Ik maakte mijn eerste staatsgreep mee
toen ik vier jaar oud was.
Omwille van de staatsgreep
moest mijn familie
mijn vaderland Ghana verlaten
en naar Gambia verhuizen.
Het toeval wilde dat
zes maanden na onze aankomst
ook in Gambia een staatsgreep plaatsvond.
Ik herinner me
dat ik 's nachts werd gewekt,
dat we onze schaarse
bezittingen verzamelden
en dat we ongeveer
twee uur lang stapten
naar een veilig huis.
Een week lang sliepen we
onder onze bedden
omdat we bang waren dat er kogels
door het raam zouden vliegen.
Toen ik acht was,
verhuisden we
naar Botswana.
Deze keer was het anders.
Er waren geen staatsgrepen.
Alles ging goed.
Ze hadden goed onderwijs.
Ze hadden zulke goede infrastructuur
dat ze zelfs in die tijd
een telefoonsysteem met glasvezel hadden
lang voordat het
de westerse landen had bereikt.
Het enige wat ze niet hadden,
was hun eigen nationaal televisiestation.
Ik herinner me dat ik
naar programma's keek
uit ons buurland Zuid-Afrika,
en dat ik Nelson Mandela
zag die de kans kreeg
om vrij te komen
uit de gevangenis
als hij de strijd tegen
de apartheid zou opgeven.
Maar hij weigerde
totdat hij zijn doel bereikte
en Zuid-Afrika van
de apartheid bevrijdde.
Ik herinner me dat ik besefte
dat één goede leider
een groot verschil kon maken in Afrika.
Toen ik twaalf was,
stuurde mijn familie me naar
de middelbare school in Zimbabwe.
In het begin was ook dat fantastisch:
groeiende economie,
uitstekende infrastructuur,
en het leek een model voor
economische ontwikkeling in Afrika.
Ik studeerde af
van de middelbare school
en ging naar de universiteit.
Zes jaar later keerde ik terug.
Alles was anders.
Het land lag aan diggelen.
Miljoenen mensen waren geëmigreerd,
de economie was een puinhoop,
en het leek alsof 30 jaar
ontwikkeling weggeveegd waren.
Hoe kon een land
zo snel verslechteren?
De meeste mensen zouden het erover
eens zijn dat het om leiderschap draait.
Eén man, president Robert Mugabe,
is bijna alleen verantwoordelijk
voor het vernielen van dit land.
Alle ervaringen die ik opdeed door in
verschillende delen van Afrika te wonen
hebben twee dingen met me gedaan.
Ten eerste werd ik verliefd op Afrika.
Overal waar ik ging,
zag ik de enorme schoonheid
van ons continent
en de veerkracht en de geest van ons volk,
en ik besefte dat ik mijn leven wou wijden
aan het verbeteren van dit continent.
Maar dan zou ik ook het probleem
van het leiderschap moeten aanpakken.
Alle landen waar ik gewoond had,
de staatsgrepen
en de corruptie die ik had gezien
in Ghana en Gambia
en in Zimbabwe,
stonden in contrast met de
schitterende voorbeelden van leiderschap
die ik had gezien in Botswana
en in Zuid-Afrika.
Ik zag in dat Afrika zou staan of vallen
met de kwaliteit van onze leiders.
Je zou natuurlijk kunnen denken
dat leiderschap er overal toe doet.
Maar als er iets is dat jullie
vandaag zullen leren, is het dit:
in Afrika, meer dan waar ook ter wereld,
is het verschil dat één
goede leider kan maken
veel groter dan waar dan ook,
en ik zal jullie vertellen waarom.
In Afrika hebben we zwakke instellingen,
zoals de rechterlijke macht, de grondwet,
het maatschappelijk middenveld,
enzovoort.
Ik geloof in deze vuistregel:
als een samenleving
sterke instellingen heeft,
is het verschil dat één goede leider
kan maken, beperkt.
Maar als je zwakke instellingen hebt,
kan één goede leider alleen
het land maken of kraken.
Ik geef jullie een voorbeeld.
Je wordt president
van de Verenigde Staten.
Je denkt: wauw, ik heb het gemaakt.
Ik ben de machtigste man ter wereld.
Je wil een wet doorvoeren.
Maar het Congres verbiedt het je.
Dus zeg je, ik probeer het
op een andere manier.
Dan verbiedt de Senaat het.
