We zeggen bepaalde dingen als we oogcontact maken met een vreemde of als een buurman langsloopt. We zeggen dan: "Hallo, hoe gaat het?" "Wat een lekker weer, hè?" "Hoe gaat het met je?" Dit klinkt betekenisloos, toch? En eigenlijk is het dat ook. Het heeft geen semantische betekenis. Het maakt niet uit hoe het met je gaat of wat voor weer het is. Het gaat om iets anders. Het heeft een sociale betekenis. Wat we bedoelen te zeggen is: ik heb je gezien. Ik ben geobsedeerd door praten met vreemden. Ik maak oogcontact, zeg hallo, ik bied mijn hulp aan, ik luister. Ik hoor allerlei verhalen. Ongeveer zeven jaar geleden begon ik mijn ervaringen vast te leggen om uit te zoeken waarom. Wat ik ontdekte was iets heel moois. Het is bijna poëtisch. Dit waren hele diepzinnige ervaringen. Het waren onverwachte pleziertjes. Het waren oprechte, emotionele banden. Het waren bevrijdende momenten. Op een dag wachtte ik op een kruispunt voor het stoplicht, wat in New York betekent dat ik op de straat in de goot stond, alsof ik dan sneller aan de overkant zou zijn. En er staat een oude man naast me. Hij draagt een lange overjas en een oude-mannenhoedje, en hij leek wel iemand uit een film. Hij zegt tegen mij, "Daar niet gaan staan. Je bent zo weg." Dit was raar, toch? Maar ik deed wat hij zei. Ik stapte terug op de stoep. Hij lachte en zei: "Mooi. Je weet maar nooit. Ik had me kunnen omdraaien en hup, je bent weg." Dit was raar en ook heel wonderlijk. Hij was zo aardig en hij was zo blij dat hij me gered had. We hadden even contact. Eventjes voelde het alsof mijn bestaan als persoon was opgemerkt en ik het redden waard was. Het verdrietige feit is dat in vele delen van de wereld we opgevoed worden met het idee dat vreemden altijd gevaarlijk zijn, dat we ze niet kunnen vertrouwen, dat ze ons iets gaan aandoen. Maar de meeste vreemden zijn niet gevaarlijk. We voelen ons ongemakkelijk bij ze omdat we geen context hebben. We weten niet wat hun bedoelingen zijn. Dus in plaats van gewoon keuzes te maken op basis van onze waarnemingen krijgen ze onze standaard 'vreemde'-behandeling. Ik heb een kind van vier. Als ik mensen begroet op straat vraagt ze me waarom. Ze zegt: "Kennen wij hen?" Ik zeg: "Nee, het zijn onze buren." "Zijn het onze vrienden?" "Nee, ik wil gewoon aardig zijn." Ik denk steeds twee keer na als ik dat tegen haar zeg, omdat ik het meen, maar zeker als vrouw weet ik dat niet elke vreemde op straat de beste bedoelingen heeft. Het is goed om vriendelijk te zijn en het is goed om te leren wanneer niet, maar dat betekent niet dat we bang moeten zijn. Er zijn twee grote voordelen verbonden aan het gebruiken van onze zintuigen in plaats van onze angsten. Het eerste is dat het ons bevrijdt. Als je erover nadenkt, je ervaringen gebruiken in plaats van hokjes is makkelijker gezegd dan gedaan. Onze hersenen gebruiken hokjes. Als het om mensen gaat, is het een sluiproute om dingen over hen te 'weten'. We zien man, vrouw, jong, oud, zwart, bruin, wit, vreemde, vriend, en we gebruiken de informatie in dat hokje. Het is snel, het is makkelijk en het leidt tot vooroordelen. En het betekent dat we mensen niet zien als individuen. Ik ken een Amerikaanse onderzoekster die vaak door Centraal Azië en Afrika reist, alleen. Ze komt dorpjes en steden binnen als een totale vreemde. Ze heeft geen banden, geen connecties. Ze is een buitenlander. Haar overlevingsstrategie is als volgt: zorg dat één vreemde je ziet als een echt individu. Als je dat kan, zullen andere mensen je ook zo gaan zien. Het tweede voordeel van je zintuigen heeft te maken met intimiteit. Ik weet dat het onlogisch klinkt, intimiteit en vreemden, maar deze snelle interacties kunnen leiden tot een gevoel dat sociologen 'vluchtige intimiteit' noemen. Het is een korte ervaring met emotionele betekenis. Het is dat goede gevoel dat ik kreeg toen ik werd gered uit de goot door de oude man, of hoe ik me een onderdeel van een maatschappij voel als ik met iemand praat in de trein op weg naar mijn werk. Soms gaat het verder. Onderzoekers hebben ontdekt dat mensen zich vaak meer op hun gemak voelen als ze eerlijk en open over zichzelf praten met vreemden dan wanneer ze dat doen met hun vrienden en hun familie -- dat ze zich vaak meer begrepen voelen door vreemden. Dit wordt verdraaid in de media. "Vreemden communiceren beter dan echtgenoten!" Dat is een goeie kop, toch? Ik denk dat ze er helemaal naast zitten. Wat deze studies laten zien, is dat deze ontmoetingen belangrijk kunnen zijn; dat deze speciale vorm van intimiteit in een behoefte voorziet, net als onze vrienden en onze familie dat