Ik heb er lang over nagedacht
met welk woord ik zou beginnen.
Het werd "Colombia".
Ik weet niet hoeveel van jullie
Colombia al hebben bezocht,
maar Colombia ligt
net ten noorden van Brazilië.
Het is een prachtig land
met bijzondere mensen,
zoals ik en anderen - (Gelach) -
en met een ongelooflijke
fauna en flora.
Er is water. Het heeft alles
om de perfecte plek zijn.
Maar we hebben een paar problemen.
Je hebt er misschien al van gehoord.
Wij hebben de oudste
actieve guerrilla ter wereld.
Al meer dan 50 jaar.
Dat betekent dat ik in mijn leven
in mijn land nog nooit
één dag vrede heb gekend.
Deze guerrilla - en de belangrijkste
zijn de guerrillero’s van de FARC,
Revolutionaire Strijdkrachten
van Colombia -
hebben hun oorlog gefinancierd
door ontvoering, door afpersing,
door drugshandel, door illegale mijnbouw.
Er was terrorisme,
hier en daar bomaanslagen.
Het is niet goed,
echt niet goed.
Als je kijkt naar de menselijke kost
van deze 50-jarige oorlog,
we hebben een ontheemde bevolking
van meer dan 5,7 miljoen,
een van de grootste ontheemde
bevolkingsgroepen ter wereld.
Dit conflict heeft meer
dan 220.000 levens gekost.
Bijna zoals de Bolívar-oorlogen.
Een heleboel mensen
lieten zinloos het leven.
We zitten nu midden
in de vredesbesprekingen,
en we hebben geprobeerd om dit probleem
vreedzaam te helpen oplossen.
Daarom wilden we
het heel anders
en lateraal aanpakken:
kerstlichtjes.
Je zal denken:
“Waar heeft die man het over?”
Wel, over gigantische bomen
die we op negen strategische
plaatsen in de jungle plaatsten,
versierd met kerstverlichting.
Door deze bomen zijn
331 guerrillero’s gedemobiliseerd,
ongeveer vijf procent
van de guerrillero’s op dat ogenblik.
Deze bomen werden 's nachts verlicht,
en er stond een bord naast
waarop stond: "Als Kerstmis
naar de jungle kan komen,
kan jij naar huis komen.
Demobiliseer.
Met Kerstmis wordt alles mogelijk."
Hoe weten we dat deze bomen werkten?
Wel, we hebben er 331,
dat is al goed,
maar we weten ook dat niet
veel guerrillero’s ze zagen,
maar we weten
dat veel guerrillero’s erover hoorden.
Dat weten we want
we zijn voortdurend in gesprek
met gedemobiliseerde guerrillero’s.
Ik ga vier jaar terug,
vóór de bomen.
Vier jaar vóór de bomen
werden we benaderd door de overheid
om hen te helpen
met een communicatiestrategie
om zo veel guerrillero’s als mogelijk
uit de jungle te krijgen.
De overheid had een militaire strategie,
een juridische strategie
en een politieke strategie,
maar ze zeiden:
"We hebben niet echt
een communicatiestrategie,
en waarschijnlijk zouden we
er best een hebben."
We besloten om mee te doen,
want het was een kans om de uitkomst
van het conflict te beïnvloeden
met de dingen die wij doen,
met de instrumenten die wij hebben.
Maar we wisten er niet erg veel over.
Als je in Colombia in de steden woont,
ben je heel ver weg
van waar de oorlog plaatsheeft,
zodat je het niet echt begrijpt.
Daarom vroegen we de regering om ons
zo veel mogelijk toegang te geven
tot gedemobiliseerde guerrillero's.
We spraken met een 60-tal
voordat we vonden dat we
het probleem volledig begrepen.
Ze vertelden ons waarom ze
tot de guerrillero’s waren toegetreden,
waarom ze hen verlieten,
wat hun dromen waren,
wat hun frustraties waren,
en uit die gesprekken
kwam het onderliggende inzicht
dat deze hele campagne heeft geleid,
namelijk dat guerrillero’s evenzeer
gevangenen van hun organisaties zijn
als de mensen die ze gegijzeld houden.
Deze verhalen ontroerden
en verbaasden ons zozeer,
dat we dachten dat het misschien
de beste manier was om guerrillero’s
met zichzelf te laten praten.
We hebben in het eerste jaar
meer dan honderd
verschillende verhalen opgenomen.
