Vanmiddag wil ik praten
over iets anders dan gepland.
Buitenlandse politiek zoek je zelf maar uit
door naar Rachel Maddow te kijken.
-- (Gelach) --
Ik wil het graag hebben
over jonge mensen en structuur.
Ik wil het graag hebben
over jonge mensen en structuur.
Dit was vorige week woensdagmiddag
op de middelbare school Cristo Rey,
in Brooklyn in New York,
geleid door de Jezuïeten.
Ik praatte met een groep leerlingen.
Kijk naar hen:
ze stonden langs drie kanten om mij heen.
Je ziet dat ze bijna allemaal
etnische minderheden zijn.
Het gebouw is nogal sober.
Het is een oud New Yorks schoolgebouw,
niets speciaals.
Ze hebben nog steeds schoolborden,
noem maar op.
De school heeft 300 kinderen
en bestaat nu vier jaar.
De eerste groep studeert binnenkort af.
Tweeëntwintig mensen halen hun diploma
en alle 22 gaan ze verder studeren.
Ze komen allen uit gezinnen waar meestal
maar één persoon thuis is,
doorgaans de moeder of de oma.
Ze komen hier voor hun opleiding
en structuur.
Deze foto liet ik maken
en hij stond vorige week
op mijn Facebook-pagina.
Iemand reageerde:
"Huh, waarom laat hij hem
in de houding staan?"
Een ander zei:
"Wat ziet hij er goed uit." (Gelach)
Hij ziet er ook goed uit,
want kinderen hebben structuur nodig.
Ik heb een truc
voor al mijn schooloptredens.
Als ik de kinderen bereik
met mijn kleine preek,
mogen ze vragen stellen.
Als zij hun hand opsteken,
zeg ik: "Kom maar."
Ik laat ze naar mij toe komen
en voor me staan.
Ik laat hen in de houding staan,
net als een soldaat.
Armen recht langs je lichaam,
opkijken, ogen open, recht vooruit kijken
en duidelijk spreken,
zodat iedereen je kan verstaan.
Niet slungelig,
geen afgezakte broek of iets dergelijks.
(Gelach)
Deze jongeman met achternaam Cruz,
vond het geweldig.
Het staat op zijn Facebook-pagina
en verspreidde zich als een virus.
(Gelach)
Mensen denken dat ik onaardig
tegen hem ben.
Nee, we hebben juist plezier.
Ik doe dit al jaren en
hoe jonger ze zijn, des te meer plezier.
Wanneer ik een groep
van zes- en zevenjarigen heb,
moet ik bedenken
hoe ik ze rustig kan houden.
Ze beginnen altijd te klieren.
Dus speel ik een spelletje met hen
voordat ik ze in de houding laat staan.
Ik zeg: "Luister. In het leger
gebruiken we een commando
als we je aandacht willen.
We noemen het 'rust'.
Het betekent dat iedereen stil is,
aandacht schenkt, luistert.
Begrijp je?"
"Uh-huh." "Laten we oefenen.
Iedereen mag praten."
Ik laat ze 10 seconden gaan.
Dan roep ik: "Rust!"
"Huh!" (Gelach)
"Ja, generaal."
Kijk of het werkt met je eigen kinderen.
(Gelach)
Ik denk het niet.
Ik speel dit spelletje en het komt duidelijk
door mijn militaire loopbaan.
Ik heb het grootste deel
van mijn volwassen leven
met jongeren gewerkt,
ik noem hen tieners met geweren.
We stuurden ze het leger in
en brachten ze direct
in een gestructureerde omgeving,
in gelederen,
lieten hen identieke kleding dragen.
We knipten hun haar af,
zodat ze allemaal op elkaar leken.
Ze moesten in het juiste gelid staan.
En leren naar rechts en links te kijken,
zodat ze gehoor kunnen geven
aan de instructies
en de consequenties kennen,
als zij niet gehoorzamen.
Het geeft hen structuur.
Dan introduceren we hen aan de drilsergeant.
Ze haten hem direct.
De drilsergeant schreeuwt tegen hen,
vertelt hen dat ze
afschuwelijke dingen moeten doen.
Na verloop van tijd
gebeurt er iets verbazingwekkends.
Als de structuur eenmaal is ontwikkeld,
als ze de reden van iets begrijpen
en beseffen: "Mama is hier niet, jongen."
Ik ben je ergste nachtmerrie.
Ik ben je vader en je moeder.
Zo is het nu eenmaal.
Begrepen?
