Goeieavond -- of beter: goeiedag, ik weet niet hoe laat het bij jullie is. Hoe laat het ook is, ik ben blij dat ik aan jullie ontmoeting kan deelnemen. Ik hou veel van de titel -- 'The future you' - want hij kijkt naar morgen, maar nodigt vandaag al uit tot dialoog: terwijl hij naar de toekomst kijkt, nodigt hij uit om zich tot een 'jou' te richten. 'The future you', de toekomst bestaat uit jou, dat wil zeggen uit ontmoetingen, want het leven verloopt langs relaties. Lange levensjaren hebben in mij de overtuiging laten rijpen dat het bestaan van elk van ons samenhangt met dat van de anderen: het leven is geen tijd die voorbijgaat, maar een tijd van ontmoeting. In ontmoetingen met zieken die lijden, migranten die ontstellende moeilijkheden trotseren, op zoek naar een betere toekomst, gevangenen die de hel in hun hart dragen, mensen, vooral jongeren, die geen werk hebben, stel ik me vaak één vraag: "Waarom zij wel en ik niet?" Ik kom ook uit een emigrantenfamilie. Mijn papa, mijn grootouders zijn, net als zovele Italianen, naar Argentinië vertrokken om daar het lot te kennen van wie niets meer heeft. Ik had ook bij de verworpenen van vandaag kunnen zijn. Daarom stel ik me in mijn hart altijd weer de vraag: "Waarom zij wel en ik niet?" Ik zou vooral willen dat deze ontmoeting ons zou helpen onthouden dat we allemaal elkaar nodig hebben, dat niemand van ons een eiland is, een autonoom ik, onafhankelijk van anderen, dat we de toekomst alleen samen kunnen bouwen, zonder uitsluiting. Vaak denken we er niet aan, maar alles hangt samen en we moeten onze banden herstellen: ook dat harde oordeel dat ik in mijn hart draag tegen mijn broeder of zuster, die niet geheelde wonde, dat niet vergeven kwaad, die rancune die me alleen maar pijn doet, is een smeulend stukje oorlog in mijn hart, dat ik moet doven als ik niet wil dat het een uitslaande brand wordt. Om allerlei redenen lijken velen vandaag niet te geloven dat een gelukkige toekomst mogelijk is. Die angsten moeten au sérieux genomen worden. Maar ze zijn niet onoverkomelijk. We kunnen ze overwinnen als we ons niet in onszelf opsluiten. Want geluk ervaar je alleen als het geschenk van de harmonie tussen elk van de delen en het geheel. Ook de wetenschap -- dat weten jullie beter dan ik -- verschaft ons vandaag een begrip van de realiteit waarbij alles in verband bestaat, in permanente interactie met alles. En dat brengt me bij mijn tweede boodschap. Zou het niet mooi zijn als de groei van wetenschappelijke en technologische innovaties gepaard ging met steeds grotere billijkheid en sociale inclusie! Zou het niet mooi zijn als we, terwijl we nieuwe verre planeten ontdekken ook de nood herontdekten van de broeders en zusters in een baan rondom ons? Hoe mooi zou het zijn als broederschap, een mooi en tegelijk ongemakkelijk begrip, zich niet zou beperken tot sociale bijstand, maar de basishouding zou worden van politieke, economische en wetenschappelijke keuzes, in de relaties tussen mensen, volkeren en landen. Alleen opvoeding tot broederschap, tot concrete solidariteit kan de 'wegwerpcultuur' overwinnen die niet alleen over voedsel en goederen gaat, maar vooral over mensen die terechtkomen in de marge van technisch-economische systemen waarvan het centrum, zonder dat we het beseffen, vaak niet langer de mens is maar de producten van de mens. Solidariteit is een woord dat zovelen uit het woordenboek willen schrappen. Solidariteit is nochtans geen automatisch mechanisme dat zich laat programmeren of bevelen: het is een vrij antwoord dat ontstaat in eenieders hart. Jawel, een vrij antwoord! Wie begrijpt dat zijn leven, met al zijn contradicties, een geschenk is, dat de liefde bron en zin van het leven is, kan onmogelijk het verlangen onderdrukken om goed te doen aan anderen. Activiteit ten goede vergt geheugen, moed en creativiteit. Ik heb me laten vertellen dat er bij TED veel zeer creatieve mensen verzameld zijn. Ja, liefde vergt een creatief, concreet en vernuftig antwoord. We redden het niet met de goede voornemens en geijkte formules waarmee we alleen ons geweten sussen. Laten we elkaar eraan herinneren dat anderen geen statistieken of cijfers zijn: de ander heeft een gelaat, 'jij' bent altijd een concreet gelaat, een broeder om zorg voor te dragen. Er is een verhaal dat Jezus vertelde om het verschil te duiden tussen wie zich geen moeite geeft en wie zorg draagt voor de ander. Jullie hebben er wellicht al van gehoord: de parabel van de goede Samaritaan. Toen ze Jezus vroegen "Wie is mijn naaste?", -- ofwel "Voor wie moet ik zorgen?" -- vertelde Jezus dit verhaal, van een mens die door rovers was aangevallen, beroofd en op straat achtergelaten. Twee toentertijd zeer respectabele mensen, een priester en een leviet, zagen hem maar gingen voorbij zonder te stoppen. Toen kwam een Samaritaan voorbij, die behoorde tot een verachte stam, en toen die Samaritaan de gewonde man op de grond zag liggen, liep