Op dit moment
speelt er een film in je hoofd,
een wonderbaarlijke multi-track film
met 3D-beelden en surround sound
van wat je op dit moment ziet en hoort,
en dat is nog maar het begin.
Jouw film heeft geur en smaak en tastzin.
Hij heeft lichaamsbewustzijn,
met pijn, honger en orgasmes.
Je film heeft emoties,
boosheid en geluk.
Hij heeft herinneringen,
zoals momenten uit je jeugd,
die zich zo voor je afspelen.
En dan is er dat voortdurende commentaar
in je gedachtenstroom.
In het middelpunt van die film sta jij,
die je direct van dit alles bewust bent.
Deze film is je bewustzijnsstroom,
het onderwerp van de ervaring
van je geest en van de wereld.
Het bewustzijn is één
van de fundamentele feiten
van de menselijke ervaring.
Ieder van ons heeft bewustzijn.
We hebben allemaal onze innerlijke film,
jij en jij en jij.
Er is niets wat we directer ervaren.
Tenminste, ik ervaar
mijn bewustzijn direct.
Ik kan er niet zeker van zijn
dat jullie datzelfde hebben.
Door het bewustzijn
is het leven de moeite waard.
Als we ons niet bewust waren,
had niets in ons leven
enige waarde of betekenis.
Maar tegelijkertijd bestaat er niets
wat mysterieuzer is.
Waarom zijn we ons bewust?
Waarom zien we die film?
Waarom zijn we niet gewoon robots
die alle input verwerken
en daarmee resultaten produceren?
Waarom überhaupt die innerlijke film?
Op dit moment weet niemand
het antwoord op die vragen.
Om het bewustzijn te integreren
in de wetenschap,
zullen we radicale ideeën nodig hebben.
Sommige mensen zeggen dat
een wetenschap van het bewustzijn
onmogelijk is.
Wetenschap is per definitie objectief.
Bewustzijn is per definitie subjectief.
Een wetenschap van het bewustzijn
is dus onmogelijk.
Zo werd er over gedacht
voor het grootste deel van de 20ste eeuw.
Psychologen bestudeerden
het gedrag objectief,
neurologen bestudeerden
de hersenen objectief ,
en niemand had het over het bewustzijn.
Zelfs tot 30 jaar geleden,
toen TED startte,
gebeurde er weinig wetenschappelijk werk
op het gebied van het bewustzijn.
Maar een jaar of 20 geleden
begon dat te veranderen.
Neurologen zoals Francis Crick
en natuurkundigen zoals Roger Penrose
besloten toen dat het tijd was
om het bewustzijn
wetenschappelijk te benaderen.
Het was het begin van een ware explosie,
wetenschappelijk werk over het bewustzijn
bloeide helemaal op.
Er is veel belangrijk werk gedaan.
Maar het heeft tot dusver ook
fundamentele beperkingen.
Tot nu toe
heeft de wetenschap van het bewustzijn
met name gezocht naar correlaties,
correlaties tussen bepaalde
gebieden in de hersenen
en bepaalde bewustzijnstoestanden.
Het prachtige werk wat
Nancy Kanwisher zojuist presenteerde
valt ook in die categorie.
Nu begrijpen we bijvoorbeeld veel beter
welke delen van de hersenen betrokken zijn
bij het ons bewust zijn van gezichten,
of het voelen van pijn,
of geluk.
Maar het blijft beperkt tot correlaties.
Het verklaart nog niets.
We weten dat deze gebieden in de hersenen
zijn betrokken bij bepaalde
bewuste ervaringen,
maar we weten niet waarom.
Laat ik het zo zeggen:
dit soort neurologisch onderzoek
beantwoordt bepaalde vragen
die we hadden over het bewustzijn,
de vragen over wat
bepaalde hersengebieden doen
en waar ze mee samenhangen.
Maar dit zijn niet de lastigste vragen.
Met alle respect voor de neurologie.
Er bestaan op dit vlak
geen echt eenvoudige problemen.
Maar het richt zich niet echt
op de kern van dit mysterie:
waarom zou al die hersenactiviteit
überhaupt gepaard moeten gaan
met bewustzijn?
Waarom hebben we die innerlijke film?
Op dit moment hebben we
daar nog niet echt een idee van.
Je kunt wel zeggen,
geef de neurologie nog een paar jaar.
Dan blijkt het gewoon
een opkomend verschijnsel
zoals files en tornado's
en het leven, en dan weten we het.