Je zegt, ik laat wat geld drukken.
De economie heeft een stimulans nodig.
De bank zal je voor gek verklaren.
Het kan tot je afzetting leiden.
Maar als je de president
van Zimbabwe wordt,
en je zegt: weet je, ik vind
deze job erg leuk,
ik denk dat ik dit maar
voor altijd blijf doen.
(Gelach)
Wel, dan kan je dat gewoon.
Je wilt geld laten drukken, belt de
de centrale bank op en zegt:
"Verdubbel alstublieft
de geldhoeveelheid."
Hij zal zeggen: "Ja, meneer,
kan ik nog iets voor u doen?"
Dat is de macht die
Afrikaanse leiders hebben,
en dat is waarom zij het grootste
verschil maken op het continent.
Het goede nieuws is dat de kwaliteit van
het leiderschap aan het verbeteren is.
Volgens mij hebben we
drie generaties van leiders gehad.
De eerste generatie zijn zij
die verschenen in de jaren 50 en 60,
zoals Kwame Nkrumah uit Ghana
en Julius Nyerere uit Tanzanië.
Zij brachten Afrika de onafhankelijkheid.
Ze bevrijdden ons van het kolonialisme,
en daar verdienen ze alle eer voor.
Daarna kwam generatie twee.
Deze mensen brachten Afrika
niets dan vernieling:
oorlog, corruptie en misbruik
van de mensenrechten.
Dat is het stereotype waar
we meestal aan denken:
Mobutu Sese Seko van Zaïre,
Sani Abacha van Nigeria.
Het goede nieuws is dat
de meeste van deze leiders weg zijn
en vervangen werden
door generatie drie.
Dat waren mensen zoals
wijlen Nelson Mandela
en de meeste leiders die we vandaag
in Afrika zien, zoals Paul Kagame.
Deze leiders zijn zeker niet perfect,
maar ze hebben wel veel van de chaos
van generatie twee opgeruimd.
Ze hebben de gevechten gestopt
en ik noem hen de generatie
van de stabilisatoren.
Ze leggen verantwoording af aan hun volk,
hebben het macro-economische
beleid verbeterd,
en we zien voor de eerste keer
dat Afrika aan het groeien is.
Het is zelfs de tweede
snelst groeiende regio ter wereld.
Deze leiders zijn dus
zeker niet perfect,
maar ze zijn met ruime voorsprong
de beste leiders van de laatste 50 jaar.
Hoe moet het nu verder?
Ik geloof dat de volgende generatie,
generatie vier,
een unieke kans heeft om
het continent te veranderen.
Ze kunnen twee dingen doen die
de vorige generaties niet gedaan hebben.
Het eerste wat ze moeten doen,
is welvaart creëren voor het continent.
Waarom is welvaart zo belangrijk?
Omdat geen van de vorige generaties
in staat was om de armoede aan te pakken.
Afrika heeft vandaag de snelst
groeiende bevolking ter wereld,
maar ook de armste.
Tegen 2030 zal Afrika een groter
arbeidspotentieel dan China hebben,
en tegen 2050 het grootste
arbeidspotentieel ter wereld.
Een miljard Afrikanen zullen
een job nodig hebben,
dus als de economie
niet snel genoeg groeit,
zitten we op een tikkende tijdbom,
niet alleen voor Afrika,
maar voor de hele wereld.
Ik geef jullie een voorbeeld
van iemand die goed op weg is
om welvaart te creëren.
Laetitia is een jonge vrouw uit Kenia
die op haar 13de stopte met school
omdat haar familie
de kosten niet kon betalen.
Ze begon een bedrijf
in het kweken van konijnen,
een delicatesse in dat deel
van Kenia vanwaar zij komt.
Haar bedrijf deed het zo goed
dat ze binnen het jaar
15 vrouwen in dienst had
en genoeg inkomen genereerde
om terug naar school te kunnen gaan
en een opleiding voor
65 kinderen te kunnen betalen.
De winst die ze maakte,
gebruikte ze om een school te bouwen
en vandaag leidt ze 400 kinderen op
in haar gemeenschap.
Ze is nog maar net 18 geworden.
(Applaus)
Een ander voorbeeld is Erick Rajaonary.
Erick komt van het eiland Madagaskar.
Hij besefte dat landbouw de sleutel was
tot het creëren van jobs
in de landelijke gebieden van Madagaskar.
