0:00:00.808,0:00:05.740
Laat ons even nadenken over wat het[br]betekent om getallen op te tellen.

0:00:05.740,0:00:14.674
Laat ons beginnen met een. 1 plus 1.

0:00:14.674,0:00:19.737
Wat gaat dat gelijk aan zijn?

0:00:19.737,0:00:29.206
Een manier om er over na te denken is dat we [br]1 ding hebben. Dat ding zal een paarse cirkel zijn

0:00:33.797,0:00:35.611
Ik ga het voorstellen met een paarse cirkel

0:00:37.309,0:00:38.679
En ik ga er iets anders bijdoen.

0:00:38.679,0:00:42.893
Ik ga nog een andere blauwe cirkel maken.

0:00:42.893,0:00:45.863
Dus, ik ga de cirkel hier zetten.

0:00:45.863,0:00:48.864
Dus, 1 + 1. een plus een.

0:00:48.864,0:00:52.338
Hoeveel cirkels heb ik nu?

0:00:52.338,0:00:55.370
Wel, ik heb nu twee cirkels.

0:00:55.370,0:00:58.184
Ik heb nu 2 cirkels.

0:00:58.184,0:01:05.499
1 plus 1 is gelijk aan 2.

0:01:05.499,0:01:08.310
Nu zeg je natuurlijk:[br]"Sal, dat klinkt gemakkelijk".

0:01:08.310,0:01:11.949
Laat ons hetzelfde doen[br]met grotere cijfers.

0:01:11.949,0:01:20.063
Dus we willen weten wat gelijk is aan

0:01:20.063,0:01:38.879
Dus iets, laat ons zeggen twee plus 3

0:01:38.879,0:01:44.321
Wat gaat dit vraagteken worden?

0:01:44.321,0:01:46.874
pauzeer de video, denk zelf even na...

0:01:46.874,0:01:51.969
Wel, zoals je kunt zien, ik heb 2 dingen,[br]en ik ga nog 3 andere dingen toevoegen.

0:01:51.969,0:01:55.346
Hoeveel dingen heb ik dan?

0:01:55.346,0:02:04.128
Dus je hebt je 2 dingen, ik ga terug [br]paarse cirkels gebruiken.

0:02:04.598,0:02:12.006
Dus we hebben 2 paarse cirkels, [br]dat is die 2 hier.

0:02:12.006,0:02:15.463
En dan gaan we daar 3 aan toevoegen.

0:02:15.463,0:02:20.155
3 cirkels meer. Ik ga die in blauw zetten,[br]want de 3 staat ook in blauw

0:02:20.155,0:02:25.833
Dus dat is een, twee en drie.

0:02:29.948,0:02:34.144
Hoeveel cirkels hebben we nu in totaal?

0:02:34.144,0:02:39.646
Wel, we kunnen ze tellen. We hebben er[br]een, twee, drie, vier, vijf.

0:02:39.646,0:02:45.902
Laat ons dat nog eens tellen,[br]1, 2, 3, 4, 5 cirkels.

0:02:45.902,0:02:51.057
Dus twee plus drie, 2 dingen + 3 andere [br]dingen zijn 5 dingen.

0:02:51.057,0:02:56.119
Dus ons vraagteken hier is gelijk aan vijf

0:02:56.119,0:03:00.154
In de plaats van het vraagteken hier te[br]zetten, zal ik het uitvegen.

0:03:00.154,0:03:10.938
En dan zeg ik: vijf is gelijk aan twee plus drie.