Dag, mijn naam is Kevin. Ik ben Australiër. Ik ben hier om te helpen. (Gelach) Vanavond praat ik over een verhaal van twee steden. Een van die steden heet Washington, en de andere Beijing. Hoe deze twee hoofdsteden vorm zullen geven aan hun toekomst en die van de Verenigde Staten en van China beïnvloedt niet alleen deze twee landen. Het raakt ons allemaal op een manier waaraan we misschien nog nooit hebben gedacht: de lucht die we inademen, het water dat we drinken, de vis die we eten, de kwaliteit van onze oceanen, de talen die we in de toekomst gaan spreken, onze banen, de politieke systemen die we kiezen, en, natuurlijk, de grote vragen van oorlog en vrede. Zie je deze kerel? Een Fransman. Zijn naam is Napoleon. Een paar honderd jaar geleden deed hij een buitengewone voorspelling: "China is een slapende leeuw, en als hij wakker wordt, zal de wereld daveren." Napoleon had het niet altijd bij het rechte eind, maar hier sloeg hij de nagel op de kop. China is niet alleen wakker geworden, China is opgestaan en is in opmars. De vraag voor ons allen is waar China naartoe gaat en hoe wij deze reus van de 21ste eeuw zullen tegemoet treden. De cijfers zijn verbluffend. Ze voorspellen dat China, hoe je het ook bekijkt, -- koopkracht, wisselkoersen -- de grootste economie ter wereld wordt in de loop van het komende decennium. Ze zijn nu al de grootste handelsnatie, nu al de grootste exporterende natie, nu al de grootste industriële natie, en ze stoten in de wereld ook het meeste koolstof uit. Amerika is tweede. Als China uitgroeit tot de grootste economie ter wereld, bedenk dan het volgende: het zal de eerste keer zijn sinds deze man op de troon van Engeland zat - George III, geen maatje van Napoleon - dat de grootste economie in de wereld geen Engelssprekend land, geen westers land en geen liberaal-democratisch land zal zijn. Als je denkt dat dat geen invloed op de wereld gaat hebben dan denk ik dat je iets rookt en niet omdat je van Colorado bent. Kortom, de vraag voor vanavond is: hoe kunnen we deze mega-verandering begrijpen, waarvan ik denk dat het de grootste omwenteling is in de eerste helft van de 21ste eeuw? Ze zal van invloed zijn op zo veel dingen. Ze zal tot in de absolute kern gaan. Rustig aan, maar onophoudelijk. Een beetje onder de radar, omdat we allemaal bezig zijn met wat er gaande is in Oekraïne en in het Midden-Oosten, wat er gaande is met ISIS of ISIL, met de toekomst van onze eigen economieën. Dit is een langzame en stille revolutie. Met de mega-verandering komt ook een mega-uitdaging, en wel deze: kunnen deze twee grote landen, China en de Verenigde Staten - China, het Midden-Koninkrijk, en de Verenigde Staten, Měiguó - wat in het Chinees ‘het mooie land’ betekent. Denk daar eens aan - dat is de naam die China dit land meer dan honderd jaar geleden gaf. Kunnen deze twee grote beschavingen, deze twee grote landen, een gemeenschappelijke toekomst voor zichzelf en voor de wereld uitbouwen? Kortom, kunnen we een toekomst opbouwen die vredig en wederzijds welvarend is? Of kijken we uit naar de grote uitdaging van oorlog of vrede? Ik krijg 15 minuten om me door oorlog of vrede te werken, een beetje minder tijd dan deze man kreeg om het boek ‘Oorlog en Vrede’ te schrijven. Mensen vragen me waarom een kind dat opgroeide op het platteland van Australië interesse kreeg voor de Chinese taal? Twee redenen. Hier komt de eerste. Dit is Betsy de koe. Nu, Betsy de koe was er één van een kudde melkvee op een boerderij op het platteland van Australië waar ik ben opgegroeid. Zie je deze handen? Niet geschikt voor de landbouw. Erg vroeg ontdekte ik dat werken op een boerderij niets voor mij was, en China was zeer veilig verwijderd van een carrière in het Australische boerenleven. De tweede reden: mijn moeder. Is hier iemand die ooit luisterde naar wat moeder oplegde? Doet iemand ooit wat hun moeder hen oplegt? Ik deed het zelden, maar op een dag gaf ze me een krant met een kop waarvan ze zei dat er een enorme verandering op til was. Die verandering was de toetreding van China tot de Verenigde Naties. In 1971 was ik net 14 jaar