[Een avond voor onderzoekende geesten
over verandering mogelijk maken]
[Carol Dweck over de kracht van nog]
De kracht van nog
Ik hoorde over
een middelbare school in Chicago
waar studenten een bepaald aantal vakken
moesten halen om af te studeren.
Als ze voor een cursus niet slaagden,
kregen ze de beoordeling 'nog niet'.
Ik vond dat fantastisch,
want als je niet slaagt, denk je:
'Ik ben een mislukkeling.'
Maar als je de beoordeling 'nog niet' krijgt,
begrijp je dat je op een leercurve zit.
Het geeft je een weg naar de toekomst.
'Nog niet' gaf me ook inzicht
in een kritieke gebeurtenis
in het begin van mijn carrière,
een echt keerpunt.
[Middelbare school in Chicago:
Beoordelingen]
Ik wilde zien hoe kinderen omgingen
met uitdagingen en moeilijkheidsgraad.
Dus gaf ik 10-jarigen
problemen die net iets
te moeilijk waren voor hen.
Sommigen reageerden
op een schokkend positieve manier.
Ze zeiden dingen als:
'Ik hou van een uitdaging.'
of: 'Weet je, ik hoopte
dat dit me iets zou leren.'
Zij begrepen dat hun capaciteiten
ontwikkeld konden worden.
Ze hadden
wat ik een ‘groeimentaliteit’ noem.
Maar andere studenten vonden
het tragisch, catastrofaal.
Vanuit het perspectief
van hun meer gefixeerde mentaliteit,
werd hun intelligentie beoordeeld...
en te zwak bevonden.
In plaats van zich te verkneukelen
in wat komen zou,
werden ze verlamd
door de tirannie van het nu.
Hoe reageerden ze hierop?
Ik zal het je vertellen.
In één studie vertelden ze ons
dat ze de volgende keer
waarschijnlijk zouden spieken
in plaats van harder te studeren
als ze de toets niet haalden.
In een andere studie
zochten ze na een mislukking
iemand die het slechter deed dan zij
zodat ze zich goed konden voelen
over zichzelf.
In studie na studie
bleven ze moeilijkheden vermijden.
Wetenschappers maten
de elektrische activiteit van de hersenen
wanneer studenten
werden geconfronteerd met een fout.
Aan de linkerkant zie je studenten
met de vaste mentaliteit.
Er is bijna geen activiteit.
Ze vermijden de mislukking.
Ze vatten ze niet aan.
Maar aan de rechterkant heb je
de studenten met de groeimentaliteit,
met het idee dat vermogens
kunnen worden ontwikkeld.
Ze gaan erop in.
Hun brein is gebrand op ‘nog’.
Ze gaan ervoor.
Zij verwerken die mislukking.
Ze leren ervan en corrigeren ze.
Hoe voeden we onze kinderen op?
Voeden we ze op voor ‘nu’
in plaats van voor ‘nog’?
Voeden we kinderen op
die geobsedeerd zijn door tienen halen?
Voeden we kinderen op die niet weten
hoe ze grote dromen moeten dromen?
Hun grootste doel is het halen
van de volgende tien
of de volgende testscore?
Dragen ze deze behoefte
aan constante bevestiging met zich mee
in hun toekomstige leven?
Misschien wel.
Werkgevers zeggen me nu al:
"We hebben een generatie
van jonge werknemers opgeleid
die de dag niet kunnen doorkomen
zonder beloning."
Wat kunnen we daaraan doen?
Hoe bouwen we die brug naar ‘nog’?
Hier zijn een aantal dingen
die we kunnen doen.
Allereerst kunnen we prijzen met verstand.
Intelligentie of talent
moet je niet prijzen.
Dat is mislukt.
Doe dat niet meer.
Maar prijs het proces
dat kinderen aangaan:
hun inzet, hun strategieën,
hun focus, hun doorzettingsvermogen,
hun verbetering.
Dit prijzen van het proces
maakt kinderen volhardend en weerbaar.
