Het leven stelt ons vragen. Een van de meest belangrijke vragen die het ons stelt, is waarschijnlijk: "Wat ga je doen aan moeilijke gedachten en gevoelens?" Als je je schaamt of bang bent, heeft het leven je zojuist een vraag gesteld. Als je hier klaar staat om een [TEDx] Talk te geven en het wordt wat onrustig in je hoofd: wat doe je daar dan aan? Goeie vraag. (Gelach) Het antwoord op die vraag, en op al dat soort vragen, zegt veel over onze levensloop: of die zich op een positieve manier gaat ontwikkelen, richting voorspoed, liefde, vrijheid en een positieve bijdrage, of juist omlaag, richting ziekte en wanhoop? Ik wil je laten zien dat je een prachtig antwoord op die vraag in je hebt, of tenminste het zaadje daarvoor. Maar je hebt ook die arrogante, praatzieke, analytische, probleemoplossende, vooringenomen geest tussen je oren, die het antwoord niet heeft en je voortdurend probeert te verleiden de verkeerde richting te kiezen. Ik ben Steve Hayes. Gedurende de laatste 30 jaar hebben mijn collega's en ik studie gemaakt van een klein aantal psychologische processen -- een duur woord voor dingen die mensen doen -- genaamd psychologische flexibiliteit. Het is een aantal antwoorden op die vraag. En in meer dan duizend onderzoeken hebben we aangetoond dat psychologische flexibiliteit voorspelt of je last gaat krijgen van een geestesziekte: angst, depressie of trauma. Als je er al een hebt, voorspelt het of je er nog een krijgt. Het voorspelt hoe erg ze zullen zijn en hoe chronisch. Dat niet alleen, het voorspelt allerlei andere dingen die belangrijk voor ons zijn, ook al is het niet psychopathologie. Zoals: wat voor type ouder zul je zijn? Wat voor type werker zul je zijn? Zul je het kunnen opbrengen je gedrag aan te passen aan ziektes? Kun je de discipline opbrengen om je lichaam fit te houden? Overal waar de menselijke geest gaat, is psychologische flexibiliteit relevant. Wat ik in deze talk wil doen, is je rondleiden in de wetenschap van de psychologische flexibiliteit. We hebben namelijk geleerd hoe we die processen moeten veranderen. In honderden onderzoeken, gebruik makend van Acceptatie and Commitment Therapie, ofwel ACT -- maar niet alleen ACT, ook gerelateerde methoden -- hebben we laten zien dat we het kunnen veranderen. En als we dat doen, veranderen die negatieve levenslopen ten goede, met resultaten op alle gebieden die ik zojuist noemde, en niet alleen die. Dus wil ik met je doornemen wat de elementen van psychologische flexibiliteit zijn. Ik neem je mee terug naar een moment in mijn leven, 34 jaar geleden, toen ik voor het eerst krachtig in hun richting bewoog. Tientallen jaren geleden. 34 jaar geleden om twee uur 's nachts, op een bruin met gouden hoogpolig tapijt, met mijn lichaam bijna letterlijk in deze houding en mijn geest zeker in deze houding. Het was al twee tot drie jaar bergafwaarts gegaan tot in de hel van een paniekstoornis. Het begon in een afschuwelijke afdelingsvergadering, waar ik was gedwongen te zien hoe hoogleraren vechten, op een manier zoals alleen wilde dieren en hoogleraren dat kunnen. (Gelach) Ik wilde ze zo graag smeken om te stoppen, maar in plaats daarvan had ik mijn eerste paniekaanval en toen ze me iets vroegen kon ik nog geen geluid mijn mond uitkrijgen. Ondanks de schok en de afschuw en de schaamte van die eerste paniekaanval waar mensen bij waren, deed ik alle logische, redelijke, verstandige en pathologische dingen die je geest je ingeven. Ik probeerde weg te lopen bij de angst; ik probeerde te vechten tegen de angst; ik probeerde me te verbergen voor de angst. Ik zat naast de deur. Ik zag het komen. Ik praatte mezelf eruit. Ik nam de kalmeringsmiddelen. En terwijl ik dat allemaal deed, werden de paniekaanvallen frequenter en erger. Eerst op mijn werk, maar toen ook onderweg, toen in restaurants, in bioscopen, toen in liften, toen aan de telefoon, en toen in mijn veilige thuis, en tenslotte zelfs toen ik wakker werd uit een diepe slaap om twee uur 's nachts, terwijl de paniekaanval al bezig was. Maar, deze nacht op dat bruin met gouden hoogpolige tapijt, deze nacht, terwijl ik de paniekgolven ervaarde en het gevoel in mijn lichaam, was anders. Deze nacht was nog angstaanjagender, maar gaf op de een of andere manier