De Griekse filosoof Aristoteles
heeft ooit gezegd
dat als iets niet bestaat,
er geen woord voor is.
En dat als er geen woord voor iets is,
datgene niet bestaat.
Wanneer we het hebben over verkiezingen
dan weten wij in onze democratie
waarover we praten.
We hebben er de woordenschat voor.
We weten wat 'n stembureau is.
We weten wat 'n stembiljet is.
Maar hoe zit het met landen
waar democratie niet bestaat?
Landen waar geen woorden zijn
die deze concepten beschrijven
waarop een democratie gebouwd is?
Ik werk in de verkiezingsondersteuning.
Dat wil zeggen dat we bijstand verlenen
aan nieuwe democratieën
bij het organiseren
van hun -- vaak eerste -- verkiezingen.
Als ik mensen zeg wat ik doe
krijg ik vaak deze reactie:
"Dus jij bent één van die mensen
die de hele wereld afreist
en Westerse democratie oplegt
aan landen die het niet aankunnen."
De Verenigde Naties leggen
niemand iets op.
Echt niet.
Daarnaast wortelt wat wij doen stevig
in de Universele Verklaring
van de Rechten van de Mens van 1948,
artikel 21, dat zegt
dat iedereen het recht heeft
om te bepalen wie hen bestuurt.
Dat is de basis van ons werk.
Ik ben gespecialiseerd in publieksbereik.
Weer 'n vakterm. Wat houdt dat in?
Het betekent dat we
informatiecampagnes uitwerken
zodat kandidaten en kiezers
die nooit de gelegenheid hadden
om deel te nemen of te gaan stemmen
weten hoe, waar en wanneer
ze zich kunnen inschrijven,
of kunnen gaan stemmen,
en waarom het belangrijk is
om deel te nemen.
Ik zal bijvoorbeeld een campagne uitwerken
die zich specifiek tot vrouwen richt
zodat ook zij kunnen gaan stemmen,
en kunnen deel uitmaken van het proces.
Dat geldt ook voor jongeren.
En allerlei mensen.
Gehandicapten.
We proberen iedereen te bereiken.
Dat is niet altijd makkelijk.
In de loop van de jaren
heb ik in dit werk gemerkt
dat woorden vaak tekortschieten.
Wat doe je daaraan?
Afghanistan.
Een land met 'n hoge ongeletterdheid.
De moeilijkheid daaraan was --
het was in 2005.
We moesten toen twee verkiezingen
organiseren op dezelfde dag.
De logistieke kant
is zo ongelooflijk ingewikkeld,
dat dit efficiënter leek.
Dat was het ook.
Anderzijds was het feit dat er
niet één maar twee verkiezingen waren
nog lastiger uit te leggen.
Dus moesten we
veel pictogrammen gebruiken.
Ook op de dag van de stemming zelf
hadden we veel problemen,
omdat er zo veel kandidaten waren.
Er waren driehonderd kandidaten
voor 52 zetels
in de Wolesi Jirga,
de parlementsverkiezingen,
en zelfs meer voor de provincieraad.
Daar hadden we 330 kandidaten
voor 54 zetels.
Dus het stemformulier...
zag er zo uit.
Het is even groot als een krant.
Dit was hun stemformulier.
(Gelach)
En dit...
Dit was het stemformulier
voor de provincieraad.
Nog groter.
Je ziet dat we veel symbolen
hebben moeten gebruiken.
In Zuid-Soedan hadden we andere problemen.
Dat land was 'n heel ander verhaal.
Talloze mensen
hadden uiteraard nog nooit gestemd,
maar er was ook een extreem
hoge mate van ongeletterdheid
en een zeer slechte infrastructuur.
Het land heeft min of meer
de grootte van Texas
en er was zeven kilometer verharde weg.
Zeven kilometer over het hele land,
inclusief de landingsbaan,
waar we aankwamen,
op de luchthaven van Juba.
Het vervoeren van het stemmateriaal
is dus zeer moeilijk.
De mensen wisten helemaal niet
hoe 'n stemhokje eruitzag.
Het was zeer ingewikkeld.
Dus moesten we hen alles
mondeling uitleggen.
Maar er worden 132 talen gesproken.
Dat was dus een hele uitdaging.
In 2011 arriveerde ik in Tunesië
tijdens de Arabische Lente.
Enorm veel hoop kwam voort
uit die overweldigende beweging
die plaatsvond in die regio,
met Libië, Egypte en Jemen die volgden.
Het was een overweldigend
en historisch moment,
en ik zat in de verkiezingscommissie.
Verschillende aspecten
van de verkiezingen kwamen aan bod.
Ik hoorde ze woorden gebruiken
die ik nog nooit had gehoord.
Ik had al met Irakezen, Jordanen
en Egyptenaren gewerkt.
En plotseling gebruikten ze
al die woorden.
En ik dacht: 'Dit is vreemd'.
De aanleiding was eigenlijk
het woord 'waarnemer'.
We hadden het over verkiezingswaarnemers,
en de voorzitter van de commissie
gebruikte het Arabische woord 'mulahiz',
wat zoveel betekent als 'opmerken',
maar dan op 'n passieve manier,
zoals in de zin 'Ik merkte op
dat hij 'n lichtblauw hemd droeg'.
Maar heb ik daarvoor moeten controleren
of z'n hemd lichtblauw was of niet?
Dat is wat 'n verkiezingswaarnemer doet.