hij niet, zoals de anderen, in een boog om hem heen, maar toonde hij mededogen. Hij liet zich ontroeren, en dat mededogen bracht hem tot zeer concrete daden: hij goot olie en wijn op de wonden van de man, bracht hem naar een herberg en betaalde uit eigen zak voor zijn bijstand. Het verhaal van de Goede Samaritaan is het verhaal van de mensheid vandaag. Op de weg van de volkeren liggen wonden die zijn veroorzaakt doordat geld en dingen centraal staan in plaats van mensen. En er is de gewoonte van mensen die zichzelf 'degelijk' noemen, om niet om anderen te geven en zovele mensen, hele volkeren, links te laten liggen, langs de weg. Maar er zijn er ook die leven geven aan een nieuwe wereld, door zorg te dragen voor anderen, ook op eigen kosten. Moeder Teresa van Calcutta zei dat je alleen op eigen kosten kan liefhebben. We hebben zoveel te doen, en we moeten het samen doen. Hoe moet dat dan, met het kwade dat we elke dag ademen? God zij dank kan geen enkel systeem de openheid te niet doen voor het goede, de compassie, het vermogen om op het kwade te reageren dat zich schuilhoudt in het hart van de mens. Nu zullen jullie zeggen: "Ja, dat zijn mooie woorden, maar ik ben de Goede Samaritaan niet, en ook niet Moeder Teresa van Calcutta." Maar ieder van ons is kostbaar, ieder van ons is onvervangbaar in de ogen van God. In de nacht van de conflicten die we doormaken, kan elk van ons een aangestoken kaars zijn die eraan herinnert dat het licht de duisternis overwint, en niet omgekeerd. Voor ons christenen heeft de toekomst een naam, en die naam is hoop. Hoop staat niet gelijk met naïef optimisme dat de ogen sluit voor het drama van het kwaad in de mensheid. Hoop is de deugd van een hart dat zich niet sluit in het duister, dat geen halt houdt bij het verleden, dat niet louter overleeft in het heden, maar dat een toekomst kan zien. Hoop is een poort die openstaat naar de toekomst. Hoop is een levenszaad, nederig en verborgen, dat mettertijd uitgroeit tot een grote boom. Het is een onzichtbare desem die het hele deeg doet rijzen en smaak geeft aan het hele leven. Ze is tot zoveel in staat omdat het volstaat dat een klein lichtje zich voedt met hoop opdat de duisternis gebroken zou zijn. Eén mens volstaat opdat er hoop zou zijn, en die mens kan jij zijn. En dan volgt een andere 'jij', en nog een, en dan worden we 'wij'. En als we 'wij' zijn, is dat dan het begin van de hoop? Nee. De hoop is bij 'jou' begonnen. Als er een 'wij' is, begint de revolutie. De derde en laatste boodschap die ik met jullie wil delen, gaat over de revolutie: de revolutie van de tederheid. Wat is tederheid? Nabije en concrete liefde. Het is een beweging die begint bij het hart en zich uitstrekt tot ogen, oren, handen. Tederheid is je ogen gebruiken om de ander te zien, je oren gebruiken om de ander te horen, om de kreten te horen van wie klein is, arm, bang voor de toekomst, om de stille kreet te horen van ons gemeenschappelijke huis, de Aarde die bezoedeld en ziek is. Tederheid wil zeggen je handen en je hart gebruiken om de ander te koesteren. Om zorg voor hem te dragen. Tederheid is de taal van de kleinsten, van wie de ander nodig heeft: een kind houdt van papa en mama en herkent hen aan hun knuffels, hun blik, hun stem, hun tederheid. Ik luister graag naar mama's en papa's die praten met hun kleine kinderen, die zelf weer kind worden en praten zoals een kind. Dat is tederheid: afdalen tot het niveau van de ander. Zo is ook God afgedaald om met ons op gelijke voet te staan. Dat is de weg die de Goede Samaritaan heeft afgelegd. Dat is de weg die Jezus heeft afgelegd, die is afgedaald, die heel het leven van de mens heeft afgelegd in de concrete taal van de liefde. Ja, tederheid is de weg van de dapperste en sterkste mannen en vrouwen. Tederheid is geen zwakte, het is kracht. Het is de weg van de solidariteit, de weg van de nederigheid. Sta me toe om duidelijk te zeggen: hoe machtiger je bent, hoe meer impact je daden hebben op de mens, hoe nederiger je moet zijn. Want anders richt macht je ten gronde en zal je de anderen ten gronde richten. In Argentinië zeiden we dat macht is als gin op je nuchtere maag: het brengt je het hoofd op hol, voert je dronken, doet je wankelen en maakt dat je jezelf en anderen kwetst als je er geen nederigheid en tederheid aan toevoegt. Maar met nederigheid en concrete liefde wordt macht -- de hoogste, de sterkste -- dienstbaarheid en verspreidt ze het goede. De toekomst van de mensheid ligt niet alleen in handen van politici, van grote leiders, van grote ondernemingen. Ja, hun verantwoordelijkheid is immens. Maar de toekomst is vooral in handen van de mensen die de ander als een 'jij' herkennen en zichzelf als deel van een 'wij'. We hebben elkaar nodig. Wil daarom alstublieft ook mij met tederheid gedenken, zodat ik de taak kan vervullen die mij is toevertrouwd tot welzijn van de anderen, van iedereen, van jullie allen, van ons allen. Dankuwel.