voldoening, want ik had geen paniekaanval, ik stierf aan een hartaanval. Alle symptomen klopten: ik voelde een druk op de borst; ik kreeg pijnscheuten door mijn arm; ik zweette als een otter; mijn hart ging tekeer en miste slagen. En daar was weer diezelfde spinnenstem die zei: "Je moet weglopen. Je moet vechten. Verberg je voor je angst." Ze vertelde me nu: "Bel ze. Je kunt zo niet rijden. Je gaat dood. Bel de spoedeisende hulp. Bel een ambulance. Dit is geen grap. Bel dan." Toch gingen minuten voorbij en ik belde niet. Ik had het gevoel dat ik mijn lichaam verliet en neerkeek op mezelf, en ik stelde me voor wat er zou gebeuren als ik wel zou bellen. Korte fragmenten als in een reclame voor een film, zoals je die in de bioscoop ziet voordat de hoofdfilm begint. Ik hoorde het geluid van het ambulancepersoneel, hoe ze de trap opkwamen, het bonzen op de dunne, holle deur, het ritje in de ambulance, de slangen en draden, de bezorgde gezichten van de verpleegsters terwijl ik de behandelkamer inging. Dan uiteindelijk het laatste fragment, dat laatste shot in die filmreclame, waar ik me plotseling realiseerde waar deze film over zou gaan. Ik keek ernaar en ik zei: "Oh, mijn God. Nee, niet dat. Alsjeblieft, alsjeblieft." Want in die laatste akte, waarin ik op dat bed in die behandelkamer lig, komt daar die jonge dokter binnen, en voor mijn geestesoog loopt hij veel te nonchalant. En toen hij dichterbij kwam en ik die grijns op zijn gezicht zag, wist ik wat er ging komen. Hij boog zich over me heen en zei: "Dr. Hayes, u heeft geen hartaanval," en hij trok zijn grijns breder, "U heeft een paniekaanval." Ik wist dat het zo was. Dit was gewoon nog één verdieping lager de hel in. Ik produceerde een kreet, een vreemd hijgerig, raar geluid. Het klonk ongeveer zo. (Kermt) Toen ik zo van die bodem opveerde, ging er nog een deur open. Ik weet niet hoe lang, maar het was een paar minuten later, dat er uit een niet vaak bezocht maar heel persoonlijk deel van mezelf, het deel van mij dat achter je ogen zit, een meer spiritueel deel, uit mijn ziel, als je het zo wilt zeggen, kwamen een paar woorden. Ik weet vrij zeker dat ik ze hardop tegen niemand zei, om twee uur 's nachts. Ik zei: "Ik weet niet wie je bent, maar blijkbaar kun je me pijn doen. Je kunt me laten lijden. Maar ik zeg je dat er iets is wat je niet kunt. Je krijgt me niet zover dat ik me afkeer van mijn eigen ervaring. Dat kun je niet." Mijn toen veel jongere lichaam deed pijn toen het opstond. Uit de opgedroogde en brandende sporen van tranen op mijn gezicht kon ik opmaken dat ik daar heel lang had gezeten. Maar ik kwam omhoog in een belofte: "Nooit meer zal ik bij mezelf weglopen." Hoe ik me aan die belofte ging houden, wist ik niet. Om eerlijk te zijn, leer ik dat nog steeds. Ik had geen idee hoe die belofte in het leven van anderen te brengen. Dat leerde ik pas door het werk dat we doen met Acceptatie en Commitment Therapie, of ACT, en zover was ik nog niet. Maar in die 34 jaar is er geen dag voorbijgegaan waarop ik me niet die belofte heb herinnerd. En als je zo op deze plek staat, waarvan jullie al weten dat het de verstandigste plek is, met pijn en met lijden, begint er iets te gebeuren. Nu weet ik inmiddels de wetenschappelijke term voor deze houding. Het is emotionele toegankelijkheid. We zullen voelen wat er te voelen valt, zelfs wanneer dat moeilijk is. Het is het vermogen je gedachten te zien en er niet in opgesloten te zitten, zodat je gedachten je uitzicht niet blokkeren. Je kunt ze van een afstand beschouwen. Het maakt contact met dit meer spirituele deel van je en van daaruit kan het je aandacht flexibel, kneedbaar en vrijwillig richten op dat wat jouw aandacht nodig heeft. Wanneer je dan iets belangrijks ziet, kun je het tegemoet treden met je handen en armen vrij, zodat je kunt voelen en doen en bijdragen en participeren. Dat is psychologische flexibiliteit. En het bouwt verder op dat zaadje dat je kent, want als je daar een woord aan zou moeten verbinden, denk ik dat je met me eens zou zijn dat daar maar één woord voor is, en dat is 'Liefde'. Als je met compassie achter jezelf kunt staan op een vriendelijke en liefdevolle wijze, stelt het leven zich open, en dan kun je je richten op zingeving en hoe je