We zijn aanbeland op een bijzonder moment in de geschiedenis. Voor ons staan twee decennia met twee fundamentele veranderingen die bepalen of de volgende eeuw de beste of de slechtste eeuw ooit zal worden. Ik leg het uit met een voorbeeld. 25 jaar geleden bezocht ik Peking voor het eerst om les te geven aan de Volksuniversiteit van China. China ging markteconomie en universitair onderwijs serieus nemen en vroegen daarom hulp van buitenlandse deskundigen. Net als de meeste mensen reed ik in Peking rond op een fiets. Hoewel ik soms een voertuig moest ontwijken, was het een veilige manier om me te verplaatsen. Nu is fietsen in China heel anders geworden. De wegen zitten vol met auto's en vrachtauto's. De lucht is gevaarlijk vervuild door verbranding van steenkool en diesel. Toen ik er laatst in het voorjaar was, adviseerde men mensen van mijn leeftijd -- boven de 65 -- om binnen te blijven en weinig te bewegen. Hoe kwam dat zo? Het kwam door de manier waarop Peking als stad was gegroeid. Het is in 25 jaar ruim twee keer zo groot geworden. Van 10 naar 20 miljoen inwoners. Het werd een uitgestrekte stad, afhankelijk van vieze brandstof, vieze energie, vooral steenkool. China verstookt elk jaar de helft van de steenkool van de wereld. Dat is de hoofdoorzaak dat het de grootste uitstoot heeft van broeikasgassen. Tegelijkertijd moeten we erkennen dat China in die periode enorm gegroeid is. Het is de een-na-grootste wereldeconomie geworden. Honderden miljoenen mensen zijn de armoede ontstegen. Dat is heel belangrijk. Maar tegelijk vragen de Chinezen zich af wat de groei waard is als de steden onleefbaar worden. Ze hebben nagedacht en bedacht dat deze weg van groei en ontwikkeling niet duurzaam is. China wil minder steenkool gebruiken. Ze kijken naar andere manieren van stedenbouw. De groei van China is onderdeel van een enorme, fundamentele verandering in de structuur van de wereldeconomie. 25 jaar geleden produceerden de ontwikkelingslanden, de armere landen van de wereld, hoewel daar de meeste mensen wonen, maar een derde van de wereldproductie. Nu is dat ruim de helft; over 25 jaar zal het twee derde zijn, door de landen die we 25 jaar geleden onderontwikkeld vonden. Dat is opmerkelijk. Het betekent dat de meeste landen, arm of rijk, afstevenen op twee fundamentele transformaties waar ik het over wil hebben. De eerste van deze transformaties is in de basisstructuur van de economieën en gemeenschappen die ik al schetste in de beschrijving van Peking. 50 procent woont nu in de stad. Dat zal naar 70 procent gaan in 2050 . Binnen 20 jaar zien we de energiebehoefte met 40 procent toenemen. De groei van de economie en de bevolking zorgt voor een toenemende druk op het land, op ons water en onze bossen. Dat is een ingrijpende verandering. Als we daarbij nalatig en kortzichtig zijn, zorgen we voor afval, vervuiling, verstopping en afbraak van land en bos. Als we denken aan de drie gebieden die ik liet zien met mijn cijfers: steden, energie, land, als we die verkeerd beheren, zal leven en levensonderhoud van iedereen op de wereld daaronder lijden. Bovendien stijgt dan de uitstoot van broeikasgas met enorme risico's voor ons klimaat. De concentratie van broeikasgas in de lucht is nu al hoger dan ze in miljoenen jaren geweest is. Als we die concentraties nog verder laten stijgen, riskeren we dat de temperatuur in pakweg de komende eeuw hoger wordt dan in de laatste tientallen miljoenen jaren. We zijn hier als Homo sapiens -- wel een ruimhartige definitie: sapiens -- al zo'n kwart miljoen jaar. We riskeren temperaturen die er al tientallen miljoenen jaren niet waren, binnen een eeuw. Dat zou de relatie veranderen tussen de mens en de aarde. Het zou leiden tot veranderende woestijnen, andere rivieren en andere orkaan-routes, andere zeeniveaus. Honderden miljoenen mensen, misschien zelfs miljarden mensen, die moeten verhuizen. Als we iets hebben geleerd dan worden dat ernstige en uitgebreide conflicten. En je kan het niet zomaar uitzetten. Je maakt geen vredesverdrag met de aarde. Je kan niet onderhandelen met natuurwetten. Je zit erin. Je zit vast. Met die inzet spelen