Als ik aan dromen denk,
denk ik net als velen van jullie
aan dit beeld.
Ik was acht toen ik zag hoe Neil Armstrong
van de maanlander op de maan stapte.
Ik had nog nooit zoiets gezien
en heb sindsdien ook
nooit meer zoiets gezien.
We bereikten de maan
om één simpele reden:
John Kennedy stelde ons een deadline.
Als die deadline er niet was geweest,
zouden we er nu nog van gedroomd hebben.
Leonard Bernstein zei dat er twee dingen
nodig zijn voor een bijzondere prestatie:
een plan en net te weinig tijd.
(Gelach)
Deadlines en verplichtingen
zijn de grote en vervagende
lessen van de Apollo.
Daar ontleent het woord 'moonshot'
zijn betekenis aan.
Onze wereld heeft politieke leiders nodig
die weer ambitieuze
deadlines durven stellen
voor het verwezenlijken
van gedurfde dromen op Apollo-niveau.
Als ik aan dromen denk,
denk ik aan de travestieten
van LA en Stonewall
en aan miljoenen anderen
die alles riskeerden
door te protesteren
toen dat echt gevaarlijk was,
en aan dit plaatje van het Witte Huis
in regenboogkleuren
-- ja! --
(Applaus)
ter viering van het recht van homo's
en lesbiennes om te trouwen.
Dat plaatje had ik me
zelfs in mijn stoutste dromen
niet voor kunnen stellen toen ik 18 was
en erachter kwam dat ik homo was,
en me vervreemd voelde van mijn land,
en daardoor van mijn dromen.
Ik denk dan aan deze foto van mijn gezin,
waarvan ik nooit had gedroomd
dat te kunnen hebben --
(Applaus)
en aan onze kinderen
met dit soort krantenkoppen,
waarvan ik nooit had durven dromen
dat ze ooit zouden worden geprint,
over de beslissing van de Hoge Raad.
We hebben meer moed nodig
van het travestieten- en astronautensoort.
(Gelach)
(Applaus)
Maar ik wil het hebben over de noodzaak
om in meer dan één dimensie te dromen,
want er was iets met de Apollo
wat ik niet wist toen ik acht was,
en iets over organiseren
waar de regenboog overheen kleurt.
Van de 30 astronauten
in de oorspronkelijke Mercury-,
Gemini- and Apolloprogramma's
overleefden slechts zeven huwelijken het.
Die iconische beelden
van op de maan stuiterende astronauten
verhullen het alcoholisme
en de depressie op aarde.
Thomas Merton, de Pater Trappist,
vroeg zich in de tijd van de Apollo af:
"Wat hebben we aan een reis naar de maan,
als we het ravijn niet kunnen overbruggen
dat ons van onszelf scheidt?"
En wat hebben we
aan het recht om te trouwen,
als we de emotionele verwijdering
en verbittering niet kunnen overbruggen
die ons zo vaak
van onze geliefden scheidt?
En niet alleen in het huwelijk.
Ik heb de meest pijnlijke, schadelijke,
tragische machtsstrijd gezien
bij LGBT en AIDS,
bij borstkanker
en bij non-profit activisme,
allemaal uit naam van liefde.
Thomas Merton schreef ook
over oorlogen tussen heiligen
en over een "alomtegenwoordige
vorm van hedendaags geweld
waar de idealist
maar al te makkelijk voor valt:
overmatig activisme.
Ons razende activisme
doet ons vredeswerk teniet.
Het vernietigt ons eigen
innerlijke vermogen tot vrede."
Al te vaak verworden onze dromen
tot op zich staande obsessies
met een bepaald toekomstbeeld,
die het ons onmogelijk maken
aandacht te hebben voor het nu.
Onze dromen over een beter leven
voor een toekomstige mensheid,
of voor een volk in een ander land,
vervreemdt ons van de prachtige mensen
die op dit moment naast ons zitten.
"Maar dat is gewoon de prijs
voor de vooruitgang", zeggen we.
Je kunt naar de maan reizen
of je kunt een stabiel gezinsleven hebben.
We kunnen ons niet voorstellen dat je
in beide dimensies tegelijk kunt dromen.
En we leggen de lat niet hoger
dan 'stabiliteit',
als het gaat om ons emotionele leven.
Daarom is onze communicatietechnologie
opwaarts gegaan,
en is ons vermogen om naar elkaar
te luisteren en elkaar te begrijpen
'stabiel' gebleven.
De beschikbaarheid
van informatie is geëxplodeerd,
de beschikbaarheid van geluk
wil maar niet van de grond komen.
Maar het idee dat ons heden
en onze toekomst elkaar uitsluiten;
dat we om ons vermogen om te doen
volledig te kunnen benutten,
onze fundamentele behoefte
om te zijn moeten inleveren;
dat het aantal transistors op een circuit
kan worden verdubbeld en verdubbeld,
maar dat ons vermogen tot compassie,
menselijkheid, rust en liefde
op de een of andere manier is begrensd,
is een vals dilemma
en een verstikkende keuze.
