♪ [muziek] ♪
In de komende video's,
gaan we kijken naar kosten
en hoe de kosten van een firma
beschreven worden.
We gaan ook kijken naar hoe een firma
zijn winst maximaliseert.
In dit onderdeel, bekijken we
winstmaximalisatie in
een concurrentiële markt.
In een later onderdeel, behandelen we
winstmaximalisatie in een monopolie.
Laten we starten.
De kernvraag die we willen
beantwoorden is,
"Hoe gedragen firma's zich?"
We veronderstellen hierbij dat
winst de hoofdreden is van een firma.
Nu, dit is niet 100% correct.
Desalniettemin, voor de meeste firma's,
is meestal,
winst wel de belangrijkste motivator.
Voor firma's met veel concurrentie,
zal de concurrentie alleen al,
hen dwingen om winst te maximaliseren.
Omdat firma's met veel concurrenten,
die hun winst niet maximaliseren,
vrij snel failliet gaan.
Firma's met meer kracht op de markt
of een monopolie,
zijn niet gedwongen om hun
winst te maximaliseren.
Desalniettemin, de eigenaars
zullen steeds winst willen.
Wie houdt er niet van winst?
Voor de meeste firma's is dit meestal,
een goede veronderstelling.
De kernvraag wordt dan, hoe?
Hoe maximaliseren firma's winst?
Het eenvoudige antwoord is door
prijs en hoeveelheid te kiezen.
Door te kiezen welke prijs en
hoeveelheid er in de markt gezet wordt.
Sommige firma's hebben meer controle over
hun prijzen dan andere.
In het volgende hoofdstuk,
bekijken we een monopolie,
die kan zijn prijs en hoeveelheid kiezen,
mits enige restricties.
In dit hoofdstuk, bekijken we een
firma in een markt met concurrentie,
die de prijs als gegeven beschouwt,
hij heeft weinig controle over zijn prijs,
we verklaren waarom zo meteen,
en het kiest zijn hoeveelheid.
Voor een concurrerende firma,
hoeveelheid zal de
belangrijkste keuze zijn
die bepaalt hoeveel winst
de firma maakt.
We focussen in dit hoofdstuk
op 1 soort firma,
de firma met concurrenten,
in een competitieve markt.
Wat zijn de kenmerken van
deze firma en markt?
Wel, het product dat
de firma verkoopt
is gelijkaardig aan dit van
vele andere verkopers.
Denk aan een klein oliebedrijf.
Dit kleine oliebedrijf produceert olie,
wat ongeveer hetzelfde is
als de olie die het oliebedrijf
er naast produceert,
wat erg gelijkaardig is
aan de olie uit Saudi-Arabië,
wat ongeveer hetzelfde is
als Mexicaanse olie,
of die uit de Noordzee en zo verder.
Olie is vrijwel overal hetzelfde.
Of denk aan tarwe of sojabonen
of staal of beton of papier.
Dit zijn allemaal
concurrentiële markten -
het product is gelijkaardig
voor alle verkopers.
Bovendien, in al deze markten
zijn er veel kopers en verkopers
en ze zijn allemaal relatief
klein in de totale markt.
Dus dit ene oliebedrijf produceert
slechts een kleine fractie
van de totale wereldproductie van olie.
Een tarweboer, om het even welke
produceert slechts een kleine fractie
van de totale tarweproductie.
Het kan ook zijn dat er
veel potentiële kopers zijn.
Zelfs wanneer een kleine supermarkt
in een dorp,
de enige supermarkt is in dit dorp,
is het nog in een markt met concurrentie.
Want als hij zijn prijzen
zou laten stijgen,
zijn er veel potentiële verkopers
die op langere termijn kunnen
gaan verkopen in datzelfde dorp.
Het is een concurrerende firma.
Het maakt iets dat gelijk is
aan dat van anderen,
er zijn veel kopers en verkopers,
elk relatief klein in de totale markt,
of er zijn vele potentiële verkopers.
Stel, je hebt zo'n oliebedrijf
die ik toonde op de vorige slide.
Welke prijs ga je zetten?
Gelukkig zal jouw probleem
heel gemakkelijk zijn
omdat een firma in
een concurrentiële markt
geen controle heeft over zijn prijs.
De markt bepaalt de prijs van elke firma.
We bekijken de oliemarkt.
Stel, vraag en aanbod in de wereld is zo
dat de gevraagde hoeveelheid gelijk
is aan de geleverde hoeveelheid
aan een prijs van $52.
Op dat moment worden er 82 miljoen
olievaten per dag verkocht en gekocht.
Denk nu aan de vraag voor jouw olie.
De olie die jouw oliebedrijf produceert.
De vraag voor jouw olie
zal perfect elastisch
zijn aan de marktprijs.
Wat betekent dit?
Dit betekent dat wanneer je
probeert om je olie te verkopen
aan een prijs die hoger
ligt dan de marktprijs,
aan bijvoorbeeld $55 per vat,
ga je dan je olie kunnen verkopen? Nee!
Zelfs je moeder zal niet denken
dat de olie uit jouw bron
zo speciaal is dat ze er meer
voor zou willen betalen.
Ze kan olie krijgen die identiek
of vrijwel identiek is
aan de prijs van $50 per vat,
dus het is onwaarschijnlijk
dat ze $55 wil betalen.
Als je moeder niet extra wil betalen,
dan zal niemand dat willen.
Dus als je probeert een hogere prijs
te vragen dan de marktprijs,
dan zal je geen olie verkopen, niets.
Nu kan je zoveel olie verkopen
als je wil onder de marktprijs,
maar waarom zou je dat willen doen?
Omdat je ook kan verkopen,
zoveel je maar wil, aan de marktprijs.
Waarom kan je zoveel olie verkopen
als je maar wil, aan de marktprijs?
Omdat eenvoudigweg je productie,
laat ons zeggen 10 vaten per dag,
of 20 of 30,
zo'n relatief klein deel
van de wereldproductie
van 82 miljoen olievaten per dag is,
dat hoeveel je ook produceert
van je enkele oliebron,
dat dit de olieprijs niet zal beïnvloeden.
Dus je kan je productie makkelijk
maal 2 of 3 doen,
de prijs zal nog steeds $50 per vat zijn.
Dan is de enige optie om
je winst te maximaliseren
je keuze over de hoeveelheid.
Je bekijkt de marktprijs.
Je ziet, "Oh, de olieprijs van
vandaag is $50 per vat."
en je moet beslissen:
Hoeveel wil ik produceren voor die prijs?
Produceer ik 2 vaten, 3 vaten,
4, 10, 20, hoeveel?
Dat gaat je kernvraag zijn.
En dat is de kernvraag die we
volgende keer behandelen,
wanneer we ook je kosten
toevoegen in dit diagram.
Als je jezelf wil testen,
klik dan op "Practice Questions."
Of als je klaar bent om verder te gaan,
klik op, "next video."
♪ [muziek] ♪