We zonden ze uit op radio en televisie
zodat de guerrillero’s
in de jungle hun eigen
of vergelijkbare verhalen konden horen.
Toen ze ze hoorden,
besloten ze om weg te gaan.
Ik wil je een
van deze verhalen vertellen.
De man die je hier ziet,
is Giovanni Andres.
Giovanni Andres is 25 op deze foto.
Hij was zeven jaar guerrillero geweest
en was pas gedemobiliseerd.
Dit is zijn verhaal.
Hij werd gerekruteerd toen hij 17 was.
Enige tijd later werd er
in zijn eskader, als je wil,
een mooi meisje gerekruteerd
en ze werden verliefd.
Ze spraken over hoe
hun familie zou gaan worden,
welke namen ze hun kinderen
zouden geven,
hoe hun leven zou zijn
wanneer ze de guerrilla verlieten.
Maar liefde is zeer strikt verboden
in de lagere rangen van de guerrilla.
Hun romance werd ontdekt
en ze werden gescheiden.
Hij werd ver weg gestuurd
en zij bleef achter.
Ze kende het gebied zeer goed
en op een avond,
toen ze van wacht was,
nam ze de benen,
ging naar het leger
en demobiliseerde.
Ze was een van de personen met wie we
het geluk hadden om te praten.
Dit verhaal ontroerde ons zo
dat we er een radiospot van maakten.
Per toeval,
ver weg, vele, vele kilometers
naar het noorden,
hoorde hij haar op de radio,
en zei: "Wat doe ik hier nog?
Zij had het lef om te vertrekken.
Ik moet hetzelfde doen."
En dat deed hij.
Hij liep twee dagen en nachten,
riskeerde zijn leven,
maar raakte er uit.
Het enige wat hij wilde,
was haar te ontmoeten.
Dat was zijn enige gedachte.
Ze ontmoetten elkaar.
Ik weet dat je je dat afvraagt.
Ze ontmoetten elkaar.
Ze was gerekruteerd toen ze 15 was,
en ging weg toen ze 17 was,
er waren nogal wat complicaties,
maar ze hebben elkaar
uiteindelijk ontmoet.
Ik weet niet of ze nu samen zijn,
maar daar kan ik achter komen. (Gelach)
Maar ik kan je wel vertellen
dat onze radiostrategie werkte.
Het probleem is dat het werkte
in de lagere rangen van de guerrilla.
Maar niet voor de commandanten.
Die mensen zijn moeilijker te vervangen.
Je kunt gemakkelijk rekruteren,
maar geen oudere commandanten.
We dachten dezelfde strategie
te gebruiken.
We laten commandanten
praten met commandanten.
We gingen zelfs zover
om ex-guerrillacommandanten te vragen
om vanuit helikopters met microfoons
de mensen die samen
met hen hadden gevochten, te vertellen:
"Er wacht je een beter leven",
"Ik maak het goed",
"Dit is niet de moeite waard" enz.
Maar je kan begrijpen
dat dit makkelijk te pareren was,
want wat zouden
de guerrillero’s gaan zeggen?
"Ja, natuurlijk, als hij dat niet doet,
gaat hij eraan."
Onze tactiek werkte niet,
omdat ze rondstrooiden
dat al die dingen werden gedaan
om zichzelf niet
in gevaar te brengen.
Een briljant iemand in ons team
kwam toen met: "Weet je wat ik zag?
Ik merkte dat er rond de kersttijd
pieken van demobilisatie waren
sinds het begin van de oorlog.”
Dat was ongelooflijk,
want dat bracht ons op het idee
van met de mens te praten
in plaats van met de soldaat.
Niet praten van overheid tot leger
of van leger tot leger,
maar praten over universele waarden
en over menselijkheid.
Dat bracht ons bij de kerstboom.
Deze foto toont je
de planning van de kerstbomen,
en die man daar met de drie sterren
is kapitein Juan Manuel Valdez.
Kapitein Valdez
was de eerste hoge ambtenaar
die ons de helikopters
en de steun bezorgde die we nodig hadden.
Daarmee konden we de kerstbomen opzetten.
In die vergadering zei hij iets
dat ik nooit zal vergeten:
"Ik wil dit doen omdat genereus zijn
me sterker maakt,
mijn mannen het gevoel geeft
sterker te zijn.”
Ik word emotioneel als ik aan hem denk.
