De laatste tijd horen we vaak hoe sociale media protestacties versterken, en dat is ook zo, maar na meer dan tien jaar verschillende sociale bewegingen onderzocht en ondersteund te hebben, ben ik tot het inzicht gekomen dat de manier waarop technologie sociale bewegingen ondersteunt, paradoxaal genoeg, deze ook kan verzwakken. Dat is niet onafwendbaar, maar het vereist wel grondige studie naar de voorwaarden voor succes op de lange termijn. Dat kunnen we op verschillende gebieden toepassen. Neem bijvoorbeeld de demonstratie in het Gezi Park in Turkije, juli 2013, die ik als praktijkvoorbeeld heb onderzocht. Twitter was cruciaal voor de organisatie. Dat zag je overal in het park -- net als een hoop traangas natuurlijk. Het was niet allemaal hightech. Nou waren mensen in Turkije al bekend met de kracht van Twitter door een tragisch voorval een jaar daarvoor, toen militaire vliegtuigen 34 Koerdische smokkelaars hebben gebombardeerd en gedood en de Turkse media het nieuws volledig censureerden. Editors zaten in hun redactieruimtes te wachten op de instructies van de overheid. Eén gefrustreerde journalist hield het niet meer uit. Hij kocht zelf een vliegticket en reisde naar het dorp waar dit had plaatsgevonden Hij werd geconfronteerd met deze aanblik: een stoet lijkkisten die van een berg werd gevoerd, de families in tranen. Hij vertelde me later hoe hij werd overmand, niet wist wat hij moest doen. Dus hij nam zijn telefoon, zoals zo velen van ons, en maakte een foto en twitterde die. Die foto ging viraal en doorbrak de censuur, waardoor de massamedia het wel moesten overnemen. Het Turkse protest in het Gezipark een jaar later, ging aanvankelijk over het verdwijnen van een park maar mondde uit in een protest tegen autoriteit. Het verbaast niet dat de media dat ook censureerden, maar dat werd soms lachwekkend. Toen de spanning toenam, en CNN international live vanuit Istanbul berichtte, zond CNN Turkije een documentaire over pinguïns uit. Nou ben ik dol op pinguïns, maar dat was niet echt wereldnieuws. Een boze kijker zette twee schermen naast elkaar en nam daar een foto van, die ook weer viraal ging. Sindsdien wordt de Turkse media de pinguïnmedia genoemd. (Gelach) Deze keer was men echter voorbereid. Met de mobiel in de hand, zochten ze het echte nieuws. Ze wisten dat ze naar het park moesten om foto's te nemen en mee te doen door meer te delen op de sociale media. Voor alles van voedsel tot donaties werd gebruik gemaakt van digitale middelen. Bij alles werd wel gebruik gemaakt van deze nieuwe technologieën. Protesten organiseren en onder de aandacht brengen met behulp van internet heeft al een lange geschiedenis. Denk aan de Zapatistas, de boerenopstand in de zuidelijke Mexicaanse Chiapasregio onder leiding van de gemaskerde, pijprokende Ondercommandant Marcos. Waarschijnlijk de eerste beweging die mondiale aandacht kreeg door het internet. Of denk aan Seattle in 1999, toen een multinationaal publiek protest wereldwijde bekendheid gaf aan een tot dan toe obscure organisatie, de Wereldhandelsorganisatie, met gebruik van deze digitale technologieën voor de organisatie. In het recente verleden hebben vele bewegingen in verschillende landen ophef gemaakt: de Arabische opstanden van Bahrein tot Tunesië, Egypte en verder; indignados in Spanje, Italië, Griekenland; de protesten in het Gezipark; Taiwan; Euromaidan in de Oekraïne; Hong Kong. Of meer recente intitiatieven als de #BringBackOurGirls hashtags. Een netwerk van tweets kan nu wereldwijd mensen bewust maken. Een Facebookpagina kan het brandpunt voor massale mobilisatie worden. Fantastisch. Maar denk eens terug aan die momenten die ik net heb genoemd. Wat ze hebben bereikt, staat niet in verhouding tot de grote krachten die ze op gang brachten. Hun terechte verwachtingen werden niet echt ingelost door wat ze uiteindelijk voor elkaar wisten te krijgen. Dit roept de volgende vraag op: nu digitale technologie het voor bewegingen eenvoudiger maakt, waarom vallen de resultaten dan nog tegen? Kijken we, door omarming van digitale platforms voor activisme en politiek, weg van de voordelen die samenhangen met de moeilijkere manier? Ik denk van wel. De vuistregel is volgens mij: eenvoudiger mobiliseren betekent niet altijd eenvoudiger je doel bereiken. Ik wil duidelijk stellen dat technologie op meerdere wijzen een stuwende kracht is. Er gaat grote kracht vanuit. Ik Turkije heb ik gezien hoe vier jonge studenten een landelijk burger-journalistennetwerk opzetten met de naam 140Journos, dat als centraal centrum diende voor ongecensureerd nieuws in het land. In Egypte heb ik gezien hoe vier andere jonge mensen digitale middelen gebruikten om de bevoorrading