doen. Dus, hoe is het mogelijk dat we zo goed met vreemden kunnen communiceren? Er zijn twee redenen. Ten eerste is het een snelle interactie. Het heeft geen gevolgen. Het is gemakkelijk om eerlijk te zijn tegen iemand die je nooit meer ziet. Dat is logisch. De tweede reden is interessanter. We zijn bevooroordeeld over mensen die we goed kennen. We verwachten dat ze ons zullen begrijpen. Dat nemen we aan en we denken dat ze onze gedachten lezen. Stel je voor dat je op een feestje bent en je kan niet geloven dat je vriend of partner niet doorheeft dat jij vroeg naar huis wil. En je denkt: ik wierp je toch die blik toe? Met een vreemde moet je helemaal opnieuw beginnen. Je vertelt het hele verhaal, je legt uit wie iedereen is, hoe je over ze denkt; je legt al je grapjes uit. En wat denk je? Soms begrijpen ze ons inderdaad iets beter. Oké. Dus nu we weten dat praten met vreemden belangrijk is, gaan we kijken hoe het werkt. Er zijn ongeschreven regels die we volgen. De regels verschillen sterk per land, per cultuur. In de meeste delen van de VS is het normaal om in het openbaar een balans te houden tussen beleefdheid en privacy. Dit heet burgerlijke onoplettendheid. Stel je voor dat twee mensen elkaar tegenkomen op straat. Ze werpen een blik op elkaar van een afstandje. Dat is de burgerlijkheid, de erkenning. En als ze dichterbij komen, kijken ze weg, om elkaar wat ruimte te geven. In andere culturen gaan mensen heel ver om niet te hoeven communiceren. Mensen uit Denemarken hebben me verteld dat veel Denen zo'n hekel hebben aan praten met vreemden dat ze liever hun bushalte voorbij rijden dan "pardon" te zeggen tegen iemand die in de weg staat. In plaats daarvan rommelen ze met hun tas en gebruiken ze hun lichaam om aan te geven dat ze erlangs willen, in plaats van één woord te zeggen. In Egypte, heb ik gehoord, is het onbeschoft om een vreemde te negeren. Daar heerst een opmerkelijke cultuur van gastvrijheid. Vreemden vragen elkaar om een slokje water. Of als je de weg vraagt, vragen ze je waarschijnlijk op de koffie. We zien deze ongeschreven regels vooral als ze gebroken worden, of als je ergens nieuw bent en je probeert erachter te komen hoe je je moet gedragen. Soms wordt het pas echt interessant als we de regels een beetje breken. Als het nog niet duidelijk was: ik wil dat jullie dit echt gaan proberen. Het gaat als volgt. Vind iemand die oogcontact maakt. Dat is een goed teken. Begin met een simpele glimlach. Als je iemand tegenkomt op straat of hier in de gang, glimlach. Kijk wat er gebeurt. Of creëer een driekhoekssituatie. Jij bent hier, daar is een vreemde en er is een derde ding om naar te kijken of over te praten, zoals een openbaar kunstwerk of iemand die preekt op straat of iemand met grappige kleding. Probeer het eens. Zeg iets over dat derde ding en kijk of je een gesprek kunt beginnen. Iets anders is wat ik 'opmerken' noem. Dit is meestal een compliment geven. Ik vind het heel leuk om andermans schoenen op te merken. Ik draag nu geen mooie schoenen, maar schoenen zijn mooi in het algemeen. En ze zijn redelijk neutraal om te complimenteren. Mensen willen je altijd iets vertellen over hun mooie schoenen. Je hebt misschien al het honden-en-baby's-principe ervaren. Mensen aanspreken op straat kan ongemakkelijk zijn; je weet niet hoe ze gaan reageren. Maar je kan altijd tegen hun hond of hun baby praten. De hond of de baby is een sociale afgeleide van de persoon en je merkt aan hun reactie of ze verder willen praten. Het laatste waarmee ik jullie wil uitdagen, is 'iets onthullen'. Dit maakt je erg kwetsbaar, maar het kan lonen. Dus als je met een vreemde praat en je bent op je gemak, vertel hem dan iets wezenlijks over jezelf, iets heel persoonlijks. Misschien ervaar je wel het gevoel van begrip waar ik het over had. In sommige gesprekken vragen mensen mij: "Wat doet je vader?" of "Waar woont hij?" En soms vertel ik de hele waarheid, dat hij doodging toen ik klein was. Op die momenten delen mensen altijd hun eigen ervaring met verlies. We beantwoorden een onthulling vaak met een andere onthulling, zelfs met vreemden. Dus zo zit het. Als je met vreemden praat, maak je prachtige onderbrekingen in het voorspelbare verhaal van jouw dagelijks leven en dat van hen. Je maakt onverwachte connecties. Als je niet met vreemden praat, mis je dat allemaal. We besteden veel tijd aan het onderwijzen van onze kinderen over vreemden. Als we onszèlf nu eens wat beter zouden onderwijzen. Als we al die achterdochtige gedachten nu eens zouden negeren. Zouden we daarmee niet ruimte maken voor verandering? Dank jullie wel. (Applaus)