Hallo, mijn naam is Jarrett Krosoczka. Ik schrijf en illustreer kinderboeken. Mijn verbeelding gebruiken is dus mijn fulltime baan. Maar lang voordat mijn verbeelding mijn roeping werd, redde ze mijn leven. Als kind hield ik van tekenen, en de meest getalenteerde kunstenaar die ik kende, was mijn moeder. Mijn moeder was verslaafd aan heroïne. Een drugsverslaafde als ouder hebben, is net als Charlie Brown die probeert de bal te raken. Hoe graag je ook van die persoon wil houden en liefde wil ontvangen van die persoon, elke keer dat je je hart openstelt, eindig je op je rug. Mijn moeder heeft tijdens mijn hele kindertijd vastgezeten. Mijn vader was er niet, ik kwam zijn voornaam pas te weten toen ik in groep acht zat. Maar ik had mijn grootouders, de ouders van mijn moeder: Joseph en Shirley, die me vlak voor mijn derde verjaardag adopteerden, en mij aannamen als hun eigen kind, nadat zij al vijf kinderen hadden opgevoed. Twee mensen die opgroeiden tijdens de Grote Depressie namen vroeg in de jaren 80 een nieuw kind aan. Ik was het vijfde wiel aan de wagen van de Krosoczka-familie, de nieuweling die uit het niets kwam. Ik moet zeggen dat het leven met hen erg makkelijk was. Ze rookten ieder twee pakjes sigaretten per dag, zonder filter. Tegen de tijd dat ik zes was, kon ik een Southern Comfort Manhattan bestellen, Tegen de tijd dat ik zes was, kon ik een Southern Comfort Manhattan bestellen, droog met citroen, ijsklontjes apart erbij, zodat er meer likeur in het glas paste. Maar ze overlaadden me met liefde. Ze hielden ontzettend veel van me. Ze steunden mijn creatieve inspanningen, want mijn grootvader was een 'self-made man'. Hij werkte in de fabriek die hij leidde. Mijn grootmoeder was een huisvrouw. En dan was er dat kind dat gek was op Transformers en Snoopy en de Ninja Turtles. Ik werd verliefd op alle personages waarover ik las, en ze werden mijn vrienden. Mijn beste vrienden waren de personages uit mijn boeken. Mijn beste vrienden waren de personages uit mijn boeken. Ik ging naar de Gates Lane-basisschool in Worcester, Massachusetts, waar ik geweldige docenten had, vooral mevrouw Alisch in de derde klas. Ik herinner me nog precies hoeveel liefde ze ons, haar studenten, gaf. Ik herinner me nog precies hoeveel liefde ze ons, haar studenten, gaf. Toen ik in de vijfde klas zat, beleefden we iets geweldigs. De schrijver Jack Gantos bezocht onze school. Een schrijver van gepubliceerde boeken kwam met ons praten over zijn werk. Daarna gingen we allemaal terug naar onze lokalen en tekenden onze eigen versies van zijn belangrijkste hoofdpersoon, Rotte Ralph. Plotseling verscheen de schrijver in de deuropening, en ik herinner me dat hij tussen de tafeltjes door slenterde, van kind naar kind, kijkend naar de tafeltjes, zonder iets te zeggen. Hij stopte bij mijn tafeltje, en hij tikte erop en zei: "Leuke kat." (Gelach) En hij liep weg. Twee woorden die een enorm verschil maakten in mijn leven. In groep vijf schreef ik voor het eerst een boek, "De uil die dacht dat hij het best kon vliegen." (Gelach) We moesten onze eigen Griekse mythe schrijven, ons eigen scheppingsverhaal. Ik schreef een verhaal over een uil die Hermes uitdaagde tot een vliegrace, en de uil speelde vals. Hermes, als Griekse god, werd boos en verbitterd en veranderde de uil in een maan. De uil bracht de rest van zijn leven als maan door, terwijl hij zijn familie en vrienden 's avonds zag spelen. Ja... (Gelach) Mijn boek had een titelpagina. Ik was op mijn achtste duidelijk bezorgd over mijn intellectueel eigendom. (Gelach) Het verhaal werd verteld met woorden en plaatjes, precies wat ik nu doe voor de kost. Soms liet ik het podium aan de woorden, en soms liet ik de plaatjes