Om nu maar gewoon
je werk-privébalans te verbeteren,
vind ik een weinig inspirerend idee.
Wat heb ik eraan om vaker
thuis bij mijn kinderen te zijn,
als ik in mijn hoofd dan toch
altijd met iets anders bezig ben?
Ik heb het dan niet eens over mindfulness.
Mindfulness wordt tegenwoordig gebruikt
om de productiviteit mee te verhogen.
(Gelach)
Toch?
Ik heb het over dromen.
Net zo gedurfd dromen
over de dimensies van ons zijn,
als we doen over industrie en technologie.
Ik heb het over een dappere authenticiteit
die ons toestaat met elkaar te huilen,
een moedige nederigheid waarmee we
achter ons masker vandaan kunnen komen.
Het is dat onvermogen om samen te zijn,
die vrees om samen te huilen,
die de bron is van alle problemen
die we zo verwoed proberen op te lossen,
van de patstelling in het Congres
tot economische onmenselijkheid.
(Applaus)
Ik heb het over wat Jonas Salk
een 'Epoch B' noemde,
een nieuw tijdperk waarin we
net zo opgewonden, net zo nieuwsgierig
en net zo wetenschappelijk worden
over de ontwikkeling van ons mens-zijn,
als we zijn over de ontwikkeling
van onze technologie.
We moeten niet terugdeinzen
voor deze mogelijkheid,
louter omdat we haar
niet helemaal begrijpen.
Ooit begrepen we de ruimte niet.
Of omdat we meer gewend zijn
aan technologie en activisme.
Dat is de definitie
van vastzitten in een routine.
We hebben er geen problemen meer mee
om ons onvoorstelbare technologische
ontwikkelingen voor te stellen.
In 2016 is het de dimensie van ons zijn
die schreeuwt om een eerlijk deel
van ons voorstellingsvermogen.
We komen hier allemaal om te dromen,
maar als we heel eerlijk zijn,
dan graag wel onze eigen droom.
We lezen de naamkaartjes om te zien
wie ons kan helpen met onze droom,
en kijken daarbij soms recht
door elkaars menselijkheid heen.
Ik heb nu geen tijd voor jou;
ik heb een idee om de wereld te redden.
Of niet?
(Gelach)
Ooit, jaren geleden,
had ik een prachtig bedrijf
dat lange reizen organiseerde voor moedige
maatschappelijke betrokkenheid.
Ons mantra was:
'Menselijk. Vriendelijk. Wees beide.'
We spoorden mensen aan om grenzeloos
te experimenteren met vriendelijkheid.
Zoals: "Ga iedereen helpen
hun tent op te zetten."
En er waren veel tenten.
(Gelach)
"Ga voor iedereen een ijsje kopen."
"Ga iedereen helpen hun band te plakken,
al weet je dat de rij
voor het eten langer zal worden."
En mensen gingen hier echt in mee.
Als je een lekke band kreeg
op de AIDS-tocht,
had je een probleem om hem te plakken,
omdat zoveel mensen je vroegen
of je hulp nodig had.
Voor een paar dagen,
voor tienduizenden mensen,
creëerden we dat soort werelden,
waarvan iedereen zei dat ze wilden
dat de wereld altijd zo kon zijn.
Als we nu eens zouden experimenteren
met het creëren van zo'n soort wereld
in de komende paar dagen?
En in plaats van iemand
te benaderen met: "Wat doe je?",
ze te vragen: "Wat is jouw droom?"
Of: "Welke droom van je is stuk?"
'TED' kan staan voor:
zorg voor elkaars dromen.
(Applaus)
Misschien is het
'ik wil stoppen met drinken',
of 'ik wil een boomhut
bouwen met mijn kind'.
In plaats van dat je degene opzoekt
die iedereen wil ontmoeten,
benader degene
die helemaal alleen is
en vraag of ze zin hebben
in een kopje koffie.
Waar we het bangst voor zijn,
is dat we de kans niet krijgen
ons volledige potentieel te ontplooien,
dat het zal blijven bij dromen
en dat we zullen sterven
zonder ooit de kans te krijgen.
Stel je eens een wereld voor
waarin we die diepe existentiële angst
in elkaar zouden herkennen,
en elkaar moedig zouden liefhebben
in de wetenschap
dat mens zijn nu eenmaal betekent
te moeten leven met die angst.
Het is tijd om in meerdere
dimensies tegelijk te dromen.
Ergens achter al die fantastische dingen
die we kunnen, willen en moeten doen,
ligt het domein van al die ongelooflijke
dingen die we zouden kunnen zijn.
Het is tijd dat we die dimensie binnengaan
en erkennen dat we
ook op dat vlak dromen hebben.
Als de maan kon dromen,
denk ik dat ze dat voor ons zou dromen.
Het is een eer om hier met jullie te zijn.
Dankjewel.
(Applaus)