Het is erg modern en netjes om over eten te praten in al zijn vormen, kleuren, geuren en smaken. Maar nadat het door het verteringssysteem is gegaan, wanneer het als poep naar buiten komt, is het niet meer netjes erover te praten. Het is eerder walgelijk. Ik ben een persoon die is gepromoveerd van bullshit naar full-shit. (Gelach) Mijn organisatie, Gram Vikas, wat betekent 'dorpsontwikkelingsorganisatie', werkte op het gebied van duurzame energie. Voor het merendeel produceerden we biogas, biogas voor keukens op het platteland. Wij produceren biogas in India met gebruik van dierenuitwerpselen, wat in India gewoonlijk koeienmest genoemd wordt. Maar, als de geslachts-bewuste persoon die ik ben, noem ik het liever bullshit. Op een later moment besefte ik het belang van sanitatie en de juiste verwerking van uitwerpselen. Hierdoor zijn we ons gaan focussen op sanitatie. Tachtig procent van alle ziekten in India en andere opkomende landen zijn te wijten aan vies water. Wanneer we zoeken naar de oorzaak voor dit vieze water, komen we uit op onze lakse houding waarmee we menselijk afval verwijderen. Menselijk afval, in zijn puurste vorm, vindt zijn weg terug naar drinkwater, badwater, waswater, water voor landbouw, eigenlijk al het water dat je kunt zien. En dit veroorzaakt 80 procent van de ziekten op het platteland. In India zijn het helaas alleen de vrouwen die water vervoeren. Voor alle huishoudelijke behoeften moeten vrouwen water vervoeren. Dus dat is een trieste situatie. Openlijke toiletgang zie je overal. Zeventig procent van India doet z'n behoefte in het openbaar. Ze zitten daar in het open, met de wind in hun zeilen, hun gezicht verscholen, hun grondvesten uitgestald, in pure glorie -- (Gelach) 70 procent van India. En als je over de gehele wereld kijkt, is 60 procent van al het niet weggewerkte afval van de Indiërs. Een fantastische onderscheiding. Ik weet alleen niet of wij Indiërs daar ook zo trots op kunnen zijn. (Gelach) Dus begonnen wij, samen met een heleboel dorpen, te praten over hoe we dit probleem echt kunnen aanpakken. Gezamenlijk zijn we toen het project MANTRA begonnen. MANTRA staat voor Beweging en Actienetwerk voor de Transformatie van Plattelandsgebieden. Dus we praten hier over een transformatie op het platteland. Dorpen die toestemmen met de implementatie van dit project, organiseren een wettelijk orgaan, met een algemeen ledenbestand dat een groep van mannen en vrouwen kiest die het project zullen implementeren en die daarna toezicht houden op de werking en het onderhoud. Ze besluiten om een toilet en doucheruimte te bouwen. Van een beschermde waterbron wordt water gebracht naar een verhoogd waterreservoir en vervolgens via pijpleiding naar alle huishoudens waar het door drie kranen gaat: één voor het toilet, één voor de douche en één voor de keuken, 24 uur per dag. Helaas hebben onze steden, zoals New Delhi en Bombay, geen beschikking over 24-uurs watertoevoer. Maar in deze dorpen willen we dat wel. Er is een merkbaar verschil in kwaliteit. In India hebben we een algemeen geaccepteerde mentaliteit, zowel bij de overheid als alle anderen die er zeggenschap over hebben, dat arme mensen slechte oplossingen verdienen. En de allerarmsten verdienen waardeloze oplossingen. Dit, samen met de Nobelprijs-waardige theorie dat het goedkoopste ook het meest economisch verantwoorde is, resulteert in een mengsel dat de armen moeten drinken. Wij vechten hiertegen. Wij vinden dat de armen al eeuwenlang vernederd zijn. Zelfs wat sanitair betreft, zou dat niet mogen. Sanitair is meer een kwestie van waardigheid, dan het verwerken van menselijk afval. Nadat we deze toiletten hebben gebouwd, horen