Dr. Martin Luther King Jr. zegt,
in een toespraak uit 1968
met beschouwingen
over de burgerrechtenbeweging:
"Uiteindelijk
zullen we ons niet de woorden
van onze vijanden herinneren,
maar de stilte van onze vrienden."
Als leraar heb ik me
dit bericht eigen gemaakt.
Elke dag, overal om ons heen,
zien we hoe de gevolgen van stilte
zich manifesteren als discriminatie,
geweld, genocide en oorlog.
In de klas daag ik mijn studenten uit
om de stiltes in hun eigen leven
te verkennen door middel van gedichten.
We werken samen
om deze leemten op te vullen,
om ze te herkennen,
om ze te benoemen,
en om te begrijpen dat het geen bronnen
van schaamte hoeven te zijn.
In een poging om in mijn klas
een cultuur te creƫren
waar studenten veilig de intimiteiten
van hun eigen stiltes kunnen delen,
heb ik vier basisprincipes
vermeld op het bord
dat vooraan in mijn klas staat.
Elke student ondertekent die
bij het begin van het jaar:
lees kritisch,
schrijf bewust,
spreek duidelijk,
vertel jouw waarheid.
Ik denk veel over dat laaste punt,
"vertel jouw waarheid".
Ik besefte dat, als ik mijn studenten
zou vragen om zich uit te spreken,
ook ik mijn waarheid zou moeten vertellen
en dat ik eerlijk zou moeten zijn
over de kerendat ik dat had nagelaten.
Dus ik vertel hun dat mij, als kind
van een katholieke familie in New Orleans,
tijdens de vasten altijd werd geleerd
dat de meest betekenisvolle daad,
was om iets op te geven,
om iets op te offeren
waar je normaal van geniet,
om aan God te bewijzen
dat je zijn heiligheid begrijpt.
Ik heb frisdrank, McDonald's, patat,
passioneel zoenen
en alles daartussen opgegeven.
Er was een jaar
waarin ik het spreken opgaf.
Ik vond dat het kostbaarste ding
dat ik kon opofferen,
mijn eigen stem was,
maar ik had blijkbaar niet beseft
dat ik die al lang geleden had opgeven.
Ik heb zoveel tijd besteed
aan mensen vertellen wat ze wilden horen,
eerder dan wat ze nodig moesten horen.
Ik maakte mezelf wijs dat ik
niemands geweten moest zijn,
ik wist niet eens hoe ik
mijn eigen geweten moest zijn
dus soms zei ik gewoon niets.
Ik suste de onwetendheid
met mijn stilte,
zonder te beseffen dat validatie
ook zonder woorden
haar bestaan kan bevestigen.
Toen Christian slaag kreeg omdat hij
homo was, hield ik mijn handen thuis
en trok ik mijn hoofd in,
alsof ik niets had gemerkt.
Mijn kluisje bleef wekenlang ongebruikt
omdat het slot me deed denken
aan wat ik op mijn lippen had geplaatst
toen de dakloze man op de hoek
me aankeek met ogen
die enkel zochten
naar bevestiging
dat hij mocht gezien worden.
Het scherm van mijn Apple was belangrijker
dan hem een appel geven.
Toen een vrouw bij een geldinzameling
zei "Ik ben zo trots op jou,
het moet lastig zijn om die arme,
domme kinderen te onderwijzen",
beet ik op mijn tong:
wij hadden haar geld meer nodig
dan mijn studenten
hun waardigheid.
We besteden zo veel tijd
aan luisteren naar dingen
die mensen zeggen
dat we zelden aandacht schenken
aan de dingen die ze niet zeggen.
Stilte is het residu van angst.
Het is het gevoel dat je fouten
je tong vierendelen.
Het is de lucht die wegloopt
uit je borstkas
omdat jouw longen
geen veilige plek zijn.
Stilte is de genocide in Rwanda.
Stilte is Katrina.
Het is wat je hoort
als er niet genoeg lijkzakken over zijn.
Het is de geluid als de strop
al om de nek zit.
Het is brandmerken. Het zijn ketenen.
Het zijn privileges. Het is pijn.
Er is geen tijd om je strijd te kiezen
als die jou al heeft gekozen.
Ik zal niet toestaan dat stilte zich
om mijn besluiteloosheid wikkelt.
Ik zal Christian vertellen
dat hij een leeuw is,
een vrijplaats
van moed en pracht.
Ik zal de dakloze man vragen
hoe hij heet
en hoe zijn dag was, want soms
willen mensen alleen maar
mens zijn.
Ik zal die vrouw zeggen
dat mijn studenten kunnen praten
over transcendentalisme
alsof ze Thoreau heetten.
Het is niet omdat je
'The Wire' hebt gezien
dat je ook maar iets
over mijn studenten weet.
Dus dit jaar zal ik,
in plaats van iets op te geven,
elke dag leven alsof er een microfoon
onder mijn tong gestopt is,
een podium aan de onderkant
van mijn remmingen.
Want wie heeft een zeepkist nodig,
als het enige dat je nodig hebt,
je eigen stem is?
Dankuwel.
(Applaus)