Het narratief van een opkomend
Afrika staat ter discussie.
Ongeveer 10 jaar geleden
sprak ik over een Afrika.
Een Afrika van hoop en kansen.
Een Afrika van ondernemers.
Een ander Afrika dan
het Afrika waarover je steeds hoort:
dat van dood, armoede en ziekte.
Waarover ik toen vertelde,
werd deel van het huidige
narratief van een opkomend Afrika.
Ik wil jullie twee verhalen
vertellen over dit opkomend Afrika.
Het eerste verhaal gaat over Rwanda,
een land dat vele testen en
beproevingen heeft doorstaan.
Rwanda heeft besloten om
een technologische hub te worden
op het continent.
Het land beschikt over bergachtige
en heuvelachtige gebieden.
Een beetje zoals hier.
Daarom is het erg moeilijk om
diensten te verlenen aan mensen.
Dus wat heeft Rwanda gezegd?
Om levens te redden zal
het proberen drones in te zetten
voor het bezorgen van
dringende medicijnen, vaccins en bloed
aan mensen op moeilijk
bereikbare plaatsen.
In samenwerking met
een bedrijf genaamd Zipline,
met UPS en de wereldwijde
vaccins-koepelorganisatie Gavi.
Zodoende zal het levens redden.
Dit is onderdeel van het type innovatie
die we willen zien
in het opkomend Afrika.
Het tweede verhaal heeft te maken met iets
wat de meesten van jullie
zich vast zullen herinneren.
Vaak lijden Afrikaanse landen
onder droogte en overstromingen,
en het komt regelmatig voor
vanwege klimaatveranderingseffecten.
Als dat gebeurt, wachten ze meestal
op internationale geldinzamelingsacties.
Je ziet foto's van kinderen
met vliegen op hun gezicht,
karkassen van dieren en dergelijke.
Deze 32 landen kwamen bijeen
onder leiding van de Afrikaanse Unie
en besloten de organisatie
African Risk Capacity op te zetten.
Waartoe dient het?
Het is een verzekeringsmaatschappij
voor natuurrampen.
Deze landen betalen een jaarlijkse premie
van ongeveer 3 miljoen dollar
uit hun eigen vermogen.
Indien er een extreme
droogte of overstroming ontstaat,
wordt dit bedrag aan hun uitbetaald,
en ze kunnen het besteden
aan volksgezondheidszorg,
zodat ze niet hoeven te wachten
op hulp van buitenaf.
African Risk Capacity heeft
vorig jaar 26 miljoen dollar betaald
aan Mauritanië, Senegal en Niger.
Daardoor konden ze 1,3 miljoen mensen
helpen die waren getroffen door droogte.
Ze konden levensonderhoud herstellen,
veevoeder kopen, eten
geven aan schoolkinderen
en de bevolking ervan weerhouden
om weg te trekken naar een ander gebied.
Dit zijn allerlei verhalen
over een Afrika dat bereid is
verantwoordelijkheid op zich te nemen
en dat zijn eigen problemen
probeert op te lossen.
Maar dit narratief staat nu ter discussie,
want in de laatste 2 jaren
deed het Afrikaanse continent het slecht.
Het groeide jaarlijks met 5%
in het laatste anderhalve decennium,
maar de prognose voor dit jaar
kwam uit op 3%. Waarom?
In een onzeker mondiaal milieu
zijn grondstoffenprijzen gedaald.
Vele economieën worden nog steeds
gedreven door grondstoffen,
en dat leidde tot
een terugval van hun prestaties.
De kwestie omtrent Brexit maakt
het er niet makkelijker op.
Ik heb nooit gedacht
dat Brexit tot stand zou komen
en dat het één van de oorzaken zou
zijn van deze mondiale onzekerheid
zoals we die thans kennen.
We bevinden ons nu in deze situatie,
en ik denk dat dit een geschikt
moment is om te evalueren
en te zeggen: "Welke dingen hebben
de Afrikaanse landen goed gedaan?"
"Wat hebben ze verkeerd gedaan?"
"Hoe kunnen we daarop
voortbouwen en hieruit leren
zodat we Afrika in de lift houden?"