liefde, participatie, schoonheid, bijdrage, in het leven van anderen kunt brengen. Heel lang heb ik niet ingezien dat die gerichtheid op pijn en lijden op dezelfde as scharnierde als de gerichtheid op doel en betekenis. Dat zag ik eerst niet. Maar ik begon het in mijn klanten te zien toen ik met ACT begon te werken. Ik begon het in mijn eigen leven te zien. En een paar jaar geleden raakte het me met kracht. Ik had toen met ACT een paar gerandomiseerde studies gedaan en begon net trainingen te verzorgen. Ik reisde veel, kwam samen met kleine groepjes clinici om instructie te geven over het werk wat we deden. Ik was een workshop aan het geven en kreeg van die angstgolven, wat heel normaal was. Ook vandaag de dag word ik soms nog bang tijdens het spreken. Prima. Daar sta ik open voor. Kom maar. Geen probleem. Maar toen kwam er nog een golf. En opeens dacht ik dat ik zou beginnen te snikken ten overstaan van al die clinici, dat ik ongecontroleerd zou gaan huilen. Ik denk, wat is dit? Het moment ging voorbij en ik deed de workshop. Ik dacht er niet meer over na tot de volgende workshop, waar hetzelfde gebeurde. Dit keer merkte ik op dat ik me heel jong voelde. Ik vroeg het mezelf, terwijl ik met die workshop bezig was: "Hoe oud ben je?" Ik kreeg het antwoord: "8 of 9." Toen schoot er een herinnering door me heen van iets dat ik me nooit eerder had herinnerd, van toen ik 8 of 9 was. Ik kon er tijdens de workshop verder niets mee doen, maar 's avonds in het hotel wel. Ik lag onder mijn bed en luisterde hoe mijn ouders ruzie maakten in de kamer ernaast. Mijn vader was weer eens dronken en laat thuisgekomen. Mijn moeder ging tegen hem tekeer over het verkwisten van ons geld aan zijn verslaving; over zijn tekortkomingen als echtgenoot en als vader. Hij brieste: "Hou je mond! Je moet nu echt uitkijken!", en ik wist dat zijn vuisten gebald waren. Toen hoorde ik een vreselijke klap en mijn moeder schreeuwde. Later kwam ik erachter dat het de koffietafel was die door de huiskamer vloog. Ik dacht: gaat er bloed vloeien? Slaat hij haar? Toen, in de geest van die kleine jongen, hoorde ik deze woorden heel duidelijk: ik ga iets doen. Maar ik realiseerde me dat ik niets kon doen, niets ongevaarlijks. Dus kroop ik verder achteruit, hield mezelf vast en huilde. Snap je? Ik zit daar naar die vechtende ouwe stieren te kijken op de faculteit psychologie. Ja, ik ben doodsbang, en ja, ik ben nerveus, maar wat ik echt wil doen is gewoon huilen -- op de faculteit psychologie? (Gelach) Kom nou! Ik had geen toegang tot hem. Ik had geen ruimte voor hem. Door hem ben ik psycholoog geworden en dat wist ik niet eens. Ik raakte verstrikt in de artikelen, in mijn cv, de budgetten, mijn prestaties. Wauw! Maar ik doe dit, omdat hij het me vroeg. Om 'iets te doen'. In plaats daarvan kwam het erop neer dat ik me over hem heenboog en tegen hem zei: "Hou je rustig. Ga weg. Hou je mond", door weg te lopen, te vechten en me te verstoppen. Dat was zo onvriendelijk en zo liefdeloos. Tegen wie? Tegen mij en die delen van mij die me zelfs verbinden met mijn levensdoel. Want onze pijn wijst ons op ons levensdoel en ons levensdoel doet pijn. Die twee dingen zijn twee kanten van hetzelfde muntje. Als jij achter jezelf staat zelfs als dat moeilijk is, is dat een daad van liefde, en daaruit kun je de kracht putten om te durven besluiten je liefde de wereld in te brengen, je schoonheid, je communicatie, jouw bijdrage aan de wereld. En dat deed me nog een belofte doen. Nooit meer zal ik jou nog wegduwen, noch jouw boodschap over ons doel. Ik zal je niet vragen de workshop te doen, of de [TEDx] Talk, (Gelach) maar ik wil dat je bij me bent, want je maakt me zachter. Door jou snap ik waarom mijn leven hierover gaat. Dus is mijn boodschap aan jullie: kijk naar wat we weten over psychologische flexibiliteit, maar kijk hoe het waar kan maken wat je al lang weet, namelijk, dat als je jezelf lief kunt hebben zelfs wanneer dat moeilijk is, je dat zal helpen om je liefde de wereld in te sturen, op een manier zoals jij dat wilt doen. Dat is belangrijk. En dat weet je. Dat huilende kind van 8 in jou weet het. We weten het allemaal. Want liefde is niet alles. Er ís niets anders. Dankjewel. Ik hoop dat je er iets aan hebt. (Applaus)