De diverse goed gedijende ecosystemen van onze planeet lijken misschien permanent, maar ze zouden zomaar kunnen instorten. Jungles kunnen woestijnen worden en riffen kunnen levenloze rotsen worden, zelfs zonder catastrofes zoals vulkanen en meteorieten. Wat maakt het ene ecosysteem sterk en het andere zwak, bij verandering? Dat ligt voor een groot deel aan de biodiversiteit. Biodiversiteit bestaat uit drie met elkaar verweven kenmerken: diversiteit van ecosystemen, diversiteit van diersoorten, en genetische diversiteit. Hoe meer deze kenmerken met elkaar zijn verstrengeld, hoe dichter en veerkrachtiger het weefsel. Het Amazoneregenwoud is bijvoorbeeld een van de gebieden met de grootste biodiversiteit op aarde, dankzij de complexe ecosystemen, de verscheidenheid aan diersoorten, en de genetische variatie binnen die diersoorten. Dit zijn kronkelende lianen, die vanaf de bodem van het woud naar het bladerdak klimmen, zich daar verweven met de boomtoppen en dikke houten stammen vormen die deze torenhoge bomen ondersteunen. Met de hulp van de lianen leveren bomen de zaden, vruchten en bladeren aan planteneters, zoals tapirs en agoeti's, die de zaden door het woud verspreiden zodat ze kunnen groeien. Restjes worden opgegeten door de miljoenen insecten die voedingsstoffen afbreken en recyclen tot vruchtbare aarde. Het regenwoud is een enorm systeem vol kleinere systemen, zoals deze, elk boordevol diersoorten die met elkaar zijn verbonden. Elke schakel biedt stabiliteit voor de volgende en versterkt zo het weefsel van biodiversiteit. Dat weefsel wordt nog sterker door de genetische diversiteit binnen de individuele diersoorten, waardoor ze veranderingen aankunnen. Soorten die geen diversiteit hebben door afzondering of door hun lage aantal, zijn veel kwetsbaarder voor schommelingen veroorzaakt door klimaatverandering, ziekte of afbrokkeling van hun leefgebied. Als een diersoort verdwijnt door verzwakt genetisch materiaal, wordt er een knoop losgemaakt en vallen delen van het net uit elkaar. En als we een diersoort uit het regenwoud verwijderen? Zou het systeem dan uit elkaar vallen? Waarschijnlijk niet. Het aantal diersoorten, hun genetische diversiteit en de complexiteit van de ecosystemen vormen in dit woud zo'n rijke biodiversiteit, dat het ontbreken van één diersoort, het weefsel niet zou doen losrafelen. Het woud kan standhouden en herstellen van de verandering. Maar dat gaat niet altijd op. In sommige omgevingen kan het weghalen van één belangrijk onderdeel het hele systeem ondermijnen. Neem bijvoorbeeld koraalriffen. Veel organismen in een rif zijn afhankelijk van het koraal. Het biedt essentiële micro-leefomgevingen, beschutting en broedplaatsen voor duizenden soorten vissen, schaaldieren en weekdieren. Koraal vormt ook symbiotische relaties met schimmels en bacteriën. Het koraal is een weefgetouw waarop het net van biodiversiteit kan worden geweven. Dat maakt koraal een sleutelorganisme waarvan veel anderen soorten afhankelijk zijn voor hun overleving. Dus wat gebeurt er als verwoestende vismethoden, vervuiling en oceaanverzuring koraal verzwakken of zelfs helemaal doden? Precies wat je zou denken. Het verlies van deze sleutelsoort leidt ook tot het verlies van afhankelijke soorten, waardoor de hele structuur van het rif wordt bedreigd. Ecosysteem, diersoorten en genetische diversiteit vormen samen het ingewikkelde weefsel van biodiversiteit dat essentieel is voor het overleven van organismen op aarde. Wij mensen zijn ook in deze biodiversiteit verweven. Als er maar een paar draadjes verdwijnen, wordt ons eigen welzijn bedreigd. Als te veel schakels breken, lopen we het risico dat alles ontrafelt. De toekomst is onvoorspelbaar, maar biodiversiteit kan ons een verzekeringspolis bieden, het vangnet van de aarde om onze overleving te beschermen.