het werk doen om het verhaal te vertellen. Mijn favoriete pagina is "Over de auteur". (Gelach) Ik leerde reeds op jonge leeftijd over mezelf schrijven in de derde persoon. Ik leerde reeds op jonge leeftijd over mezelf schrijven in de derde persoon. Ik hou van die laatste zin: "Hij vond het leuk om dit boek te maken." Ik vond het leuk om dat boek te maken omdat ik graag mijn fantasie gebruikte, en dat is wat schrijven is. Schrijven is je fantasie gebruiken op papier. Het beangstigt me, want ik bezoek tegenwoordig zoveel scholen, en het lijkt zo'n vreemd concept voor kinderen, dat schrijven het gebruiken van je fantasie op papier is. Als ze tegenwoordig al mogen schrijven tijdens schooltijd. Ik hield zo veel van schrijven dat ik bij thuiskomst uit school stukken papier pakte en die aan elkaar vastniette. stukken papier pakte en die aan elkaar vastniette. Die lege pagina's vulde ik dan met woorden en tekeningen, gewoon omdat ik ervan hield mijn fantasie te gebruiken. Deze personages werden uiteindelijk mijn vrienden. Er was een ei, een tomaat, een kropsla en een pompoen, en ze woonden allemaal in koelkast-stad. In één van hun avonturen gingen ze naar een spookhuis dat gevuld was met vele gevaren, zoals een gemene blender die ze aan stukken wilde hakken, een gemene broodrooster die het broodpaar probeerde te ontvoeren, en een gemene magnetron die hun vriend, een klont boter, wilde smelten. Ik maakte ook mijn eigen stripverhalen. Nog een manier voor mij om verhalen te vertellen, met woorden en plaatjes. Toen ik in groep acht zat, stopten de subsidies voor kunst en cultuur in de openbare scholen van Worcester vrijwel volledig. stopten de subsidies voor kunst en cultuur in de openbare scholen van Worcester vrijwel volledig Ik ging van wekelijkse tekenles, naar tweemaal per maand, naar maandelijks, naar nooit. Mijn opa, een wijze man, zag dat als een probleem, want hij wist dat dat het enige was wat ik had. Ik deed niet aan sport. Ik had kunst. Op een avond liep hij mijn kamer binnen en kwam op de rand van mijn bed zitten en zei: "Jarret, het is aan jou, maar als je dat leuk vindt, willen we je graag opgeven voor de lessen bij het Worcester Art Museum." Ik was door het dolle heen. Van eind basisschool tot eind middelbare school, had ik één, twee of soms drie keer per week tekenlessen in het museum. had ik één, twee of soms drie keer per week tekenlessen in het museum. Ik was omringd door andere kinderen die van tekenen hielden, die mijn passie deelden. Ik was omringd door andere kinderen die van tekenen hielden, die mijn passie deelden. Mijn gepubliceerde carrière begon toen ik het ontwerp maakte voor de omslag van ons schooljaarboek. En de kleren van onze mascotte... ik was in die tijd gek op Bell Biv DeVoe en MC Hammer en Vanilla Ice. (Gelach) ik was in die tijd gek op Bell Biv DeVoe en MC Hammer en Vanilla Ice. (Gelach) Tot op de dag van vandaag kan ik karaoke zingen op "Ice, Ice, Baby" zonder naar het scherm te kijken, Daag me niet uit, anders doe ik het. Nu werd ik naar een privéschool gestuurd. Mijn basisschool was openbaar, maar mijn grootvader was bezorgd omdat iemand was doodgestoken op de plaatselijke middelbare school, was bezorgd omdat iemand was doodgestoken op de plaatselijke middelbare school, dus hij wilde niet dat ik daarheen ging. Hij wilde dat ik naar een privéschool ging en gaf me de keus: "Je kan naar Holy Name, een gemengde school, of St. John's, een jongensschool. Heel wijze man, want het voelde alsof ik de beslissing zelf nam Heel wijze man, want het voelde alsof ik de beslissing zelf nam maar hij wist dat ik St. John's niet zou kiezen, dus ik ging naar Holy Name High School. Een moeilijke overgang, want zoals ik