Is iemand van jullie ooit blootgesteld aan traangas? Traangas? Iemand? Het spijt me dat te horen, waarschijnlijk weet je dus dat het zeer giftig spul is, maar misschien weet je niet dat het een heel eenvoudig molecuul is met een onmogelijk uit te spreken naam: het heet chlorobenzalmalononitrile. Het is me gelukt. Het is tientallen jaren oud, maar wordt steeds populairder bij politiemachten over de hele planeet, lijkt het wel, de laatste tijd, en volgens mijn ervaring met het onvrijwillige inademen van het spul, heeft traangas twee belangrijke, maar tegengestelde effecten. 1: het brandt heel erg in je ogen, 2: het kan je helpen ze te openen. Traangas heeft zeker geholpen mijn ogen te openen voor iets dat ik deze middag graag met jullie wil delen: de kracht van het live streamen van onafhankelijke beelden op internet een enorme verandering teweeg kan gaan brengen in journalistiek, in activisme, en zoals ik het zie, in de politieke dialoog. Dat idee kwam begin 2011 bij mij op toen ik een demonstratie in São Paulo versloeg. Het was de marijuana-mars, een bijeenkomst van mensen die wilden dat cannabis gelegaliseerd werd. Toen die groep in beweging kwam, kwam de oproerpolitie van achter met rubberen kogels, bommen en toen het gas. Om een lang verhaal kort te maken, ik was bij de demonstratie als de hoofdredacteur van een bekend tijdschrift waar ik al 11 jaar voor werkte. Dankzij de ongevraagde effecten van traangas, verliet ik het als een journalist die een nieuw pad had ingeslagen, om de rauwe ervaring te delen van aanwezig zijn op die plek. Dus de week erna was ik weer terug op straat, maar tegen die tijd was ik geen werknemer van een mediabedrijf meer. Ik was daar als onafhankelijke livestreamer en het enige dat ik mee had was eigenlijk geleend materiaal. Ik had een hele eenvoudige camera en een rugzak met 3G modems bij me. Ook had ik een weblink die via sociale media gedeeld kon worden, op iedere website gezet kon worden, en die keer verliep het protest voorspoedig. Er was geen sprake van geweld. Er waren geen actiescènes. Maar er gebeurde wel iets heel spannends, want ik kon van afstand zien hoe tv-zenders er verslag van deden. Ze hadden grote bestelwagens en hun teams met camera's. Eigenlijk deed ik precies hetzelfde hoewel ik alleen een rugzak bij me had. Dat moment was heel boeiend voor een journalist, maar het interessantste gebeurde eigenlijk toen ik thuis kwam, omdat ik er achter kwam dat ik was bekeken door meer dan 90.000 mensen en ik honderden e-mails en berichten had gekregen van mensen die me vroegen hoe ik het gedaan had, hoe het mogelijk was om zoiets te doen. Ik ontdekte ook dat dit werkelijk de eerste keer was dat iemand een livestream van een straatprotest had gedaan in dit land. Dat choqueerde me echt, want ik was geen nerd, geen techneut, en alle benodigde apparatuur was er al, was eenvoudig beschikbaar. Ik realiseerde dat we bij een grens waren gekomen, een heel belangrijke. We moesten slechts het perspectief veranderen om het web echt te kunnen gebruiken --en dat gebeurde reeds -- als een kolossaal, onbedwingbaar, zeer anarchistisch tv-kanaal, televisiezender. Iedereen met basisvaardigheden en erg simpele apparatuur, zelfs iemand als ik, met mijn kleine stotterprobleem, dus als het gebeurt, neem het me niet kwalijk, kan zelfs iemand als ik verslaggever worden. Dat klonk baanbrekend in mijn hoofd. Dus in de jaren die volgden, begon ik andere manieren van livestreamen uit te proberen, niet alleen op straat maar veelal in studio's en vanuit huizen, tot het begin van 2013, vorig jaar, toen ik de mede-oprichter werd van een groep