Ik wil spreken over mijn onderzoek
naar de betekenis van technologie in ons leven,
niet alleen ons leven van elke dag, maar in kosmische zin,
in de zin van de lange geschiedenis van de wereld
en van onze plaats in de wereld.
Wat is dit?
Wat betekent het?
En dus wil ik even door het verhaal lopen
van wat ik heb ontdekt.
Een van de eerste dingen die ik ben gaan onderzoeken was
de geschiedenis van de naam "technologie".
In de Verenigde Staten geeft elke president sinds 1790
een toespraak over de Toestand van de Unie.
Elk van die toespraken komt neer op
een soort opsomming van de dingen die
op dat moment voor de Verenigde Staten het belangrijkste zijn.
Als je zoekt naar het woord "technologie"
zul je het niet vinden voor 1952.
Dus technologie was niet echt een onderdeel van
iedereens denkwereld, tot in 1952, toevallig mijn geboortejaar.
Natuurlijk bestond er
ook voor die tijd technologie, maar we waren ons er niet van bewust.
Dit was dus een soort van ontwaken
van die kracht in ons leven.
Ik heb opgezocht wanneer
het woord "technologie" voor het eerst werd gebruikt,
en het was in 1829.
Het was een uitvinding van een man die een curriculum opstartte,
een cursus die alle soorten
van kunsten en ambachten en industrie omvatte.
Hij noemde het technologie.
Dat is het allereerste gebruik van het woord.
Wat is dan toch die kwestie
die ons allen verteert
en lastigvalt?
Alan Kay zegt: "Technologie is alles
dat is uitgevonden na jouw geboorte."
(Gelach)
Dat is zo ongeveer het idee dat we normaal hebben over technologie.
Het zijn al die nieuwigheden.
Het zijn geen wegen, of penicilline, of
fabrieksbanden. Het zijn de nieuwigheden.
Mijn vriend Danny Hillis zegt in dezelfde trant:
"Technologie is alles dat nog niet werkt."
(Gelach)
En dat is opnieuw het idee dat het allemaal nieuw is.
Maar we weten dat het niet alleen maar nieuw is.
Het begint lang geleden. En wat ik suggereer
is dat het heel lang geleden begint.
Een andere manier om na te denken over technologie en haar betekenis
is te proberen je een wereld zonder technologie voor te stellen.
Als we alle technologie vandaag uit de wereld zouden bannen,
en ik bedoel alles,
van messen tot schrapers tot textiel,
dan zouden wij als soort niet lang overleven.
We zouden met miljarden tegelijk sterven, en wel heel snel.
De wolven zouden ons te pakken krijgen. We zouden geen verdediging hebben.
We zouden niet in staat zijn om genoeg voedsel te verbouwen of te vinden.
Zelfs jagers-verzamelaars gebruikten een paar eenvoudige werktuigen.
Hun technologie was dus elementair,
maar ze hadden wel een zekere technologie.
Als we die stammen van jagers-verzamelaars bestuderen,
en de Neanderthalers, die erg lijken op de vroege mens,
dan komen we tot een bizarre vaststelling over deze wereld zonder technologie.
Dit is een grafiek van hun gemiddelde leeftijd.
Er zijn geen Neanderthalfossielen die ouder zijn dan 40 jaar
gevonden.
De gemiddelde leeftijd in de meeste van deze
stammen van jagers-verzamelaars is 20 tot 30 jaar.
Er zijn heel weinig kleine kinderen,
want die sterven, er is veel kindersterfte, en er zijn heel weinig oude mensen.
En dus komt het profiel overeen met de gemiddelde wijk in San Francisco.
Veel jonge mensen.
En als je daar komt zeg je: "Hey, iedereen is kerngezond."
Dat komt omdat ze allemaal jong zijn.
Hetzelfde is waar voor de stammen van jagers-verzamelaars en voor de vroege mens.
Je werd niet ouder dan 30 jaar.
Het was dus een wereld zonder grootouders.
Grootouders zijn heel belangrijk
omdat ze culturele evolutie en informatie doorgeven.
Stel je een wereld voor waar iedereen 20 tot 30 jaar oud is.
Hoeveel kan je dan leren?
Je kan niet heel veel leren tijdens je eigen leven,
het is te kort.
Er is niemand om aan door te geven wat je leert.
Dat is dus één aspect.
Het leven was erg kort. Maar tegelijkertijd
weten antropologen
dat de meeste jagers-verzamelaarsstammen,
met hun beperkte technologie, niet veel
tijd besteedden aan het verzamelen van het nodige voedsel.
Drie tot zes uur per dag.
Sommige antropologen noemen dat de oorspronkelijke welvaartsmaatschappij.