we. Daarom is die tweede transformatie nodig, de klimaat-transformatie. Veranderen naar een koolstofarme economie. De eerste transformatie gaat sowieso gebeuren. We moeten beslissen: pakken we het goed of slecht aan, die economische, structurele verandering? Maar voor de tweede transformatie, de klimaat-transformatie, moeten wij zelf kiezen. Deze twee transformaties wachten ons in de komende 20 jaar. De komende twee decennia zijn bepalend voor wat we moeten doen. Hoe meer ik nadacht over die samenvallende transformaties, hoe meer ik me realiseerde dat dit een geweldige kans is. Het is een kans die we kunnen benutten of een kans die we kunnen verliezen. Ik leg het uit met de drie sleutelgebieden die ik heb onderscheiden: steden, energie en land. Ik zal beginnen met steden. Ik heb het probleem van Peking al uitgelegd: vervuiling, verstopping, afval, enzovoort. Natuurlijk zien we dat in veel steden wereldwijd. In het leven, maar vooral bij steden, moet je vooruit denken. Voor de steden die we gaan bouwen -- veel steden, ook grote -- moeten we kijken hoe we ze compact kunnen bouwen zodat we reistijd en energie kunnen besparen. Voor steden die er al zijn, lang gevestigde steden, moeten we nadenken over vernieuwing en investeringen zodat we binnen die steden beter verbonden zijn, en het meer mensen aanmoedigt om dichter bij het centrum te wonen. We hebben steeds meer voorbeelden wereldwijd van manieren waarop dat kan. De snelbus in Bogotá, Colombia is een belangrijk voorbeeld hoe je je veilig en snel verplaatst op een schone manier in de stad. Frequent rijdende bussen, veilige routes, een dienst die sterk lijkt op de metro maar veel goedkoper en veel sneller te realiseren. Een geweldig idee voor andere steden die zich ontwikkelen. Sommige dingen in steden kosten tijd. Andere dingen gaan een stuk sneller. Neem mijn eigen stad, Londen. In 1952 stierven in Londen 4.000 mensen door smog, en die verwoestte het leven van nog veel meer mensen. Het ging maar door. Wie in Engeland buiten Londen woont, zal zich herinneren: het heette 'The Smoke'. Zo was Londen. Door steenkoolgebruik te reguleren, werd het probleem binnen een paar jaar minder. Ik herinner me de smog nog goed. Als het zicht minder werd dan een paar meter reed de bus niet meer en moest ik lopen. Dat was in de jaren 50. Ik moest vijf kilometer lopen vanaf school. Ademen was een gevaarlijke handeling. Maar het veranderde door een besluit. Goede besluiten kunnen snel goede, opvallende resultaten geven. We hebben meer gezien: in Londen is er de verstoppingsheffing. Best snel en effectief. We zagen grote verbeteringen in de busdienst en hebben die opgeschoond. Je ziet dat de twee transformaties die ik heb beschreven: die van structuur en klimaat, erg gelijk op gaan. Maar we moeten investeren in onze steden. We moeten slim investeren, en als we dat doen krijgen we schonere, stillere en veiligere steden, aantrekkelijkere en productievere steden, met een sterkere gemeenschap -- openbaar vervoer, recycling, hergebruik. Allemaal dingen die de mensen bij elkaar brengen. Dat kunnen we, maar we moeten wel nadenken, investeren en plannen. Ik ga naar de energie. Energie is de laatste 25 jaar toegenomen met 50 procent. Tachtig procent daarvan komt uit fossiele brandstof. Binnen 20 jaar kan dat toenemen met zo'n 40 procent. We moeten sterk investeren in energie. We moeten het veel effectiever gebruiken. We moeten het schoon maken. We zien al hoe dat moet. In Californië bijvoorbeeld. Het zou in de top 10 komen van landen als het onafhankelijk was. Ik wil niemand op ideeën brengen... (Gelach) Californië is geweldig. (Gelach) Binnen vijf of tien jaar gaan ze van zo'n 20 procent hernieuwbare energie -- wind, zon en dergelijke -- naar meer dan 33 procent. Dat zou de Californische broeikasgasemissies in 2020 weer op het niveau brengen van 1990. In die periode is de Californische economie verdubbeld. Een verbluffende prestatie. Het laat zien wat mogelijk is. Niet alleen Californië -- de nieuwe regering van India is van plan met zonne-energie de huizen te verlichten van 400 miljoen mensen die geen elektriciteit hebben in India. Ze