Het is een zeer actieve rol die wordt
bepaald door allerhande verdragen,
en heeft een duidelijke controlefunctie.
En toen kwam ik te weten dat in Egypte
ze de term 'mutabi' gebruikten,
wat 'volgen' betekent.
Dus daar werden de verkiezingen 'gevolgd'.
Dat kan niet kloppen.
Er bestaat immers al
een algemeen aanvaarde term,
namelijk het woord 'muraqib',
wat zo veel betekent als 'controleur'.
Het heeft die connotatie van controle.
Drie woorden voor één begrip,
dat kan niet goed zijn, dacht ik.
Misschien is het wel onze taak,
dachten we onder elkaar,
om ervoor te zorgen
dat de woorden begrepen worden.
Misschien moeten we
een naslagwerk samenstellen
dat in de hele Arabische regio
gebruikt kan worden.
Dat deden we dan maar.
Samen met mijn collega's
stelden we de 'Arabische Woordenlijst
van Verkiezingsterminologie' op.
We werkten in acht verschillende landen,
en moesten 481 termen definiëren
die de basis vormen
van alles wat je moet weten
als je verkiezingen wil organiseren.
We bepaalden de termen
en samen met onze Arabische collega's
kwamen we tot een overeenkomst
over het gepaste woord
in het Arabisch.
Het Arabisch is 'n zeer rijke taal,
en dat is gedeeltelijk het probleem.
Er zijn tweeëntwintig landen
waar men Arabisch spreekt.
Ze gebruiken allemaal
modern Standaardarabisch,
Dit Arabisch wordt gebruikt
over de hele regio,
in kranten en nieuwsuitzendingen.
Maar het dagelijks taalgebruik
verschilt van land tot land,
zoals dialecten, uitdrukkingen.
Dat voegde dus nog
een extra moeilijkheid toe.
Er was dus in zekere zin het probleem
dat de taal niet volledig 'rijp was'.
Iedere dag ontstonden er neologismen,
of nieuwe woorden.
We definieerden al die termen
en we hadden acht
correspondenten in de regio.
We stuurden hen de kladversie
en zij antwoordden dan:
"We begrijpen de definitie wel,
en we gaan akkoord ermee,
maar in ons land zegt men dat zo niet."
We wilden de harmonisatie niet opleggen.
We wilden het onderling begrip
vergemakkelijken.
In het geel zie je alle verschillende
uitdrukkingen die gebruikt worden
in de verschillende landen.
Ik ben blij dat ik kan zeggen dat het maar
drie jaar geduurd heeft om dit te maken.
In die tijd moesten we ook de kladversie
goedkeuren en ermee het terrein optrekken,
vergaderen met de verkiezingscommissies
in alle landen,
over de kladversie, alvorens we die
konden vastleggen.
In 2014 hebben we de woordenlijst
gepubliceerd in Caïro.
We hebben tienduizend kopieën
laten drukken,
en tot op vandaag zijn er drieduizend
pdf-kopieën gedownload van het internet.
Ik heb zopas vernomen van een collega
dat men hetzelfde gaat doen in Somalië.
Ze gaan een eigen versie uitbrengen
in Somalië,
want er bestaat daar nog helemaal niets.
Dat is zeer leuk om te horen.
De pas opgerichte Arabische organisatie
die werkt aan de professionalisering
van de wijze waarop men
in die regio verkiezingen organiseert,
gebruikt het ook al.
De Arabische Liga hebben een
Panarabische observatie-eenheid opgericht,
en zij gebruiken het ook.
Dat is allemaal zeer leuk.
Maar dit referentiewerk is
redelijk ontoegankelijk.
Het is complex en
staat vol met technische termen,
dus de gemiddelde persoon heeft
minstens één derde ervan niet echt nodig.
Maar de mensen in het Midden-Oosten
hadden tot nu toe geen enkele vorm
van maatschappelijke opvoeding.
Bij ons maakt het deel uit
van het leerprogramma.
In dat deel van de wereld
bestaat dat eigenlijk niet.
Maar ik vind dat iedereen het recht heeft
om te weten hoe de dingen werken.
Het is goed dat er wordt nagedacht
over het opstellen van een referentiewerk
voor de gemiddelde burger.
Je mag ook niet vergeten
dat we nu een basis hebben
om mee te werken.
Maar we hebben ook nieuwe technologie.
Dus kunnen we de mensen bereiken
via mobiele applicaties,
video en animatie.
We kunnen nu een heleboel tools gebruiken
om deze ideeën over te brengen
aan de mensen.
En dat voor het eerst in hun eigen taal.
We horen vaak de ellende
in het Middenoosten.
We horen over de chaos van de oorlog
en het terrorisme.
We horen over sektarisme,
en al het vreselijke, negatieve nieuws
dat ons constant bereikt.
Wat we niet horen is wat de mensen,
de gewone mensen, nu denken.
Wat hopen zij te bereiken?
Laten we hen de middelen,
de woorden hiertoe geven.
De zwijgende meerderheid zwijgt
omdat ze niet over de woorden beschikt.
De zwijgende meerderheid moet dit weten.
Het is tijd om deze mensen
de nodige tools te verschaffen
zodat ze zichzelf kunnen informeren.
De zwijgende meerderheid
hoeft niet te zwijgen.
Laten we hen helpen hun stem te vinden.
Dank je wel.
(Applaus)