Ze hadden de werkuren van een bankier.
Ze konden dus genoeg voedsel krijgen.
Maar toen er schaarste ontstond,
toen er hoogten en laagten en droogten kwamen,
toen verhongerden er mensen.
Daarom leefden ze niet lang.
Dit is wat technologie hun bracht.
Door eenvoudige werktuigen zoals deze stenen werktuigen hier,
zelfs door dingen zo klein als dit,
waren de oudste groepen mensen in staat
om ongeveer 250 grote diersoorten
uit te roeien
in Noord-Amerika toen ze er 10.000 jaar geleden aankwamen.
Dus lang voor het industriële tijdperk
begonnen we al een globale impact te hebben op de planeet,
met maar een klein beetje technologie.
De andere uitvinding van de vroege mens was het vuur.
Vuur werd gebruikt om te vernietigen, en eens te meer
had het impact op de ecologie van het gras en van hele continenten.
Het werd gebruikt bij het koken.
Het liet ons toe om allerlei dingen te eten.
Het was, in zekere zin, in de zin van McLuhan,
een externe maag.
Het kookte voedsel dat we anders niet zouden kunnen eten.
Als we geen vuur zouden hebben, zouden we niet kunnen leven.
Ons lichaam heeft zich aan dit nieuwe dieet aangepast.
Ons lichaam is de jongste 10.000 jaar veranderd.
Met dat kleine beetje technologie
evolueerde de mens van een kleine groep van ongeveer 10.000,
evenveel als de Neanderthalers,
tot een plotse explosie, met de uitvinding van de taal,
ongeveer 50.000 jaar geleden.
Het aantal mensen explodeerde
en de mens werd al snel de dominante soort op de planeet.
Ze migreerden naar de rest van de wereld, tegen twee kilometer per jaar,
tot we enkele tienduizenden jaren later
alle stroomgebieden op de planeet bezetten
en de dominante soort werden,
met een heel klein beetje technologie.
En ook toen al, met de introductie van de landbouw,
8.000 tot 10.000 jaar geleden,
begonnen we klimaatverandering te zien.
Klimaatverandering is dus niet nieuw.
Alleen de omvang ervan is nieuw. Zelfs tijdens
het landbouwtijdperk was er klimaatverandering.
Kleine hoeveelheden technologie
leidden al tot een transformatie van de wereld.
Wat dat betekent, en waar ik op aanstuur, is dat
technologie de belangrijkste kracht in de wereld is geworden.
Al wat we vandaag zien,
al wat ons leven verandert, is altijd te herleiden
tot de introductie van één of andere nieuwe technologie.
Het is dus een kracht, de machtigste kracht
die op deze planeet is losgelaten.
In die mate zelfs dat ik denk
dat het onze identiteit is geworden.
Onze menselijkheid, en alles wat we over ons zelf denken
hebben we zelf uitgevonden.
We hebben onszelf uitgevonden. Van alle dieren die we hebben getemd
is het belangrijkste
onszelf. OK?
Menselijkheid is dus onze grootste uitvinding.
Maar we zijn natuurlijk nog niet klaar.
We vinden nog altijd uit. Dit is wat technologie mogelijk maakt:
dat we onszelf voortdurend opnieuw uitvinden.
Het is een heel sterke kracht.
Dit hele concept, ons mensen en onze technologie,
al wat we gemaakt hebben, de gadgets in ons leven,
dat noemen we Technium. Dat is deze wereld.
Mijn werkdefinitie van technologie is
"al het nuttigs dat de menselijke geest maakt".
Dat zijn niet alleen hamers en gadgets zoals laptops.
Het is ook de wet. En natuurlijk zijn steden ook een manier
om dingen nuttiger te maken voor ons.
Dit komt weliswaar voort uit onze geest,
maar het heeft wortels
diep in de kosmos.
Het is oud. De oorsprong en de wortels van de technologie
gaan terug tot de Oerknal,
in de zin dat ze deel zijn van
dit verhaal van zelforganisatie
dat begint bij de Oerknal
en verder gaat langs melkwegstelsels en sterren
naar het leven in ons.
De drie grote stadia van het vroege universum
waren eerst energie, toen de dominante kracht energie was.
Naarmate het kouder werd, werd materie de dominante kracht.
En toen 4 miljard jaar geleden het leven werd uitgevonden
werd informatie de dominante kracht in onze omgeving.
Dat is het leven: een informatieproces
dat herstructureert en een nieuwe orde aanbrengt.
De energie en de materie die Einstein toonde
waren equivalent, en de nieuwe wetenschap
van de quantumberekening toont dat entropie,
informatie, materie en energie
allemaal met elkaar verbonden zijn. Het is één continuum.