oud, en ze toonde me deze kop. Ze zei: "Begrijp het en leer het, want het gaat je toekomst beïnvloeden." Als goede student in geschiedenis vond ik dat ik best Chinees kon gaan leren. Als je Chinees gaat leren, geeft je leraar Chinees je een nieuwe naam. Ik kreeg deze: Kè, wat overwinnen of veroveren betekent, en Wén, het teken voor literatuur of kunsten. Kè Wén, Veroveraar van de Klassieken. Is hier iemand die ‘Kevin’ heet? Het is een grote stap voorwaarts als Kevin 'Veroveraar van de Klassieken' gaat heten. (Gelach) Ik ben mijn hele leven al Kevin genoemd. Ben jij je hele leven al Kevin genoemd? Zou je dan niet liever Veroveraar van de Klassieken worden genoemd? Ik werd lid van de Australische Buitenlandse Dienst, maar hoogmoed komt altijd voor de val. Daar zit ik dus in de ambassade in Peking, en moest naar de Grote Hal van het Volk. Onze ambassadeur had mij voor zijn eerste vergadering gevraagd om te tolken in de Grote Hal van het Volk. En daar stond ik. Een Chinese vergadering heeft de vorm van een gigantisch hoefijzer. Bovenaan zaten de hoge heren, en beneden het kleinere grut, jonge welpen zoals ik. De ambassadeur begon met deze onelegante zin: "China en Australië genieten momenteel van een relatie van ongekende nabijheid." Ik dacht dat dat wat onhandig en vreemd klonk. Ik besloot het te verbeteren. Onthou het: doe dat nooit. Het moest een beetje eleganter en klassieker, dus kwam het er zo uit: [Praat Chinees] Er viel een lange stilte aan de andere kant van de hal. Bij de grote bonzen bovenaan het hoefijzer zag je het bloed uit hun gezichten wegtrekken. Maar de ondergeschikte welpen aan het andere uiteinde van het hoefijzer schaterden het uit. Want toen ik zijn zin, "Australië en China genieten van een relatie van ongekende nabijheid" vertaalde, zei ik dat Australië en China nu een fantastisch orgasme ervoeren. (Gelach) Dat was de laatste keer dat ik gevraagd werd om te tolken. Maar in dat verhaaltje zit de volgende wijsheid: zodra je denkt iets te weten over deze buitengewone beschaving van 5.000 jaar ononderbroken geschiedenis, valt er altijd nog wel iets nieuws te leren. We hebben de geschiedenis tegen als het gaat om het smeden van een gemeenschappelijke toekomst voor de VS en China. Deze man hier? Geen Chinees of Amerikaan. Een Griek: Thucydides. Hij schreef ‘De Geschiedenis van de Peloponnesische Oorlogen’. Hij kwam tot dit bijzondere inzicht over Athene en Sparta: "De opkomst van Athene en de angst die die opkomst in Sparta opwekte, maakte een oorlog onvermijdelijk." Dat bracht de hele literatuur over de ‘Thucydidesval’ voort. Deze man hier? Geen Amerikaan en geen Griek. Een Chinees. Zijn naam is Sun Tzu. Hij schreef ‘De Kunst van het Oorlogvoeren’. Wat hij zegde, kwam hierop neer: "Val aan waar hij onvoorbereid is, duik op waar hij je niet verwacht." Dat ziet er tot nu toe niet zo goed uit voor China en de Verenigde Staten. Deze man is een Amerikaan: Graham Allison. Hij is docent aan de Kennedy School in Boston. Hij werkt op het moment aan één enkel project: is de Thucydidesval over de onvermijdelijkheid van oorlog tussen opkomende en gevestigde grootmachten van toepassing op de toekomst van China en de VS? Het is een centrale vraag. Graham onderzocht 15 gevallen in de geschiedenis sinds 1500 om vast te stellen wat de precedenten zijn. 11 van de 15, ik zeg het je, eindigden in een catastrofale oorlog. Je zou kunnen zeggen: "Maar Kevin - of Veroveraar van de Klassieken - dat was vroeger. De wereld is nu onderling afhankelijk en gemondialiseerd. Dat kan nooit meer gebeuren." Raad eens? De economische historici vertellen ons dat we in feite het maximum van economische integratie en mondialisering bereikten in 1914. Net voor de Eerste Wereldoorlog. Een ontnuchterende vaststelling uit de geschiedenis. Terwijl we bezig zijn met de grote vraag over hoe China denkt, voelt, en zich positioneert tegenover de Verenigde Staten, en omgekeerd, hoe vinden we dan de basis waarop deze twee landen en beschavingen mogelijk kunnen samenwerken? Ik bekijk eerst de manier waarop China naar de VS en de rest van het Westen