De klassieke gevallen van emergentie
betreffen allemaal gedrag,
hoe een file zich gedraagt,
hoe een tornado functioneert,
hoe een levend wezen zich vermenigvuldigt,
hoe het zich aanpast,
hoe de stofwisseling werkt,
allemaal vragen over
objectief functioneren.
Dat kun je ook toepassen
op de menselijke hersenen
door bepaald gedrag en functies
van dat menselijk brein te verklaren
als opkomende verschijnselen:
hoe we lopen, hoe we praten,
hoe we schaken,
al die vragen over het gedrag.
Maar als het gaat om het bewustzijn
dan zijn de vragen over het gedrag
nog de meest eenvoudige.
Veel moeilijker te verklaren
is waarom al dat gedrag
gepaard moet gaan
met subjectieve ervaring?
En hier heeft het standaard
paradigma van emergentie,
ja, hebben zelfs de standaard
paradigma's van de neurologie,
tot nu toe weinig antwoorden.
Ik zie mezelf als een
materialistisch wetenschapper.
Ik zoek een theorie van het bewustzijn
die werkt,
en lange tijd brak ik mij het hoofd
op zoek naar een werkbare
theorie over het bewustzijn
in zuiver fysieke termen.
Maar ik ben tot de conclusie gekomen
dat dat logisch gezien gewoon niet kan.
Het is een lang verhaal,
maar de essentie is
dat het enige dat je mag verwachten
op basis van puur
reductionistische verklaringen
in fysieke termen,
in termen van hersenfuncties,
is inzicht in het functioneren
van een systeem
zijn structuur, zijn dynamiek
en hoe het zich gedraagt.
Daarmee los je de eenvoudige kwesties op:
hoe we ons gedragen, hoe we functioneren.
Maar subjectieve ervaring op zich —
waarom lijkt het alsof ik
deze ervaring van binnenuit heb? —
dat is iets fundamenteel nieuws,
en die vraag blijft onbeantwoord.
Dus zo komen we in een impasse.
We hebben onze grote verklaringsketen,
daar zijn we zo aan gewend,
de natuurkunde verklaart de scheikunde,
de scheikunde verklaart de biologie
en de biologie verklaart
een deel van de psychologie.
Maar het bewustzijn
lijkt niet in dit plaatje te passen.
Het staat buiten kijf
dat we ons bewust zijn.
Maar hoe plaatsen we het
in de wetenschappelijk beeld
van de werkelijkheid?
Dus het bewustzijn is op dit moment
een soort anomalie,
een die we zullen moeten integreren
in onze kijk op de werkelijkheid,
maar voorlopig zien we nog niet hoe.
Voor een dergelijke anomalie
zijn wellicht radicale ideeën nodig.
Ik denk dat we er misschien wel
een paar nodig hebben
die in eerste instantie heel gek lijken
voordat we het bewustzijn
wetenschappelijk kunnen onderbouwen.
Er zijn wel een paar kandidaten
voor dat soort wilde ideeën.
Een ervan is van mijn vriend
Dan Dennett, ook hier aanwezig.
Volgens hem is er niet echt een probleem
met het bewustzijn.
Het hele idee van die innerlijke film
zou een soort illusie of verwarring zijn.
Feitelijk zouden we alleen maar
de objectieve functies,
de hersenactiviteit hoeven te verklaren
en daarmee zouden we klaar zijn.
En ik juich zijn gedachten toe!
Het zijn dergelijke ideeën
die we zullen moeten onderzoeken
als we een puur reductionistisch,
op hersenactiviteit gebaseerde
theorie van het bewustzijn willen.
Voor mij en velen met mij echter,
staat dat een beetje te dicht
bij het eenvoudigweg
ontkennen van het bewustzijn.
Ik denk dus in een andere richting.
In de tijd die mij rest
wil ik twee wilde ideeën doornemen
waarvan ik denk dat ze potentieel hebben.
Het eerste wilde idee is
dat het bewustzijn
een fundamentele waarde zou zijn.
Natuurkundigen nemen
sommige aspecten in het universum
soms aan als fundamentele bouwstenen:
ruimte, tijd en massa.
Die zouden onderworpen zijn aan
een aantal fundamentele wetten,
zoals de zwaartekracht
of quantummechanica.
Die fundamentele eigenschappen en wetten
worden dan niet verder verklaard
in simpeler termen.
Ze worden juist verondersteld
oorspronkelijk te zijn
en van daaruit bouw je
de werkelijkheid verder op.
Soms is er een toevoeging
aan die lijst bouwstenen.