we heel vaak dat deze toiletten beter zijn dan hun huizen. Je ziet aan de voorkant huizen van stro en klei en de andere gebouwen zijn toiletten. Dus deze mensen, geen enkele familie in het dorp uitgezonderd, besloten om een toilet en badruimte te bouwen. Daarvoor verenigen ze zich, verzamelen al het plaatselijke materiaal - puin, zand, aggregaten. Meestal is er nog een overheidssubsidie om tenminste deels de materiële kosten te dekken zoals cement, staal, toilet-pot. En ze bouwen samen een toilet en badruimte. Daarbij krijgen alle onopgeleide arbeiders, de dagloners -- grotendeels zonder land -- een kans om getraind te worden tot metselaars of loodgieters. Terwijl deze mensen worden getraind, verzamelen anderen het materiaal. Wanneer beide klaar zijn, bouwen ze een toilet, doucheruimte en natuurlijk een watertoren, een verhoogde waterreservoir. We gebruiken een systeem van twee lekvaten om het afval te verwerken. Vanuit het toilet komt de drab in het eerste lekvat. Als deze vol raakt, wordt hij afgesloten en komt de drab in de volgende. Maar we ontdekten dat als je bananenbomen en papajabomen in de buurt van de lekvaten plant ze heel goed groeien, omdat ze alle voedingsstoffen opnemen, waardoor je heel lekkere bananen en papaja's krijgt. Als jullie ooit bij mij thuis langskomen, deel ik deze graag met jullie. Hier zie je de afgewerkte toiletten en watertorens. Dit is een dorp waar de meeste mensen niet eens kunnen lezen. Er is 24-uurs watertoevoer, omdat water vaak vervuild raakt als je het opslaat -- een kind steekt zijn of haar hand erin, of er valt iets in. Dus er wordt geen water opgeslagen, het komt altijd uit de kraan. Hier zie je hoe een verhoogd waterreservoir wordt gebouwd. En dit is het eindproduct. Omdat de toren zo hoog is, worden in de ruimte eronder twee of drie kamers gebouwd die door het dorp worden gebruikt voor verschillende bijeenkomsten. We hebben duidelijk bewijs gezien van de grote impact van dit programma. Voordat we begonnen, leed, zoals gebruikelijk, ruim 80 procent van de mensen aan wateroverdraagbare ziekten. Maar na afloop hebben we proefondervindelijk bewijs dat gemiddeld genomen in de 1200 dorpen waarin dit is uitgevoerd, ziekten als gevolg van vies water met 82 procent zijn gedaald. (Applaus) Vrouwen zijn eraan gewend, vooral in de zomer, om zes tot zeven uur per dag water te vervoeren. En wanneer ze water vervoerden -- zoals ik eerder al zei, doen alleen de vrouwen dit -- namen ze voorheen altijd hun kinderen mee, hun dochters, om ook water te dragen, of lieten hen anders thuisblijven om op hun broers en zussen te letten. Hierdoor zat minder dan 9 procent van de jonge meiden op school, zelfs als die er wel was. Van de jongens ongeveer 30 procent. Maar nu zit bijna 90 procent van de meiden op school en van de jongens bijna 100. (Applaus) Het meest kwetsbare deel van een dorp zijn de landloze arbeiders die hun dagelijkse kost moeten verdienen. Omdat ze nu zijn opgeleid tot metselaar, loodgieter of buizenbuiger, is hun mogelijkheid geld te verdienen gestegen met 300 tot 400 procent. Dit is democratie in werking want er is een algemeen ledenbestand, een bestuur en een comité. Mensen stellen vragen, mensen regeren zichzelf, mensen leren hun eigen zaken te beheren. Ze nemen hun toekomst in eigen hand. Dit is actieve democratie vanuit de basis. Tot op heden hebben ruim 1200 dorpen dit gedaan. Ruim 400.000 mensen halen er voordeel uit en dit aantal stijgt. Ik hoop dat het zo blijft groeien. Voor India en andere opkomende landen zijn legers, wapens, softwarebedrijven en ruimtevaart misschien lang niet zo belangrijk als kranen en toiletten. Dank je wel. (Applaus) Dank je.