Je stopt energie in het juiste soort van systeem
en er komt als afval hitte-entropie uit,
en exotropie, dat wil zeggen orde.
Het is de toename van de orde.
Waar komt deze orde vandaan? De oorsprong ligt ver.
We weten het eigenlijk niet.
Maar we weten wel dat er een langdurige zelforganiserende
tendens is in het universum,
en dat het is begonnen met bijvoorbeeld melkwegstelsels.
Die behielden hun orde gedurende miljarden jaren.
Sterren zijn eigenlijk kernsplijtingsmachines
die zichzelf organiseren en gedurende miljarden in stand houden.
Dit is orde tegen de entropie van de wereld.
Bloemen en planten zijn hetzelfde, bij uitbreiding.
Technologie is in wezen een uitbreiding van het leven.
De ene trend die we bemerken in al die dingen is dat
de hoeveelheid energie, per gram per seconde,
die hier doorheen gaat, toeneemt.
De hoeveelheid energie neemt toe gedurende deze kleine sequentie.
En de hoeveelheid energie, per gram per seconde, die door het leven gaat
is groter dan een ster,
omwille van de lange levensduur van de ster.
De energiedichtheid in het leven is groter dan die van een ster.
De hoogste energiedichtheid
die we waarnemen in het universum is die van een pc-chip.
Daar vloeit meer energie door, per gram per seconde,
dan al wat we ooit ervaren hebben.
Wat ik bedoel is dat als je wil zien
waar technologie naartoe leidt, je dat pad moet volgen.
We zeggen: waar de energiedichtheid toeneemt,
die richting gaat het uit. Wat ik gedaan heb
is dit: ik heb dezelfde soort dingen genomen
en heb gekeken naar andere aspecten
van het evolutionaire leven, zoals
de algemene trends in het evolutionaire leven.
Sommige dingen gaan in de richting van
grotere complexiteit, grotere diversiteit,
grotere specialisatie,
bewustzijn, alomtegenwoordigheid en, belangrijkst van al, mogelijkheid tot evolutie.
Diezelfde dingen zijn ook aanwezig in technologie.
Dat is waar technologie naartoe gaat.
Technologie versnelt
alle aspecten van het leven.
We kunnen dat zien gebeuren. Zoals er diversiteit is in het leven,
zo is er meer diversiteit in de dingen die we maken.
Het leven begint met algemene cellen,
die zich specialiseren. Er zijn weefselcellen.
Er zijn spiercellen en hersencellen. Hetzelfde gebeurt
met bijvoorbeeld een hamer, die eerst algemeen is
en specifieker wordt.
Ik zou zeggen dat als er zes koninkrijken van het leven zijn,
technologie eigenlijk
een zevende koninkrijk van het leven is.
Ze vertakt zich uit de menselijke vorm.
Technologie heeft haar eigen agenda,
zoals alles, zoals het leven zelf.
Op dit ogenblik wordt driekwart van de energie die we gebruiken
besteed aan de voeding van het Technium zelf.
Bij transport gaat het er niet om ons te verplaatsen,
maar om de dingen die we maken of kopen te verplaatsen.
Ik gebruik het woord "willen". Technologie wil.
Deze robot wil zichzelf in het stopcontact steken om meer elektriciteit te krijgen.
Je kat wil meer voedsel.
Een bacterie, die geen bewustzijn heeft,
wil naar het licht bewegen.
Ze heeft een drang. Technologie heeft een drang.
Tegelijk wil ze ons dingen geven.
Wat ze ons geeft is vooruitgang.
Je kan allerlei grafieken bekijken, ze wijzen allemaal opwaarts.
Er is geen discussie over vooruitgang,
als we geen rekening houden met de kosten.
Dat is wat de meeste mensen dwarszit,
dat er echte vooruitgang is,
maar dat we ons afvragen wat de milieukosten daarvan zijn.
Ik heb een lijst gemaakt van het aantal soorten objecten in mijn huis.
Het zijn er 6.000. Anderen hebben er 10.000 geteld.
Toen Koning Hendrik van Engeland stierf
had hij 18.000 dingen in zijn huis.
Dat was de hele rijkdom van Engeland.
Met die hele rijkdom van Engeland
kon Koning Hendrik geen antibiotica kopen.
Hij kon geen koeling kopen. Hij kon geen reis van duizend mijl kopen.
Terwijl deze Indische riskjachauffeur
zou kunnen sparen en antibiotica kopen.
Hij zou koeling kunnen kopen.
Hij zou dingen kunnen kopen die Koning Hendrik in al zijn rijkdom nooit kon kopen.
Dat is waar vooruitgang om draait.
Technologie is zelfzuchtig. Technologie is vrijgevig.