Maar meststof is daar heel duur
voor de meeste landbouwers.
Op Madagaskar leven
heel speciale vleermuizen
waarvan de uitwerpselen
zeer veel voedingsstoffen bevatten.
In 2006 stopte Erick met
zijn job als boekhouder
en begon een bedrijf
dat meststof produceerde
van de uitwerpselen van vleermuizen.
Vandaag brengt zijn bedrijf
miljoenen dollars op.
Hij stelt 70 mensen fulltime tewerk,
en nog eens 800 in het seizoen
waarin de vleermuizen
de meeste uitwerpselen produceren.
Wat me aanstaat aan dit verhaal
is dat het aantoont dat mogelijkheden om
welvaart te creëren, bijna overal bestaan.
Erick wordt Batman genoemd.
(Gelach)
Wie had gedacht dat je
een miljoenenbusiness kon uitbouwen
en zoveel mensen tewerkstellen,
alleen van vleermuizenpoep?
Het tweede dat deze generatie moet doen,
is onze instellingen uitbouwen.
Ze moeten dat op zo'n manier doen
dat we nooit meer gegijzeld worden
door individuen zoals Robert Mugabe.
Dat klinkt allemaal fantastisch,
maar waar gaan we deze
generatie vier halen?
Blijven we stilzitten en hopen
dat ze toevallig zullen verschijnen
of dat God ze ons zal geven?
Nee, dat denk ik niet.
Het is te belangrijk
om aan het toeval over te laten.
Ik geloof dat we Afrikaanse
instellingen moeten creëren,
die leiders zullen uitkiezen
en hen ontwikkelen
op systematische,
praktische wijze.
Dat doen we al 10 jaar lang
met de African Leadership Academy.
Laetitia is één van onze jonge leiders.
Vandaag worden 700 mensen klaargestoomd
voor het Afrikaanse continent.
De komende 50 jaar
willen we er nog 6000 opleiden.
Maar één ding baart me zorgen.
We zouden 4000 inschrijvingen
per jaar ontvangen voor 100 jonge leiders
die we zouden kunnen
toelaten tot onze academie.
Er bestaat dus een grote honger naar
de opleiding die we aanbieden.
Maar we konden deze honger niet stillen.
Vandaag maak ik voor het eerst bekend
dat we onze visie
voor de African Leadership Academy
gaan uitbreiden.
We zijn 25 gloednieuwe universiteiten
aan het bouwen in Afrika
die de volgende generatie
Afrikaanse leiders zullen klaarstomen.
Elke campus zal tegelijkertijd
10.000 leiders hebben.
We zullen dus constant 250.000 leiders
aan het opleiden zijn.
(Applaus)
De komende 50 jaar zal deze instelling
drie miljoen leiders creëren.
Ik hoop dat de helft van hen
ondernemers worden
die de jobs zullen creëren
die we nodig hebben,
en de andere helft naar de overheid
en de non-profitsector gaat,
en de instellingen zal uitbouwen
die we nodig hebben.
Maar ze zullen niet alleen theorie leren.
Ze zullen ook leren hoe ze leiders worden
en vaardigheden als
ondernemers ontwikkelen.
Je kan het beschouwen als
de Ivy League van Afrika.
Maar in plaats van toegelaten te
worden omwille van examenscores,
of omwille van je fortuin of je afkomst,
is het belangrijkste criterium
om toegelaten te worden
het potentieel dat je in je hebt
om Afrika te veranderen.
Maar dit is maar
één groep van instellingen.
Wij alleen kunnen Afrika niet veranderen.
Ik hoop dat nog vele andere
Afrikaanse instellingen zullen bloeien
en dat ze zullen samenkomen
met eenzelfde visie:
het ontwikkelen van de volgende generatie
van Afrikaanse leiders, generatie vier.
Ze zullen hen het volgende leren:
creëer jobs
en bouw aan onze instellingen.
Nelson Mandela zei ooit:
"Nu en dan wordt een generatie
geroepen om groots te zijn.
Jullie kunnen
die grootse generatie zijn."
Ik geloof dat als we de volgende
generatie van Afrikaanse leiders
zorgvuldig uitkiezen en cultiveren,
dat generatie vier de beste
generatie zal zijn
die Afrika, en de hele wereld,
ooit gezien heeft.
Dank u.
(Applaus)