In de 19e eeuw ontdekte Maxwell
dat je elektro-magnetische verschijnselen
niet kunt verklaren in termen van
de bestaande bouwstenen —
ruimte, tijd, massa,
de wetten van Newton —
dus postuleerde hij fundamentele wetten
voor het elektro-magnetisme
en hij postuleerde elektrische lading
als een fundamenteel element
dat zich aan die wetten onderwerpt.
Ik denk dat we met het bewustzijn
ook op dat punt staan.
Als je het bewustzijn niet kunt verklaren
in termen van de bestaande bouwstenen —
tijd, ruimte, massa, lading —
dan moet je die lijst
logischerwijs aanvullen.
Het ligt dan voor de hand het bewustzijn
ook als bouwsteen te veronderstellen,
een fundamentele bouwsteen van de natuur.
Het is niet zo dat je er dan geen
onderzoek meer naar kunt doen.
Het tegendeel is waar.
We zullen dan moeten bestuderen
welke fundamentele wetten
over dat bewustzijn regeren,
de wetten die het bewustzijn verbinden
met de andere bouwstenen:
ruimte, tijd, massa,
fysieke processen.
Natuurkundigen zeggen soms
dat we de fundamentele wetten
zo simpel willen hebben
dat we ze op een T-shirt kunnen afdrukken.
Ik denk dat we ongeveer op dat punt staan
als het gaat om het bewustzijn.
We willen fundamentele wetten, zo simpel
dat we ze op een T-shirt kunnen printen.
We kennen die wetten nu nog niet,
maar daar moeten we naar op zoek.
Het tweede wilde idee
is dat het bewustzijn universeel zou zijn.
Ieder systeem zou een bepaald niveau
van bewustzijn hebben.
Dit wordt soms panpsychisme genoemd:
'pan' staat voor alles,
'psych' voor psyche,
ieder systeem heeft bewustzijn,
niet alleen mensen, honden,
muizen en vliegen
maar zelfs de microbes van Rob Knight,
en elementaire deeltjes.
Zelfs een foton heeft
een bepaald niveau van bewustzijn.
Het idee is niet
dat fotons intelligent zijn
of kunnen denken.
Het is niet zo dat een foton
zich ongerust maakt
omdat hij denkt: "Oh, ik vlieg maar rond
met de snelheid van het licht,
hoe kan ik ooit de rozen ruiken?"
Zo is het niet.
De gedachte is dat fotons misschien toch
een ruwe vorm van
een subjectief gevoel hebben,
een soort primitieve voorloper
van het bewustzijn.
Dit gaat je misschien wel erg ver.
Ik bedoel, hoe komt iemand
op zo'n idioot idee?
Eén reden om dit te denken komt
van dat eerste wilde idee,
dat het bewustzijn fundamenteel zou zijn.
Als het fundamenteel is,
zoals ruimte, tijd en massa,
ligt het voor de hand
dat het ook universeel zou zijn,
precies zoals ruimte, tijd en massa.
Ik wil wel opmerken dat het idee
misschien tegen ons gevoel ingaat,
maar dat dat veel minder het geval is
bij mensen in andere culturen,
waar de menselijke geest
meer gezien wordt
als zijnde een met de natuur.
Een diepere drijfveer stamt uit het idee
dat misschien de krachtigste manier
om fundamentele wetten te vinden
die het bewustzijn relateren
aan fysieke processen
is om het bewustzijn
te koppelen aan informatie.
Overal waar informatie
wordt verwerkt is bewustzijn.
Complexe informatieverwerking,
zoals bij mensen,
complex bewustzijn.
Simpele informatieverwerking,
simpel bewustzijn.
Een opwindende ontwikkeling
van de laatste jaren
is dat een neuroloog, Giulio Tononi,
een dergelijke theorie
rigoureus heeft ontwikkeld
met een wiskundige theorie.
Hij heeft een wiskundige maat
van informatie-integratie
die hij 'phi' noemt,
die meet hoeveel informatie
in een systeem geïntegreerd is.
Hij veronderstelt dat 'phi'
rechtevenredig is
met bewustzijn.
Dus in een menselijk brein,
een enorme hoeveelheid
geïntegreerde informatie,
hoge mate van phi,
heel veel bewustzijn.
In een muis, middelmatige hoeveelheid
geïntegreerde informatie,
nog relatief veel,
behoorlijke mate van bewustzijn.
Maar ga je naar wormen,
microben, deeltjes,
dan daalt de mate van phi.