Dat conflict, die spanning zal altijd bestaan.
Soms wil ze doen wat ze wil doen.
En soms zal ze dingen voor ons doen.
We zijn verward over wat we moeten denken van nieuwe technologie.
Vandaag is de standaardmening,
wanneer er een nieuwe technologie opduikt, dat we...
Mensen hebben het over het voorzorgsprincipe.
Dat is gemeengoed in Europa.
Het komt neer op: "Doe niets." Als je
in aanraking komt met een nieuwe technologie, stop dan
tot bewezen wordt dat ze onschadelijk is.
Ik denk dat dat nergens heenleidt.
Volgens mij is een betere manier wat ik het proactie-principe noem.
Dat betekent dat je je engageert in technologie.
Je probeert ze uit.
Je doet wat het voorzorgsprincipe aanbeveelt,
je probeert erop te anticiperen. Maar nadat je dat hebt gedaan
blijf je haar constant op haar waarde testen,
niet één keer, maar altijd weer.
En als ze afwijkt van wat je wil,
dan prioriteren we het risico en evalueren we niet alleen
de nieuwe zaken, maar ook de oude zaken.
We herstellen ze. Wat belangrijker is: we geven ze een nieuwe plaats.
Wat ik daarmee bedoel is
dat we er een nieuwe taak voor vinden.
Kernenergie, splijting, is echt een slecht idee
voor bommen.
Maar misschien is het een goed idee
als we het verplaatsen naar hernieuwbare kernenergie
voor elektriciteit, in plaats van kolen te verbranden.
Als we een slecht idee hebben, is het antwoord daarop
niet geen ideeën meer, niet stoppen met denken.
Het antwoord op een slecht idee,
bijvoorbeeld een tungsten gloeilamp,
is een beter idee. OK?
Betere ideeën zijn altijd het antwoord
op technologie waar we niet van houden.
Betere technologie dus.
Technologie is in zekere zin
een methode om betere ideeën te genereren,
als je er zo over nadenkt.
Dus misschien is DDT spuiten op gewassen een heel slecht idee.
Maar DDT spuiten op huizen
is de beste manier om malaria uit te roeien,
naast klamboes die in DDT zijn gedrenkt.
Dat is echt een goed idee. Dat is een goede taak voor de technologie.
Onze taak als mensen is
om goede ouders te zijn voor onze geesteskinderen,
om goede vrienden voor hen te vinden,
en goed werk.
Elke technologie is een soort creatieve kracht
die op zoek is naar het juiste werk.
Kijk, dit is mijn zoon, hier.
(Gelach)
Er is geen slechte technologie.
Zoals er ook geen slechte kinderen zijn.
We zeggen niet dat kinderen neutraal zijn, of positief.
We moeten gewoon de juiste plaats voor hen vinden.
Dus wat technologie ons biedt,
op lange termijn,
door een lange evolutie heen, vanaf het begin van de tijd,
door de uitvinding van planten en dieren heen,
en de evolutie van het leven, van het brein...
Wat dit ons constant biedt
is een toenemend onderscheid.
Het is toenemende diversiteit. Het zijn toenemende opties.
Het zijn toenemende keuzemogelijkheden, kansen,
mogelijkheden en vrijheden.
Dat is wat we krijgen van technologie,
de hele tijd. Dat is waarom mensen dorpen verlaten
en naar de steden gaan: omdat ze zich altijd
bewegen in de richting van meer keuzes en mogelijkheden.
We zijn ons bewust van de prijs.
We betalen er een prijs voor, maar we weten het, en
meestal willen we de prijs betalen voor meer vrijheden,
keuzes en mogelijkheden.
Zelfs technologie wil schoon water.
Is technologie lijnrecht tegenovergesteld
aan natuur?
Omdat technologie een uitbreiding is van het leven
loopt ze evenwijdig en is ze afgestemd op dezelfde dingen
die het leven wil.
Ik denk dat technologie van biologie houdt
als we het toelaten.
Een grote beweging die miljarden jaren geleden begint,
over ons loopt en verder loopt.
Onze keuze, om zo te zeggen,
inzake technologie, is onszelf op één lijn te plaatsen
met deze kracht die veel groter is dan wijzelf.
Technologie is meer dan de spullen in je zak.
Het is meer dan gadgets. Het is meer dan wat mensen uitvinden.
Het is deel van een heel lang verhaal,
een groots verhaal, dat miljarden jaren geleden is begonnen
en over ons loopt, deze zelforganisatie.
Wij verlengen en versnellen het.
We kunnen er deel van uitmaken door de technologie
die we maken ermee op één lijn te zetten.
Ik dank jullie oprecht voor jullie aandacht vandaag. Dankjewel.
(Applaus)