Laat ik het hebben over zes dingen
die we volgens mij goed deden.
Ten eerste een beter economisch beheer.
De 80-er en 90-er jaren waren verloren
decennia, waarin Afrika het slecht deed.
Misschien herinner je je
een omslag van de 'The Economist'
waarop stond 'Het Verloren Continent.'
Maar in de jaren 2000
leerden beleidsmakers
dat ze het macro-economisch
klimaat beter moesten beheren
om stabiliteit te waarborgen,
inflatie onder de 10% te houden,
begrotingstekorten tot 3%
van hun BBP te beperken,
en zowel binnenlandse als buitenlandse
investeerders enige stabiliteit te geven
zodat ze vertrouwen hebben
om te investeren in deze economieën.
Dat was het eerste punt.
Ten tweede, schulden.
In 1994 stond de staatsschuld
op 130% van het BBP
in Afrikaanse landen,
en ze hadden geen fiscale ruimte.
Ze hadden geen vermogen om te
investeren in hun ontwikkeling
omdat ze schulden afbetaalden.
Wellicht hebben sommigen van jullie
Afrikaanse landen geholpen
om schuldverlichting te krijgen.
Particuliere schuldeisers, multilaterale
en bilaterale partners kwamen bijeen
en besloten het Heavily Indebted Poor
Countries Initiative uit te voeren
om schuldverlichting te bieden.
Door deze schuldverlichting in 2005
daalde de staatsschuld
in relatie tot het BBP met ongeveer 30%,
en er was voldoende vermogen
om te herinvesteren.
Ten derde, verlieslijdende ondernemingen.
Overheden waren betrokken in zaken
waar ze niets te zoeken hadden.
Ze runden bedrijven en maakten verlies.
Enkele van deze ondernemingen
werden geherstructureerd,
gecommercialiseerd,
geprivatiseerd of gesloten,
en werden minder
belastend voor de overheid.
Het vierde punt was erg interessant.
Er ontstond
een telecommunicatie-revolutie,
en Afrikaanse landen waren er happig op.
In 2000 hadden we
11 miljoen telefoonlijnen.
Nu hebben we ongeveer 687 miljoen
mobiele lijnen op het continent.
Hierdoor konden wij
voortgang boeken met mobiele technologie
waarin Afrika zelfs voorop loopt.
In Kenia, de ontwikkeling
van mobiel geld --
M-Pesa, waarover jullie
allemaal hebben gehoord --
het duurde even voordat de hele wereld
opmerkte dat Afrika de pionier is
in deze technologie.
En daarnaast biedt
dit mobiele geld een platform
om toegang te krijgen
tot alternatieve energie.
Mensen kunnen nu zonne-energie kopen
evenals ze
telefoonopwaardeerkaarten kopen.
Dit was een ontwikkeling
die goed is verlopen.
We investeerden vaker in onderwijs
en gezondheid, nog onvoldoende --
maar er waren wat verbeteringen.
250 miljoen kinderen werden ingeënt
in het laatste anderhalve decennium.
Een ander punt was
de afname van conflicten.
Er waren veel conflicten op het continent.
Velen van jullie weten dat.
Maar het aantal daalde, en onze leiders
wisten zelfs staatsgrepen te verijdelen.
Nieuwe soorten conflicten ontstonden,
waarover ik straks meer vertel.
Op basis hiervan is er enige
verscheidenheid op het continent
die ik jullie wil laten weten,
want ook al is er kommer en kwel,
er zijn een paar landen --
Ivoorkust, Kenia, Ethiopië,
Tanzania en Senegal,
die momenteel tamelijk goed presteren.
Maar wat hebben wij verkeerd gedaan?
Ik zal acht dingen noemen.
Je moet meer foute
dan goede dingen hebben.
(Gelach)
Er zijn dus acht dingen
die we fout hebben gedaan.
Het eerste was dat hoewel we groeiden,
we niet voldoende banen creëerden.
We creëerden geen banen voor de jeugd.
De jeugdwerkloosheid
op dit continent ligt rond de 15%,
en werkloosheid is een ernstig probleem.
Het tweede punt was
de slechte kwaliteit van de groei.
Zelfs de banen die we creëerden
waren weinig productief.