hebben zich vijf jaar als doel gesteld. Ik geef ze een goede kans dat te halen. We zullen het zien, maar wat je nu ziet is dat het allemaal veel sneller gaat. 400 miljoen, meer dan de bevolking van de Verenigde Staten. Dat soort ambities hebben mensen tegenwoordig als je het hebt over snelle verandering. Weer zie je dat goede beslissingen snel resultaat kunnen geven en die twee transformaties, de economie en de structuur en het klimaat en de lage CO2, innig zijn vergroeid met elkaar. Doe de eerste goed, de structuur. dan wordt de tweede, met het klimaat, veel makkelijker. Kijk naar het land, land en vooral de bossen. Bossen zijn rijk aan waardevolle planten- en diersoorten. Ze houden water vast in de grond en halen CO2 uit de atmosfeer. Van levensbelang bij de aanpak van klimaatverandering. Maar we raken onze bossen kwijt. In de laatste tien jaar zijn we bosgebieden kwijtgeraakt ter grootte van Portugal en er is nog veel meer aangetast. Maar we zien al dat we daar veel aan kunnen doen. We kunnen het probleem erkennen, en tevens begrijpen wat we eraan moeten doen. In Brazilië is de ontbossing al teruggebracht met 70 procent gedurende de laatste tien jaar. Hoe? Door de bevolking erbij te betrekken, te investeren in hun landbouw en economie, door beter toezicht, door de wet strikter te handhaven. Het stopt niet alleen ontbossing. Dat is natuurlijk het belangrijkst, maar het krikt het land ook op, herstelt het aangetaste land. In 1967 ging ik voor het eerst naar Ethiopië. Het was hopeloos arm. In de jaren erna heersten er vreselijke hongersnoden en zeer ernstige sociale conflicten. In de laatste jaren, eigenlijk al langer, groeide Ethiopië veel sneller. Het wil binnen 15 jaar qua inkomen een middenklasse-land worden en CO2-neutraal zijn. Ik denk dat het ambitieus is maar wel aannemelijk. Je ziet het commitment. Je ziet wat er kan. Ethiopië investeert in groene energie. Het werkt aan herstel van het land. In Humbo, in zuidwest-Ethiopë, heeft een mooi project dat bomen plant op aangetast land en dat met lokale gemeenschappen duurzame bosbouw bedrijft, geleid tot een sterk toegenomen levensstandaard. We zien dus dat we van Peking tot Londen, van Californië tot India, van Brazilië tot Ethiopië, begrijpen hoe we die twee transformaties moeten aanpakken: van structuur en klimaat. We begrijpen de aanpak goed. De techniek verandert snel. Ik hoef niet alles op te sommen aan een publiek als dit, maar je ziet elektrische auto's, je ziet batterijen van nieuwe materialen. We kunnen al op afstand dingen in ons huis met ons mobieltje besturen. Er wordt beter geïsoleerd. En er komt nog veel meer aan. Maar, er is een grote maar, de wereld als geheel gaat veel te langzaam. We beperken de uitstoot niet zoals het zou moeten. We pakken die grote transformaties niet aan zoals we zouden kunnen. De ernst van het enorme klimaatrisico is nog niet doorgedrongen. Men begrijpt nog niet hoe aantrekkelijk onze mogelijkheden zijn. Er is politieke druk nodig om te bouwen. We hebben leiders nodig die opstaan. We kunnen meer groei krijgen, een beter klimaat, een betere wereld. We kunnen, door die twee veranderingen goed te doen, de volgende eeuw tot de beste eeuw ooit maken. Als we er een bende van maken, wij, jij en ik, als we die veranderingen niet voor elkaar krijgen, zal de volgende eeuw de slechtste eeuw ooit worden. Dat is de hoofdconclusie van het rapport over de economie en het klimaat geleid door ex-president Calderón van Mexico. We hadden samen de leiding. We hebben het gisteren gepresenteerd hier in New York, in het gebouw van de VN aan de secretaris-generaal van de VN, Ban Ki-Moon. We weten dat we het kunnen. Twee weken geleden werd ik voor de vierde keer opa. Onze dochter -- (Baby huilt) (Gelach) (Applaus) -- Onze dochter beviel van Rosa, hier in New York, twee weken geleden. Hier zijn Helen en Rosa. (Applaus) Twee weken oud. (Publiek: oh) Kijken we onze kleinkinderen in hun ogen en vertellen we hen dat we het begrepen hebben, dat we de gevaren en de mogelijkheden zagen, en dat we toch niets deden? Natuurlijk niet. Laten we van de volgende eeuw de beste eeuw maken. (Applaus)