en logistiek van 10 veldhospitalen te organiseren -- grote operaties -- ten tijde van de grote schermutselingen rond het Tahirplein in 2011. Ik vroeg aan de oprichter van dit initiatief, dat Tahrir Supplies heette, hoe lang het geduurd had om zijn idee praktisch aan te wenden. "Vijf minuten", antwoordde hij. Vijf minuten. En dat zonder training of achtergrond in logistiek. Of laten we de Occupybeweging nemen, die de wereld in 2011 opschudde. Dat begon met een enkele e-mail dat tijdschrift Adbusters naar 90.000 nieuwsbriefabonnees stuurde. Zo'n twee maanden na die eerste e-mail, waren er in de Verenigde Staten 600 bezettingen en protesten gaande. Minder dan een maand na de eerste fysieke bezetting in het Zucottipark, werd er een wereldwijd protest gehouden in 82 landen en 950 steden. Het was een van de grootste wereldwijde protesten ooit. Vergelijk dat met de inspanningen van de burgerrechtenbeweging in 1955 in Alabama om te protesteren tegen de rassenscheiding in het bussysteem, door een boycot. Ze hebben dat jarenlang voorbereid, en zagen hun kans om in actie te komen na de arrestatie van Rosa Parks. Maar hoe adverteer je dat morgen een boycot plaatsvindt als je geen Facebook, SMS, Twitter en zo hebt? Zij moesten 52.000 flyers stencilen door de repro-afdeling van een universiteit binnen te sluipen en heimelijk de hele nacht door te werken. Vervolgens lieten ze de 68 Afro-Amerikaanse organisaties die actief waren in de stad deze flyers met de hand verspreiden. De logistiek was overweldigend, want dit waren arme mensen. Ze moesten gewoon naar hun werk, boycot of niet, dus werd er op grote schaal een carpool opgezet, ook weer door bij elkaar te komen. Geen SMS, geen twitter, geen Facebook. Ze moesten bijna iedere dag samenkomen om deze carpool gaande te houden. Vandaag de dag zou dat veel eenvoudiger zijn. We zouden een database kunnen opstellen van beschikbare en benodigde ritten, die de boel organiseert met gebruik van SMS. We zouden daar niet veel over te hoeven vergaderen. Maar, laten we dit eens overwegen: de burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten moest door een mijnenveld van politieke gevaren navigeren, overwon repressie en bewerkstelligde belangrijke beleidstoezeggingen, waarvoor ze creatief moesten zijn en risico's moesten nemen. In tegenstelling, drie jaar nadat Occupy wereldwijd het gesprek over ongelijkheid aanwakkerde, is er qua beleid niets veranderd. Antibesparingsprotesten die Europa opschrikten, hebben geen veranderingen op het continent teweeg gebracht. Vergeten we door het omarmen van deze technologieën misschien enkele voordelen van langzaam en aanhoudend protest? Om dit beter te kunnen begrijpen, ging ik een jaar na de Gezi-protesten terug naar Turkije en sprak met allerlei verschillende mensen, van activisten tot politici van zowel de regerende partij als de oppositiepartijen en -bewegingen. De Gezi-protesteerders waren de wanhoop nabij. Ze voelden zich gefrustreerd en hadden ook veel minder bereikt dan waarop ze gehoopt hadden. Dit bevestigt wat ik wereldwijd al heb gehoord, van vele andere protesteerders waar ik contact mee heb. Ik denk dat een deel van het probleem is dat protesten vandaag de dag lijken op het beklimmen van Mount Everest met behulp van 60 sherpa's, waarbij het internet onze sherpa is. We nemen de kortste weg, maar ondervinden daardoor niet de voordelen van het langzamere werk. Het is namelijk zo dat het werk, dat werd verricht voor de organisatie van al die overweldigende en vervelende logistieke taken, niet alleen bijdroeg aan die taken, maar tegelijkertijd de basis legde voor een organisatie die collectief dacht en samen moeilijke beslissingen nam, consensus en innovatie bracht, en, wat misschien nog belangrijker is, gezamenlijk doorging ondanks tegenslagen. Als je dus kijkt naar de Mars naar Washington in 1963, en je ziet dat beeld -- dit is de mars waar Martin Luther King zijn beroemde 'Ik heb een droom'-voordracht hield -- dan zie je niet alleen een mars en hoor je niet alleen een krachtige voordracht, maar dan zie je ook het nauwgezette langetermijnwerk dat daaraan vooraf gaat. En als je aan de macht bent, dan begrijp je dat je de inspanning die met die mars verbonden is serieus moet nemen. Maar als je naar de wereldwijde protestmarsen van Occupy kijkt, die in twee weken werden georganiseerd, dan zie je veel ongenoegen, maar niet noodzakelijkerwijze tanden die op de lange termijn kunnen bijten. En, nog belangrijker, de burgerrechtenbeweging werkte tactisch door boycots, posten, sit-indemonstraties in restaurants en ritten voor vrijheid. Nu worden bewegingen snel groot, zonder een goede organisatie als basis die tegen een