We verplaatsten mensen van
laagproductieve landbouw
naar laagproductieve handel
en de informele sector
in stedelijke gebieden.
Het derde punt is
de toename van ongelijkheid.
We creëerden meer miljardairs.
50 miljardairs met
een vermogen van 96 miljard dollar
zijn welvarender dan de onderste
75 miljoen mensen op het continent.
Armoede,
het aantal mensen die in armoede leven --
dat is het vierde punt -- is gedaald,
maar de absolute cijfers daalden niet
vanwege de bevolkingsgroei.
En bevolkingsgroei is iets
waar we niet genoeg
over spreken op dit continent.
Ik denk juist dat we daar
vat op moeten krijgen,
vooral wat betreft onderwijs voor meisjes.
Dat is de weg naar uitvoering
voor deze specifieke kwestie.
Het vijfde punt is dat we onvoldoende
investeerden in infrastructuur.
We hebben investeringen
ontvangen van de Chinezen.
Daarmee zijn enkele landen geholpen,
maar toch is het niet voldoende.
Het elektriciteitsverbruik
op het Afrikaanse continent,
in Sub-Sahara Afrika komt
overeen met dat van Spanje.
Het totale verbruik komt
overeen met dat van Spanje.
Er leven dus veel mensen in het donker,
en zoals de directeur van de Afrikaanse
Ontwikkelingsbank kortgeleden zei:
"Afrika kan zich niet
ontwikkelen in het donker".
Ook hebben we niets gedaan
aan het feit dat onze economieën
nog dezelfde structuur hebben
als decennia geleden.
Ondanks dat we zijn gegroeid,
is de structuur van
de economieën niet veel veranderd.
We exporteren nog steeds grondstoffen.
Grondstoffenexport komt neer
op het exporteren van banen.
De toegevoegde waarde
van onze productie is slechts 11%.
We creëren niet genoeg fatsoenlijke
productiebanen voor onze jongeren,
en handel onderling is relatief gering.
Slechts ongeveer 12%
van onze handel is onderling.
Dus dat is een ander ernstig probleem.
Vervolgens het bestuur.
Bestuur is een serieuze kwestie.
We hebben zwakke publieke instellingen
en soms een gebrek aan instellingen,
wat mijns inziens
ruimte biedt voor corruptie.
Corruptie is een probleem
dat we nog niet onder controle hebben
en waar we ons hand en tand
tegen moeten verzetten.
Tevens is transparanter beheer
van onze economieën en financiën nodig.
We zullen ook op ons hoede
moeten zijn voor nieuwe conflicten,
nieuwe soorten conflicten,
die we bijvoorbeeld hebben
met Boko Haram in mijn land, Nigeria,
en met Al-Shabaab in Kenia.
We moeten samenwerken
met internationale partners,
ontwikkelde landen,
om deze strijd te leveren.
Anders creëren we een andere realiteit
dan we wensen voor een opkomend Afrika.
En ten slotte,
de kwestie rondom onderwijs.
Onze onderwijssystemen
in vele landen zijn beschadigd.
We creëren niet de soorten vaardigheden
die nodig zijn voor de toekomst.
Dus we moeten een manier
vinden om beter onderwijs te geven.
Dat zijn de punten die we verkeerd doen.
Wat is nu de volgende stap?
Ik ben van mening dat de omgang
met succes de weg voorwaarts is.
Vaak wanneer men ergens in slaagt
of als landen ergens in slagen,
vergeten ze hoe ze erin geslaagd zijn.
Leren omgaan met dingen
waar je succesvol in bent,
het beheer en behoud
daarvan is cruciaal voor ons.
Dus alle goede punten die ik opnoemde,
moeten we bestuderen
om het voortaan goed te blijven doen.
Het is cruciaal om
de economie te beheren
en tegelijkertijd stabiliteit te creëren,
tot een juiste prijsstelling te komen
en een consequent beleid te voeren.
Vaak zijn we niet consequent.
Het ene regime
wordt afgelost door het andere
en ze gooien zelfs
het functionerende beleid weg.
Wat veroorzaakt dit?
Dit schept onzekerheid
voor mensen, huishoudens,
en in het bedrijfsleven.
