippen, ingevallen ogen en rode wangen, merkte ik dat ik op deze plek veel genot kan beleven. Wat pijn aangaat, gaf psycholoog Brock Bastian waarschijnlijk de beste beschrijving: "Pijn leidt direct tot een staat van aandacht. Opeens nemen we alles in onze omgeving beter waar. Op brute wijze komen we tot een virtueel zintuigelijk bewustzijn van de wereld, net als bij meditatie. Als bibberen een vorm van meditatie is, dan ben ik een monnik. (Gelach) Voordat we het over de reden hebben waarom iemand in ijskoud water zou willen surfen, wil ik jullie een idee geven van hoe een dag in mijn leven eruit kan zien. (Muziek) (Video) Man: We hoopten op mooie golven, maar niemand had echt gedacht dat die zouden komen. Ik kan niet ophouden met rillen. Ik heb het zo koud. (Muziek) (Applaus) Chris Burkard: Dus, surffotograaf? Ik weet eigenlijk niet eens of dat wel een echt beroep is. Mijn ouders vonden in ieder geval van niet toen ik ze op mijn 19e vertelde dat ik mijn baan opgaf voor deze droomcarrière: blauwe hemels, warme tropische stranden en het hele jaar door zongebruind. Voor mij was dit het. Het leven kon niet beter. Me in het zweet werken om foto's van surfers op exotische locaties te schieten. Er was maar één probleem. Hoe meer ik naar deze exotische locaties afreisde, hoe minder me dat bevredigde. Ik ging op zoek naar avontuur en vond alleen routine. Dingen zoals wifi, tv, lekker eten en altijd bereik op je mobiel, duidde voor mij op massatoerisme, in het water en daarbuiten. Het duurde niet lang voordat dat me verstikte. Ik verlangde naar wilde, open natuur, dus ging ik op zoek naar de plekken die anderen afgeschreven hadden als te koud, te afgelegen en te gevaarlijk om te surfen. Die uitdaging trok me aan. Ik ondernam een soort persoonlijke kruistocht tegen het gewone. Want één ding werd me duidelijk: elke loopbaan, zelfs iets schijnbaar flitsends als surffotografie, loopt het gevaar om monotoon te worden. In mijn zoektocht om deze monotonie te onderbreken, bedacht ik: slechts een derde van de oceanen is warm en dat is eigenlijk alleen een smalle ring rond de evenaar. Dus als ik perfecte golven ging vinden, dan was dat waarschijnlijk in een koud gebied, berucht om hun ruwe zee, en dat is dus precies waar ik begon te zoeken. Op mijn eerste reis naar IJsland vond ik naar mijn gevoel precies wat ik wilde. Ik werd overrompeld door de natuurlijke schoonheid van het landschap, maar wat belangrijker was: ik kon niet geloven dat er zulke perfecte golven in zo'n afgelegen en ongerept deel van de wereld te vinden waren. Op een gegeven moment kwamen we op het strand en zagen dat dat vol lag met enorme brokken ijs. Hierdoor was er een barrière tussen ons en de golven, een doolhof waar we doorheen moesten om bij de line-up te komen. Toen we daar kwamen, duwden we grote stukken ijs weg om bij de golven te komen. Een ongelooflijke ervaring die ik nooit zal vergeten. Want in die moeilijke omstandigheden, had ik het gevoel op één van de laatste stille plaatsen gestuit te zijn. Een plek waar ik zuiverheid en een band met de wereld ervoer, waarvan ik wist dat ik dat nooit op een vol strand zou vinden. Ik werd erdoor gegrepen. (Gelach) Ik dacht alleen nog maar aan koud water en vanaf dat moment heb ik mijn carrière gericht op deze harde en gevaarlijke omgevingen. Dus ging ik naar plekken als Rusland, Noorwegen, Alaska, IJsland, Chili, de Faeröer-eilanden en vele andere plekken. Een van mijn favoriete dingen aan al die plekken was gewoon al de uitdaging en de benodigde creativiteit om er te komen: uren, dagen, weken rondhangen op Google Earth om elk mogelijk afgelegen stuk strand of rif te vinden waar we heen konden. En eenmaal daar, waren de voertuigen al net zo creatief: sneeuwmobielen, zeswielige Sovjet troepentransporters en enkele helicoptervluchten die slecht af hadden kunnen lopen. (Gelach) Ik ben trouwens doodsbang voor helicopters. Zo was er een boottochtje op ruwe zee voor de kust van Vancouvereiland naar een afgelegen surfplek, waarbij we uiteindelijk hulpeloos vanuit het water toekeken hoe beren door ons kamp raasden. Ze gingen er vandoor met ons eten en een deel van onze tent, en maakten ons duidelijk dat wij onderaan de voedselketen stonden en dat dit hun plek was, niet de onze. Maar die tocht was voor mij het bewijs dat ik toeristenstranden voor echte wildernis had ingeruild. Maar pas toen ik naar Noorwegen afreisde -- (Gelach) -- leerde hoe koud het kan worden. Op deze plek zorgen de grootste en wildste stormen ter wereld voor enorme golven die tegen de kust beuken. We bevonden ons in een klein, afgelegen fjord net binnen de poolcirkel. Daar woonden meer schapen dan mensen, dus op hulp hoefden we niet te rekenen. Ik lag in het water foto's te nemen van surfers, toen het begon te sneeuwen. De temperatuur begon te dalen. Ik dacht er niet over om het water uit te gaan. Je bent hier helemaal heengereisd en dit is precies wat je wilde: ijzig koude omstandigheden en perfecte golven. En ook al voelde ik mijn vinger niet meer waarmee ik afdrukte, ik wist dat ik erin bleef. Dus deed ik wat ik kon, schudde mijn handen, wat dan ook. Maar op dat moment voelde ik de koude wind uit de vallei op me. Wat begon als lichte sneeuw, werd een regelrechte sneeuwstorm, zodat ik alle gevoel van richting verloor. Ik wist niet meer of ik naar of van het strand af dreef. Ik hoorde alleen nog vaag meeuwen krijsen en het gebeuk van de golven. Ik wist dat deze plek bekend stond om de vele verloren schepen en vliegtuigen, dus al drijvend in het water begon ik toch wat nerveus te worden. Eigenlijk raakte ik volledig overstuur -- (Gelach) -- en ik begon onderkoeld te raken, zodat mijn vrienden me uiteindelijk uit het water moesten redden. Ik weet niet of ik al aan het ijlen was, maar later vertelden ze me dat ik de hele tijd een grote glimlach op mijn gezicht had gehad. Het was juist deze tocht en waarschijnlijk ook juist die ervaring, waardoor ik het gevoel kreeg dat elke foto erg waardevol is, want op dat moment heb ik die foto's echt moeten verdienen. Door al dat bibberen heb ik dan ook nog wat geleerd: het leven kent geen kortere weg naar geluk. Voor alles wat nastrevenswaardig is, moeten we lijden, minstens een beetje. Dat kleine beetje lijden dat ik voor mijn fotografie overhad, gaf mijn werk een waarde die voor mij meer betekende dan gewoon plaatjes voor in een blad. Weet je, ik gaf deze plekken een stukje van mezelf en kreeg hiervoor een gevoel van voldoening terug, waarnaar ik altijd had gezocht. Terugkijkend op deze foto, zie ik dus bevroren vingers en koude wetsuits en zelfs de moeilijke tocht om daar te komen... ... maar wat ik vooral zie, is vreugde. Dankjewel. (Applaus)