De mate van informatie-integratie daalt,
maar niet naar nul.
In Tononi's theorie
zal er altijd toch enige mate
van bewustzijn zijn.
Feitelijk stelt hij een fundamentele wet
voor het bewustzijn voor:
hoge phi, veel bewustzijn.
Nu weet ik niet
of deze theorie correct is,
maar het is misschien wel
de leidende theorie op dit moment,
op dit gebied,
en ze wordt gebruikt om een breed scala
aan wetenschappelijke data te integreren.
De theorie heeft het bijkomend voordeel
dat je haar op de voorkant
van een T-shirt kunt afdrukken.
Een verdere motivatie is
dat panpsychisme ons misschien kan helpen
het bewustzijn te integreren
in de fysieke werkelijkheid.
Natuurkundigen en filosofen
hebben vaak opgemerkt
dat fysica merkwaardig abstract is.
Het beschrijft de structuur
van de realiteit
met een hoop vergelijkingen,
maar het vertelt ons niets
over de realiteit die daar onder ligt.
Of zoals Stephen Hawking het zegt:
wat brengt het vuur in die vergelijkingen?
In de panpsychistische visie
kun je de vergelijkingen van de fysica
lezen als de beschrijving
van de bewustzijnsstroom.
Dat is wat de fysica uiteindelijk doet,
het beschrijft de bewustzijnsstroom.
Zo gezien, brengt het bewustzijn
het vuur in die vergelijkingen.
Zo gezien, bungelt het bewustzijn niet
buiten de fysieke wereld
als een soort extraatje.
Het is juist het middelpunt.
Ik denk dat deze panpsychistische visie
het potentieel heeft
om onze relatie
met de natuur om te vormen,
en het zou wel eens serieuze sociale
en ethische consequenties kunnen hebben.
Sommige zullen tegen onze intuïtie ingaan.
Ik dacht altijd
dat ik beter niets kon eten
wat bewustzijn had,
en dat ik dus vegetariër moest zijn.
Nou, als je dat als panpsychist doet,
dan zul je dus een hoop honger hebben.
Dus als je erover nadenkt,
zou dit je zienswijze
wel eens kunnen veranderen,
als het gaat om wat ethisch
en moreel verantwoord is,
niet zozeer het feit of iets bewust is
maar de mate en complexiteit
van dat bewustzijn.
En hoe zit het dan met het bewustzijn
in andere systemen, zoals computers?
Zoals de kunstmatige intelligentie
in de film 'Her', Samantha?
Is dat systeem bewust?
Het panpsychisme
zou vaststellen
dat er sprake is van complexe
informatieverwerking en -integratie,
dus haar antwoord zou
waarschijnlijk 'ja' zijn.
Als dat zo is, dan werpt dat
serieuze ethische vragen op
over zowel de ethiek
van het ontwikkelen van
intelligente computersystemen
als over het uitschakelen daarvan.
Je kunt je ook nog vragen stellen
over het bewustzijn van groepen,
van de hele planeet.
Heeft Canada zijn eigen bewustzijn?
Of op wat kleinere schaal,
kijk naar een coherente groep,
zoals het publiek op een TED-conferentie,
hebben wij op dit moment
een collectief TED-bewustzijn,
een innerlijke film
voor deze TED-groep als collectief,
die anders is dan de innerlijke film
van ieder individu?
Ik kan geen antwoord geven op die vraag,
maar we zouden ze
op zijn minst moeten stellen.
Dus ja, die panpsychische visie
is een radicale,
en ik weet niet of zij correct is.
Feitelijk heb ik meer vertrouwen
in dat eerste wilde idee,
dat het bewustzijn fundamenteel is,
dan in dat tweede,
dat het universeel zou zijn.
Ik bedoel, die visie
roept zoveel vragen op
heeft zoveel open einden,
zoals hoe vormen al die
kleine stukjes bewustzijn samen
het complexe bewustzijn
wat we zo goed kennen?
Als we die vragen kunnen beantwoorden,
zijn we al een eind op weg
naar een serieuze theorie
van het bewustzijn.
Voorlopig blijft het echter
misschien wel het grootste probleem
voor wetenschap en filosofie.
Dat is niet zomaar opgelost.
Maar ik geloof zeker dat we er
op een gegeven moment uitkomen.
Het bewustzijn begrijpen
is volgens mij de sleutel
zowel voor het begrijpen van ons universum
als voor het begrijpen van onszelf.
Misschien is er maar net
dat ene juiste wilde idee voor nodig.
Dank je wel.
(Applaus)