Ze weten niet of
en hoe ze moeten investeren.
Schulden: we moeten het succes
voortzetten dat we toentertijd boekten
bij schuldvermindering,
maar landen willen nogmaals lenen,
en we zien onze schuld
in relatie tot het BBP weer stijgen.
In sommige landen
zijn schulden een groeiend probleem
en dit moeten we voorkomen.
Dus succesbeheer.
De volgende stap is
het richten van een laserpointer
op dingen die we fout hebben gedaan.
Op de eerste plaats staat infrastructuur.
De meeste landen erkennen
dat ze hierin moeten investeren,
en ze doen hun uiterste best
om dit te bereiken.
Dat moet.
Het belangrijkste is stroom.
We kunnen niet ontwikkelen in het donker.
Vervolgens bestuur en corruptie:
we moeten strijden.
We moeten onze landen transparant maken.
We moeten bovenal
onze jongeren erbij betrekken.
Er zijn genieën onder onze jongeren.
Ik zie het dagelijks.
Daarvoor word ik 's morgens wakker
om de dag te beginnen.
We moeten de genieën
onder onze jongeren ontplooien,
hen tot uiting laten brengen,
helpen te creëren en innoveren
en het voortouw laten nemen.
Ik weet dat ze ons
de goede kant uit zullen sturen.
En onze vrouwen en meisjes:
we moeten erkennen dat
meisjes en vrouwen een geschenk zijn.
Ze hebben kracht,
die we moeten ontplooien
zodat ze kunnen
bijdragen aan het continent.
Ik ben er sterk van overtuigd
dat wanneer we al deze dingen doen,
we gaan zien dat het narratief
van een opkomend Afrika
geen toevalstreffer is.
Het is een trend.
Het is een trend, en als we doorgaan,
als we onze jeugd ontplooien,
als we onze vrouwen ontplooien,
nemen we wellicht
af en toe stappen terug,
nemen we zelfs stappen zijwaarts
maar de trend is duidelijk.
Afrika zal blijven groeien.
Ik zeg jullie zakenmensen in het publiek:
investeren in Afrika is
niet voor vandaag, niet voor morgen,
het is niet iets op korte termijn,
maar iets op lange termijn.
Maar als je niet
hebt geïnvesteerd in Afrika,
dan verkijk je je kans
op één van de belangrijkste
ontluikende mogelijkheden ter wereld.
Bedankt.
(Applaus)
Kelly Stoetzel: "Je noemde
corruptie in jouw talk,
en je staat bekend, welbekend
als een sterke anti-corruptiestrijder.
Maar dit had gevolgen.
Mensen hebben zich verzet
en jouw moeder was ontvoerd.
Hoe ben je hiermee omgegaan?"
Ngozi Okonjo-Iweala:
"Het was erg moeilijk.
Bedankt voor het vermelden van de kwestie
omtrent de ontvoering van mijn moeder.
Het is een heel moeilijk onderwerp.
Het houdt in dat
als je corruptie tegengaat,
wanneer je aan de zakken
komt van mensen die geld stelen,
ze niet zomaar zullen zwijgen.
Ze vechten terug, en de vraag is:
als ze je proberen te intimideren,
geef je dan op, of vecht je door?
Zoek je een manier om
te blijven en terug te vechten?
Het antwoord dat ik hierop had
met de teams waarmee ik heb samengewerkt
is dat we moeten blijven vechten.
We moeten die instellingen creëren.
We moeten manieren vinden
om deze mensen erop aan te spreken
dat ze het erfgoed
van de toekomst afpakken.
En dat hebben we dus gedaan.
En zelfs buitenom de overheid
hebben we ons punt gemaakt.
In onze landen gaat niemand
de strijd aan tegen onze corruptie
behalve wijzelf.
Dit brengt gevolgen met zich mee,
en we moeten ons uiterste best doen.
Maar ik dank jou en TED
dat jullie ons een stem geven
om tegen deze mensen te zeggen:
"Jullie zullen niet winnen,
en wij laten ons niet intimideren."
Bedankt.
(Applaus)
Kelly Stoetzel: Bedankt voor jouw
geweldige talk en belangrijke werk.