Wanneer ik iets vraag,
zijn er drie antwoorden mogelijk:
ja meneer, nee meneer en geen excuus meneer.
Vertel me niet
waarom je iets niet deed.
"Ja meneer, nee meneer, geen excuus meneer."
"Je hebt je niet geschoren." "Maar meneer --"
"Nee, vertel me niet dat je je gezicht
vanmorgen schraapte.
Ik zeg dat je je niet hebt geschoren."
"Geen excuus meneer."
"Goed zo, je leert snel."
Het verbaast je
hoeveel je met hen kan doen,
als je ze eenmaal in die structuur hebt.
Na 18 weken zijn ze ervaren.
Ze zijn volwassen.
Ze bewonderen de drilsergeant
en zullen hem nooit vergeten.
Ze gaan hem respecteren.
Dit soort structuur en respect hebben we nodig
in de levens van onze kinderen.
Ik besteedde veel tijd met jongeren
en vraag mensen:
"Wanneer begint onderwijs?"
We praten over:
"Laten we de scholen beter maken,
meer voor onze leraren doen,
meer computers plaatsen.
Laten we alles online doen."
Dat is niet het volledige antwoord,
maar een gedeelte ervan.
Het juiste antwoord is een kind
naar school te brengen,
met al structuur in zijn hart en ziel.
Wanneer begint het leerproces?
In groep 3?
Nee, het begint voor het eerst
in moeders armen.
Het kind kijkt op naar de moeder
en denkt: "Dit is vast mijn moeder.
Zij is degene die mij voedt.
Als ik me niet lekker voel,
is zij degene die mij verzorgt.
Ik zal haar taal leren."
Op dat moment sluiten ze
alle andere talen buiten,
die zij dan kunnen leren.
Met drie maanden is dit zijn taal.
Maakt niet uit of de moeder het doet
of de oma, of wie dan ook,
dan begint het leerproces.
Dan begint taal.
Dan begint liefde en structuur.
Dat is wanneer je het kind
voor altijd iets meegeeft.
"Je bent bijzonder,
je bent anders dan
alle andere kinderen op de wereld.
Wij gaan jou voorlezen."
Een kind dat nooit is voorgelezen,
is in gevaar
wanneer het naar school gaat.
Een kind dat de kleuren niet kent,
niet weet hoe laat het is of
hoe je schoenen moet veteren,
niet begrijpt hoe dit moet,
niet weet wat er bij mij als kind is ingestampt:
denk om je manieren! Denk om de grote mensen!
Denk om wat je zegt!
denk om je manieren! Denk om de grote mensen!
Denk om wat je zegt!
Zo worden kinderen netjes opgevoed.
Ik kreeg zelf kleinkinderen en
tot ontgoocheling van mijn kinderen,
doen ze net als wij deden.
Weet je? Je geeft ze iets mee.
Zo bereid je kinderen voor
op onderwijs en school.
Ik werk er keihard aan
deze boodschap te communiceren.
We hebben een peuterschool nodig,
een voorsprong,
maar ook prenatale zorg.
Onderwijs begint zelfs voor de geboorte.
Als je dat niet doet,
stuit je op problemen.
Wij hebben moeilijkheden in zoveel wijken.
Veel kinderen die
naar groep 3 gaan en
met hun glinsterende oogjes
en hun rugzakjes om klaarstaan,
beseffen dan dat ze anders zijn
dan de rest,
die boeken lezen, zijn voorgelezen,
het alfabet kunnen opzeggen.
In groep 5 gaan de kinderen,
die de structuur en
het 'denk erom' vanaf de start misten,
beseffen dat ze achter zijn,
en wat doen ze?
Ze handelen ernaar.
Ze zijn vervelend en op weg
naar de gevangenis,
mislukkelingen te worden.
Het is voorspelbaar.
Als je in groep 5
niet op het juiste leesniveau bent,
ben je kandidaat voor de gevangenis
als je 18 bent.
We hebben het grootste percentage opsluitingen,
want onze kinderen misten
een behoorlijke start in het leven.
Het laatste hoofdstuk van mijn boek heet
'Het geschenk van een Goede Start'.
Ieder kind heeft recht op
een goed begin van zijn leven.
Ik had dit voorrecht.
Ik was geen fantastische student.
Ik zat op
een openbare school in New York City.
Ik deed het niet zo goed.
Ik heb mijn volledige kopie
van het onderwijsbestuur in New York,
van kleuterschool tot universiteit.
Ik wilde het hebben
toen ik mijn eerste boek schreef.