genaamd Mídia NINJA. NINJA is een acroniem en staat voor Narrativas Independentes Jornalismo e Ação, in het Nederlands: 'onafhankelijke verhalen, journalistiek en actie' Het was een mediagroep die niet echt een mediaplan had. We hadden geen financiële structuur. We wilden er geen geld mee verdienen, wat slim was, omdat je niet moet hopen om nu met journalistiek geld te verdienen. Maar we hadden een sterke en duidelijke overtuiging. We wisten dat de hyper- verbonden omgeving van sociale media ons misschien de mogelijkheid zou kunnen bieden een netwerk van experimentele journalisten door het hele land aan te houden. Dus als eerste lanceerden we een Facebook- pagina, gevolgd door een manifest, waarna we de straten op een simpele manier begonnen te verslaan. Toen gebeurde er echter iets wat we niet hadden voorspeld, iets wat niemand had kunnen zien aankomen. Er ontstonden protesten op de straten van São Paulo. Het begon erg lokaal en specifiek. Men protesteerde tegen de stijging van de ritprijs voor bussen in de stad. Dit is een bus. Er staat op: "Diefstal." Dit soort betogingen begon te groeien en kwam steeds vaker voor. Het politiegeweld tegen de demonstranten begon dus ook toe te nemen. Maar er was nog een ander conflict, dat ik het belangrijkst vind om mijn punt te onderschrijven dat het een conflict in verhaallijnen betreft. Er was de mainstream- mediaversie van de feiten die iedereen op straat makkelijk zou kunnen betwisten door hun eigen perceptie te presenteren op wat daar werkelijk gebeurde. Deze botsing van percepties, deze botsing van verhaallijnen, zorgde er denk ik voor dat deze protesten een lange periode van politieke afrekening teweegbrachten waarin honderdduizenden mensen, allicht meer dan een miljoen mensen de straat opgingen in het hele land. Maar het ging niet meer om de ritprijs van de bus. Het ging over alles. De eisen van mensen, hun verwachtingen, de redenen waarom ze de straat op gingen, waren vaak even divers als tegenstrijdig. Als je dit kon lezen, zou je me begrijpen. In deze tijd van politieke catharsis die het land meemaakte, had het met politiek te maken, zeker, maar ook met een nieuwe manier van organiseren, door middel van een nieuw soort communicatie. Het was in deze omstandigheden dat Mídia NINJA opdaagde en vanuit de anonimiteit een nationaal fenomeen werd, omdat we de juiste apparatuur hadden. We gebruiken geen grote camera's. We gebruiken eigenlijk gewoon dit. We gebruiken smartphones. Dat maakte ons onzichtbaar te midden van demonstraties maar het stond ons toe om iets anders te doen: te laten zien hoe het was om bij de protesten te zijn, om aan de kijkers thuis een subjectief beeld te bieden. Maar er was iets nóg belangrijker, denk ik, dan de apparatuur. Dat was onze houding, omdat we ons niet gedragen als een normaal mediakanaal. We concurreren niet om nieuws. We proberen mensen aan te moedigen om anderen uit te nodigen en deze mensen te leren hoe ze dit kunnen doen, hoe zij ook verslaggever kunnen worden. Dat was essentieel om Mídia NINJA, een kleine groep mensen, in enkele weken tijd exponentieel te laten groeien door het hele land. Dus in een week of twee, terwijl de protesten plaatsvonden, waren wij een groep van honderden jonge mensen met elkaar verbonden in dit landelijke netwerk. We versloegen meer dan 50 steden tegelijkertijd. Dat zou geen enkele televisiezender ooit kunnen. Dat zorgde ervoor dat we opeens, eigenlijk, één van de mainstream-kanalen werden van de sociale media. We hadden een paar duizend volgers op onze Facebook-pagina en al snel hadden we er een kwart miljoen. Onze berichten en videos