stootje kan. Het lijken net nieuwe bedrijven die erg groot zijn geworden zonder dat ze weten hoe ze verder moeten. Ze kunnen meestal niet taktisch van koers veranderen, omdat ze geen goede basis hebben om zulke problemen te overwinnen. Laat ik duidelijk stellen dat de magische oplossing niet een stencilmachine is. Het is de capaciteit om samen te werken en samen te denken, wat tijd en veel werk kost. Om dat beter te kunnen begrijpen sprak ik met een topfunctionaris van de regerende partij in Turkije, en vroeg hem: "Hoe doen jullie dat?" Zij maken ook intensief gebruik van digitale technologie, dus dat is het niet. Wat is dan wel het geheim? Dat vertelde hij me. Het belangrijkste, zei hij, is dat hij nooit suiker in zijn thee doet. Ik vroeg hem wat dat er mee te maken heeft. Hij vertelde me, dat zijn partij al begint met campagne voeren op de dag na de verkiezingen. Hij besteedt elke dag aan ontmoetingen met kiezers in hun huis, op hun bruiloftsfeesten en hun besnijdenisfeesten. Met zijn collega's deelt hij dan weer de ervaringen. Door al die afspraken iedere dag, waar hem telkens thee wordt aangeboden, wat hij niet kan weigeren, omdat dat onbeschoft zou zijn, kan hij zich zelfs niet één klontje suiker per kopje thee veroorloven, want dat zou zoveel kilo suiker zijn dat hij dat niet eens kan berekenen. Op dat moment begreep ik waarom hij zo snel sprak. We hadden een afspraak in de middag, en hij zat al vol cafeïne. Maar zijn partij heeft twee belangrijke verkiezingen gewonnen binnen een jaar na de Gezi-protesten, en met een ruime marge. Natuurlijk hebben regeringen meer mogelijkheden. Ze spelen niet hetzelfde spel, maar het verschil is wel leerzaam. En, zoals al die verhalen, gaat dit niet alleen over technologie. Het gaat om technologische mogelijkheden die samensmelten met onze behoeften. De hedendaagse sociale bewegingen willen informeel opereren. Ze willen geen institutioneel leiderschap. Ze willen buiten de politiek blijven, want ze bang zijn voor corruptie en coöptatie. En daar hebben ze een punt. Moderne democratieën worden in veel landen in een wurggreep gehouden door machtige belangengroepen. Maar door deze werkwijze is het moeilijk om op de lange termijn vol te houden en het systeem te beïnvloeden, waardoor frustratie optreedt, protesteerders afhaken, en de politiek nog corrupter wordt. En politiek en democratie zonder uitdagingen strompelen voort, omdat de doelen van de moderne bewegingen van cruciaal belang zijn. Klimaatverandering komt snel op ons af. Ongelijkheid belemmert zelfontplooiing en economieën. Autoritaire praktijken verstikken vele landen. We hebben effectievere bewegingen nodig. Nu zijn er mensen die beweren dat het probleem is dat de mensen in hedendaagse bewegingen niet zoveel risico meer willen nemen. Dat is niet waar. In het Gezipark, op het Tahrirplein, en elders heb ik mensen hun leven op het spel zien zetten. Ook heeft Malcolm Gladwell geen gelijk als hij zegt dat protesteerders nu zwakker verbonden zijn. Ze komen nog steeds opdagen voor protesten, met hun vrienden, bestaande sociale contacten, en soms maken ze zelfs nieuwe vaste vrienden. Ik heb nog steeds contact met vrienden die ik meer dan tien jaar geleden heb gemaakt tijdens de Zapatistaprotesten. De band tussen vreemden is niet waardeloos. Toen ik in het Gezipark met traangas werd bestookt, renden vreemden niet weg, maar hielpen mij en anderen. Op het Tahrirplein zag ik hoe protesteerders hard werkten om elkaar en anderen te beschermen. Digitaal bewustzijn kweken is fantastisch, omdat veranderd inzicht het fundament legt voor een andere politiek. Maar bewegingen moeten nu verder kijken dan snel veel mensen bijeen te brengen, en bedenken hoe ze beter samen kunnen werken, sterke beleidsdoelen stellen, consensus bereiken en bedenken met welke politieke stappen ze druk kunnen uitoefenen. Want met goede bedoelingen, moed en zelfopoffering alleen kom je er niet. Er wordt al veel gedaan. In Nieuw-Zeeland ontwikkelen jongeren een platform onder de naam Loomio, om gezamenlijke beslissingen op grote schaal mogelijk te maken. In Turkije organiseert 140Journos hackathons, zodat zowel community's als burgerjournalisten bediend worden. In Argentinië maakt een opensource platform met de naam DemocracyOS deelname aan parlementen en politieke partijen mogelijk. Dat zijn mooie ontwikkelingen waarvan we er meer moeten zien, maar de oplossing ligt niet alleen in betere medezeggenschap online, want voor modernere democratie moeten we op alle terreinen innoveren: op organisatorisch, politiek en sociaal gebied. Want voor succes op de lange termijn heb je soms thee zonder suiker nodig naast je Twitter. Dank jullie wel. (Applaus)