zei, ik deed niet aan sport, Een moeilijke overgang, want zoals ik zei, ik deed niet aan sport, en het was erg gefocust op sport. Maar ik vond troost in meneer Shilales tekenlessen. Daar leefde ik op. Ik kon niet wachten tot ik dagelijks dat klaslokaal in mocht. Hoe maakte ik vrienden? Ik tekende komische portretten van mijn leraren (Gelach) ...en liet die de klas rondgaan. Tijdens de Engelse les in de brugklas lachte mijn vriend John, die naast me zat, net iets te hard. Meneer Greenwood kon het niet waarderen. (Gelach) Hij zag meteen dat ik de oorzaak was van de commotie en voor het eerst in mijn leven werd ik de les uitgestuurd. Ik dacht: "Oh nee, ik ben het haasje. Mijn opa maakt gehakt van me." Mijn leraar kwam naar buiten en zei: "Laat dat papiertje eens zien." Ik dacht: "Oh nee, hij denkt dat het een briefje is." Dus ik gaf hem de tekening. We zaten een moment lang in stilte en toen zei hij tegen me: We zaten een moment lang in stilte en toen zei hij tegen me: "Je hebt echt talent." (Gelach) "Je bent echt goed. Weet je, de schoolkrant zoekt een nieuwe cartoonist. Dat zou jij moeten doen. "Je bent echt goed. Weet je, de schoolkrant zoekt een nieuwe cartoonist. Dat zou jij moeten doen. Maar stop met tekenen in mijn les." Mijn ouders kwamen het nooit te weten. Ik werd geïntroduceerd bij juffrouw Casey, die de schoolkrant runde Ik werd geïntroduceerd bij juffrouw Casey, die de schoolkrant runde en drieënhalf jaar lang was ik de cartoonist voor mijn schoolkrant. en drieënhalf jaar lang was ik de cartoonist voor mijn schoolkrant. Ik behandelde zware thema's als: 'oudere leerlingen zijn gemeen', 'brugklassers zijn nerds', 'het eindexamenbal is te duur. Ongelofelijk wat dat kost.' Ik bekritiseerde de rector en schreef ook een vervolgverhaal over Wesley, die ongelukkig was in de liefde. Ik hield bij hoog en bij laag vol dat het niet over mij ging, maar achteraf gezien... dat was ik. Maar het was zo mooi, want ik kon die verhalen schrijven, die ideeën verzinnen, en ze werden gepubliceerd in de schoolkrant. Mensen die ik niet eens kende, konden ze lezen. Ik genoot van dat idee, dat ik mijn ideeën kon delen via gedrukte pagina's. Op mijn 14e verjaardag gaven mijn opa en oma mij het beste verjaardagscadeau ooit: Op mijn 14e verjaardag gaven mijn opa en oma mij het beste verjaardagscadeau ooit: de tekentafel waaraan ik sindsdien altijd gewerkt heb. 20 jaar later werk ik nog steeds dagelijks aan deze tafel. 20 jaar later werk ik nog steeds dagelijks aan deze tafel. Op de avond van mijn 14e verjaardag kreeg ik deze tafel en we aten Chinees. Mijn gelukskoekje luidde: "Je zult succesvol zijn in je werk." Ik plakte het op de linkerbovenkant van mijn tafel en zoals je ziet, zit het er nog steeds. Ik heb mijn grootouders eigenlijk nooit om iets gevraagd. Nou ja, twee dingen: Rusty, die een geweldige hamster was en een lang en mooi leven had, in de tweede klas. (Gelach) En een videocamera. Ik wilde alleen een videocamera. Na smeken en zeuren voor kerstmis kreeg ik een tweedehandse videocamera en begon meteen mijn eigen animaties te maken. en begon meteen mijn eigen animaties te maken. Dit bleef ik de hele middelbare schooltijd doen. Ik overreedde mijn leraar Engels in de tweede klas om mij mijn boekbespreking te laten doen over Stephen Kings "Misery" in de vorm van een korte animatiefilm. (Gelach) Ik bleef stripverhalen schrijven. In het Worcester Art Museum kreeg ik het beste advies dat een leraar me ooit gaf. Mark Lynch, een fantastische leraar en nog steeds een goede vriend van me. Ik was 14 of 15. Ik liep zijn striptekenles binnen halverwege de cursus en ik was zo opgewonden, ik straalde helemaal. Ik had een boek over het tekenen van stripfiguren op