kijkt. Nummer één: voor China voelt het alsof ze vernederd werden door hun honderdjarige ervaring met het Westen. Het begon met de Opiumoorlog. Daarna verdeelden de westerse mogendheden China in kleine stukjes, zodat in de jaren 20 en 30 dit soort borden in de straten van Shanghai verschenen. ["Geen honden en Chinezen toegelaten"] Hoe zou jij je als Chinees voelen als je in je eigen land zulke bordjes zag verschijnen? Hoe voelde China zich bij de gebeurtenissen van 1919, bij de Vredesconferentie in Parijs, toen Duitse koloniën teruggingen naar allerlei landen in de wereld? Wat gebeurde er met de Duitse kolonies in China? Ze werden aan Japan gegeven. Toen Japan vervolgens in de jaren 1930 China binnenviel, keek de wereld onverschillig de andere kant op. Daar komt nog bij dat tot op heden de Chinezen geloven dat de Verenigde Staten en het Westen de legitimiteit van hun politieke systeem niet accepteren omdat het zo radicaal verschilt van het onze. Wij komen van liberale democratieën. Zij denken dat de Verenigde Staten tot op de dag van vandaag hun politieke systeem probeert te ondermijnen. China is ook van mening dat het wordt ingesloten door Amerikaanse bondgenoten en door de strategische partners van de VS uit zijn periferie. En bovendien hebben de Chinezen in het diepst van hun wezen het gevoel dat Westerlingen allemaal te verdomde arrogant zijn. Anders gezegd: we zijn blind voor de problemen in ons eigen systeem, in onze politiek en onze economie, maar wuiven zeer snel met het vingertje voor wat er elders mis gaat. Ze vinden dat wij in het Westen grote hypocrieten zijn. Maar ook bij internationale betrekkingen gaat het natuurlijk om méér dan het geluid van één klappende hand. Er is nog een ander land, en dat heet de VS. Hoe reageert de VS op al het bovenstaande? De VS heeft hier een antwoord op. Op de vraag of de VS China insluit zeggen ze: "Nee, kijk naar de geschiedenis van de Sovjet-Unie. Dat was insluiting." Maar wij in de VS en het Westen hebben China tot de wereldeconomie toegelaten, en bovendien tot de Wereldhandelsorganisatie. De VS en het Westen zeggen dat China geen moer geeft om intellectuele eigendomsrechten. en cyberaanvallen uitvoert op Amerikaanse en wereldwijde bedrijven. Verder zeggen de Verenigde Staten dat het Chinese politieke systeem fundamenteel fout is omdat het zo fundamenteel afwijkt van de mensenrechten, democratie en de rechtsstaat waar wij in de VS en het Westen van genieten. Wat gooien de VS daar nog bovenop? Ze vrezen dat China, eens machtig genoeg, zijn invloedssfeer naar Zuidoost-Azië en Oost-Azië zal uitbreiden, de VS zal verdringen, en uiteindelijk, als het voldoende sterk staat, eenzijdig de regels van de mondiale orde naar zijn hand gaat zetten. Afgezien daarvan is er geen vuiltje aan de lucht met de Amerikaans-Chinese relatie. Geen echte problemen. Maar de uitdaging is: gegeven die diepgewortelde gevoelens, die diepgewortelde emoties en denkpatronen, die de Chinezen ‘Sīwéi’, manieren van denken, noemen, hoe kunnen we komen tot een basis voor een gemeenschappelijke toekomst tussen deze twee? Ik pleit hiervoor: we kunnen het doen op basis van een raamwerk van constructief realisme voor een gemeenschappelijk doel. Wat bedoel ik daarmee? Wees realistisch over de dingen waar we het niet eens over zijn. Zorg ervoor dat het onmogelijk wordt dat een van deze verschillen uitmondt in een oorlog of conflict voordat we de diplomatieke vaardigheden hebben verworven om ze op te lossen. Wees constructief op gebieden van bilaterale, regionale en mondiale betrokkenheid tussen de twee. Dat zal een verschil maken voor de hele mensheid. Richt een regionale instelling op die in staat is tot samenwerking in Azië, een Aziatisch-Pacifische gemeenschap. Werk wereldwijd verder, zoals jullie aan het eind van vorig jaar begonnen, tegen klimaatverandering met de handen in elkaar in plaats van met gebalde vuisten. Natuurlijk gebeurt dat als je een gemeenschappelijk mechanisme hebt en de politieke wil om het te bereiken. Deze dingen zijn haalbaar. Maar de vraag is of ze op zichzelf haalbaar zijn? Ons hoofd vertelt