Ik heb eens nagedacht over het verschil
tussen cv-deugden en lijkrede-deugden.
De cv-deugden zet je op je cv.
Dit zijn de vaardigheden
die je kan inzetten op de arbeidsmarkt.
De lijkrede-deugden zijn de deugden
vermeld in een lijkrede.
Deze gaan dieper in op wie je bent.
Wat is de aard van je relaties?
Ben je dapper, liefdevol,
betrouwbaar, bestendig?
De meesten, ik ook, zouden zeggen
dat de lijkrede-deugden
de belangrijksten zijn.
Maar zijn het, in mijn geval,
deze waar ik het vaakst bij stil sta?
Het antwoord is nee.
Ik heb nagedacht over dit probleem.
Wie me hierbij geholpen heeft,
is Joseph Soloveitchik, een rabbijn.
Hij schreef 'The Lonely Man of Faith'
in 1965.
Soloveitchik meende dat onze aard
twee dimensies heeft,
die hij Adam I en Adam II doopte.
Adam I is onze wereldse, ambitieuze,
externe dimensie,
die wil bouwen, scheppen, ondernemen,
innoveren.
Adam II is onze bescheiden kant.
Adam II wil goed doen en goed zijn,
zijn innerlijke leven zo leiden
dat hij God, de schepping
en onze mogelijkheden eert.
Adam I wil de wereld veroveren.
Adam II wil een roeping hebben
en zich inzetten voor de wereld.
Adam I dorst naar prestaties,
Adam II naar innerlijke
bestendigheid en kracht.
Adam I vraagt hoe de dingen werken.
Adam II vraagt waarom we bestaan.
Het motto van Adam I is succes.
Het motto van Adam II is
liefde, verlossing en terugkeer.
Soloveitchik meende dat deze
twee dimensies van onze aard
met elkaar in strijd zijn.
We leven in eeuwige zelf-confrontatie
tussen uiterlijk succes
en innerlijke waarde.
Het lastige, volgens mij, van deze
twee dimensies is dat ze
volgens een verschillende logica werken.
De externe logica is economisch:
inbreng leidt tot opbrengst,
risico leidt tot beloning.
De interne dimensie van onze aard
is een morele en dikwijls
omgekeerde logica.
Je moet geven om te krijgen.
Je moet je overgeven
aan iets buiten jezelf
om kracht te winnen binnenin.
Je moet je drang overwinnen
om je zin te krijgen.
Om jezelf te vervullen,
moet je jezelf vergeten.
Om jezelf te vinden,
moet je jezelf verliezen.
We leven in een maatschappij
die Adam I verkiest,
en Adam II vaak verwaarloost.
Het probleem is dat dit je
in een listig wezen verandert,
dat het leven als een spel ziet.
Je wordt een koud, berekend wezen
dat verglijdt in een soort
van middelmatigheid
waarin je het verschil beseft
tussen wie je zou willen zijn,
en wie je echt bent.
Je krijgt niet het soort lijkrede waarvan
je hoopt dat iemand ze zal geven.
Je hebt niet de diepe overtuiging.
Je hebt geen emotionele weerklank.
Je bent niet geëngageerd voor taken
waarvan de uitvoering meer dan
een mensenleven duurt.
Het deed me denken aan een standaard
antwoord doorheen de geschiedenis
over hoe een solide Adam II gevormd wordt,
hoe je een diepgaand karakter vormt.
Doorheen de geschiedenis
zijn mensen teruggegaan
naar hun eigen verleden,
soms naar een mooie tijd in hun leven,
naar hun kindertijd,
en dikwijls blijft de geest
hangen in het verleden
bij een moment van schaamte,
bij een begane zonde,
een daad van egoïsme,
een daad van nalatigheid,
oppervlakkigheid,
de zonde van woede, van zelfmedelijden,
van een hielenlikker zijn,
van gebrek aan moed.
Adam I wordt gevormd
door te bouwen op je sterktes.
Adam II wordt gebouwd door
je zwaktes te overwinnen.
Je kijkt binnenin jezelf,
en je vindt de zonden
die je keer op keer beging in je leven,
je typische zonde,
van waaruit de andere ontstaan,
en je vecht tegen die zonde
en worstelt met die zonde.
Uit die worsteling, uit dit lijden
vormt zich een diepgaande persoonlijkheid.
Vaak wordt ons niet geleerd
om onze zonden te herkennen.
Zo leren we in onze cultuur niet
hoe ze te bevechten,
hoe ze te confronteren,
en hoe ze te bestrijden.
We leven in een cultuur
met een Adam I-mentaliteit
waar we niet spreken over Adam II.
Reinhold Niebuhr, tenslotte,
vatte de confrontatie,
het volledig geleefde leven
van Adam I en II samen als volgt:
"Niets dat de moeite waard is,
kan bereikt worden tijdens ons leven.
Daarom moeten we
gered worden door hoop.
Niets dat echt of mooi
of goed is, houdt steek
in een onmiddellijke historische context.
Daarom moeten we
gered worden door geloof.
Niets wat we doen, hoe deugdelijk ook,
kan alleen gedaan worden.
Daarom moeten we
gered worden door liefde.
Geen deugdelijke daad is even deugdelijk
vanuit de visie van onze vriend of vijand
als vanuit onze eigen visie.
Daarom moeten we gered worden
door de ultieme vorm van liefde,
en die is vergiffenis."
Dankuwel.
(Applaus)