Ik wilde weten of mijn herinnering klopte,
mijn god, ja. (Gelach)
Overal zeventjes.
Ik stuiterde
door de middelbare school
en werd aangenomen op de universiteit,
City College in New York,
met gemiddeld een 78,3%
waarmee ik niet toegelaten had mogen worden.
Ik begon met bouwkunde.
Dat hield ik zes maanden vol.
(Gelach)
Toen studeerde ik geologie.
'Stenen sjouwen'. Dat is makkelijk.
Toen ontdekte ik
de militaire opleiding, ROTC.
Ik vond iets waar ik goed in was en leuk vond.
Ik kwam bij jongeren terecht
die er ook zo over dachten.
Mijn hele leven was toen
toegewijd aan ROTC en het leger.
Ik vertel overal aan kinderen:
"Als je opgroeit
en de structuur in jezelf ontwikkeld wordt,
zoek iets
wat je goed kan en leuk vindt."
Als je die twee samen vindt,
ben je er.
Zo gaat het.
Ik heb het ondervonden.
De leiding van de New Yorkse universiteit
werd moe van mij.
Ik heb daar viereneenhalf,
bijna vijf jaar gestudeerd,
mijn cijfers waren niet erg goed en
ik had soms moeilijkheden met het bestuur.
Maar zeiden ze:
"Hij doet het zo goed in ROTC.
Hij haalt alleen maar A's, negens en tienen."
"Laten we zijn cijfers voor ROTC
middelen met zijn totaalcijfer
en zien wat er gebeurt."
Ze berekenden een 7, een C.
(Gelach)
Tja.
(Gelach) (Applaus)
Ze zeiden:
"Goed genoeg voor een ambtenaar.
Stuur hem het leger in.
We zien hem nooit meer terug."
Dus stuurden ze mij het leger in
en ziehier, vele jaren later
ben ik één van de grootste helden
van die universiteit ooit. (Gelach)
Ik vertel dus ik overal aan jongeren:
je start is niet belangrijk,
maar wel wat je doet met je leven.
Dat bepaalt waar je terechtkomt.
Je bent gezegend in een land te wonen,
waar je start niet uitmaakt.
Je hebt mogelijkheden,
als je in jezelf gelooft tenminste
en in de maatschappij en het land.
Maar ook
dat je jezelf kunt verbeteren
en leren, zolang je leeft.
Dat is de sleutel tot succes.
Maar het begint met
het geschenk van een goede start.
Als we dit niet aan ieder kind geven,
niet investeren vanaf het begin,
ondervinden we problemen.
Daarom hebben we
25 procent drop-outs,
bijna 50 procent
van de etnische minderheden,
die in lage inkomensgebieden wonen,
want ze misten een goede start.
Mijn geschenk was dat ik
opgroeide in een leuk gezin
en een familie had die tegen me zei:
"Luister, wij kwamen in 1920 en 1924
in bananenboten naar dit land.
We werkten elke dag
als honden in de kledingindustrie.
Jij gaat niet lanterfanten
en kom niet in de problemen.
Denk niet eens over stoppen."
Als ik ooit thuis was gekomen
en deze immigranten had verteld:
"Ik heb genoeg van school en ik kap ermee,"
hadden ze gezegd,
"Wij kappen met jou. We nemen een ander kind."
(Gelach)
Zij hadden verwachtingen
voor al onze nichtjes en neefjes
en de immigrantenfamilie
die in het vervallen South Bronx woonde.
Zij hadden hoge verwachtingen voor ons.
Ze gaven ons een schaamtegevoel:
"Breng deze familie nooit te schande."
Soms kwam ik in de problemen.
Mijn ouders kwamen thuis
en ik zat op mijn kamer,
wachtende wat er zou gebeuren.
Ik dacht: "Oké, pak die riem en sla me,
maar niet weer dat
'breng onze familie nooit te schande' gedoe."
Ik vond het verschrikkelijk
als mijn moeder dat zei.
Ik had ook een uitgebreid netwerk.
Kinderen hebben een netwerk nodig
en moeten onderdeel zijn van een stam,
familie of gemeenschap.
Ik had mijn tantes
die in die bovenwoningen woonden.
Ik weet niet wie hier New Yorker is,
maar dit waren woningen
waar de vrouwen
met kussens onder hun ellebogen
uit het raam hingen.
Ze gingen nooit ergens naartoe. (Gelach)
Ik groeide daar op
en zij waren er altijd.
Ze gingen nooit naar het toilet.
Ze kookten nooit. (Gelach)
Ze deden niets.