ons wat we moeten doen, maar hoe zit het met ons hart? Ik heb er thuis een beetje ervaring mee hoe je probeert om twee volkeren samen te brengen die, eerlijk gezegd, in het verleden niet heel veel met elkaar gemeen hadden. Dat is toen ik mijn excuses aanbood aan de Australische inheemse mensen. Dat was een dag van genoegdoening in de Australische regering, het Australische parlement en voor de Australische mensen. Na 200 jaar van ongebreideld wangedrag jegens de oer-Australiërs, was het de hoogste tijd dat wij blanken zeiden dat het ons speet. Het belangrijkste - (Applaus) Ik herinner me vooral de gezichten van al die Aboriginal-Australiërs terwijl ze deze verontschuldiging aanhoorden. Oude vrouwen vertellen me bijvoorbeeld verhalen van toen ze vijf jaar oud waren en letterlijk weggerukt werden van hun ouders, zoals deze dame hier. Het was voor mij buitengewoon om deze Aboriginal-ouderen te omhelzen en te kussen toen ze het parlementsgebouw binnenkwamen. Een vrouw zei me dat het de eerste keer was dat een blanke kerel haar een kus gaf, en ze was boven de 70. Dat is een vreselijk verhaal. Ik herinner me dit gezin dat tegen me zei: "Weet je dat we hiervoor helemaal vanuit het verre noorden naar Canberra kwamen, helemaal door ‘redneckland’. Op de terugweg na de verontschuldiging stopten we bij een café voor een milkshake." Ze liepen rustig, voorzichtig, behoedzaam het café binnen, een beetje angstig. Ik denk dat je weet waar ik het over heb. Maar wat gebeurde er op de dag na de Verontschuldiging? Iedereen in dat café, allen blanken, stond op en applaudisseerde. Er was iets gebeurd in de harten van de mensen in Australië. De blanke mensen en onze Aboriginal-broers en -zusters hebben alle problemen nog niet opgelost. Maar ik zeg je, er was een nieuw begin omdat we het niet alleen met het hoofd, maar ook met het hart hadden gedaan. Wat kunnen we daar nu uit besluiten in verband met de grote vraag waar we het vanavond over hadden, namelijk de toekomst van de Amerikaans-Chinese betrekkingen? Het hoofd zegt dat er een weg vooruit is. Het hoofd zegt dat er een beleidskader is, een gemeenschappelijk verhaal, een mechanisme van geregelde topvergaderingen om dit alsmaar beter te maken. Maar het hart moet ook een manier vinden om de mogelijkheden van de Amerika-China-relatie opnieuw uit te vinden, evenals mogelijkheden van China's toekomstige betrokkenheid in de wereld. Soms, mensen, vraagt dat een zeker blind vertrouwen zonder goed te weten waar ons dat zal brengen. In China praten ze nu over de Chinese Droom. In Amerika zijn we allemaal bekend met de term ‘the American Dream’. Ik denk dat het over de hele wereld tijd wordt om eens te gaan denken aan wat we misschien ‘Een droom voor de hele mensheid’ zouden kunnen noemen. Want als we dat doen, kunnen we misschien wel de manier veranderen waarop we over elkaar denken. [Praat Chinees] Dat is mijn uitdaging voor Amerika. Dat is mijn uitdaging voor China. Dat is mijn uitdaging voor ons allemaal, maar ik denk dat waar een wil is en genoeg verbeelding we dit kunnen ombuigen tot een toekomst van vrede en welvaart en niet nogmaals hervallen in de tragedie van de oorlog. Dankjewel. (Applaus) Chris Anderson: Heel erg bedankt. Hartelijk dank. Het lijkt wel alsof je zelf een rol te spelen hebt bij dit bruggen bouwen. Je zit in een unieke positie om met beide kanten te spreken. Kevin Rudd: Wij Australiërs zijn goed in feestjes organiseren, je brengt ze samen, we suggereren dit en dat, halen er wat drankjes bij. Maar voor ieder van ons die vrienden zijn van deze twee grote landen, Amerika en China, valt er wel iets te doen. Je kunt een praktische bijdrage leveren. Voor alle goede mensen hier: als je nog eens iemand uit China ontmoet, praat dan wat. Waar komen ze vandaan? Wat denken ze? Mijn vraag aan alle Chinese mensen die deze TED Talk bekijken, is hetzelfde te doen. Als twee van ons de wereld proberen te veranderen, kan dat een groot verschil maken. Ieder van ons kan zijn steentje bijdragen. CA: Kevin, alle macht aan jou, mijn vriend. Dank je wel. KR: Dank je wel. Dank je wel, mensen. (Applaus)