Hij werd later in de strijd gedood
en we missen hem echt,
maar ik wilde hem jullie tonen,
want hij was echt, echt belangrijk.
Hij gaf ons alle steun
om de eerste kerstbomen te plaatsen.
Later vertelden de tijdens operatie
kerstboom weggelopen guerrillero’s:
"Dat is echt goed,
kerstbomen zijn echt cool,
maar weet je wat: we verplaatsen
ons niet meer te voet.
We gebruiken de rivieren.”
Rivieren zijn de snelwegen
van de jungle, leerden we,
en daarom gebeurde de meeste rekrutering
in en rond de rivierdorpen.
Daarom gingen we de mensen
bevragen in de rivierdorpen.
Een aantal van hen waren waarschijnlijk
directe bekenden van de guerrillero’s.
We vroegen hen: "Kunnen jullie
de guerrillero’s een bericht sturen?"
We verzamelden meer dan 6.000 berichten.
Een aantal briefjes met de vraag
om weg te lopen.
Soms speelgoed.
Soms snoep.
Mensen legden zelfs hun sieraden,
kleine kruisjes en religieuze dingen,
in drijvende ballen die we
met de rivier lieten meedrijven
zodat ze ’s nachts
konden worden opgepikt.
We stuurden er duizenden de rivieren af,
en haalden ze later op
als ze niet waren opgepikt.
Maar veel kwamen terecht.
Dit produceerde gemiddeld
één demobilisatie om de zes uur.
Ongelooflijk! Het kwam neer op:
“Kom met Kerstmis naar huis.”
Toen kwam het vredesproces,
en toen het begon,
veranderde de hele mentaliteit
van de guerrillero’s .
Ze veranderde omdat
het je doet nadenken:
"Wel, als er een vredesproces is,
gaat dit hier waarschijnlijk
ooit gedaan zijn.
Ik ga eruit stappen.”
Hun angsten veranderden volledig.
Het was niet meer:
"Zal ik gedood worden?"
maar "Zal ik worden afgewezen?
Als ik hieruit stap,
gaan ze me dan afwijzen? "
Vorige Kerst zochten we
27 moeders van guerrillero’s op
en vroegen hen ons foto's
van hun kinderen te geven,
waarop ze alleen
zichzelf konden herkennen,
om hun leven niet in gevaar brengen.
We vroegen ze om de meest
moederlijke boodschap erbij te schrijven,
namelijk "Voordat je een guerrillero was,
was je mijn kind,
kom dus naar huis, ik wacht op je.”
Jullie kunnen de foto's hier zien.
Ik toon er een paar.
(Applaus)
Dank je.
Deze foto's werden
op veel verschillende plaatsen opgehangen,
Velen kwamen terug.
Echt, echt mooi.
We besloten om te werken
met de samenleving.
Met moeders rond de kersttijd.
Laten we nu praten
over de rest van de mensen.
Misschien wisten jullie het al,
maar dit jaar was er een World Cup,
en Colombia speelde echt goed.
Een moment van eenheid voor Colombia.
We vertelden aan de guerrillero’s:
"Kom, kom uit de jungle.
We houden een plaats voor jullie vrij."
Op de televisie
en op allerlei media kwam dit:
"We houden een plaats voor jullie vrij."
De soldaat hier
in dit reclamebericht zegt:
"Ik houd een plaats voor je vrij,
hier in deze helikopter
zodat je weg kunt uit de jungle
en komen genieten van het WK.”
Ex-voetballers, radio-omroepers,
iedereen hield een plaats
vrij voor de guerrillero’s.
Sinds we iets meer dan acht jaar geleden
met dit werk begonnen,
hebben 17.000 guerrillero’s
gedemobiliseerd.
Ik wil niet - (Applaus)
Dankjewel.
Ik wil helemaal niet zeggen
dat dat alleen onze verdienste was,
maar wat ik weet wel dat ons werk
velen misschien hebben geholpen
om te gaan nadenken over demobilisatie,
en om de uiteindelijke
beslissing te nemen.
Als dat waar is, dan is reclame nog
steeds een van de machtigste
instrumenten van verandering
die we hebben.
Ik spreek niet alleen namens mij,
maar namens alle collega's hier
die in de reclame werken
en van de mensen die hiervoor
met me samenwerkten:
als je de wereld wilt veranderen,
of als je ergens vrede wil bereiken,
bel ons dan.
We willen graag helpen.
Dankjewel.
(Applaus)