Wat ze wel deden,
was ons laten spelen.
Ze lieten ons spelen.
Het kon ze niets schelen
of je dokter, advocaat of generaal
zou worden,
zij verwachtten geen generaals in de familie,
zolang je maar
een opleiding en een baan had.
"Kom niet met dat zelfactualisatie gedoe.
Zorg dat je een baan hebt
en uit huis gaat.
Wij hebben daar geen tijd voor.
Het is jullie rol ons te steunen, jongens."
Het is essentieel dat we deze cultuur
terugbrengen in al onze families.
Het is zo belangrijk voor jullie allen,
succesvolle mensen,
ik weet zeker dat jullie prachtige families
en kinderen hebben.
Het is niet genoeg.
We moeten proberen
jongeren te vinden zoals meneer Cruz,
die iets bereiken
wanneer je hen structuur geeft.
Als je hen helpt of begeleidt,
investeert in jeugdverenigingen,
en werkt met het schoolsysteem,
zorg dan dat het het beste systeem is,
niet 'maar' de school van je kind,
maar in een goede buurt,
niet 'gewoon'
de montessorischool om de hoek.
Wij zijn hiertoe verplicht.
We investeren niet alleen in onze kinderen,
maar ook in onze toekomst.
We worden een minderheid-meerderheid land.
Het duurt nog één generatie.
De minderheden worden de meerderheid.
We moeten zorgen
dat ze klaar zijn de meerderheid te worden.
Dat ze klaar zijn om de leiders te worden
van ons mooie land,
een land als geen ander,
een land dat me elke dag weer verbaast,
een land dat niet makkelijk is.
We debatteren altijd.
Zo hoort het systeem te zijn.
Een land met grote contrasten,
maar een natie van naties.
We hebben invloed op elke natie.
En andersom.
Wij zijn een natie van immigranten.
We hebben
een degelijk immigratiebeleid nodig.
Belachelijk als een land
dat niet heeft,
om mensen te verwelkomen
en deel te worden van deze grote natie.
We kunnen ze terugsturen met een opleiding
om hun mensen uit de armoede te helpen.
Eén van mijn mooiste verhalen
gaat over
mijn woonplaats New York.
Als ik op een mooie dag
over Park Avenue wandel
en alles en iedereen
vanuit de hele wereld bewonder.
Ik ga altijd even langs
bij de hotdogkraam
van de immigrant op de hoek.
Heb zo'n trek in een smerige hotdog.
(Gelach)
Het maakt niet uit
waar ik ben of wat ik doe,
ik moet daar naartoe.
Ik deed dit zelfs
toen ik minister van Buitenlandse Zaken was.
Ik kwam uit mijn suite
van het Waldorf Astoria hotel
-- (Gelach) --
wandelde en stopte bij 55th Street
en zocht naar het hotdogkraam
van de immigrant.
In die tijd had ik 5 bodyguards
en 3 New Yorkse politieauto's
die naast me reden.
Niemand zou me afranselen
als ik op Park Avenue liep. (Gelach)
Ik bestelde een hotdog bij die knul.
Toen hij er één klaarmaakte,
keek hij om zich heen en
zag de bodyquards en de politieauto's --
"Ik heb een green card!"
(Gelach)
"Het is in orde".
Nu ben ik helemaal alleen.
Ik heb geen bodyguards
en politieauto's meer.
Toch moet ik mijn hot dog hebben.
Ik ben er vorige week dinsdagavond
nog geweest,
bij de Columbus Circle.
Het tafereel herhaalt zich vaak.
Ik loop ernaartoe en
bestel een hotdog.
Die knul prepareert er één
en als hij bijna klaar is
zegt hij: "Ik ken u van de tv.
U bent generaal Powell."
"Ja." "Oh ..."
Ik geef hem het geld.
"Nee, generaal. Ik wil geen geld.
Ik ben al betaald.
Amerika heeft mij betaald.
Ik vergeet nooit waar ik vandaan kom.
Nu ben ik Amerikaan.
Dank u wel, meneer."
Ik accepteer zijn edelmoedigheid,
lopend door de straat
en ik word overspoeld, mijn god.
Dit is het land
dat mijn ouders 90 jaar geleden begroette.
We zijn nog steeds dat grandioze land,
we worden gemotiveerd
door jonge mensen
die vanuit elk land in de wereld
hierheen komen
en het is onze verplichting
als burgers die bijdragen
aan ons prachtige land,
ervoor te zorgen
dat geen enkel kind achterblijft.
Dank je wel!
(Applaus)