waren wekelijks zichtbaar op ruim 11 miljoen 'tijdlijnen'. Dat was veel meer dan enige krant of tijdschrift ooit zou kunnen. Het maakte Mídia NINJA tot iets anders, meer dan een mediakanaal, meer dan een mediaproject. Het werd een soort van publieke dienst voor de burgers, voor de demonstranten, voor de activist, omdat ze een eenvoudig, efficiënt en vreedzaam hulpmiddel hadden om op te staan tegen het gezag van zowel politie als media. Veel van onze beelden werden gebruikt door gewone TV-zenders. Onze livestreams werden zelfs door reguliere tv-zenders uitgezonden als het er fel aan toe ging. Sommige beelden zorgden ervoor dat mensen de gevangenis konden verlaten, mensen die onterecht in hechtenis waren genomen, onder valse beschuldigingen, en wij konden hun onschuld bewijzen. Dat zorgde er ook al snel voor dat Mídia NINJA als een vijand werd gezien door agenten, helaas, we werden ernstig toegetakeld en uiteindelijk ook gearresteerd op straat. Dit gebeurde vele malen. Maar dat was ook nuttig omdat we nog steeds online waren, dus het hielp om een belangrijke discussie in het land los te maken over de rol van de media zelf en de mate van persvrijheid in het land. Mídia NINJA had zich ontwikkeld en consolideerde zich uiteindelijk tot wat we hoopten dat het zou worden: een nationaal netwerk van honderden jonge mensen die zich op lokaal niveau organiseren om sociale- en mensenrechtenkwesties te verslaan en zichzelf niet alleen op een politieke manier te uiten maar op een journalistieke manier. Wat ik begin dit jaar ben gaan doen, omdat Mídia NINJA al een zelf-organiserend netwerk is, is mezelf toewijden aan een ander project. Het heet Fluxo, wat het Portugese woord is voor "stroom". Het is een kantoor in het centrum van São Paulo waar ik livestream gebruik om te experimenteren met wat ik noem post-televisieformats. Ook probeer ik manieren te bedenken om zelfstandige journalistiek te financieren door middel van een directe verbinding met een publiek, met een actief publiek, omdat ik nu écht wil proberen mijn brood te verdienen met het door traangas opgeroepen voornemen dat ik toen had. Maar iets anders is hier nog meer van belang, volgens mij nog belangrijker en crucialer dan mijn eigen voorbeeld. Ik zei dat livestreams het internet kunnen transformeren tot een enorm TV netwerk, maar ik denk dat het nog iets anders doet, want nadat ik mensen het heb zien gebruiken, niet alleen om zaken te verslaan, maar ook om zich politiek uit te drukken, geloof ik dat livestream het internet kan veranderen in een mondiale politieke arena waarin iedereen een stem heeft, een werkelijke stem, omdat livestream het monopolie van uitzending over politieke kwesties, van het verbale aspect van de politieke dialoog, weghaalt bij alleen de politici en politieke kenners zelf. Het emancipeert de burger via dit directe en onaangetaste vermogen om ervaringen en dialoog uit te wisselen, steunt ze om de autoriteiten in twijfel te trekken en te beïnvloeden op manieren die we nog gaan meemaken. Ik geloof ook dat het nog een ander, misschien wel belangrijker effect heeft. De eenvoud van de technologie fuseert objectiviteit en subjectiviteit op een politieke manier, zoals ik het zie, omdat het een enorme hulp is voor het publiek, de burger, om de wereld door de ogen van iemand anders te bekijken. Dit helpt de burger om hem- of haarzelf in andermans schoenen te verplaatsen. Dat idee zou, denk ik, de intentie moeten zijn, het doel moeten zijn van alle goede journalistiek, alle goede activisme, maar boven al het andere, elke goede vorm van politiek. Hartelijk dank. Het was een eer. (Applaus)