de Marvel-manier. Het leerde je superhelden te tekenen, een vrouw te tekenen, spieren te tekenen zoals die eruit hoorden te zien voor het geval ik ooit voor X-Men of Spiderman zou tekenen. Hij trok helemaal bleek weg, keek me aan en zei: "Vergeet alles wat je geleerd hebt." Ik begreep het niet. Hij zei: "Je hebt een geweldige stijl. Ontwikkel je eigen stijl. Teken niet zoals men zegt dat het moet. Blijf tekenen zoals je doet, want je bent er heel goed in." Blijf tekenen zoals je doet, want je bent er heel goed in." Als tiener had ik het moeilijk, zoals iedere tiener, maar na 17 jaar met een moeder die er dan weer wel en dan weer niet was, en een vader zonder gezicht, was ik kwaad. Op mijn 17e ontmoette ik mijn vader voor het eerst, en hoorde dat ik een broer en zus had waarvan ik niets wist. Op de dag dat ik mijn vader voor het eerst ontmoette, werd ik afgewezen door de Rhode Island School of Design, de enige plek waar ik wilde studeren. Maar rond deze tijd ging ik naar Camp Sunshine om een week als vrijwilliger met fantastische kinderen te werken. Kinderen met leukemie. Eric hier, veranderde mijn leven. Eric werd niet ouder dan 6 jaar, en ik draag hem nog steeds met me mee. Na deze ervaring liet meneer Shilale in de klas deze prentenboeken zien en ik dacht: "Prentenboeken voor kinderen!" Ik begon boeken voor jonge lezers te schrijven in de bovenbouw van de middelbare school. Uiteindelijk werd ik toegelaten tot de Rhode Island School of Design. Als tweedejaars stapte ik over naar RISD, waar ik alle mogelijke schrijfcursussen volgde. Daar schreef ik een verhaal over een enorme naaktslak die vriendjes wilde zijn met een jongen. De jongen had geen geduld met hem. Ik stuurde dit boek naar zo'n twaalf uitgevers en het werd elke keer afgewezen. Ik was echter ook bezig met het Hole in the Wall Gang Camp, een prachtig kamp voor kinderen met allerlei soorten dodelijke ziektes. Die kinderen lazen mijn verhalen, en ik las ze voor en zag hoe zij reageerden op mijn werk. Ik studeerde af van RISD. Mijn grootouders waren erg trots. Ik verhuisde naar Boston en begon als zelfstandige. Ik begon een studio en probeerde een uitgever te vinden. Ik verstuurde mijn boeken. Ik stuurde honderden briefkaarten naar redacteuren en art directors, maar die werden niet beantwoord. Mijn opa belde mij elke week, en vroeg dan: "Jarret, hoe gaat het? Heb je al een baan?" Want hij had net een grote som geld geïnvesteerd in mijn universitaire opleiding. Want hij had net een grote som geld geïnvesteerd in mijn universitaire opleiding. Dan zei ik: "Ja, ik heb een baan. Ik schrijf en illustreer kinderboeken." Hij zei: "Maar wie betaalt je daarvoor?" Ik zei: "Op dit moment nog niemand. Maar ik weet dat het gaat gebeuren." Ik zei: "Op dit moment nog niemand. Maar ik weet dat het gaat gebeuren." Ik werkte in de weekends bij Hole in the Wall in het laagseizoenprogramma om wat bij te verdienen terwijl ik van de grond probeerde te komen. Een van de kinderen was zo hyperactief dat ik hem Monkey Boy noemde (Apenjoch) Een van de kinderen was zo hyperactief dat ik hem Monkey Boy noemde (Apenjoch) Thuisgekomen schreef ik een boek met als titel: "Welterusten, Apenjoch". Ik verstuurde een laatste stapel kaarten. Toen kreeg ik een e-mail van een uitgever bij Random House met als onderwerp: "Mooi werk!" Uitroepteken. "Beste Jarrett, ik heb je kaart ontvangen. Ik vond je werk mooi, dus ik ging naar je website en vraag me af of je ooit geprobeerd hebt om je eigen verhalen te schrijven, want ik vind je tekeningen erg goed, en daar zullen best ook verhalen bij passen. Geef even een seintje als je ooit in New York bent." Dat kwam van een uitgever bij Random House Kinderboeken. De week daarna