Er zijn andere manieren
om ‘nog’ te belonen.
We hebben onlangs
samen met spelwetenschappers
van de Universiteit van Washington
een nieuw onlinewiskundespel
ontwikkeld, dat ‘nog’ beloont.
In dit spel worden leerlingen beloond
voor inspanning, strategie en vooruitgang.
Het gebruikelijke wiskundespel
beloont je voor het vinden
van de juiste antwoorden,
maar dit spel beloont het proces.
We zagen meer inspanning,
meer strategieën
meer inzet over langere tijdsperioden.
Ook meer doorzettingsvermogen
bij echt moeilijke problemen.
We merken dat
alleen al de woorden 'nog' of 'nog niet'
kinderen meer vertrouwen geven,
ze een weg naar de toekomst geven
die meer volharding oplevert.
We kunnen de mentaliteit
van studenten echt veranderen.
In één studie leerden we ze
dat elke keer dat ze
uit hun comfortzone worden gepusht
om iets nieuws en moeilijk te leren,
de neuronen in hun brein nieuwe,
sterkere verbindingen vormen.
Na verloop van tijd worden ze slimmer.
Kijk eens wat er gebeurde:
in deze studie,
waar studenten die groeimentaliteit
niet werd aangeleerd,
bleven de uitslagen nahinken,
in tegenstelling tot de anderen
waar de uitslagen verbeterden.
We hebben dit soort verbetering aangetoond
met vele duizenden kinderen,
vooral bij leerlingen met problemen.
Laten we eens praten over gelijkheid.
In ons land zijn er groepen leerlingen
die chronisch onderpresteren,
bijvoorbeeld kinderen in de binnensteden,
of kinderen in reservaten
van inheemse Amerikanen.
Ze doen het al zo lang zo slecht dat veel
mensen denken dat het niet anders kan.
Maar als docenten hun klaslokalen inrichten
op groeimentaliteit, doordrenkt van ‘nog’,
ontstaat gelijkheid.
Dit zijn maar een paar voorbeelden.
In één jaar tijd scoorde
een kleuterklas in Harlem, New York
in de top vijf procent
op de Nationale Prestatietest.
Veel van die kinderen
konden nog niet eens
een potlood vasthouden
toen ze op school kwamen.
In één jaar tijd werden
vierdeklassers in de South Bronx
van ver achterop
de nummer één vierde klas
in de staat New York
bij de wiskundetoets van de staat.
In één tot anderhalf jaar tijd
stegen leerlingen in een school
in een reservaat voor inheemse Amerikanen
van onderaan in hun district naar de top.
Dat district omvatte
welvarende delen van Seattle.
De inheemse kinderen
overtroffen de Microsoftkinderen.
Dit gebeurde omdat de betekenis
van inspanning en moeite veranderden.
Ervoor kregen ze van inspanning en moeite
het gevoel dom te zijn,
om het op te geven,
maar nu legden inspanning en moeite
nieuwe verbindingen tussen hun neuronen,
sterkere verbindingen.
Daardoor worden ze steeds slimmer.
Ik kreeg onlangs een brief
van een 13-jarige jongen.
Hij zei: "Geachte professor Dweck,
ik realiseer me
dat uw schrijven gebaseerd is
op gedegen wetenschappelijk onderzoek,
en daarom heb ik besloten
om het in praktijk te brengen.
Ik deed meer moeite voor mijn schoolwerk,
voor de relatie met mijn familie,
en voor mijn relatie
met kinderen op school,
en ik ondervond een grote verbetering
op al die gebieden.
Ik besef nu dat ik het grootste deel
van mijn leven heb verspild. "
Laten we geen levens meer verspillen,
want zodra we weten
dat capaciteiten zo kunnen groeien,
wordt het een fundamenteel mensenrecht
voor kinderen, alle kinderen,
om op te groeien op plaatsen
die die groei creëren,
om te wonen op plaatsen vol ‘nog’.
Dankjewel.
(Applaus)