was ik dus 'toevallig' in New York. (Gelach) Ik ontmoette deze uitgever en verliet New York met een contract voor mijn eerste boek: "Welterusten, Apenjoch", dat op 12 juni 2001 werd uitgegeven. "Welterusten, Apenjoch", dat op 12 juni 2001 werd uitgegeven. Mijn plaatselijke krant stak de loftrompet af. De plaatselijke boekenwinkel pakte eens goed uit. Ze verkochten al hun exemplaren. Mijn vriend beschreef het als een wake, maar dan blij, want iedereen die me kende stond voor me in de rij maar ik was niet dood. Ik signeerde slechts boeken. Mijn grootouders zaten er middenin. Ze waren zo blij. Ze barstten van trots. Juffrouw Alisch was er, en meneer Shilale en juffrouw Casey. Juffrouw Alisch drong zich naar voren en zei: "Ik heb hem leren lezen." (Gelach) Toen gebeurde er iets dat mijn leven veranderde. Ik kreeg mijn eerste echte fanpost. Een jongen hield zo van Apenjoch, dat hij een Apenjoch-verjaardagstaart wilde. Voor een tweejarige is dat als een tatoeage. (Gelach) Je bent maar eens per jaar jarig. Voor hem is het nog maar de tweede keer. Ik kreeg deze foto en dacht: "Deze foto heeft hij zijn leven lang. Hij zal deze foto voor altijd in zijn familiealbums hebben." Hij zal deze foto voor altijd in zijn familiealbums hebben." Die foto heeft sindsdien vóór me gehangen terwijl ik aan mijn boeken werkte. Ik heb 10 boeken uitgegeven. "Punkboerderij", "Tassenkop", "Ollie de paarse olifant". Ik heb net mijn negende boek af in de "Kantinejuffrouw"-serie, een getekende roman over een kantinejuffrouw die boeven vangt. Ik verwacht de uitgave van een lesboek met de titel: "Politie-eenheid Vogelbekdier: De kikker die kwaakte." Ik reis door het land om scholen te bezoeken en vele kinderen te vertellen dat ze mooie katten tekenen. Ik ontmoet Tassenkoppen. Kantinejuffrouwen zijn erg aardig voor me. Ik zie mijn naam in neonletters omdat kinderen hem laten oplichten. De kantinejuffrouw-serie heeft tweemaal de Children's Choice Boek van het Jaar gewonnen en de winnaars stonden op een reuzenscherm op Times Square. en de winnaars stonden op een reuzenscherm op Times Square. "Punkboerderij" en "Kantinejuffrouw" worden momenteel verfilmd. Ik ben dus filmproducent en denk dat dat komt door die videocamera die ik kreeg op mijn veertiende. en denk dat dat komt door die videocamera die ik kreeg op mijn veertiende. Ik heb "Punkboerderij"-verjaardagsfeestjes gezien, Halloween-verkledingen als "Punkboerderij", een "Punkboerderij"-babykamer, wat me lichtelijk bezorgd maakt voor het welbevinden van het kind op lange termijn. Ik krijg de meest fantastische fanmail en de meest geweldige projecten. Het grootste moment voor mij kwam de vorige Halloween. Een feestvierder belde aan, verkleed als één van mijn personages. Zo cool. Een feestvierder belde aan, verkleed als één van mijn personages. Zo cool. Mijn grootouders leven niet meer, en om hen te eren, zette ik een studiebeurs op aan het Worcester Art Museum voor kinderen in moeilijke situaties wier opvoeders de lessen niet kunnen bekostigen. Ze exposeerden mijn werk van de eerste tien gepubliceerde jaren en raad eens wie er was om dat te vieren? Juffrouw Alisch. Ik zei: "Juffrouw Alisch, hoe gaat het?" Ze antwoordde: "Ik ben hier!" (Gelach) Dat is waar. U leeft, en dat is niet slecht voor nu. Het grootste moment echter, voor mij, mijn belangrijkste baan is dat ik nu zelf vader ben van twee prachtige dochters. Mijn streven is om hen te omringen met inspiratie, met de boeken in elke kamer van het huis, tot mijn muurschilderingen op hun kamers tot de creatieve momenten wanneer het rustig is: het maken van gezichten op het terras en haar achter dezelfde tafel te laten zitten waar ik 20 jaar lang zat. Dank je wel. (Applaus)